Swertz-Ekker

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Wijzigingen door Thomas (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Marc)
Regel 1: Regel 1:
 +
{| style="color: black; background-color: #ffffcc;" width="100%"
 +
|Over Elizabeth 'Bob' Ekker, haar man Jan Swertz en dochters in het zorgeloze vooroorlogse Den Haag. Hoe ze in Nijmegen de oorlog meemaken en moeten vluchten voor bommen.
 +
|Het bezwijken van Jan door TBC, en het tragisch overlijden van Bob door een geallieerd projectiel, die de drie meisjes, nog kinderen, wees maken.
 +
|}
 +
 +
 +
[[File:1927 Elisabeth Frederika Swertz versie 6.jpg|thumb|350px|left|Elizabeth Frederika (Bob) Ekker op ca. 40-jarige leeftijd (ca. 1940)]]
  
 
=='''Jeugd van Bob Ekker'''==
 
=='''Jeugd van Bob Ekker'''==
  
Elizabeth Frederika (Bob) Ekker werd geboren op 1 juni 1901 in Den Haag. Haar ouders kwamen oorspronkelijk uit het Oosten van het land. Haar moeder Regina Rijshouwer (1869) kwam uit Zutphen, haar vader Derk Willem Ekker (1863) uit Hengelo. Beiden kwamen uit patriciërsfamilies. Haar grootmoeder van moeders kant en haar tante Hetty heetten van Vollenhoven, haar grootmoeder van vaders kant heette Stork. Haar ouders vestigden zich in ?? in Den Haag. Haar vader was ‘geneesheer’; eerst huisarts en daarna keel-, neus- en oorarts. Ze zijn in Utrecht (?) getrouwd. Elizabeth was de jongste van vier kinderen. Zij had twee broers (Coos en Henk) en een zuster (Wil).  Elizabeth werd eerst ouderwets Bets genoemd, maar ging verder door het leven als Bob, wellicht vanwege haar nonconformistisch karakter.
+
[[File:1903 Bob Ekker met Moeder.jpg|thumb|450px|Regina (Gien) Rijshouwer met dochter Elizabeth (Bob) op schoot (1901/1902)]]
  
<gallery widths=250px heights=250px>
+
Elizabeth Frederika (Bob) Ekker werd geboren op 1 juni 1901 in Den Haag. Haar moeder [[Ekker-Rijshouwer#Regina_Rijshouwer|Regina (Gien) Rijshouwer]] (1869) werd geboren in Leiden, haar vader [[Ekker-Rijshouwer#Dirk_Ekker|Derk Willem Ekker]] (1863) in Hengelo. Haar ouders kwamen uit families van magistraten en ondernemers; van vaders kant de families [[Ekker,_Familie|Ekker en Stork]], van moeders kant de families [[Rijshouwer,_Familie|Rijshouwer]], [[Vollenhoven_van,_Familie|van Vollenhoven]], [[Offerhaus,_Familie|Offerhaus]], [[Huber,_Familie|Huber]] en Sypkens.
File:1903 Bob Ekker met Moeder.jpg|Bob Ekker met Moeder
+
File:1901 Geboorte akte Elisabeth Ekker.jpg|Geboorteakte Bob Ekker
+
</gallery>
+
  
=='''Kennismaking en trouwen met Jan Swertz'''==
+
Op de Ekkers na zijn deze families opgenomen in de 'Blauwe Boekjes', de reeks die sinds 1910 het [http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederland's_Patriciaat Nederlands Patriciaat] vastlegt; vooraanstaande maar niet-adellijke families.
  
Joannes Maria Antonius (Jan) Swertz werd geboren op 5 april 1897 in Utrecht. Zijn enige en jongere broer Karel (1899) is in Amsterdam geboren. Bijzonder te vermelden is dat de studie van zowel Jan als zijn broer Karel betaald werd door oudoom Karel. Jan Swertz had medicijnen gestudeerd in Utrecht en kwam rond 1920 bij zijn toekomstige schoonvader Ekker werken in het Rooms Katholieke Ziekenhuis Johannes de Deo (‘Westeinde’) in Den Haag. Daar leerde hij Bob Ekker kennen , die haar vader hielp in het ziekenhuis. Jan Swertz bekwaamde zich in chirurgie en hield praktijk in het ziekenhuis, hoewel ‘voorname’ patiënten wel thuis werden ontvangen voor consult. Een slager aan de Schenkweg was zo tevreden met zijn operatie dat hij zijn twee kinderen Bob en Jan noemde, naar onze ouders.
+
Bobs ouders vestigen zich in 1893 in Den Haag. Haar vader is ‘geneesheer’; eerst huisarts en daarna keel-, neus- en oorarts. Ze zijn in Utrecht (1892) getrouwd. Elizabeth is de jongste van vier kinderen. Zij heeft twee broers; [[Ekker-van_Lidth_de_Jeude|Coos]] (1893) en [[Ekker-Malotaux|Henk]] (1899) , en een zuster; [[Hoogendijk-Ekker#Wil_Ekker|Wil]] (1895).
  
Bob Ekker en Jan Swertz trouwden op 27 juli 1927 in Den Haag. Haar broer Coos en zijn oom Franciscus  (wie is dat?) waren getuigen.Toen Jan solliciteerde naar de functie van chirurg in het Westeinde, eiste de bisschop, bestuurslid van het ziekenhuis, dat Bob zich na een aantal godsdienstlessen tot het katholieke geloof zou bekeren. Zij had daar geen probleem mee en Jan werd aangenomen. Bob kreeg godsdienstles van- en werd uiteindelijk gedoopt door Toon Ramselaar, een priester die bekend was vanwege zijn werk voor de verkennerij in Den Haag. Hij was door Jan geopereerd en met hem bevriend geraakt. De stap van Bob om van Christelijke huize te trouwen met een Rooms-Katholieke man, ging destijds tegen de heersende mores in. Bob was echter wars van conventies. Hoewel ze het nieuwe geloof moest omarmen bleef ze kritisch op zaken als aflaat en ‘al die heiligen’. Haar dochters zeiden gekscherend dat ze maar ‘half katholiek’ was.
+
=== '''Bob, EliZabeth en EliSabeth''' ===
  
<gallery widths=250px heights=250px>
+
Elizabeth wordt eerst ouderwets Betsy genoemd, zoals haar naamgever Elisabeth Frederika Offerhaus, haar grootmoeder van moeders kant. Zij gaat echter verder door het leven als Bob. De reden hiervan is onduidelijk maar past wel bij haar non-conformistisch karakter. Het is merkwaardig dat haar ouders kiezen voor de Engelse/Amerikaanse variant Elizabeth (met een Z) in plaats van de traditionele en continentale versie Elisabeth (met een S) die gangbaar is in Duitsland en Frankrijk, maar ook in hun familie. Ze is daarmee een buitenbeentje, want Bob en haar zus Wil kiezen later voor hun kinderen weer de vorm Elisabeth.
file:1927 Trouwen Bob Ekker en Jan Swertz.jpg|Het bruidspaar komt uit het huis van grootouders Ekker in de Coenstraat-Den Haag
+
file:1927 Juli Huwelijk Bob Ekker en Jan Swertz.jpg|Huwelijkakte Bob Ekker en Jan swertz
+
</gallery>
+
  
=='''Gezin Swertz voor de oorlog in  Den Haag'''==
+
=='''Jeugd van Jan Swertz'''==
Het gezin Swertz betrok een woning aan de Daendelsstraat, nummer 44 in de toen nieuwe wijk Bezuidenhout. Het deel waar zij woonden is als laatste gebouwd, rond 1900. Er stonden statige herenhuizen. Bob bracht drie dochters ter wereld; Katrien (Catharina Paulina Maria, 14 mei 1928), Gien (Regina Elisabeth, 1 maart 1930) en Liesbeth (Elisabeth Frederika, 17 december 1932). Zoals zoveel families in die tijd hadden ze een kinderjuf, Riek Gijseman, die ze toepasselijk Juffie noemden; ze bracht en haalde de dochters van school, zorgde voor hen, deed ook ander werk zoals kousen stoppen. Voor het huishouden hadden ze Gerda, een Hongaarse strenge dienstmeid; de dochters herinnerden zich dat ze Duits ging praten als ze boos werd; “Ich habe gesagd NEIN, und dan BLEIBT es NEIN!! Gerda woonde in huis, Juffie niet.  
+
[[File:1915 eindexamen HBS Jan Swertz.jpg||thumb|450px|left|Eindexamenklas A van de Rijks-HBS Gouda; tweede van rechts is Jan Swertz, ca. 18 jaar oud. Op de foto ook medeleerlingen J.W. Smit, M.W. Oosterling, Th. Ruys, J. van der Graaf, A.C. Ninaber van Eyben, A.J. Heynen, C.B. Kunst, H.W. Jager, W.C. Overeynder, docent  A. van Vreuming, en direkteur S.S. Hoogstra (1915)]]
  
De Daendelsstraat kwam uit op de Bezuidenhoutseweg met aan de overkant het Haagse Bos met veel groen, een hertenkamp en vijvertjes met eendjes. Dochter Gien de Haan heeft haar kinderen nog wel eens meegenomen naar het hertenkamp na de oorlog, voordat het opgeheven is. Op weg naar school kwamen de dochters daar altijd langs, en passeerden dan de Leidse straatweg. Ze zaten op de Paschalis lagere school en op de Paulinastraat, waar een kleuterschool aan verbonden was. Aan het begin van de straat woonde de familie van Waaij. Tante Corry was een Engelse en vriendin van Bob Swertz; als het slecht weer was en Juffie was er niet, liepen de dochters eerst daar naar toe en bracht zij hen vervolgens naar school. Ze had een grappig accent; “dat vindt ik zo verwwdomd rwwot. Als je de straat inliep vanuit het Haagse Bos woonden ze aan de linkerkant; eerst had je wat kleinere huizen, daarna werden ze statiger. Hun huis was het een-na-laatste huis voor de kruising met de Pieter Botstraat, die naar links toe dood liep; een hek en daarna een water. De wijk Bezuidenhout is aan het einde van de oorlog ernstig gehavend door het ‘vergissingsbombardement’ dat door Engelse piloten is uitgevoerd.
+
Joannes Maria Antonius (Jan) Swertz werd geboren op 5 april 1897 in Utrecht, net zoals zijn enige en jongere broer [[Swertz-Verlinden|Carel]] (1899). Hun vader is [[Swertz-Armee|Johannes Fredericus Augustus (Frits) Swertz]] (1862). Jans voorouders, waaronder veel winkeliers en koopmannen, komen oorspronkelijk uit Limburg en worden op de pagina [[Swertz,_Familie|Swertz, Familie]] beschreven.  
  
<gallery widths=250px heights=250px>
+
Hij volgt de Rijks-HBS in Gouda. Na zijn eindexamen in 1915 gaat hij geneeskunde studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Zijn studie, en die van zijn broer [[Swertz-Verlinden|Carel]]  worden betaald door oom Carolus Wilhelmus (Carel) Swertz, een broer van zijn vader [[Swertz-Armee|Frits Swertz]]. In 1918 behaalt hij zijn candidaats-examen en in 19?? zijn bul.
File:1931 Ouders Swertz met Katrien en Regina.jpg|Ouders Swertz met Katrien en Regina
+
File:1929 Uitreksel bevolkingsregister Den Haag 1.jpg|Uittreksel bevolkingsregister Den Haag (familie Swertz en drie dochters)
+
File:1929 Uitreksel bevolkingsregister Den Haag 2.jpg|Uittreksel bevolkingsregister Den Haag (jan Swertz naar Groesbeek)
+
File:1927 Daendelsstraat.jpg|Engelse plattegrond uit de Tweede Wereldoorlog; in geel ingetekend het huidige winkelcentrum Babylon en de Utrechtse Baan
+
</gallery>
+
  
=='''Anekdotes uit de Haagse tijd'''==
+
Hij is een lange man: 1,80 meter , 8 cm meer dan gemiddeld voor die tijd. Hij wordt bij de medische keuring voor de dienstplicht ongeschikt verklaard wegens ''zwakke oogen''.
  
