Grafzerken, -stenen en -monumenten
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | [[File:pieterburen j piccardt.jpg|thumb|250px|left|Linksonder de grafsteen van Johan Piccardt in de Kerk van Pieterburen met de kenmerkende adelaarsklauw in het wapenschild.]] | ||
+ | |||
+ | [[file:Graf-G Piccardt 1602 v2.jpg|thumb|250px|left|Grafsteen van Gualtherus Piccardt, overleden in 1678 in Siddeburen/Slochteren, maar begraven in de Martinikerk in Groningen. De tekst is afgesleten maar de kenmerkende adelaarsklauw, uit het wapen van de Piccardts, is nog goed zichtbaar.]] | ||
+ | |||
+ | [[File:grafzerk J C Lodensteyn oude kerk 2.jpg|thumb|250px|left|De theatrale en allegorische grafsteen van burgemeester Joost Cornelisz. van Lodensteyn (gestorven 1660) en zijn echtgenote Maria van Voorburch in de Oude kerk van Delft. Hij is de kleinzoon van Jan Jansz. van Lodensteyn via diens zoon Cornelis (1552) en niet via onze stamhouder Joost (1536).]] | ||
+ | |||
+ | [[File:grafzerk 188 links huber.JPG|thumb|250px|left|Links van de donkere steen in het midden ligt grafsteen 188 waaronder de stoffelijke overschotten van Sjoertje en Renatus Huber liggen, twee kinderen van [[Huber,_Familie#Ulrik_Huber_.281636.29|Ulrik Huber]].]] | ||
+ | |||
+ | [[File:H.J._Ekker_met_kranstrommels_-_Hengelo.jpg|thumb|250px|left|Grafmonument van [[Ekker,_Familie#Hendrik_Jan_Ekker_.281830.29|Hendrik Jan Ekker en Anna Wilhelmina (Mina) Stork]] met kranstrommels, gefotografeerd voor Monumenten In Nederland Overijssel (Oude Algemene Begraafplaats Hengelo)]] | ||
+ | |||
+ | [[file:grafsteen Breekpot.jpg|thumb|250px|left|De steen van de voormalige familiegrafkelder waar Cornelis Breekpot rust. Het opschrift luidt; ''Hier Onder Rust D'oud Mallabaars Commandeur Corn. Breekpot En Familie''. Ook zijn dochter Johanna Breekpot en schoonzoon [[Craan,_Familie#Jacobus_Johannes_Craan_.281728.29|Jacobus Johannes Craan]] waren in de kelder begraven. Foto ca. 1930).]] | ||
[[File:Franeker Martinikerk_grafzerken.jpg|thumb|250px|Grafstenen in de Martinikerk in Franeker. Hoewel de Hubers er 5 hebben liggen, staan ze niet op deze foto.]] | [[File:Franeker Martinikerk_grafzerken.jpg|thumb|250px|Grafstenen in de Martinikerk in Franeker. Hoewel de Hubers er 5 hebben liggen, staan ze niet op deze foto.]] | ||
Versie van 28 dec 2016 om 23:24
Inhoud |
De doden leven voort
In vele kerken en begraafplaatsen liggen onze voorouders, stille en bevroren getuigen van een andere tijd. Via de inscripties op stenen en plaquettes komen we ook meer te weten over (vaak trieste) gebeurtenissen in hun levens.
Deze pagina probeert wat duiding te geven aan de gewoonte om in kerken te begraven, de symboliek op grafstenen en verloren gegane begrafenisrituelen,
Er zijn veel pagina's waar specifiek zerken, graven en stenen besproken worden van voorouders;
Daarnaast wordt het thema ook aangesneden bij de families:
Het kerkelijk denken
Rond het jaar 1000 verandert het kerkelijk denken; niet meer de verrijzenis van Christus staat centraal, maar zijn lijden en dood. En dat heeft gevolgen voor de doodscultuur. Overledenen die in Friesland en andere lage delen van het land werden begraven in terpen, hoog en droog, worden nu in de kerk begraven. Frits Zandveld schrijft daar over in zijn blog. Enkele citaten:
Doodscultuur
|
Wie het breed heeft laat breed graven in de kerk
Kerken hadden een uitgebreide sociale functie in die tijd. Naast het gebruik voor diensten en sacramentale handelingen, werden ze ook gebruikt als vergaderplaats van de magistratuur, overdekte plaats voor markten, wijkplaats in tijden van oorlog en bij hoog water, aula, ontmoetings- en wandelruimte en ... begraafplaats.
Degenen die het zich konden veroorloven lieten zich begraven in individuele- of familiegraven onder de kerkvloer. Het was een toonbeeld van hun rijkdom en status. Kleine grafstenen wisselden af met dekplaten waar hele families onder werden begraven.
Omdat Nederland bijna geen steengroeven kende met geschikt materiaal, werden kalkstenen platen geimporteerd uit Öland in Zweden, zandsteen uit Duitsland (bijv Bentheim), en diverse soorten blauwe hardsteen uit België. Dat laatste duurt nog voort tot vandaag.
De praktijk had zijn hoogtepunt in de 17e Gouden Eeuw en de de 18e eeuw. In 1829 wordt dit bij wet verboden, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor leden van het Koninklijk Huis.
Rijke Stinkerts
|