Dochter Gien was als klein kind van ca. zes jaar gefascineerd door Betsy, de olifant uit de voormalige ‘Zoo’ tegenover het Malieveld, waar nu het provinciehuis staat. Ze mocht op haar rug. Dochter Katrien durfde dat niet en herinnert zich dat Gien een groen jurkje droeg. Gien vond dat de olifant van háár was; haar levenslange voorliefde voor olifanten was ontstaan. Ze heeft in de loop van haar leven een grote collectie olifanten-beeldjes opgebouwd, weet er veel van en heeft het geluk gehad ze in Afrika (op bezoek bij zoon Hans) en Sri Lanka te hebben gezien. Gien en haar moeder Bob deelden een obstinaat en ondeugend karakter, ze pasten goed bij elkaar. Ze gingen samen belletje trekken waarbij Bob zei; ‘we moeten wel terug zijn voordat Katrien thuis komt want die vindt dat niet goed’. De dochters gingen, samen met al hun neven en nichten, tien in totaal, voor de oorlog ‘s zomers vaak naar Hengelo, waar de ouders van Bob nog een huis hadden.
+
Hij komt bij dr. Ekker, zijn latere schoonvader, werken in het Rooms Katholieke Ziekenhuis Johannes de Deo (‘Westeinde’) in Den Haag en verhuist daarvoor in 1922 naar Den Haag. Blijkbaar woont hij intern; in het bevolkingsregister is zijn adres van december 1922 tot juli 1926 namelijk het ziekenhuis.
Ook herinnert dochter Gien zich een familiediner in Hotel Americain in Amsterdam, fantastisch aangekleed met een grote zwaan uit boter gesneden. Dochter Katrien vond het vaak eng om alleen naar een kinderfeestje te gaan, dan ging Gien mee. Katrien’s vriendinnetje Els Tholen van de lagere school nam ook haar zusje Annemie mee, waardoor ze met zijn vieren heel wat kinderpartijtjes hebben afgestruind.
+
  
<gallery widths=250px heights=250px>
+
=='''Bob en Jan Swertz in Den Haag'''==
File:1939 Gien, Liek (van Wil) en Katrien in het oosten.jpg
+
File:1939 Gien, Liek (van Wil) en Katrien in het oosten 2.jpg
+
</gallery>
+
  
Alhoewel het een nette buurt was woonden er in die zijstraat een paar hoertjes. Katrien Swertz herinnert zich een ontmoeting me hen toen haar vader en moeder naar de schouwburg waren. De drie dochters wilden om iets Gerda wekken, die op de zolderetage sliep. Ze bleven wel op afstand want ze durfden geen van drieën helemaal naar boven, dat was eng. Toen ze niets hoorden dachten ze dat we alleen waren. Ze namen hun jassen en gingen naar buiten. Een van de hoertjes zag hen, zo laat nog, op straat lopen en ving hen op. Toen hun vader en moeder thuiskwamen, zat één van hen de dochters voor te lezen. Wat die ‘meisjes’ echt waren hebben ze pas later gehoord. De ouders van Bob Swertz woonden vlakbij, in de eerste straat parallel aan de onze richting het Staatsspoor (nu Centraal Station); Jan Pieterszoon Coenstraat 16.
+
==='''Kennismaking en trouwen'''===
  
=='''Jan Swertz naar Dekkerswald'''==
+
[[file:1927 Trouwen Bob Ekker en Jan Swertz.jpg|thumb|450px|Het bruidspaar komt uit het huis van haar ouders Ekker; Jan Pieterszn. Coenstraat 21, Den Haag (1927)]]
  
In de jaren dertig moest Jan Swertz een man opereren die besmet bleek te zijn met tuberculose, toen nog TB genoemd in de volksmond. Hij liep de ziekte zelf ook op. Voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid bestonden nog niet en zijn vriend dr. A. J. Henneman, geneesheer-directeur van het R.K. Sanatorium Dekkerswald nodigde hem uit voor behandeling naar Groesbeek te komen. Hij werd op 10 november 1938 opgenomen. Bob reisde aanvankelijk op en neer tussen Den Haag naar Groesbeek om haar zieke man te bezoeken. Ze logeerde dan op Sion’s Hof. Dit was al snel niet meer op te brengen. Jan werd steeds zieker en in 1938 verhuisden Bob, haar dochters en hun Haagse kinderjuf Riek Gijseman naar Nijmegen, waar ze aan de Groesbeekseweg 182 een huis betrokken. jan Swertz is er nooit geweest en de dochters mochten vanwege het besmettingsgevaar nooit naar Dekkerswald. Een enkele keer hebben ze hem op afstand mogen toezwaaien.
+
In het Westeinde ziekenhuis leert Jan Swertz de dochter van zijn toekomstige schoonvader kennen. Zij hielp haar vader in zijn praktijk. Jan Swertz bekwaamt zich in chirurgie en houdt praktijk in het ziekenhuis, hoewel ‘voorname’ patiënten wel thuis worden ontvangen voor consult. Een slager aan de Schenkweg is zo tevreden met zijn operatie dat hij zijn twee kinderen Bob en Jan noemt, maar dan wel twee jongens.
Met steun van dokter Henneman kreeg Bob Swertz een baan als secretaresse in het Oud-Burgeren-Gasthuis te Nijmegen aan de Molenstraat. Zo kon zij zichzelf en haar drie dochters redden. Ze was een kranige vrouw en had zich snel stenotypen eigen gemaakt. De verhalen die dochter Katrien vertelt van Dekkerswald doen denken aan die van Max de Haan (later getrouwd met Gien Swertz)  die er na de oorlog heeft gelegen; Net zoals Jan lokte Max later met een tergend geduld koolmeesjes dichterbij met zangzaad. Het was voor patiënten die stil moesten uitzieken een van de weinige uitlaatkleppen.
+
Dochter Katrien heeft ook tbc opgelopen, twee keer zelfs. Dat ze daar bovenop kwam riep bewondering op. Men vond het beter dat haar vader niet zou weten van haar tbc. Hij kreeg foto’s te zien van Katrien hockeyend of op een springplank bij het zwembad, terwijl ze helemaal niet eens mocht zwemmen vanwege haar tbc. Katrien vond dat niet eerlijk en herinnert zich goed dat dokter Henneman in zijn deftig Nederlands antwoordde dat “dat niet opwoog tegen het verdriet dat je vader zou hebben als hij wist dat jij ziek zou zijn”. Na zijn dood werd Katrien wederom ziek en heeft ook een aantal (?) maanden in Dekkerswald gelegen.
+
  
Door toedoen van dokter Henneman waren 28 joden ondergedoken bij Dekkerswald. Dochter Katrien herinnert zich hoe ze de Duitsers te slim afwaren. Ze hadden de afspraak dat de klok op de toren geluid werd als de Duitsers naderden voor inspectie. Als zuster Suzanne, een prachtmens, aan de touwen hing en de klok op de toren liet luiden op een ander tijdstip dan twaalf uur ’s middags, wat normaal was, dan was het duidelijk: Duitsers! Alle Joden moesten het bed in en deden zich voor als tbc-patiënt, inclusief rochelen en produceren van sputum. Heel effectief, de Duitsers zijn nooit op de ziekenzalen geweest want ze waren als de dood voor tbc, een afschuwelijke ziekte waar je destijds aan overleed. Antibiotica waren nog niet ontdekt. Alle patiënten wisten ervan en het is opmerkelijk dat niemand deze truc ooit verraden heeft.
+
Bob Ekker en Jan Swertz trouwen op 27 juli 1927 in Den Haag. Zij woont nog bij haar ouders en Jan sinds maart 1927 aan het Westeinde nr. 38, vlak bij het ziekenhuis (daarvoor 8 maanden op het Stadhoudersplein nr. 2). Haar broer [[Ekker-van_Lidth_de_Jeude|Coos Ekker]] en zijn oom [[Swertz,_Familie#Zoon_Frans_Swertz|Frans Swertz]] zijn getuigen. Bij de handtekeningen ontbreken de ouders van Jan. Zijn moeder Cato Armee is wel bij 'het banket', zijn vader [[Swertz-Armee|Johannes Fredericus Augustus (Frits) Swertz]] ontbreekt, Naast het feit dat Frits en Cato gescheiden wonen, kan wellicht ook meespelen dat Frits ziek is; hij sterft namelijk 1,5 jaar later.
  
=='''Overlijden Jan Swertz'''==
 
  
De tbc van Jan Swertz was op een gegeven moment dermate vergevorderd dat zijn gezonde long door de andere zieke long aangetast werd. Hij overleed op 24 september 1941, pas 44 jaar oud. Hij was op een of andere manier voldaan dat hij nog net een Duitser buiten door het raam had gezien voordat hij dood ging, de bezetting was namelijk net op gang gekomen. Katrien herinnert zich dat ze op afstand mee heeft kunnen kijken toen hij stierf.
+
[[file:1920_Jan_Swertz_Chirurg.jpg|thumb|250px|left|Annonce: Jan Swertz vestigt zich als chirurg (Vaderland, 1930)]]
Bij de begrafenis van Jan kwam tante Bee Zuidema (een vriendin van Bob) in het zwart uit de volgauto maar droeg wel een knalrood tasje. Ze was altijd heftig opgemaakt en rookte als een ketter. Aan de vele rimpels op haar doorgeroken gezicht dankte ze haar bijnaam ‘tante perkament’. Dochter Katrien ziet haar nog voor zich met een eeuwige sigaret met mondstuk in haar mond. Ze praatte er mee en ze reed er auto mee, heel knap!
+
  
=='''Bob en haar dochters in Groesbeek'''==
+
Als Jan solliciteert naar de functie van chirurg in het Westeinde, eist de bisschop, bestuurslid van het ziekenhuis, dat Bob zich na een aantal godsdienstlessen tot het katholieke geloof zou bekeren. Zij heeft daar geen probleem mee. Bob krijgt godsdienstles van [http://resources.huygens.knaw.nl/bwn/BWN/lemmata/bwn3/ramselaar Toon Ramselaar], een priester van het aartsbisdom Utrecht die zich begin jaren `30 in kringen van jonge kunstenaars van het tijdschrift De Gemeenschap bewoog, en zich inzette .voor een moderne vrijere jeugdopvoeding. Toon Ramselaar is door Jan geopereerd en met hem bevriend geraakt.
  
Katrien volgde de middelbare school op Marienbosch aan de Groesbeekseweg. Nadat deze school door de Duitsers gevorderd was, kreeg zij les in de dansschool van De Goeij en in een klas van de zustersschool aan de Oude Stadsgracht. Voor geschiedenis en aardrijkskunde werd uitgeweken naar een groot prieel achter een huis aan de St. Annastraat,tegenover de Archipelstraat.  
+
De stap van Bob om van Christelijke huize te trouwen met een Rooms-Katholieke man, gaat destijds tegen de heersende mores in. Bob is echter wars van conventies. Hoewel ze het nieuwe geloof moet omarmen blijft ze kritisch op zaken als aflaat en ‘al die heiligen’. Haar dochters zeiden gekscherend dat ze maar ‘half katholiek’ was geweest. Jan wordt uiteindelijk aangenomen als assistent chirurgie. In 1930 vestigt hij zich ook als chirurg met een praktijk aan huis.
Gien herinnert zich dat de Duitsers huiszoeking kwamen doen en aanklopten. Haar moeder had een clandestiene radio en wilde vermijden dat de Duitsers binnenkwamen. Ze vertelde de Duisters glashelder dat ze weduwe was, drie meisjes in huis had, en géén vreemde mannen in haar huis duldde. De Duitsers dropen af. Volgens Gien luisterden de Duitsers alleen als ze net zo afgeblaft werden als zij dat deden bij anderen. Gien herinnert zich nog goed de geluiden uit die tijd; luidkeels zingende Duitsers bij het marcheren, het stampen met hun laarzen, en het fluiten van bommen als die laag voorbij kwamen.
+
Gien heeft een nacht met een vriendin Wietje Heerders in de cel doorgebracht. Ze hadden hondendrollen opgepakt en door de brievenbus van een NSB’ers geduwd. Ze werd verklikt, misschien door een vriendinnetje van een NSB-familie tegenover, waarvoor moeder haar al een keer gewaarschuwd had. Katrien heeft minder herinneringen aan deze tijd omdat ze een groot deel (weer) in Dekkerswald heeft gelegen.
+
  
=='''Vlucht naar de Biesseltsebaan'''==
+
==='''Leven in het Bezuidenhout'''===
  
Vanaf september 1944 kwam het oorlogsgeweld van alle kanten naar Nijmegen en Groesbeek, waar het daarvoor relatief rustig was geweest. De geallieerde troepen eisten ruimte op, er heerste chaos, veel beschietingen en veel vluchtelingen uit de omgeving zochten onderkomen. Ook bij ons thuis werd het gevaarlijk. Er vielen steeds meer granaten en de bange weduwe Houwing-van der Venne, die naast ons op nummer 180 woonde, zat bijna elke avond bij ons in de kelder.
+
[[File:1931 Ouders Swertz met Katrien en Regina.jpg|thumb|450px|Ouders Swertz met Katrien en Regina (Gien), de kleinste (1930)]]
Op ??? september viel er een granaat door het dak en er ontstond brand op het bed van ons dienstmeisje Lies Noy. Moeder was niet bang; ze greep flessen wijwater die ze van de kerk had gekregen en bluste de brand. We zijn ‘s avonds in allerijl naar het huis van oom Gijs van Hardenbroek gefietst en gelopen aan de Biesseltschebaan 8 (nu Biesseltsebaan 20). Zijn tuin grensde aan het bos van Dekkerswald. Gijs had zijn huissleutel aan moeder gegeven toen hijzelf moest onderduiken. Het huis grensde aan het bos van Dekkerswald. Liesbeth nam zilveren theelepeltjes mee, Gien de hond en Katrien fotoboeken, waarvan Bob had gezegd; “wat je ook meeneemt; de fotoboeken moeten mee”. Kees, de huisknecht van Gijs, heeft hen opgevangen. Oom Gijs, Baron Gijsbert Carel Duco van Hardenbroek was een klasgenoot van Bob en oom Henk van het Gymnasium in Den Haag en ze bleven goed bevriend. Gijs was een knappe man die gestudeerd had met prinses Juliana, men dacht ooit dat het wel iets zou worden. Toen Bob en de kinderen in Nijmegen kwamen wonen bracht hij soms taart of eten mee. Gijs diende net als zijn vader aan het hof, reden waardoor hij in de oorlog moest onderduiken. Hij bekleedde een aantal functies aan het hof (opperceremoniemeester, grootmeester, thesaurier van het Huis) en hij is lang particulier thesaurier van Wilhelmina gebleven.
+
  
<gallery widths=250px heights=250px>
+
Het gezin Swertz betrekt op 7 december 1929 een woning aan de [[Bezuidenhout#Daendelsstraat_44|Daendelsstraat 44]] in de toen nieuwe wijk [[Bezuidenhout#Bezuidenhout_voor_en_tijdens_de_oorlog|Bezuidenhout]]. Het deel waar zij wonen is rond 1890 gebouwd. Er staan statige herenhuizen. Bob en Jan brengen drie dochters ter wereld, Katrien, Gien en Liesbeth;
File:1927 Bob Swertz-Ekker.jpg|Bob Ekker in 19??
+
# [[Swertz,_Katrien|Catharina Paulina Maria (Katrien) Swertz]] (14 mei 1928, Den Haag - 30 december 2012, Nijmegen)
</gallery>
+
# [[Haan_de-Swertz|Regina Elisabeth (Gien) Swertz]] (1 maart 1930, Den Haag)
 +
# [[Feldhaus-Swertz|Elisabeth Frederika (Liesbeth) Swertz]] (17 december 1932, Den Haag - 10 mei 2013, Lutjebroek)
  
=='''Overlijden Bob Ekker'''==
+
Zoals zoveel families in die tijd hebben ze een kinderjuf, Riek Gijseman, die ze toepasselijk Juffie noemen; ze brengt en haalt de dochters van school, zorgt voor hen, en doet ook ander werk zoals kousen stoppen. Voor het huishouden hebben ze Gerda, een Hongaarse strenge dienstmeid; de dochters herinnerden zich dat ze Duits ging praten als ze boos werd; ''Ich habe gesagd NEIN, und dan BLEIBT es NEIN!!''. Gerda woont in huis, Juffie niet.
  
Op 6 oktober 1944 kwam de Nieuw-Zeelandse RAF-piloot Ivan W. Cain terug van een missie boven Duitsland; een aanval op Duitse transportschepen op de Rijn. Zijn Tyfoon werd echter geraakt door afweergeschut boven Emmerik. Hij merkte dat pas toen hij snelheid en hoogte begon te verliezen terug boven Nederland. Zijn vliegtuig kon niet lang meer doorvliegen en hij moest een bijna onmenselijke keuze maken; uit het vliegtuig springen en het toestel laten crashen op een woonwijk òf een bijna onmogelijke noodlanding maken. Cain koos voor het laatste en komt op 20-jarige leeftijd om het leven. Hij trachtte op een open veld bij de Heyendaalseweg  een noodlanding te maken, maar stortte neer. Voor een parachutesprong was te laat. Zijn lichaam werd uit het vliegtuig geslingerd en kwam 30 meter verderop terecht.
+
[[File:Daendelsstraat thv nr 44 rechts gnd de Bezuidenhoutseweg.jpg|thumb|450px|left|Rechts op foto: Daendelsstraat 44, huis van Bob en Jan Swertz (ca. 1924)]]
 
+
Om doden te voorkomen besloot hij eerder om zijn resterende munitie te droppen boven het bosrijk gebied bij Heumensoord. Hij vuurde zijn laatste twee R.P.’s af in westelijke richting, ongeveer ter hoogte van de Nijmeegsebaan, niet vermoedend dat er in het uitgestrekte bosachtige gebied dat hij voor zich zag, toch nog een paar woonhuizen verscholen lagen. Met alle gevolgen van dien.
+
Moeder, die in het bosje achter het huis van Hardenbroek? bij de tent van Engelse soldaten stond, kreeg een grote scherf tegen haar borst en was op slag dood. Moeder was op die plek toen ze de was deed voor een groep Engelsen.  
+
  
Een aalmoezenier van het Engelse leger bivakkeerde tijdelijk met een groepje soldaten in de bossen van Dekkerswald. Hij had moeder gevraagd om te helpen met de was. Moeder bracht om de paar dagen de gewassen en gestreken spullen terug naar de tent van de Engelsen. Op die bewuste dag, 6 oktober 1944, zouden de Engelse soldaten met de aalmoezenier weer vertrekken.
+
De [[Bezuidenhout#Daendelsstraat_44|Daendelsstraat]] kwam uit op de Bezuidenhoutseweg met aan de overkant het Haagse Bos met veel groen, een hertenkamp en vijvertjes met eendjes. Op weg naar school komen de dochters daar altijd langs, en passeren dan de Leidse straatweg. Ze zitten op de Paschalis lagere school en op de Paulinastraat, waar een kleuterschool aan verbonden is. Dochter Gien heeft haar kinderen nog wel eens meegenomen naar het hertenkamp in de jaren ’60, voordat het opgeheven is.  
  
Haar stoffelijke resten werden in een kist op een afgesloten kamertje op ons logeeradres gezet. Wij mochten er niet komen. Dokter Henneman heeft de begrafenis op het kerkhof van de Heilige Land Stichting geregeld. Dat was op 10 oktober. bij vader? graf geloof ik geruimd? In het dagblad De Gelderlander van 10 en 11 oktober 1944 werd een annonce geplaatst, ondertekend door de drie dochters (Elizabeth is per abuis met een S geschreven Voor de heroïsche vliegenier Cain is een 90 cm hoog monument geplaatst aan de Heyendaalseweg in Nijmegen, dat onthuld is op 6 oktober 2012.  
+
Aan het begin van de straat woont de familie van Waaij. Tante Corry is een Engelse en vriendin van Bob; als het slecht weer is en Juffie (Riek Gijseman) er niet is, lopen de dochters eerst daar naar toe en brengt zij hen vervolgens naar school. Ze heeft een grappig accent; “dat vindt ik zo verwwdomd rwwot.
  
De crash vond plaats ca. 25-30 meter recht tegenover huisnummers 253 en 255. staat het monument hier ook? Voor moeder is er een plaquette toegevoegd met de tekst:
+
Als je de straat inloopt vanuit de Bezuidenhoutseweg en het Haagse Bos woont het gezin Swertz-Ekker aan de linkerkant; eerst heb je wat kleinere huizen, daarna worden ze statiger. Hun huis is het een-na-laatste huis voor de kruising met de Pieter Botstraat, die naar links toe dood loopt; een hek en daarna water. Dit is nu allemaal verdwenen als gevolg van [[Bezuidenhout#Het_vergissingsbombardement|het vergissingsbombardement]] aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.
  
''   Ter herinnering aan de weduwe Elizabeth Frederika (Bob) Swertz-Ekker""
+
==='''Anekdotes uit de Haagse tijd'''===
''  1-6-1901 * 6-10-1944), het enige burgerslachtoffer van deze gebeurtenis.''
+
''   Zij liet drie dochters na.''  
+
  
<gallery widths=250px heights=250px>
+
[[File:Haagse_Dierentuin_voor_de_oorlog V3.jpg|thumb|400px|De Haagse Dierentuin voor de Tweede Wereldoorlog. De kans is groot dat de olifant in kwestie 'Betsy' is, lieveling van Gien Swertz]]
File:1944 Vlucht RAF piloot Ivan W Cain .jpg|1944 Vlucht RAF piloot Ivan W Cain.
+
 
File:1944 Overlijden Bob Ekker.jpg|Overlijden Bob Ekker
+
Dochter Gien is als klein kind van ca. zes jaar gefascineerd door Betsy, de olifant uit de voormalige ‘Zoo’ tegenover het Malieveld, waar nu het provinciehuis staat. Ze mag op haar rug. Dochter Katrien durft dat niet en herinnerde zich dat Gien een groen jurkje droeg. Gien vindt dat de olifant van háár is; haar levenslange voorliefde voor olifanten ontstaat.
 +
 
 +
Ze heeft in de loop van haar leven een grote collectie olifantenbeeldjes opgebouwd, en heeft het geluk gehad veel olifanten te hebben gezien in Afrika (op bezoek bij zoon Hans) en Sri Lanka (op bezoek bij zakenrelaties van haar man). Ze kwam in Colombo, hoofdstad van Sri Lanka, een beroemde olifant tegen die in hetzelfde jaar en op dezelfde dag geboren is.
 +
 
 +
Gien en haar moeder Bob delen een obstinaat en ondeugend karakter, ze passen goed bij elkaar. Ze gaan samen belletje trekken waarbij Bob zegt; ‘we moeten wel terug zijn voordat Katrien thuis komt want die vindt dat niet goed’.
 +
 
 +
[[File:leidseplein 1930.jpg|thumb|400px|Leidseplein met links Hotel Americain, waar Gien een familiesoiree meemaakt (ca 1930)]]
 +
 
 +
Dochter Gien herinnert zich ook een familiediner in Hotel Americain in Amsterdam, fantastisch aangekleed met een grote zwaan uit boter gesneden. Dochter Katrien vindt het vaak eng om alleen naar kinderfeestjes te gaan, dus gaat Gien mee. Katriens vriendinnetje Els Tholen van de lagere school neemt dan ook haar zusje Annemie mee, waardoor ze met zijn vieren heel wat kinderpartijtjes afstruinen.
 +
 
 +
Alhoewel het een nette buurt is wonen er in een zijstraat een paar hoertjes. Katrien herinnert zich een ontmoeting toen haar vader en moeder naar de schouwburg gingen. De drie dochters willen Gerda wekken, die op de zolderetage slaapt. Ze blijven op afstand want ze durven geen van drieën helemaal naar boven, dat is eng. Als ze niets horen denken ze dat ze alleen zijn. Ze nemen hun jassen en lopen naar buiten. Een van de hoertjes ziet hen, zo laat nog, op straat lopen en vangt hen op. Als hun vader en moeder thuis komen, zit één van hen de dochters voor te lezen. Wat die ‘meisjes’ echt zijn hebben ze pas later gehoord. De ouders van Bob wonen vlakbij, in de eerste straat parallel aan de onze richting het Staatsspoor (nu Centraal Station); de Jan Pieterszn. Coenstraat.
 +
 
 +
==='''Fotogalerij Haagse tijd voor de oorlog'''===
 +
<gallery widths=345px heights=345px>
 +
 
 +
image:nederlands_patriciaat.jpg|Een 'Blauwe Boekje' dat het [http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederland's_Patriciaat Nederlands Patriciaat] vastlegt, waaronder de geslachten Rijshouwer, Offerhaus, Huber, van Vollenhoven en Sypkens, voorouders van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker
 +
 
 +
Image:1901 Geboorte akte Elisabeth Ekker.jpg|Geboorteakte Bob Ekker (1901)
 +
 
 +
image:1918 Swertz candidaats Utrechts dagblad v2.jpg|J. M. A. Swertz behaald candidaats-examen geneeskunde. kolom rechtsboven in Stadsnieuws. Utrechts Dagblad zaterdag 6 juli 1918.
 +
 
 +
Image:1929 Uitreksel bevolkingsregister Den Haag 1.jpg|Uittreksel bevolkingsregister Den Haag familie Swertz jaren '30 (deel 1)
 +
 
 +
Image:1929 Uitreksel bevolkingsregister Den Haag 2.jpg|Uittreksel bevolkingsregister Den Haag familie Swertz jaren '30 (deel 2)
 +
 
 +
Image:1922 Bob (grandma), great-grandma and sister Wil - Version 5-resized.jpg|van links naar rechts; Bob Ekker (21 jaar), haar moeder Regina (Gien) Rijshouwer en haar zus Wil in Bad Nauheim, Duitsland, in de tuinen van de Trinkkuranlagen, een hip en mondain oord in die tijd (1922)
 +
 
 +
image:bob swertz manheim.jpg|Bob Ekker (21 jaar) in Bad Nauheim, Duitsland (1922)
 +
 
 +
Image:Album Swertz_Ekker890 - Version 2-resized.jpg|Bob Ekker (23) en haar moeder in het Haagsche Bosch, dat op tientallen meters van hun huis lag (1924)
 +
image:bob swertz kroondomeinen.jpg|Bob Ekker op 24-jarige leeftijd. Foto genomen in Hoog Soeren (Kroondomeinen, Apeldoorn) (1925)
 +
 
 +
Image:bob swertz 1925.jpg|Detail van foto met Bob Ekker in Hoog Soeren (Kroondomeinen, Apeldoorn) (1925)
 +
 
 +
Image:Album Swertz_Ekker895 1925-resized.jpg|Familiefoto; vlnr boven; Emma van Lidth de Jeude, Jan Swertz, Bob Ekker en Dirk Hoogendijk;vlnr onder Coos Ekker. Dora Malotaux, Henk Ekker en Wil Ekker. Het onderschrift luidt: 'Aanteekenen Henk en Dokie (augustus 1925)
 +
 
 +
Image:Album Swertz_Ekker896 - Version 2 1.jpg|Poseren in de polikliniek van het  Westeinde ziekenhuis, twee maanden voor de bruiloft. Linksvoor: Jan en Bob. Achter midden haar ouders Derk Willem en Regina (Gien). Foto: 21 mei 1927.
 +
 
 +
Image:1927 Juli Huwelijk Bob Ekker en Jan Swertz.jpg|Huwelijkakte Bob Ekker en Jan Swertz (27 juli 1927)
 +
 
 +
Image:Wilhelmina fiets V2.jpg|Wilhelmina op de fiets. Als ze per ongeluk Gien Swertz (ca 8 tot 10 jaar oud) aanrijdt, roept Gien 'sukkel' tegen haar (foto 1938)
 
</gallery>
 
</gallery>
  
=='''Getuigenissen uit eerste hand'''==
+
=='''Periode Nijmegen en Groesbeek'''==
  
Pater Van Driel, verblijvende in het landhuis van de heer Braam aan de Biesseltsebaan, schreef het volgende over deze tragische gebeurtenis in zijn dagboek:
+
==='''Jan Swertz naar Dekkerswald'''===
  
: ''Vrijdag 6 October weder een angstige dag. Tegen 12 uur vielen er twee splinterbommen, één achter het huis van Mevr. v.d. Velden zonder schade aan te richten en de andere op de Biesseltsche baan op enkele meters van onzen tuin. Bij Vis, Daalderop en Hardenbroek waren veel pannen van het dak. Vier soldaten werden gewond en Mevr. de Wed. Swertz, die met haar drie kinderen 19 september uit de stad was weggevlucht en haar intrek genomen had in de villa van Baron van Hardenbroek tegenover ons, werd dodelijk getroffen. Zij kreeg een grote scherf tegen haar borst en was op slag dood. Zij stond in het bosje achter het huis bij de tent van den Anglicaansen Chaplain, wiens altaarlinnen zij gewassen had, dat zij nu kwam terugbrengen. De Chaplain was achteruitgesprongen in de kuil onder zijn tent en had slechts enkele schrammen.Onmiddellijk rende hij de Biesseltsebaan op, zag de twee oudste kinderen – meisjes van ± 14 en 16 jaar - en stuurde ze naar ons. Toen zij bij ons in den kelder waren, kwam hij ons even later ontdaan vertellen, dat hun moeder gedood was. Hij vroeg of wij het ze wilden meedelen en voorlopig bij ons houden en of wij voor de berging van het lijk wilden zorgen. Pater de Bot en Broeder Leonard gingen mee om het lijk naar het huis van den Baron over te brengen. De kinderen werden naar de spreekkamer gebracht, waar ik ze voorzichtig de droevige tijding meedeelde. Zij waren nu wezen van 16, 12 en 8 jaar zonder enige familie in de stad. Hun oom in Den Haag was niet bereikbaar. Toen wij van de kinderen vernamen dat moeder katholiek was, is Pater Versteege er onmiddellijk met de H. Olie naar toe gegaan, diende onder één zalving het H. Oliesel toe, gaf den Apostolische zegen en bad samen met Pater Willebrands de gebeden van het ritueel na de zalving. Ook de huisknecht van den Baron was hierbij tegenwoordig; daarna werd de kamer afgesloten. Na den middag heeft de rouwondernemer Kramer het stoffelijk overschot naar zijn huis overgebracht, daar verzorgd en gekist. Het lijk was zo verminkt, dat de kinderen niet meer bij het stoffelijk overschot toegelaten konden worden. De kinderen zijn nu op Dekkerswald. De bommen waren waarschijnlijk afkomstig van een Americaansch vliegtuig, dat we terzelfder tijd brandend over ons huis zagen komen en dat in het open veld, links van het klooster der paters van Brakkenstein, is neergestort.''
+
[[File:Dekkerswald 2010.jpg|thumb|350px|Voormalig Sanatorium Dekkerswald in Groesbeek (ca. 2010)]]
  
Op dinsdag 10 oktober schreef Pater van Driel wederom  in zijn dagboek:
+
In de jaren dertig moet Jan Swertz een man opereren die besmet blijkt te zijn met tuberculose, toen tbc of tb genoemd in de volksmond. Hij loopt de ziekte zelf ook op. Voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid bestaan nog niet en zijn vriend dr. A. J. Henneman, geneesheer-directeur van het R.K. Sanatorium Dekkerswald nodigt hem uit voor behandeling naar Groesbeek te komen. Hij wordt op 10 november 1938 opgenomen.
  
: ''Heilige Mis op het Heiligland onderbroken. Op de H. Landstichting hoorde men onder de H. Mis van 7 uur zoveel granaten inslaan, dat de Mis bij het Offertorium werd afgebroken en allen naar den schuilkelder gingen. Om 9 uur was de gezongen uitvaart en begrafenis van zal. Mevrouw Swertz; de paters Versteege en Willebrands waren er bij tegenwoordig.''
+
De verhalen die dochter Katrien vertelt van Dekkerswald doen denken aan die van [[Haan_de-Swertz#Max_de_Haan|Max de Haan]] (1920) , later getrouwd met  Gien Swertz), die er na de oorlog heeft gelegen. Net zoals Jan lokt Max in de jaren ’50 koolmeesjes met zangzaad de kamer binnen. Je had een tergend geduld nodig om de beestjes van de raamopening langzaam naar je bed te lokken, een kwestie van weken. Het was voor patiënten die stil moesten uitzieken een van de weinige uitlaatkleppen.
  
Ook dr. Henneman hield een dagboek bij in deze periode en schrijft:
+
[[File:patienten op zaal dekkerswald.jpg|thumb|350px|left|Patiënten op bed in ziekenzaal voor mannen in Sanatorium Dekkerswald (1938)]]
  
: ''Zondag 8 october. Granaatinslag in de onmiddellijke nabijheid van het huis van den boschwachter aan de Nijmeegschebaan, granaatinslag aan de grens van ons terrein bij de Biesselschebaan en de spoorwegovergang waarbij Mevr. Dr. Swerts helaas gedood werd, talrijke granaten in het Staatsbosch, op de grens van ons terrein, granaten op de H. Landstichting, enz. maar Dekkerswald is nog gespaard, Dekkerswald en zijn bewoners!''
+
Dochter Katrien loopt ook tbc op, twee keer zelfs. Dat ze daar bovenop komt roept bewondering op. Men vindt het beter dat haar vader geen weet  krijgt van haar tbc. Hij krijgt foto’s te zien van Katrien hockeyend of op een springplank bij het zwembad, terwijl ze helemaal niet eens mag zwemmen vanwege haar tbc. Katrien vindt dat niet eerlijk en herinnert zich goed dat dokter Henneman in zijn deftig Nederlands antwoordt dat “dat niet opweegt tegen het verdriet dat je vader zou hebben als hij weet dat jij ziek bent”. Na zijn dood wordt Katrien wederom ziek en ligt ook een aantal maanden in Dekkerswald.
 +
 
 +
Door toedoen van dokter Henneman kunnen 28 joden onderduiken bij Dekkerswald. Dochter Katrien herinnert zich hoe ze de Duitsers te slim af zijn. Ze hebben een afspraak dat de klok op de toren geluid wordt als de Duitsers naderen voor inspectie. Als zuster Suzanne (“een prachtmens”) aan de touwen hangt en de klok op de toren laat luiden op een ander tijdstip dan twaalf uur ’s middags, wat normaal is, dan is het duidelijk: Duitsers! Alle Joden moesten dan het bed in en zich voordoen als tbc-patiënt, inclusief rochelen en het produceren van sputum. Heel effectief, de Duitsers komen nooit op de ziekenzalen want ze zijn als de dood voor tbc, een afschuwelijke ziekte waar je destijds aan overleed; antibiotica zijn nog niet ontdekt. Alle patiënten weten van de truc en het is opmerkelijk dat niemand deze truc ooit verraden heeft.
 +
 
 +
==='''Bob en haar dochters in Nijmegen'''===
 +
 
 +
[[File:img143 - Version 3.jpg|thumb|350px|Vakantie in Vierhouten op de Veluwe. Van links naar rechts: [[Haan_de-Swertz|Gien]], [[Hoogendijk-Ekker#Gezin_Wil_en_Dirk|Liek]] en [[Swertz,_Katrien|Katrien]]. (1938)]]
 +
 
 +
Bob reist aanvankelijk op en neer tussen Den Haag en Groesbeek om haar zieke man te bezoeken. Ze logeert dan op Sion's Hof. Dit is al snel niet meer op te brengen. Jan wordt steeds zieker en op 13 juli 1939 verhuizen Bob, haar dochters en hun Haagse kinderjuf Riek Gijseman (Juffie) naar Nijmegen, waar ze aan de Groesbeekseweg 182 een huis betrekken. Jan Swertz is er nooit geweest en de dochters mogen vanwege het besmettingsgevaar nooit naar Dekkerswald. Een enkele keer hebben ze hem op afstand mogen toezwaaien.
 +
 
 +
Bob en Jan gaan in de zomers voor de oorlog met hun kinderen op vakantie; in 1937 naar de Hucht (juli) en Duiveland (augustus). In september 1938 gaan de zussen Bob en Wil met hun kinderen op vakantie naar Vierhouten op de Veluwe voordat Bob in Nijmegen gaan wonen. Daarvoor zijn ze nog in de Lindenhoeve geweest (augustus).
 +
 
 +
De vaders moeten doorwerken en komen in het weekend wel eens met de auto, althans voordat Jan Swertz ziek wordt. In Vierhouten verblijven ze bij de familie Hooghordel, een boerenfamilie die hun boerderij aan stadsmensen verhuren, agro-tourisme avant la lettre. De kinderen doen aan alle activiteiten mee, leren koeien melken en vermaken zich prima. Als oom Henk komt worden fietstochtjes gemaakt door de Veluwe. De laatste keer dat ze dat doen is in 1938. Alsof ze een voorgevoel heeft maakt Bob veel foto's van de kinderen en hun neefjes en nichtjes.
 +
 
 +
[[file:img144 - Version 3.jpg|thumb|350px|left|Vakantie in Vierhouten op de Veluwe. Staand van links naar rechts: [[Haan_de-Swertz|Gien]], [[Hoogendijk-Ekker#Gezin_Wil_en_Dirk|Liek]] en [[Swertz,_Katrien|Katrien]]. Onder: [[Feldhaus-Swertz|Liesbeth]] en de andere twee kinderen van Wil; Willem  en Gine. (1938)]]
 +
 
 +
Met steun van dokter Henneman krijgt Bob een baan als secretaresse in het Oud-Burgeren-Gasthuis te Nijmegen aan de Molenstraat. Zo kan zij zichzelf en haar drie dochters redden. Ze is een kranige vrouw en had zich snel stenotypen eigen gemaakt. Katrien volgt de middelbare school op Marienbosch aan de Groesbeekseweg. Nadat deze school door de Duitsers gevorderd wordt, krijgt zij les in de dansschool van De Goeij en in een klas van de zustersschool aan de Oude Stadsgracht. Voor geschiedenis en aardrijkskunde wordt uitgeweken naar een groot prieel achter een huis aan de St. Annastraat,tegenover de Archipelstraat.
 +
 
 +
Gien herinnert zich dat de Duitsers huiszoeking kwamen doen en aanklopten. Haar moeder heeft een clandestiene radio en wil voorkomen dat Duitsers binnenkomen. Ze vertelt de Duitsers glashelder dat ze weduwe is, drie jonge meisjes in huis heeft, en géén vreemde mannen in haar huis duldt! De Duitsers druipen af. Volgens Gien luisterden de bezettende Duitsers alleen als ze net zo luid werden aangesproken als zij dat deden bij anderen.
 +
 
 +
Gien herinnert zich ook goed de geluiden uit die tijd; luidkeels zingende Duitsers bij het marcheren, het stampen met hun laarzen, en het fluiten van bommen als die laag voorbij kwamen. Gien brengt een nacht met een vriendin Wietje Heerders door in de cel. Ze hebben hondendrollen opgepakt en door de brievenbus van een NSB’ers geduwd. Ze wordt verklikt, misschien door een vriendinnetje van een NSB-familie tegenover (Dotie Boenk), waarvoor moeder haar al een keer gewaarschuwd heeft. Een iets andere versie is dat Gien de post uit de brievenbus heeft gehaald van die familie en daaruit bleek dat de familie van de NSB was.
 +
 
 +
==='''Overlijden Jan Swertz'''===
 +
 
 +
[[File:dekkerswald_hal.jpg|thumb|350px|De hal in het hoofdgebouw van Sanatorium Dekkerswald. Waarschijnlijk kwamen de dochters van Jan Swertz niet verder dan hier om hun vader te bezoeken (foto ca. 1935)]]
 +
 
 +
De tbc van Jan Swertz is op een gegeven moment dermate vergevorderd dat zijn gezonde long door de andere zieke long wordt aangetast. Hij overlijdt op 24 september 1941, pas 44 jaar oud. Op een of andere manier is hij voldaan dat hij nog net een Duitser buiten door het raam heeft gezien voordat hij dood gaat, de bezetting is namelijk net op gang gekomen. Katrien herinnert zich dat ze op afstand mee heeft kunnen kijken toen hij stierf.
 +
 
 +
Bij de begrafenis van Jan komt tante Bee Zuidema (een vriendin van Bob) in het zwart uit de volgauto maar draagt wel een knalrood tasje. Ze is altijd heftig opgemaakt en rookt als een ketter. Aan de vele rimpels op haar doorgerookte gezicht dankte ze haar bijnaam ‘tante perkament’. Dochter Katrien ziet haar nog voor zich met een eeuwige sigaret met mondstuk in haar mond. Ze praatte er mee en ze reed er auto mee, heel knap!
 +
 
 +
==='''Vlucht naar de Biesseltsebaan'''===
 +
 
 +
[[Bestand:Market-Garden - Nijmegen and the bridge.jpg|thumb|350px|left|Het centrum van Nijmegen na zowel Duitse als geallieerde bombardementen (1944)]]
 +
 
 +
Na het mislukken van operatie Market Garden in 1944 ligt het gebied tussen Arnhem en Nijmegen in de frontlinie. In september 1944 komt het oorlogsgeweld van alle kanten daar naartoe, waar het daarvoor relatief rustig is geweest. De geallieerde troepen eisen ruimte op, er heerst chaos, er zijn veel beschietingen, en veel vluchtelingen uit de omgeving zoeken onderkomen. Katrien herinnert zich dat haar moeder al eerder hun kinderjuf Riek Gijseman (Juffie) had bevolen ‘als de sodemieter’ haar koffers te pakken en de trein terug te nemen naar Den Haag. Dat heeft ze goed ingeschat; al gauw wordt het contact verbroken met het Westelijk deel van Nederland.
 +
 
 +
Ook bij het tijdelijk onderkomen van het jonge gezin Swertz-Ekker wordt het op een gegeven moment te gevaarlijk. Er vallen steeds meer granaten en de bange weduwe Houwing-van der Venne, die naast hen op nummer 180 woont, zit bijna elke avond bij hen in de kelder.
 +
 
 +
Op 19 september 1944 valt er een granaat door het dak en er ontstaat brand op het bed van dienstmeid Lies Noy. Moeder Bob is niet bang; ze grijpt flessen wijwater die ze van de kerk heeft gekregen en probeert de brand te blussen.
 +
 
 +
[[File:Gijs van Hardenbroek versie 2.jpg|thumb|200px|[[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs van Hardenbroek]].]]
 +
 
 +
Moeder en dochters vluchten ‘s avonds in allerijl naar het huis van oom [[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs van Hardenbroek]], lopend en te fiets. Liesbeth neemt zilveren theelepeltjes mee, Gien de hond en Katrien fotoboeken, waarvan Bob had gezegd; “wat je ook meeneemt; de fotoboeken moeten mee”. Volgens Katrien was het ver lopen en dat alles moest heel 'stiekum' gebeuren; het was speruur, alles was verduisterd, en na 8 uur mocht je niet meer buiten zijn.
 +
 
 +
Het huis van [[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs van Hardenbroek]] ligt 3 km verder naar het zuiden aan de Biesseltsche Baan nummer 8 en de tuin grenst aan het bos van Dekkerswald. Gijs had zijn huissleutel eerder aan Bob gegeven toen hij zelf moest onderduiken. Na de oorlog is de naam van de straat veranderd in Biesseltsebaan en vanaf 1950 heeft de gemeente Groesbeek e.e.a. omgenummerd; het is nu Biesseltsebaan nr. 8.
 +
 
 +
Kees, de huisknecht van [[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs van Hardenbroek]], vangt hen op. Toen Bob en de kinderen in Nijmegen kwamen wonen bracht hij soms taart of eten mee. Gijs dient net als zijn vader aan het hof, reden waardoor hij in de oorlog moet onderduiken. Hij bekleedde een aantal functies aan het hof (opperceremoniemeester, grootmeester, thesaurier van het Huis) en is lang particulier thesaurier van Juliana geweest.
 +
 
 +
=='''Overlijden Bob Ekker'''==
 +
 
 +
==='''de Brakkenstein Crash'''===
 +
 
 +
[[file:inslag bom 6 oktober 1944.jpg|thumb|400px|left|De vermoedelijke plaats van de inslag van het projectiel dat Elizabeth Frederika (Bob) Ekker trof, ligt een aantal meters ten westen van de rode markering op de foto (Google Earth)]]
 +
 
 +
Amper tweeëneenhalf weken na hun vlucht naar het huis van [[Hardenbroek_van,_Gijs|van Hardenbroek]], wordt Elizabeth Frederika (Bob) Ekker getroffen door een projectiel. Ze overlijdt ter plaatse. Het gebeurt op 6 oktober 1944 tijdens de zogenoemde [[Brakkenstein_Crash|Brakkenstein Crash]]. Op die dag doet zij, zoals de afgelopen dagen ook, de was voor een groep Engelse soldaten.
 +
 
 +
Een aalmoezenier van het Engelse leger bivakkeert tijdelijk met een groepje soldaten in de bossen van Dekkerswald en had Bob gevraagd om te helpen met de was. Bob bracht om de paar dagen de gewassen en gestreken spullen terug naar de tent van de Engelsen. Het weer was die dag goed, zonnig met hier en daar een wolk.
 +
 
 +
Op die bewuste dag zouden de Engelse soldaten met de aalmoezenier weer vertrekken. Rond het middaguur loost de piloot van een neerstortend geallieerd vliegtuig zijn laatste twee projectielen (RP's) af, ongeveer ter hoogte van de Nijmeegsebaan. Hij vermoedt niet dat er in het uitgestrekte bosachtige gebied dat hij voor zich ziet, toch nog een paar woonhuizen verscholen liggen. Met alle gevolgen van dien. Bob, die in het bosje achter het huis van [[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs Hardenbroek]] bij de tent van Engelse soldaten staat, krijgt een grote scherf tegen haar borst en is op slag dood.
 +
 
 +
Haar stoffelijke resten worden in een kist op een afgesloten kamertje op het logeeradres van de dochters gezet. Zij mogen er tijdelijk niet komen. Dokter Henneman regelt de begrafenis op het kerkhof van de Heilige Land Stichting, die op 10 oktober plaatsvindt. (vragen; bij Jan Swertz? is graf geruimd?). In het dagblad De Gelderlander van 10 en 11 oktober 1944 wordt een annonce geplaatst, ondertekend door de drie dochters (Elizabeth is per abuis met een S geschreven). Pas in de 21e eeuw wordt duidelijk dat het om de Nieuw-Zeelandse piloot Ivan William Cain gaat en geen Engelsman of Amerikaan. Hij en Bob (enige burgerslachtoffer) worden precies 68 jaar na de ramp geëerd met een [[Monument Ivan Cain|monument]].
 +
 
 +
De familie van Bob in het Westen van het land krijgt pas in mei 1945 het ontstellende bericht dat hun zus cq dochter overleden is. Er is zeven maanden lang geen contact mogelijk tussen het bezette deel van Nederland en het bevrijde deel rond Nijmegen. In mei 1945 brengt Dr. Henneman het ontijdig bericht van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker' overlijden persoonlijk over aan hun voogd [[Hoogendijk-Ekker#Dirk_Albert_Hoogendijk|oom Dirk Hoogendijk]]. Hoogendijk regelt met Toon Ramselaar dat [[Hoogendijk-Ekker#Steun_voor_de_familie|Bob herbegraven wordt]].
 +
 
 +
==='''Getuigenissen uit eerste hand'''===
 +
 
 +
[[File:IM pater van driel.jpg|thumb|350px|Bidprentje van Pater Van Driel die het tragische overlijden van Bob Ekker in zijn dagboek vastlegt (1954).]]
 +
Pater Hermanus van Driel is Algemeen Overste van het Neboklooster, en houdt gedurende de oorlog een dagboek bij. Hij woont dicht bij de rampplek en beschrijft het tragische overlijden van Bob Ekker. Een passage daaruit:
 +
 
 +
: ''(...) Omstreeks 12 uur ontploft een scherfbom tussen de Biesseltse baan en het huis van den Heer ten Horn. Mevr. de Wed. Swerts, die met haar drie kinderen 19 september uit de stad was weggevlucht en haar intrek genomen had in de villa van [[Hardenbroek_van,_Gijs|Baron van Hardenbroek]] tegenover ons, werd dodelijk getroffen; zij moet op slag gedood zijn. Zij stond in ’t bosje achter ’t huis bij de tent van den Anglicaansen Chaplain, wiens altaarlinnen zij gewassen had, dat zij nu kwam terugbrengen. De Chaplain was achteruitgesprongen in de kuil onder zijn tent en had slechts enkele schrammen. Onmiddellijk rende hij de Biesseltse baan op, zag de twee oudste kinderen –meisjes van ± 14 en 16 jaar- en stuurde ze naar ons. Toen zij bij ons in den kelder waren, kwam hij ons even later ontdaan vertellen, dat hun moeder gedood was.
 +
 
 +
Hij beschrijft ook de uitvaart en begrafenis van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker die afgebroken moet worden als er bommen vallen en iedereen naar de schuilkelder moet.
 +
 
 +
Pater van Driels gehele relaas, en dat van dr. Henneman in zijn egodocument, staan beschreven op de pagina  [[Getuigenissen_overlijden_Elizabeth_(Bob)_Ekker|Getuigenissen overlijden Elizabeth (Bob) Ekker]].
  
 
=='''De dochters na hun moeders dood'''==
 
=='''De dochters na hun moeders dood'''==
  
De maanden daarna verhevigde de strijd; Nijmegen zat in de vuurlinie. Katrien herinnert zich dat chauffeur Anton van Dekkerswald door een raket werd getroffen en overleed, ongeveer een maand na de dood van moeder.
+
==='''Onderdak bij Hardenbroek en Henneman'''===
Dagen na de begrafenis kwamen er nieuwe soldaten in het bos. Grote gespierde negers liepen rond ons huis. Lies Noy, ons dienstmeisje die nu de zorg voor ons had. was doodsbang dat deze jonge kerels ons, drie kwetsbare jonge meisjes, iets zouden aandoen en we sloten ons dagenlang op in de kelder. Met touwen werd de kelderdeur dichtgebonden en we moesten ons voeden met de voorraad appelmoes van Kees, de knecht van Gijs van Hardenbroek.
+
Dokter Henneman vond ons in die toestand en had al gauw in de gaten dat het niet zo goed ging. Hij vroeg ons op de thee. Onderweg zei Liesbeth dat we ons moesten gedragen, maar toen een schaal met koekjes op tafel werd gezet, konden we ons niet meer inhouden. Dokter Henneman vroeg of we honger hadden. Hij liet direct een schaal met brood aanrukken en vanaf dat moment werden we in zijn huis opgenomen.
+
We hebben er tot mei 1945 gezeten. Regelmatig gingen we met Boy, de hond van dokter Henneman, in het bosrijke gebied wandelen. Begin mei 1945 werden we vergezeld door Koos de hoswachten De hond rende ver voor ons uit en begon plotseling vreselijk te blaffen. Toen we dichterbij kwamen vonden we drie oudere Duitse soldaten, die zich daar hadden ingegraven en die niet wisten dat de oorlog voorbij was.
+
  
=='''Bombardement van het ouderlijk huis'''==
+
[[File:KDC01_TF2A03674_U.JPG|thumb|250px|left|Mgr. Mutsaerts bisschop van den Bosch speldt Dr. Henneman (rechts) de ridderorde van Sint Gregorius op. Henneman was directeur van Dekkerswald in Groesbeek en ving tijdelijk de dochters Swertz op (foto 1948)]]
  
Na het overlijden van Bob Swertz voltrok zich een andere ramp in Den Haag; [[Bezuidenhout;_het_vergissingsbombardement|het vergissingsbombardement op het Bezuidenhout]] op 3 maart 1945. Het ouderlijk huis aan de Daendelsstraat 44 liep schade op maar bleef staan. Het werd als herstelbaar aangemerkt en niet ontmanteld na de oorlog. De schokgolven hadden wel hun tol geëist en al het glas was gesprongen. Bij het openen van de servieskast (een mooi antiek kabinet in Hollandse Louis XV/XVI stijl van ca 1770) vielen alle kristallen glazen van hun voet. Dochter Katrien heeft nog één ongedeerd kristallen glas. Lange tijd heeft de wijk eruit gezien als een vlakte waar nog enkele huizen of rijtjes huizen overeind stonden, waaronder het ouderlijk huis. In de zestiger jaren is het westelijk deel van de wijk, grenzend aan het Centraal Station definitief gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Het ouderlijk huis lag op de locatie waar nu het archief van de Koninklijke Bibliotheek (KB) staat, een bijgebouw naast de openbare leeszalen.  
+
De maanden daarna verhevigt de strijd; Nijmegen zit nu midden in de vuurlinie. Katrien herinnert zich dat chauffeur Anton van Dekkerswald dodelijk getroffen werd, ongeveer een maand na de dood van moeder. Een raket boorde zich dwars door de keukendeur naar binnen en raakte Anton.
<gallery widths=250px heights=250px>
+
File:1945 Vergissingsbombardement Daendelstraat.jpg|Het rijtje huizen aan de Daendelsstraat met  links? het ouderlijk huis, 196?
+
</gallery>
+
  
=='''Opvang na de oorlog'''==
+
Dagen na de begrafenis van Bob zijn er steeds meer geallieerde soldaten aanwezig; grote gespierde negers van over de oceaan lopen in het bos en rond het huis van [[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs van Hardenbroek]]. Lies Noy, het dienstmeisje uit Beneden Leeuwen, die nu de zorg voor de drie wezen heeft, is doodsbang dat deze jonge kerels de meisjes, iets aandoen. Ze worden dagenlang opgesloten in de kelder. De deur wordt met touwen dichtgebonden en ze moeten zich voeden met de voorraad appelmoes van Kees, de knecht van [[Hardenbroek_van,_Gijs|Gijs van Hardenbroek]].
  
In de nadagen van de oorlog verbleven de drie zussen, inmiddels wees geworden en dakloos, bij dokter Henneman en konden niet terug naar familie in het nog bezette Den Haag. De pastoor van de St. Jozefkerk aan het Keizer Karelplein deed op de preekstoel een oproep onder de parochianen om kinderen tijdelijk onder te brengen. Het echtpaar Theo (oom Dorus) en Lien Schaeffer (Bisschop Hamerstraat 9, hoek Welderenstraat) had al twee meisjes onderdak gegeven die niet terug konden naar Culemborg. Ze namen ook de drie zusjes op in hun gezin van ?? tot ??.. De Schaeffers hadden zelf twee kinderen; Ineke (getrouwd de Wit) en Hans. Hans, een autist waar Katrien tot aan vandaag contact mee onderhoudt en vaak onder haar hoede heeft genomen.
+
Dokter Henneman vindt hen in die toestand en heeft al gauw in de gaten dat het niet zo goed gaat. Hij vraagt hen op de thee. Onderweg zegt Liesbeth nog dat ze zich moeten gedragen, maar als een schaal met koekjes op tafel wordt gezet, kunnen ze zich niet meer inhouden. Dokter Henneman vraagt of ze honger hebben en inderdaad; hij laat direct een schaal met brood aanrukken en vanaf dat moment worden ze in zijn huis opgenomen.  
  
=='''Ieder hun eigen weg'''==
+
Ze hebben er tot mei 1945 gezeten. Regelmatig gaan ze met Boy, de hond van dokter Henneman, in het bosrijke gebied wandelen. Begin mei 1945 worden ze vergezeld door Koos de boswachter. De hond rent ver voor hen uit en begint plotseling vreselijk te blaffen. Als ze dichterbij komen vinden ze drie oudere Duitse soldaten, die zich daar hadden ingegraven en niet weten dat de oorlog voorbij is.
De meisjes maakten de MMS (Middelbare Meisjes School allemaal af in Nijmegen. [[Katrien Swertz|Katrien]] en [[de Haan-Swertz#Gine Swertz|Gien]] kozen voor de verpleging omdat ze daarmee snel op eigen benen konden gaan staan en onafhankelijk worden. Studeren zat er niet in gegeven de barre omstandigheden. Katrien en Gien bleven lang solidair samen, eerst in Dekkerswald en daarna in Den Haag bij het Westeinde ziekenhuis. Zelfs in Eindhoven (Sint Joris ziekenhuis) hebben ze nog samen gewerkt. [[Feldhaus-Swertz#Liesbeth Swertz|Liesbeth]] volgde
+
 
 +
==='''Bombardement van het ouderlijk huis'''===
 +
 
 +
[[file:kabinet bij isabel.jpg|thumb|250px|Hollands Louis XV/XVI eikenhouten kabinet, ca 1770; het enige meubelstuk dat het bombardement overleeft. Het staat nu bij kleindochter Isabel]]
 +
 
 +
Na het overlijden van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker voltrekt zich een andere ramp in Den Haag; [[Bezuidenhout#Het_vergissingsbombardement|het vergissingsbombardement op het Bezuidenhout]] op 3 maart 1945. Het ouderlijk huis aan de [[Bezuidenhout#Daendelsstraat_44|Daendelsstraat 44]] loopt schade op maar blijft staan. Het wordt als herstelbaar aangemerkt en niet ontmanteld na de oorlog.
 +
 
 +
De schokgolven hebben wel hun tol geëist en al het glas is gesprongen. Bij het openen van de servieskast (een mooi antiek kabinet in Hollandse Louis XV/XVI stijl van ca 1770) vallen alle kristallen glazen van hun voet. Dochter Katrien heeft nog één ongedeerd kristallen glas.
 +
 
 +
==='''Opvang na de oorlog'''===
 +
 
 +
In de nadagen van de oorlog verblijven de drie zussen, inmiddels wees geworden en dakloos, bij dokter Henneman en kunnen niet terug naar familie in het nog bezette Den Haag. De pastoor van de St. Jozefkerk aan het Keizer Karelplein doet op de preekstoel een oproep onder de parochianen om kinderen tijdelijk onder te brengen.
 +
 
 +
Het echtpaar Theo (oom Dorus) en Lien Schaeffer (Bisschop Hamerstraat 9, hoek Welderenstraat) heeft al twee meisjes onderdak gegeven die niet terug konden naar Culemborg. Ze nemen ook de drie zusjes op in hun gezin van ?? tot ??.. De Schaeffers hebben zelf twee kinderen; Ineke (getrouwd de Wit) en Hans. Hans is een autist waar Katrien haar hele leven contact mee heeft gehouden, tot kort voor haar dood. Zij nam hem vaak onder haar hoede.
 +
 
 +
==='''Ieder hun eigen weg'''===
 +
 
 +
De meisjes maken de MMS (Middelbare Meisjes School allemaal af in Nijmegen. [[Swertz,_Katrien|Katrien]] en [[de Haan-Swertz#Gine Swertz|Gien]] kiezen voor de verpleging omdat ze daarmee snel op eigen benen kunnen gaan staan en onafhankelijk worden. Studeren zit er niet in gegeven de barre omstandigheden.
 +
 
 +
Katrien en Gien blijven lang solidair samen, eerst in Dekkerswald en daarna in Den Haag bij het Westeinde ziekenhuis. Zelfs in Eindhoven (Sint Joris ziekenhuis) hebben ze nog samen gewerkt. [[Feldhaus-Swertz#Liesbeth Swertz|Liesbeth]] volgde later.
 +
 
 +
==='''Fotogalerij rond de Tweede Wereldoorlog en daarna'''===
 +
 
 +
<gallery widths=345px heights=345px>
 +
 
 +
image:groes.jpg|Het huis aan de Groesbeekseweg 182, Nijmegen, waar Bob en de kinderen tijdelijk wonen. Als er een granaat door het dak inslaat slaan ze op de vlucht. (foto 2012)
 +
 
 +
image:bob swertz portret V2.jpg|Elizabeth Frederika (Bob) Ekker op ca. 40-jarige leeftijd (ca. 1940)
 +
 
 +
image:1941 September Overlijden Jan Swertz 2.jpg|bidprentje van Jan Swertz voorzijde (1941)]]
 +
 
 +
image:1941 September Overlijden Jan Swertz 1.jpg|bidprentje van Jan Swertz achterzijde (1941)]]
 +
 
 +
Image:1944 Overlijden Bob Ekker.jpg|Annonce van het overlijden van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Elizabeth is per abuis met een S geschreven (1944)
 +
 
 +
image:1945 swertz ekker - Version 12.jpg|Rouwadvertentie van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker, geplaatst door de familie in het Westen die het nieuws over haar overlijden pas na de bevrijding, zeven maanden later, hoorde. Ook hier is Elizabeth per abuis met een S geschreven  (mei 1945)
  
<gallery widths=250px heights=250px>
 
File:195x Feest bij familie Haan met Swertz zusjes.jpg|Zusjes Swertz in 195x bij feestje Haan familie.
 
File:2004 Feest bij familie Haan met Swertz zusjes.jpg|Zusjes Swertz in 2004 bij feestje Haan familie.
 
 
</gallery>
 
</gallery>
 +
 +
=='''Stamboom met nazaten Bob Ekker en Jan Swertz'''==
 +
De nazaten van Bob Ekker en Jan Swertz tot en met hun kleinkinderen. De details zijn het beste te zien door het plaatje aan te klikken en als deze in de nieuwe pagina verschijnt wederom aan te klikken.
 +
 +
[[File:swertz ekker descendants-resized.jpg|650px]]
 +
 +
[[Category:Inhoud]]
 +
[[Category:Gezin]]

Versie van 26 dec 2014 om 12:58

Over Elizabeth 'Bob' Ekker, haar man Jan Swertz en dochters in het zorgeloze vooroorlogse Den Haag. Hoe ze in Nijmegen de oorlog meemaken en moeten vluchten voor bommen. Het bezwijken van Jan door TBC, en het tragisch overlijden van Bob door een geallieerd projectiel, die de drie meisjes, nog kinderen, wees maken.


Bestand:1927 Elisabeth Frederika Swertz versie 6.jpg
Elizabeth Frederika (Bob) Ekker op ca. 40-jarige leeftijd (ca. 1940)

Inhoud

Jeugd van Bob Ekker

Regina (Gien) Rijshouwer met dochter Elizabeth (Bob) op schoot (1901/1902)

Elizabeth Frederika (Bob) Ekker werd geboren op 1 juni 1901 in Den Haag. Haar moeder Regina (Gien) Rijshouwer (1869) werd geboren in Leiden, haar vader Derk Willem Ekker (1863) in Hengelo. Haar ouders kwamen uit families van magistraten en ondernemers; van vaders kant de families Ekker en Stork, van moeders kant de families Rijshouwer, van Vollenhoven, Offerhaus, Huber en Sypkens.

Op de Ekkers na zijn deze families opgenomen in de 'Blauwe Boekjes', de reeks die sinds 1910 het Nederlands Patriciaat vastlegt; vooraanstaande maar niet-adellijke families.

Bobs ouders vestigen zich in 1893 in Den Haag. Haar vader is ‘geneesheer’; eerst huisarts en daarna keel-, neus- en oorarts. Ze zijn in Utrecht (1892) getrouwd. Elizabeth is de jongste van vier kinderen. Zij heeft twee broers; Coos (1893) en Henk (1899) , en een zuster; Wil (1895).

Bob, EliZabeth en EliSabeth

Elizabeth wordt eerst ouderwets Betsy genoemd, zoals haar naamgever Elisabeth Frederika Offerhaus, haar grootmoeder van moeders kant. Zij gaat echter verder door het leven als Bob. De reden hiervan is onduidelijk maar past wel bij haar non-conformistisch karakter. Het is merkwaardig dat haar ouders kiezen voor de Engelse/Amerikaanse variant Elizabeth (met een Z) in plaats van de traditionele en continentale versie Elisabeth (met een S) die gangbaar is in Duitsland en Frankrijk, maar ook in hun familie. Ze is daarmee een buitenbeentje, want Bob en haar zus Wil kiezen later voor hun kinderen weer de vorm Elisabeth.

Jeugd van Jan Swertz

Eindexamenklas A van de Rijks-HBS Gouda; tweede van rechts is Jan Swertz, ca. 18 jaar oud. Op de foto ook medeleerlingen J.W. Smit, M.W. Oosterling, Th. Ruys, J. van der Graaf, A.C. Ninaber van Eyben, A.J. Heynen, C.B. Kunst, H.W. Jager, W.C. Overeynder, docent A. van Vreuming, en direkteur S.S. Hoogstra (1915)

Joannes Maria Antonius (Jan) Swertz werd geboren op 5 april 1897 in Utrecht, net zoals zijn enige en jongere broer Carel (1899). Hun vader is Johannes Fredericus Augustus (Frits) Swertz (1862). Jans voorouders, waaronder veel winkeliers en koopmannen, komen oorspronkelijk uit Limburg en worden op de pagina Swertz, Familie beschreven.

Hij volgt de Rijks-HBS in Gouda. Na zijn eindexamen in 1915 gaat hij geneeskunde studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Zijn studie, en die van zijn broer Carel worden betaald door oom Carolus Wilhelmus (Carel) Swertz, een broer van zijn vader Frits Swertz. In 1918 behaalt hij zijn candidaats-examen en in 19?? zijn bul.

Hij is een lange man: 1,80 meter , 8 cm meer dan gemiddeld voor die tijd. Hij wordt bij de medische keuring voor de dienstplicht ongeschikt verklaard wegens zwakke oogen.

Hij komt bij dr. Ekker, zijn latere schoonvader, werken in het Rooms Katholieke Ziekenhuis Johannes de Deo (‘Westeinde’) in Den Haag en verhuist daarvoor in 1922 naar Den Haag. Blijkbaar woont hij intern; in het bevolkingsregister is zijn adres van december 1922 tot juli 1926 namelijk het ziekenhuis.

Bob en Jan Swertz in Den Haag

Kennismaking en trouwen

Het bruidspaar komt uit het huis van haar ouders Ekker; Jan Pieterszn. Coenstraat 21, Den Haag (1927)

In het Westeinde ziekenhuis leert Jan Swertz de dochter van zijn toekomstige schoonvader kennen. Zij hielp haar vader in zijn praktijk. Jan Swertz bekwaamt zich in chirurgie en houdt praktijk in het ziekenhuis, hoewel ‘voorname’ patiënten wel thuis worden ontvangen voor consult. Een slager aan de Schenkweg is zo tevreden met zijn operatie dat hij zijn twee kinderen Bob en Jan noemt, maar dan wel twee jongens.

Bob Ekker en Jan Swertz trouwen op 27 juli 1927 in Den Haag. Zij woont nog bij haar ouders en Jan sinds maart 1927 aan het Westeinde nr. 38, vlak bij het ziekenhuis (daarvoor 8 maanden op het Stadhoudersplein nr. 2). Haar broer Coos Ekker en zijn oom Frans Swertz zijn getuigen. Bij de handtekeningen ontbreken de ouders van Jan. Zijn moeder Cato Armee is wel bij 'het banket', zijn vader Johannes Fredericus Augustus (Frits) Swertz ontbreekt, Naast het feit dat Frits en Cato gescheiden wonen, kan wellicht ook meespelen dat Frits ziek is; hij sterft namelijk 1,5 jaar later.


Bestand:1920 Jan Swertz Chirurg.jpg
Annonce: Jan Swertz vestigt zich als chirurg (Vaderland, 1930)

Als Jan solliciteert naar de functie van chirurg in het Westeinde, eist de bisschop, bestuurslid van het ziekenhuis, dat Bob zich na een aantal godsdienstlessen tot het katholieke geloof zou bekeren. Zij heeft daar geen probleem mee. Bob krijgt godsdienstles van Toon Ramselaar, een priester van het aartsbisdom Utrecht die zich begin jaren `30 in kringen van jonge kunstenaars van het tijdschrift De Gemeenschap bewoog, en zich inzette .voor een moderne vrijere jeugdopvoeding. Toon Ramselaar is door Jan geopereerd en met hem bevriend geraakt.

De stap van Bob om van Christelijke huize te trouwen met een Rooms-Katholieke man, gaat destijds tegen de heersende mores in. Bob is echter wars van conventies. Hoewel ze het nieuwe geloof moet omarmen blijft ze kritisch op zaken als aflaat en ‘al die heiligen’. Haar dochters zeiden gekscherend dat ze maar ‘half katholiek’ was geweest. Jan wordt uiteindelijk aangenomen als assistent chirurgie. In 1930 vestigt hij zich ook als chirurg met een praktijk aan huis.

Leven in het Bezuidenhout

Bestand:1931 Ouders Swertz met Katrien en Regina.jpg
Ouders Swertz met Katrien en Regina (Gien), de kleinste (1930)

Het gezin Swertz betrekt op 7 december 1929 een woning aan de Daendelsstraat 44 in de toen nieuwe wijk Bezuidenhout. Het deel waar zij wonen is rond 1890 gebouwd. Er staan statige herenhuizen. Bob en Jan brengen drie dochters ter wereld, Katrien, Gien en Liesbeth;

  1. Catharina Paulina Maria (Katrien) Swertz (14 mei 1928, Den Haag - 30 december 2012, Nijmegen)
  2. Regina Elisabeth (Gien) Swertz (1 maart 1930, Den Haag)
  3. Elisabeth Frederika (Liesbeth) Swertz (17 december 1932, Den Haag - 10 mei 2013, Lutjebroek)

Zoals zoveel families in die tijd hebben ze een kinderjuf, Riek Gijseman, die ze toepasselijk Juffie noemen; ze brengt en haalt de dochters van school, zorgt voor hen, en doet ook ander werk zoals kousen stoppen. Voor het huishouden hebben ze Gerda, een Hongaarse strenge dienstmeid; de dochters herinnerden zich dat ze Duits ging praten als ze boos werd; Ich habe gesagd NEIN, und dan BLEIBT es NEIN!!. Gerda woont in huis, Juffie niet.

Rechts op foto: Daendelsstraat 44, huis van Bob en Jan Swertz (ca. 1924)

De Daendelsstraat kwam uit op de Bezuidenhoutseweg met aan de overkant het Haagse Bos met veel groen, een hertenkamp en vijvertjes met eendjes. Op weg naar school komen de dochters daar altijd langs, en passeren dan de Leidse straatweg. Ze zitten op de Paschalis lagere school en op de Paulinastraat, waar een kleuterschool aan verbonden is. Dochter Gien heeft haar kinderen nog wel eens meegenomen naar het hertenkamp in de jaren ’60, voordat het opgeheven is.

Aan het begin van de straat woont de familie van Waaij. Tante Corry is een Engelse en vriendin van Bob; als het slecht weer is en Juffie (Riek Gijseman) er niet is, lopen de dochters eerst daar naar toe en brengt zij hen vervolgens naar school. Ze heeft een grappig accent; “dat vindt ik zo verwwdomd rwwot.

Als je de straat inloopt vanuit de Bezuidenhoutseweg en het Haagse Bos woont het gezin Swertz-Ekker aan de linkerkant; eerst heb je wat kleinere huizen, daarna worden ze statiger. Hun huis is het een-na-laatste huis voor de kruising met de Pieter Botstraat, die naar links toe dood loopt; een hek en daarna water. Dit is nu allemaal verdwenen als gevolg van het vergissingsbombardement aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Anekdotes uit de Haagse tijd

De Haagse Dierentuin voor de Tweede Wereldoorlog. De kans is groot dat de olifant in kwestie 'Betsy' is, lieveling van Gien Swertz

Dochter Gien is als klein kind van ca. zes jaar gefascineerd door Betsy, de olifant uit de voormalige ‘Zoo’ tegenover het Malieveld, waar nu het provinciehuis staat. Ze mag op haar rug. Dochter Katrien durft dat niet en herinnerde zich dat Gien een groen jurkje droeg. Gien vindt dat de olifant van háár is; haar levenslange voorliefde voor olifanten ontstaat.

Ze heeft in de loop van haar leven een grote collectie olifantenbeeldjes opgebouwd, en heeft het geluk gehad veel olifanten te hebben gezien in Afrika (op bezoek bij zoon Hans) en Sri Lanka (op bezoek bij zakenrelaties van haar man). Ze kwam in Colombo, hoofdstad van Sri Lanka, een beroemde olifant tegen die in hetzelfde jaar en op dezelfde dag geboren is.

Gien en haar moeder Bob delen een obstinaat en ondeugend karakter, ze passen goed bij elkaar. Ze gaan samen belletje trekken waarbij Bob zegt; ‘we moeten wel terug zijn voordat Katrien thuis komt want die vindt dat niet goed’.

Leidseplein met links Hotel Americain, waar Gien een familiesoiree meemaakt (ca 1930)

Dochter Gien herinnert zich ook een familiediner in Hotel Americain in Amsterdam, fantastisch aangekleed met een grote zwaan uit boter gesneden. Dochter Katrien vindt het vaak eng om alleen naar kinderfeestjes te gaan, dus gaat Gien mee. Katriens vriendinnetje Els Tholen van de lagere school neemt dan ook haar zusje Annemie mee, waardoor ze met zijn vieren heel wat kinderpartijtjes afstruinen.

Alhoewel het een nette buurt is wonen er in een zijstraat een paar hoertjes. Katrien herinnert zich een ontmoeting toen haar vader en moeder naar de schouwburg gingen. De drie dochters willen Gerda wekken, die op de zolderetage slaapt. Ze blijven op afstand want ze durven geen van drieën helemaal naar boven, dat is eng. Als ze niets horen denken ze dat ze alleen zijn. Ze nemen hun jassen en lopen naar buiten. Een van de hoertjes ziet hen, zo laat nog, op straat lopen en vangt hen op. Als hun vader en moeder thuis komen, zit één van hen de dochters voor te lezen. Wat die ‘meisjes’ echt zijn hebben ze pas later gehoord. De ouders van Bob wonen vlakbij, in de eerste straat parallel aan de onze richting het Staatsspoor (nu Centraal Station); de Jan Pieterszn. Coenstraat.

Fotogalerij Haagse tijd voor de oorlog

Periode Nijmegen en Groesbeek

Jan Swertz naar Dekkerswald

Voormalig Sanatorium Dekkerswald in Groesbeek (ca. 2010)

In de jaren dertig moet Jan Swertz een man opereren die besmet blijkt te zijn met tuberculose, toen tbc of tb genoemd in de volksmond. Hij loopt de ziekte zelf ook op. Voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid bestaan nog niet en zijn vriend dr. A. J. Henneman, geneesheer-directeur van het R.K. Sanatorium Dekkerswald nodigt hem uit voor behandeling naar Groesbeek te komen. Hij wordt op 10 november 1938 opgenomen.

De verhalen die dochter Katrien vertelt van Dekkerswald doen denken aan die van Max de Haan (1920) , later getrouwd met Gien Swertz), die er na de oorlog heeft gelegen. Net zoals Jan lokt Max in de jaren ’50 koolmeesjes met zangzaad de kamer binnen. Je had een tergend geduld nodig om de beestjes van de raamopening langzaam naar je bed te lokken, een kwestie van weken. Het was voor patiënten die stil moesten uitzieken een van de weinige uitlaatkleppen.

Patiënten op bed in ziekenzaal voor mannen in Sanatorium Dekkerswald (1938)

Dochter Katrien loopt ook tbc op, twee keer zelfs. Dat ze daar bovenop komt roept bewondering op. Men vindt het beter dat haar vader geen weet krijgt van haar tbc. Hij krijgt foto’s te zien van Katrien hockeyend of op een springplank bij het zwembad, terwijl ze helemaal niet eens mag zwemmen vanwege haar tbc. Katrien vindt dat niet eerlijk en herinnert zich goed dat dokter Henneman in zijn deftig Nederlands antwoordt dat “dat niet opweegt tegen het verdriet dat je vader zou hebben als hij weet dat jij ziek bent”. Na zijn dood wordt Katrien wederom ziek en ligt ook een aantal maanden in Dekkerswald.

Door toedoen van dokter Henneman kunnen 28 joden onderduiken bij Dekkerswald. Dochter Katrien herinnert zich hoe ze de Duitsers te slim af zijn. Ze hebben een afspraak dat de klok op de toren geluid wordt als de Duitsers naderen voor inspectie. Als zuster Suzanne (“een prachtmens”) aan de touwen hangt en de klok op de toren laat luiden op een ander tijdstip dan twaalf uur ’s middags, wat normaal is, dan is het duidelijk: Duitsers! Alle Joden moesten dan het bed in en zich voordoen als tbc-patiënt, inclusief rochelen en het produceren van sputum. Heel effectief, de Duitsers komen nooit op de ziekenzalen want ze zijn als de dood voor tbc, een afschuwelijke ziekte waar je destijds aan overleed; antibiotica zijn nog niet ontdekt. Alle patiënten weten van de truc en het is opmerkelijk dat niemand deze truc ooit verraden heeft.

Bob en haar dochters in Nijmegen

Bestand:Img143 - Version 3.jpg
Vakantie in Vierhouten op de Veluwe. Van links naar rechts: Gien, Liek en Katrien. (1938)

Bob reist aanvankelijk op en neer tussen Den Haag en Groesbeek om haar zieke man te bezoeken. Ze logeert dan op Sion's Hof. Dit is al snel niet meer op te brengen. Jan wordt steeds zieker en op 13 juli 1939 verhuizen Bob, haar dochters en hun Haagse kinderjuf Riek Gijseman (Juffie) naar Nijmegen, waar ze aan de Groesbeekseweg 182 een huis betrekken. Jan Swertz is er nooit geweest en de dochters mogen vanwege het besmettingsgevaar nooit naar Dekkerswald. Een enkele keer hebben ze hem op afstand mogen toezwaaien.

Bob en Jan gaan in de zomers voor de oorlog met hun kinderen op vakantie; in 1937 naar de Hucht (juli) en Duiveland (augustus). In september 1938 gaan de zussen Bob en Wil met hun kinderen op vakantie naar Vierhouten op de Veluwe voordat Bob in Nijmegen gaan wonen. Daarvoor zijn ze nog in de Lindenhoeve geweest (augustus).

De vaders moeten doorwerken en komen in het weekend wel eens met de auto, althans voordat Jan Swertz ziek wordt. In Vierhouten verblijven ze bij de familie Hooghordel, een boerenfamilie die hun boerderij aan stadsmensen verhuren, agro-tourisme avant la lettre. De kinderen doen aan alle activiteiten mee, leren koeien melken en vermaken zich prima. Als oom Henk komt worden fietstochtjes gemaakt door de Veluwe. De laatste keer dat ze dat doen is in 1938. Alsof ze een voorgevoel heeft maakt Bob veel foto's van de kinderen en hun neefjes en nichtjes.

Vakantie in Vierhouten op de Veluwe. Staand van links naar rechts: Gien, Liek en Katrien. Onder: Liesbeth en de andere twee kinderen van Wil; Willem en Gine. (1938)

Met steun van dokter Henneman krijgt Bob een baan als secretaresse in het Oud-Burgeren-Gasthuis te Nijmegen aan de Molenstraat. Zo kan zij zichzelf en haar drie dochters redden. Ze is een kranige vrouw en had zich snel stenotypen eigen gemaakt. Katrien volgt de middelbare school op Marienbosch aan de Groesbeekseweg. Nadat deze school door de Duitsers gevorderd wordt, krijgt zij les in de dansschool van De Goeij en in een klas van de zustersschool aan de Oude Stadsgracht. Voor geschiedenis en aardrijkskunde wordt uitgeweken naar een groot prieel achter een huis aan de St. Annastraat,tegenover de Archipelstraat.

Gien herinnert zich dat de Duitsers huiszoeking kwamen doen en aanklopten. Haar moeder heeft een clandestiene radio en wil voorkomen dat Duitsers binnenkomen. Ze vertelt de Duitsers glashelder dat ze weduwe is, drie jonge meisjes in huis heeft, en géén vreemde mannen in haar huis duldt! De Duitsers druipen af. Volgens Gien luisterden de bezettende Duitsers alleen als ze net zo luid werden aangesproken als zij dat deden bij anderen.

Gien herinnert zich ook goed de geluiden uit die tijd; luidkeels zingende Duitsers bij het marcheren, het stampen met hun laarzen, en het fluiten van bommen als die laag voorbij kwamen. Gien brengt een nacht met een vriendin Wietje Heerders door in de cel. Ze hebben hondendrollen opgepakt en door de brievenbus van een NSB’ers geduwd. Ze wordt verklikt, misschien door een vriendinnetje van een NSB-familie tegenover (Dotie Boenk), waarvoor moeder haar al een keer gewaarschuwd heeft. Een iets andere versie is dat Gien de post uit de brievenbus heeft gehaald van die familie en daaruit bleek dat de familie van de NSB was.

Overlijden Jan Swertz

De hal in het hoofdgebouw van Sanatorium Dekkerswald. Waarschijnlijk kwamen de dochters van Jan Swertz niet verder dan hier om hun vader te bezoeken (foto ca. 1935)

De tbc van Jan Swertz is op een gegeven moment dermate vergevorderd dat zijn gezonde long door de andere zieke long wordt aangetast. Hij overlijdt op 24 september 1941, pas 44 jaar oud. Op een of andere manier is hij voldaan dat hij nog net een Duitser buiten door het raam heeft gezien voordat hij dood gaat, de bezetting is namelijk net op gang gekomen. Katrien herinnert zich dat ze op afstand mee heeft kunnen kijken toen hij stierf.

Bij de begrafenis van Jan komt tante Bee Zuidema (een vriendin van Bob) in het zwart uit de volgauto maar draagt wel een knalrood tasje. Ze is altijd heftig opgemaakt en rookt als een ketter. Aan de vele rimpels op haar doorgerookte gezicht dankte ze haar bijnaam ‘tante perkament’. Dochter Katrien ziet haar nog voor zich met een eeuwige sigaret met mondstuk in haar mond. Ze praatte er mee en ze reed er auto mee, heel knap!

Vlucht naar de Biesseltsebaan

Het centrum van Nijmegen na zowel Duitse als geallieerde bombardementen (1944)

Na het mislukken van operatie Market Garden in 1944 ligt het gebied tussen Arnhem en Nijmegen in de frontlinie. In september 1944 komt het oorlogsgeweld van alle kanten daar naartoe, waar het daarvoor relatief rustig is geweest. De geallieerde troepen eisen ruimte op, er heerst chaos, er zijn veel beschietingen, en veel vluchtelingen uit de omgeving zoeken onderkomen. Katrien herinnert zich dat haar moeder al eerder hun kinderjuf Riek Gijseman (Juffie) had bevolen ‘als de sodemieter’ haar koffers te pakken en de trein terug te nemen naar Den Haag. Dat heeft ze goed ingeschat; al gauw wordt het contact verbroken met het Westelijk deel van Nederland.

Ook bij het tijdelijk onderkomen van het jonge gezin Swertz-Ekker wordt het op een gegeven moment te gevaarlijk. Er vallen steeds meer granaten en de bange weduwe Houwing-van der Venne, die naast hen op nummer 180 woont, zit bijna elke avond bij hen in de kelder.

Op 19 september 1944 valt er een granaat door het dak en er ontstaat brand op het bed van dienstmeid Lies Noy. Moeder Bob is niet bang; ze grijpt flessen wijwater die ze van de kerk heeft gekregen en probeert de brand te blussen.

Moeder en dochters vluchten ‘s avonds in allerijl naar het huis van oom Gijs van Hardenbroek, lopend en te fiets. Liesbeth neemt zilveren theelepeltjes mee, Gien de hond en Katrien fotoboeken, waarvan Bob had gezegd; “wat je ook meeneemt; de fotoboeken moeten mee”. Volgens Katrien was het ver lopen en dat alles moest heel 'stiekum' gebeuren; het was speruur, alles was verduisterd, en na 8 uur mocht je niet meer buiten zijn.

Het huis van Gijs van Hardenbroek ligt 3 km verder naar het zuiden aan de Biesseltsche Baan nummer 8 en de tuin grenst aan het bos van Dekkerswald. Gijs had zijn huissleutel eerder aan Bob gegeven toen hij zelf moest onderduiken. Na de oorlog is de naam van de straat veranderd in Biesseltsebaan en vanaf 1950 heeft de gemeente Groesbeek e.e.a. omgenummerd; het is nu Biesseltsebaan nr. 8.

Kees, de huisknecht van Gijs van Hardenbroek, vangt hen op. Toen Bob en de kinderen in Nijmegen kwamen wonen bracht hij soms taart of eten mee. Gijs dient net als zijn vader aan het hof, reden waardoor hij in de oorlog moet onderduiken. Hij bekleedde een aantal functies aan het hof (opperceremoniemeester, grootmeester, thesaurier van het Huis) en is lang particulier thesaurier van Juliana geweest.

Overlijden Bob Ekker

de Brakkenstein Crash

Bestand:Inslag bom 6 oktober 1944.jpg
De vermoedelijke plaats van de inslag van het projectiel dat Elizabeth Frederika (Bob) Ekker trof, ligt een aantal meters ten westen van de rode markering op de foto (Google Earth)

Amper tweeëneenhalf weken na hun vlucht naar het huis van van Hardenbroek, wordt Elizabeth Frederika (Bob) Ekker getroffen door een projectiel. Ze overlijdt ter plaatse. Het gebeurt op 6 oktober 1944 tijdens de zogenoemde Brakkenstein Crash. Op die dag doet zij, zoals de afgelopen dagen ook, de was voor een groep Engelse soldaten.

Een aalmoezenier van het Engelse leger bivakkeert tijdelijk met een groepje soldaten in de bossen van Dekkerswald en had Bob gevraagd om te helpen met de was. Bob bracht om de paar dagen de gewassen en gestreken spullen terug naar de tent van de Engelsen. Het weer was die dag goed, zonnig met hier en daar een wolk.

Op die bewuste dag zouden de Engelse soldaten met de aalmoezenier weer vertrekken. Rond het middaguur loost de piloot van een neerstortend geallieerd vliegtuig zijn laatste twee projectielen (RP's) af, ongeveer ter hoogte van de Nijmeegsebaan. Hij vermoedt niet dat er in het uitgestrekte bosachtige gebied dat hij voor zich ziet, toch nog een paar woonhuizen verscholen liggen. Met alle gevolgen van dien. Bob, die in het bosje achter het huis van Gijs Hardenbroek bij de tent van Engelse soldaten staat, krijgt een grote scherf tegen haar borst en is op slag dood.

Haar stoffelijke resten worden in een kist op een afgesloten kamertje op het logeeradres van de dochters gezet. Zij mogen er tijdelijk niet komen. Dokter Henneman regelt de begrafenis op het kerkhof van de Heilige Land Stichting, die op 10 oktober plaatsvindt. (vragen; bij Jan Swertz? is graf geruimd?). In het dagblad De Gelderlander van 10 en 11 oktober 1944 wordt een annonce geplaatst, ondertekend door de drie dochters (Elizabeth is per abuis met een S geschreven). Pas in de 21e eeuw wordt duidelijk dat het om de Nieuw-Zeelandse piloot Ivan William Cain gaat en geen Engelsman of Amerikaan. Hij en Bob (enige burgerslachtoffer) worden precies 68 jaar na de ramp geëerd met een monument.

De familie van Bob in het Westen van het land krijgt pas in mei 1945 het ontstellende bericht dat hun zus cq dochter overleden is. Er is zeven maanden lang geen contact mogelijk tussen het bezette deel van Nederland en het bevrijde deel rond Nijmegen. In mei 1945 brengt Dr. Henneman het ontijdig bericht van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker' overlijden persoonlijk over aan hun voogd oom Dirk Hoogendijk. Hoogendijk regelt met Toon Ramselaar dat Bob herbegraven wordt.

Getuigenissen uit eerste hand

Bidprentje van Pater Van Driel die het tragische overlijden van Bob Ekker in zijn dagboek vastlegt (1954).

Pater Hermanus van Driel is Algemeen Overste van het Neboklooster, en houdt gedurende de oorlog een dagboek bij. Hij woont dicht bij de rampplek en beschrijft het tragische overlijden van Bob Ekker. Een passage daaruit:

(...) Omstreeks 12 uur ontploft een scherfbom tussen de Biesseltse baan en het huis van den Heer ten Horn. Mevr. de Wed. Swerts, die met haar drie kinderen 19 september uit de stad was weggevlucht en haar intrek genomen had in de villa van Baron van Hardenbroek tegenover ons, werd dodelijk getroffen; zij moet op slag gedood zijn. Zij stond in ’t bosje achter ’t huis bij de tent van den Anglicaansen Chaplain, wiens altaarlinnen zij gewassen had, dat zij nu kwam terugbrengen. De Chaplain was achteruitgesprongen in de kuil onder zijn tent en had slechts enkele schrammen. Onmiddellijk rende hij de Biesseltse baan op, zag de twee oudste kinderen –meisjes van ± 14 en 16 jaar- en stuurde ze naar ons. Toen zij bij ons in den kelder waren, kwam hij ons even later ontdaan vertellen, dat hun moeder gedood was.

Hij beschrijft ook de uitvaart en begrafenis van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker die afgebroken moet worden als er bommen vallen en iedereen naar de schuilkelder moet.

Pater van Driels gehele relaas, en dat van dr. Henneman in zijn egodocument, staan beschreven op de pagina Getuigenissen overlijden Elizabeth (Bob) Ekker.

De dochters na hun moeders dood

Onderdak bij Hardenbroek en Henneman

Mgr. Mutsaerts bisschop van den Bosch speldt Dr. Henneman (rechts) de ridderorde van Sint Gregorius op. Henneman was directeur van Dekkerswald in Groesbeek en ving tijdelijk de dochters Swertz op (foto 1948)

De maanden daarna verhevigt de strijd; Nijmegen zit nu midden in de vuurlinie. Katrien herinnert zich dat chauffeur Anton van Dekkerswald dodelijk getroffen werd, ongeveer een maand na de dood van moeder. Een raket boorde zich dwars door de keukendeur naar binnen en raakte Anton.

Dagen na de begrafenis van Bob zijn er steeds meer geallieerde soldaten aanwezig; grote gespierde negers van over de oceaan lopen in het bos en rond het huis van Gijs van Hardenbroek. Lies Noy, het dienstmeisje uit Beneden Leeuwen, die nu de zorg voor de drie wezen heeft, is doodsbang dat deze jonge kerels de meisjes, iets aandoen. Ze worden dagenlang opgesloten in de kelder. De deur wordt met touwen dichtgebonden en ze moeten zich voeden met de voorraad appelmoes van Kees, de knecht van Gijs van Hardenbroek.

Dokter Henneman vindt hen in die toestand en heeft al gauw in de gaten dat het niet zo goed gaat. Hij vraagt hen op de thee. Onderweg zegt Liesbeth nog dat ze zich moeten gedragen, maar als een schaal met koekjes op tafel wordt gezet, kunnen ze zich niet meer inhouden. Dokter Henneman vraagt of ze honger hebben en inderdaad; hij laat direct een schaal met brood aanrukken en vanaf dat moment worden ze in zijn huis opgenomen.

Ze hebben er tot mei 1945 gezeten. Regelmatig gaan ze met Boy, de hond van dokter Henneman, in het bosrijke gebied wandelen. Begin mei 1945 worden ze vergezeld door Koos de boswachter. De hond rent ver voor hen uit en begint plotseling vreselijk te blaffen. Als ze dichterbij komen vinden ze drie oudere Duitse soldaten, die zich daar hadden ingegraven en niet weten dat de oorlog voorbij is.

Bombardement van het ouderlijk huis

Hollands Louis XV/XVI eikenhouten kabinet, ca 1770; het enige meubelstuk dat het bombardement overleeft. Het staat nu bij kleindochter Isabel

Na het overlijden van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker voltrekt zich een andere ramp in Den Haag; het vergissingsbombardement op het Bezuidenhout op 3 maart 1945. Het ouderlijk huis aan de Daendelsstraat 44 loopt schade op maar blijft staan. Het wordt als herstelbaar aangemerkt en niet ontmanteld na de oorlog.

De schokgolven hebben wel hun tol geëist en al het glas is gesprongen. Bij het openen van de servieskast (een mooi antiek kabinet in Hollandse Louis XV/XVI stijl van ca 1770) vallen alle kristallen glazen van hun voet. Dochter Katrien heeft nog één ongedeerd kristallen glas.

Opvang na de oorlog

In de nadagen van de oorlog verblijven de drie zussen, inmiddels wees geworden en dakloos, bij dokter Henneman en kunnen niet terug naar familie in het nog bezette Den Haag. De pastoor van de St. Jozefkerk aan het Keizer Karelplein doet op de preekstoel een oproep onder de parochianen om kinderen tijdelijk onder te brengen.

Het echtpaar Theo (oom Dorus) en Lien Schaeffer (Bisschop Hamerstraat 9, hoek Welderenstraat) heeft al twee meisjes onderdak gegeven die niet terug konden naar Culemborg. Ze nemen ook de drie zusjes op in hun gezin van ?? tot ??.. De Schaeffers hebben zelf twee kinderen; Ineke (getrouwd de Wit) en Hans. Hans is een autist waar Katrien haar hele leven contact mee heeft gehouden, tot kort voor haar dood. Zij nam hem vaak onder haar hoede.

Ieder hun eigen weg

De meisjes maken de MMS (Middelbare Meisjes School allemaal af in Nijmegen. Katrien en Gien kiezen voor de verpleging omdat ze daarmee snel op eigen benen kunnen gaan staan en onafhankelijk worden. Studeren zit er niet in gegeven de barre omstandigheden.

Katrien en Gien blijven lang solidair samen, eerst in Dekkerswald en daarna in Den Haag bij het Westeinde ziekenhuis. Zelfs in Eindhoven (Sint Joris ziekenhuis) hebben ze nog samen gewerkt. Liesbeth volgde later.

Fotogalerij rond de Tweede Wereldoorlog en daarna

Stamboom met nazaten Bob Ekker en Jan Swertz

De nazaten van Bob Ekker en Jan Swertz tot en met hun kleinkinderen. De details zijn het beste te zien door het plaatje aan te klikken en als deze in de nieuwe pagina verschijnt wederom aan te klikken.

650px

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen