Piccardt, Familie

Uit FamilieWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Over de noordelijke familie Piccardt, predikanten van zoon op zoon van Duitse komaf. Over de veelzijdige Johan die getuigt van witte wieven en reuzen die hunebedden bouwen, en daarnaast tijd heeft om predikant, dokter en pionierende landontginner van drassige grond te zijn, en hoe zijn broer gedood wordt in Brazilië. Over neef Nieuhoff die het Chinese leven voor het eerst onthult voor het Westen met mooie tekeningen maar spoorloos verdwijnt in Madagaskar. Hoe de avontuurlijke Henric zijn vrome familie ontvlucht, onder een brug in Parijs harp speelt, kamerheer wordt van Lodewijk de Veertiende, maar uit de gratie valt en hals over kop naar Nederland ontsnapt. En captain Picard van spaceship Enterprise heeft er helemaal niks mee te maken; een linguïstisch trucje.


Achtmaal het wapen van het geslacht Piccardt. Wat een malse kippebout lijkt is eigenlijk een fiere adelaarsklauw van goud in azuur en genageld van keel, dat wil zeggen voorzien van rode nagellak.
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe
Rijshouwer
Offerhaus
Sypkens
Piccardt

Deze pagina beschrijft de voorouders van Margaretha Fossea Piccardt (1710), dochter van Johan Piccardt (1671) en voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker.

Door haar huwelijk met Tammo Sypkens (1709) verdwijnt de achternaam Piccardt bij haar verdere nakomelingen.

Inhoud

Duitse oorsprong

Acteur Patrick Stewart speelt Jean-Luc Picard uit Star Trek. Als je PATRICK husselt krijg je PICKART.

De vroegste sporen van de familie Piccardt zijn te vinden in het Duitse Nedersaksen, tegen de Nederlandse grens aan ter hoogte van Overijssel vlak bij Oldenzaal.

Ze wonen in de 14e eeuw in Nordhorn, in de 15e eeuw in Schüttorf, en in de 16e eeuw in [het graafschap Bentheim en Neuenhaus. De naam Neuenhaus is afgeleid van nijen hues, de nieuwe vesting ter onderscheid met de oudere vesting dat olt hues.

De 'Blauwe Boekjes', de reeks die sinds 1910 het Nederlands Patriciaat vastlegt; vooraanstaande maar niet-adellijke families, meldt in haar uitgave nr. 23 uit 1937 het volgende;

De grensstreek van Nederland en Duitsland, habitat van de familie Piccardt. In het midden de grote delen moeras en veen (ook moras genoemd) die Johan Picardt in de 17e eeuw probeert te bedwingen met nieuwe vormen van landbouw. Detail van een kaart van Tranquillo Mollo, Wenen (1829)
Uit verschillende stukken uit de 15de en 16de eeuw blijkt, dat de familienaam oorspronkelijk Pickhart, of verkort Piekert is geweest. In het burgerboek van Nordhorn komen als burgers voor, die reeds vóór 1420 het burgerrecht hadden verkregen: "Dyderik Pykhart unde Sweneke zine husvrouwe".
In een door Dr. Johan Picardt opgesteld familieboekje wordt vermeld, dat in de kerk te Schüttorf gebrandschilderde glazen aanwezig waren met het wapen: "de vergulde Adelers clau in een hemelsblauw veld" en de namen van Lambert, Engelbert en Johan Piccardt of Pickhart.

In Neuenhaus stond al in 1328 een kapel. Volgens een uitgave in 1977 ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Picardt-club werd in 1505 een zekere Wolther Pickert tot vicaris benoemd van deze kapel. De uitgave meldt een aantal sporen van de zeer vroege Piccardts:

De familie van Wolther Pickert is volgens de burgerlijke stand van Nordhorn al minstens 100 jaar in het graafschap woonachtig. Zo waren reeds in 1437 een zekere Dyderik Pykhart en diens vrouw Sweneke, burgers van Nordhorn.


Dan komen achtereenvolgens een zekere Gherd Pyckard en omstreeks 1470 weer een Dyryck Pyckerdes Gherdszoon, die de burgerrechten van Nordhorn verkreeg. Ongeveer acht jaar na hem komt een zekere Herman Pickers en in 1523 wordt nog een Pickers Mette in Nordhorn genoemd.
Een huis, Pickerd Stede genaamd, wordt in het oude Nordhornse stadsregister genoemd. In Schüttorf behoorde ene Pickerd omstreeks 1400 tot de weldoeners van het Heilige Geest Ziekenhuis.
Kunne Pickerdes bezat in 1423 een stuk land op de Wietkamp en gaf "ut Rosenpomes Stede" in 1439 nog, aan het vermaarde ziekenhuis, een jaargeld van acht pfennig, betaalbaar op de naamdag van Sint Laurentius.
Omstreeks 1446 behoorde ene Pickert tot de geestelijkheid in het graafschap Bentheim. Hij was beheerder van "De ghemenen Kalendes Hern der Herschap van Bentheim". Deze "Societas fratrum Kalendarum" had haar zetel in Schüttorf en omvatte alle geestelijken van het graafschap. Zij was iets dergelijks als de classis in de reformatie.

Hieruit blijkt dat -anders dan menigmaal verondersteld- de Piccardts geen Franse Hugenoten zijn die uit de Picardië zijn gevlucht, een regio in Noord-Frankrijk.

Er bestaan veel varianten op de naam Piccardt zoals Pykhart, Pyckard, Pickert, Pikert, Pikhert en Picardt met één 'c'.

Gualtherus Piccardt (1500)

Neuenhaus in het graafschap Bentheim, waar veel Piccardts leefden. Kopergravure van Matthaeus Merian der Ältere (1647).

De vroegst bekende voorvader is Gualtherus Piccardt. Hij is geboren in 1500 en zijn zoon is Johan Piccardt.

De voornaam Gualtherus komt vaak voor bij de Piccardts. Het is de gelatiniseerde vorm van het Oud-Germaanse Wald-Her, letterlijk; heerser over het leger.

Roepnamen in vroegere tijden waren Gwalter en Wolther, en de naam heeft geleid tot vele varianten zoals Walter en Wouter, maar ook het Franse Gaultier en het Spaanse Gutierrez.

.

Johan Piccardt (1520)

Kaart van het graafschap Bentheim en omgeving met Piccardt-woonplaatsen als Northorn, Bentheim, Nienhus (Neuenhaus). Ook steden als Enschede en Oldenzaal zijn zichtbaar. De kaart moet een kwartslag met de klok mee gedraaid worden om het Noorden boven te krijgen. (Johannes Janssonius, 1638)

Johan Piccardt is de zoon van Gualtherus Piccardt en geboren in 1520.

Hij is getrouwd met Swaentje Nyhoff, geboren na 1529. Zij krijgen tenminste 4 kinderen, waarvan Henrick op jonge leeftijd overlijdt:

  1. Gualterus Piccardt (ca. 1545, Neuenhaus - 1604, Bentheim), glasmaker. Hij huwt Aleijdan of Aleyda Holterman.
  2. Engelbert Piccardt, koopman, overleden 1585 in Lübeck.
  3. Henrick Piccardt koopman, overleden 1557 in Lübeck.
  4. Johan Piccardt (1560 - Neuenhaus - 1629, Ülsen)
locatie en grootte van het graafschap Bentheim in 1560, waar veel Piccardts vandaan komen.

Johan Piccardt is vermoedelijk predikant. De schrijver van een genealogie van de familie Piccardt in de Bentheimse Heimatblatter wijst op een lange traditie van vicarissen en klerken in het geslacht en veronderstelt daarom dat ook hij tot de geestelijke stand behoorde.

Aan geboorte- en overlijdensdata van zijn kinderen af te leiden woont hij eerst in Neuenhaus, maar ca. 1557 - 1585 in Lübeck, ca. 325 km. noordoostelijker, aan de Oostzee. Zijn oudste zoon Gualterus Piccardt (ca. 1545) verkrijgt met zijn vrouw Aleijdan of Aleyda Holterman burgerrecht van Neuenhaus en brengt het in deze woonplaats tot burgemeester. Na zijn dood hertrouwt zijn vrouw met Hendrik Voltelen, rechter te Ootmarsum, en ook een voorvader. Zij is inmiddels zijn vijfde vrouw.

Zijn kleinzoon, de historicus Johan Picardt noemt zijn grootvader in zijn memoires een rijck en well-gestellet man, wonende tott Nieuwenhuijs in de jaren 1520-1565, maar vertelt niet wat hij voor de kost deed.

Echt welgesteld kan deze grootvader niet zijn geweest. Als hij op 35-jarige leeftijd op 6 mei 1565 in Neuenhaus overlijdt, is er niet genoeg geld om de studie van zijn jonge zoon Johan te betalen. Zijn vrouw Swaentje Nyhoff overlijdt 35 jaar later (1600) in Bentheim, Nedersaksen op een leeftijd van 65 jaar.

Johan Piccardt (1560)

In het tegenwoordige Neuenhaus wordt nog Nederduits gesproken, dat heel verwant is aan het Nederlands.

Johan Piccardt is de zoon van Johan Piccardt en geboren in 1560 in Neuenhaus. Hij huwt de eerste maal Elsebe Kemener in 1590 in Burgsteinfurt. Elsebe is geboren in 1569 in Neede, en is kind van dominee Johan Kemener en Una Poeck. Kinderen uit dit huwelijk die de volwassenheid bereiken:

  • Egberta Piccardt (1591), huwt in 1614 Jan Nijhoff, koopman en burgemeester te Ulsen. Haar zoon Johan Nijhoff is wereldreiziger en doet verslag van zijn vele reizen naar Brazilië, China en Indië.
  • Swaentie Piccardt (1594, Burgsteinfurt), huwt Arent von Borne, burgemeester in Ulsen, in 1615 in Bentheim.
  • Johan Picardt (met één 'c') (1600 - 1670), bekend predikant, historicus, landontginner en medicus, huwt Rocha van Brederode.
  • Gualtherus Piccardt (1602 - 1678), predikant, huwt 1) Harmtien Heyman van Olingh, 2) Catharina Bauckens.
  • Alexander Piccardt (1604 - 1640), in dienst van de West-Indische Compagnie en commandant van een afdeling van 800 man in Brazilië, waar hij op ca. 36-jarige leeftijd wordt gedood.

Johan Piccardt studeert in Rostock en wordt predikant in Gronau, daarna in Bentheim, en verblijft enige tijd aan het hof van graaf Arnold van Bentheim.

Elsebe Kemener, de eerste vrouw van Johan Piccard, overlijdt in 1607 in Bentheim, Niedersachsen op een leeftijd van 38 jaar. Johan Piccardt hertrouwt in 1609 met Adelheid Meiners, een weduwe uit Burgsteinfurt. Er zijn geen kinderen bekend uit dit huwelijk. Zijn tweede vrouw overlijdt in 1628, Johan Piccardt een jaar later (1629) in Ülsen op een leeftijd van 69 jaar.

Een Patritius van Munster

Johan Piccardt en zijn eerste vrouw Elsebe Kemener zijn beiden afkomstig uit het sociale milieu dat typerend is voor veel predikanten aan het einde van de 16e en de gehele 17e eeuw, en het best omschreven kan worden als fatsoenlijke middenstand. Johan Kemener, de vader van Elsebe komt ook uit een burgerlijke familie te Munster.

Piccardts familie is afkomstig uit Nordhorn en omgeving en telt onder haar leden zelfstandige ambachtslieden, kooplieden, geestelijken en ambtenaren. Wolther Piccardt, de enige broer van zijn vader de hofprediker die in 1600 nog in leven is, heeft een glazenmakerij in Neuenhaus en brengt het in zijn woonplaats tot burgemeester.

In de Drentse Historische Reeks 6 worden Johan Piccardt en zijn gezin beschreven met behulp van geschiedkundige gegevens van zijn zoon; de historicus Johan Picardt, die zijn vader een Patritius van Munster noemt. Onderstaande passages zijn aangepast zodat het opgetekend lijkt te zijn vanuit het perspectief van deze zoon.

Het Piccardt-wapen; een adelaarsklauw van goud in azuur en genageld van keel (rood).
Ik was de eerste zoon. Voor mij zagen Egberta, Zwaantje en Elske het levenslicht van wie de laatste al in 1598 overleed.
Er was in de familie tenminste door één familielid met smart op de geboorte van de stamhouder gewacht. Toen enkele weken na mijn geboorte mijn grootmoeder Zwaantje Picardt stierf, waren haar laatste woorden: Nu ga ik heen in vrede omdat ik een zoons zoon heb mogen zien. Ze had zelf vier zoons ter wereld gebracht, maar in 1600 waren twee daarvan reeds kinderloos overleden en de derde had evenmin nakomelingen.
Mijn vader Johan Piccardt was predikant en sinds 1590 hofprediker van graaf Arnold de Vierde van Bentheim. Daarvoor diende hij twee jaar de gereformeerde gemeente van Gronau. Mijn moeder Elsebe Kemner, die Elske werd genoemd, was een predikantendochter. Johan Kemner, haar vader, was eerder predikant aan het hof van de graaf van Bentheim geweest.
Samen met Arnold de Vierde was mijn vader verantwoordelijk voor de overgang van het graafschap Bentheim tot het Calvinisme. Hij was het die op de tweede adventszon dag in 1575 de kerkdienst leidde, waarin de Bentheimse hofgemeenschap tot de Gereformeerde Kerk toetrad.

Gualtherus Piccardt (1602)

Grafsteen van Gualtherus Piccardt, overleden in 1678 in Siddeburen/Slochteren, maar begraven in de Martinikerk in Groningen. De tekst is afgesleten maar de kenmerkende adelaarsklauw, uit het wapen van de Piccardts, is nog goed zichtbaar.

Gualtherus Piccardt is geboren in 1602 in Bentheim. Hij is de zoon van Johan Piccardt en Elsebe Kemener.

Gualtherus is de eerste Piccard-stamvader die in Nederland komt wonen; hij wordt predikant in het noorden van Groningen: Woltersum en Loppersum, daarna ook in de stad Groningen.

Hij trouwt tweemaal. Zijn eerste vrouw is Harmtien of Hermanna Heyman van Olingh, dochter van Hendrik Olinghe en geboren in 1608. Als ze in Woltersum wonen krijgen ze de minstens 4 kinderen;

Zowel Johan als zijn broer Alexander zullen predikant worden.

Nadat Harmtien overlijdt in 1641 op 33-jarige leeftijd hertrouwt Gualtherus Piccardt met Catharina Bauckens, weduwe van Johannes Westerwolt, en dochter van Occo Bauckens en Albertyen Pott. Hij verhuist naar Groningen waar zeker vier kinderen worden geboren, en waarvan vermoedelijk alleen twee kinderen de volwassenheid bereiken; Elsjen Piccardt (1647) en Occo Piccardt (1651).

Gualtherus Piccardt overlijdt in 1678 in Siddeburen/Slochteren op een leeftijd van 75 jaar. Hij is begraven onder een eigen grafsteen in de Martinikerk in Groningen. Het grafschrift is afgesleten en bijna onleesbaar. Het luidt

... GUALTERUS PICCARDT ... WOLTERSUMI, LOPPERSUMI, GRONINGA, NATUS BENTHEIM ... M.H.P. ...

Het embleem met het wapen van de Piccardts, de kenmerkende adelaarsklauw, is nog wel goed zichtbaar

Zijn broer de historicus Johan Picardt

Johan Picardt, de historicus, medicus, landontginner en predikant.

Johan Picardt (wikipedia)], broer van Gualtherus Piccardt, is geboren in 1600 in Bentheim, even over de Drentse grens. Hij studeert in Groningen, Franeker en Leiden zowel theologie als medicijnen en wordt daarna predikant in Egmond aan Zee (Noord-Holland), waar hij 20 jaren blijft. Hij ontwikkelt zich tot Duits-Nederlands historicus, medicus en landontginner.

Johan Picardt trouwt in 1625 in Egmond aan Zee met Rocha van Brederode uit Haarlem (1603), dochter van Jan Cornelis en Agnieta Muys van Holy. Johan overlijdt in 1670, zijn vrouw eerder (1666).

Dat hij tevens als medicus werkzaam is, nadat hij in de medicijnen gepromoveerd is, zorgt voor ophef, omdat van de provinciale Synode een dominee niet tegelijk dokter mag zijn. Hij behoort tot de luthers-gereformeerde stroming, en wordt beschouwd als de vader van de Drentse geschiedschrijving, hoewel veel van de inhoud ervan later onjuist is gebleken.

In 1644 wordt hij predikant in het Drentse Rolde, waar hij in conflict komt met zijn kerkgangers omdat hij de gewoonte heeft slechts over apocriefe en ongebruikelijke bijbelteksten te prediken. Vanaf 1648 bekleedde hij het predikantschap te Coevorden.

Zijn achternaam wordt in de regel zonder dubbele 'c' geschreven, anders dan zijn familieleden.

Grouwelijcke statuer, beestelijcke wreetheydt!

Het reuzenvolk de Huynen en de door hen gebouwde hunebedden volgens Johan Picardt (plaatje uit zijn boek)
Op deze website over hunnebedden staat een plausibelere verklaring voor het ontstaan van de hunebedden

Picardt verdedigt het bestaan van spoken, heksen en de duivel. Megalithische steenhopen brengt hij in verband met huynen oftewel reuzen. Hiervan is de huidige benaming hunebed afgeleid.

Lange tijd was Drenthe, volgens Picardt bewoond geweest door

grouwsame Baebarische en wreede reusen, Huynen, Giganten, kinderen Enakim, Emim, Nephilim, Rephaim, mensen van grouwelijcke statuer, groote krachten, en beestelijcke wreetheydt, die noch Godt noch menschen gevreest hebben.

Net als vele andere bovennatuurlijk wezens – zoals heidense goden, elfen, heksen en kabouters – zijn ook de reuzen in ieder geval vanaf de 16e eeuw gedemoniseerd. Als het volk sprak over reuzen, dan sprak de geestelijke en de geleerde (meestal een en dezelfde) van duivels of demonen. Picardt noemt dit ook als een alternatieve theorie voor het ontstaan der hunebedden: Mogelijk heeft de duivel de stenen zelf op elkaar gestapeld, zodat hij onder de naam van Hercules geëerd kon worden. Het zouden heidense altaren zijn of anders de kolommen van Hercules.

Ook neemt hij gretig de volksverhalen over de Witte Wieven over, die hij vertaald als wijze vrouwen en in verband brengt met de Völva, sjamanen of zieneressen uit de oeroude Keltische heidense samenleving.

Bedenkelijke ideeën over het negroïde ras

Picardt staat positief tegenover de slavernij van negers omdat hij van mening is dat zij bijbels gezien van Cham afstammen en vervloekt zouden zijn. Europeanen zijn als nakomelingen van Jafet superieur. In de tijd dat de Atlantische slavenhandel opbloeide was dit een welkome en wijdverbreide gedachte maar Picardt doet er een schepje bovenop. Negers zijn niet alleen fysiek geheel anders, maar ook geestelijk

zo inferieur en zo indolent van aard dat ze alleen door fysiek geweld tot arbeid aangezet kunnen worden en pas onder een hard slavenregime tot zelfontplooiing komen.

Terwijl er zeker ook protest en afkeuring bestaat onder de geestelijken, is de stroming van Picardt dominant; zowel slavernij als slavenhandel zal nog lang gelegaliseerd blijven. De blanke suprematie en de veronderstelde inferioriteit van andere rassen, die het bijbelse verhaal van Cham en Jafet uberhaupt niet voor ogen had, kent nog steeds verdedigers in radicale religieuze en xenofobische gemeenschappen.

Veelzijdig persoon, ook landontginner en medicus

De Picardthoeve in Rhee, tussen Assen en Groningen, een voorbeeldboerderij, door Picardt zelf gebouwd naar eigen ontwerp, en ook door hemzelf bewoond. De originele hoeve, gebouwd tussen 1600 en 1641 is afgebrand en daarna herbouwd met stenen. Foto/afbeelding: In en om Assen.

Het is niet alleen bijgeloof, incorrecte geschiedschrijving en bedenkelijke theologische denkbeelden die de klok slaan bij Picardt, zaken die in onze ogen wellicht achterlijk lijken, maar geheel in het 'wetenschapsbeeld' pasten anno 1660.

In zijn in 1660 verschenen geschiedenisboek van Noord-Nederland; Korte Beschryvinge Van eenige Vergetene en Verborgene Antiquiteten behandelt Picardt ook zaken als de komst van de eerste mensen, het ontstaan van de venen, de aanwezigheid van Romeinse militairen, de ondergang van de mythische stad Hunso, het verloop van de Tachtigjarige Oorlog en de ontwikkeling van de vestingstad Coevorden.

Naast predikant en historicus is hij gepromoveerd tot doctor medicus en houdt er een praktijk op na. Ook is hij een actief voorstander van landontginning; hij experimenteert er zelf mee en boekt successen, zoals beschreven wordt in de Encyclopedie Drenthe Online:

In 1648 slaagde Picardt erin het weinig aantrekkelijke Rolde te ruilen voor de veel lucratievere predikantenplaats in Coevorden, waar hij tot zijn dood zou blijven. Die plek lijkt voor hem vooral bijzaak te zijn geweest. Vanwege de aanwezigheid van een garnizoen was er een tweede predikant aanwezig.
Picardt stortte zich vol overgave op de ontginningen omdat hij in Bentheim een gebied ter beschikking kreeg van de graaf waar hij vrijuit kon experimenteren. Zo ontstond Alte Picardie in het gebied ten oosten van Emlicheim en ten zuidoosten van Schoonebeek.
Daarnaast publiceerde hij in 1664 een voorstudie over het in cultuur brengen van woeste gronden, waarin hij probeerde alsnog een omvangrijker studie gefinancierd te krijgen onder de verkorte titel Raedt angaende de cultuyre en verbeteringe van alle woeste/ wilde en onvruchtbare landen (1664).

Voor veel inwoners van Coevorden blijft hij een vreemdeling, waar zijn ideeën om de drassige woeste grond vruchtbaar te maken weinig weerklank vinden. In Duitsland daarentegen wordt deze Moorkolonisator geëerd en is zijn veenkolonie Picardie breed bekend. Een artikel uit dagblad Trouw schrijft daarover (1996):

(...) Niet meneer Stieltjes, maar Doctor Picardt is de eigenlijke held van deze streek. Het Picardiekanaal is indirect vernoemd naar deze predikant-arts-historicus-landontginner, die in 1600 in Bentheim geboren werd en van 1648 tot zijn dood in 1670 dominee was in Coevorden.
Hij was een fel tegenstander van bemesting van het land; het leek hem hoogst onwaarschijnlijk dat 'God zijn almachtigheid, voorzienigheid en voorzorg voor ons, alleen zou hebben gebonden aan de stinkende drek der beesten'. Met zijn eigen ontginningsmethode kreeg hij in Drenthe geen been aan de grond. Wel vlak over de grens, in zijn geboortestreek Bentheim.
De daar ontstane veenkolonie werd omgedoopt tot Picardie. In 1886 werd er een kanaal naar toe gegraven. Jaren lang voeren daarlangs de aardappel-schuiten naar Coevordens aardappelmeelfabriek. Die fabriek heeft het overigens moeten afleggen tegen de Emsland-Stürke GmbH bij Emlichheim, een immense fabriek die erbij ligt als een perfecte Krimi-locatie (...).

De Picardtfanclub

Picardt in het museum

Coevorden bezat ooit een Picardtclub, bestaande uit de slotvoogd (de burgemeester) en assessoren. Elk jaar werd tijdens de Ganzenmarkt een bijeenkomst in het Kasteel van Coevorden georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten stond de geschiedenis van de stad Coevorden centraal. Er kwamen dan één of meerdere sprekers die op die dag een inleiding verzorgden.

In het kader van de Picardtclub zijn er vanaf 1972 jaarlijks boekwerkjes verschenen met uiteenlopende onderwerpen over de geschiedenis van Coevorden. Dat Picardt vaak centraal staat bij veel uitgaven uit deze Picardtreeks is natuurlijk niet merkwaardig.

In Picardtreeks nr. 15b, genaamd 'Gedachten aan Picardt' geeft H.D. Minderhoud een psychologisch treffend portret van Johannes Picardt.

De gehele uitgave is te lezen op de website van de gemeente Coevorden. Het begint zo;

Denkend aan Picardt zie ik een korte gedrongen man met een ernstige oogopslag. Keurig in het wambuis, een smalle knevel, lange grijze lokken achter een breed voorhoofd.
Een wat plechtstatige figuur, zich bewust van eigen belangrijkheid. Een wat merkwaardige man, een eenzame persoonlijkheid, openlijk geëerd en heimelijk benijd.
IJdel, eigenwijs, koppig en hebzuchtig, maar ook rechtlijnig, ijverig en bovenal……. wilskrachtig (...).

Johan Picardt wordt nog op handen gedragen in het oosten van het land. Zo is hij opgenomen in de canon van Coevorden en zijn er penningen, plakkaten, routes, straten, scholen, hoven genoemd naar hem.

Zus Egberta en haar zoon de wereldreiziger

Portret van Joan Nieuhof door D. Singelbach met gedicht van Jan Vos (ca. 1670). Een enkele geschiedschrijver ziet gelijkenis met (het portret van) zijn oom Johan Picardt.

Egberta Piccardt, geboren in 1591 in Bentheim, is de zus van Gualtherus Piccardt. Ze huwt Jan Nijhoff in 1614 in Bentheim, koopman in- en burgemeester van Ulsen.

Naast een zoon Hendrik krijgt het echtpaar ook een zoon Johan, die wereldreiziger wordt.

Joan Nieuhof

De zoon Johan Nijhoff van Egberta Piccardt is beter bekend onder de naam Joan Nieuhof of Nieuhoff. Hij blijft zichzelf consequent zo noemen. Joan Nieuhof (1618-1672) zal als Nederlandse wereldreiziger verslag doen van vele reizen naar Brazilië, China en Indië. Vooral na een reis van twee jaar (1655 -1657) van Kanton naar Peking (2.400 km) wordt Joan Nieuhof de toonaangevendste Europese schrijver over het Chinese keizerrijk.

De rapporten van deze gezantschappen en de verslagen van de Jezuïeten vormen in die tijd de enige Europese bron van informatie over China. Joan sterft in Madagaskar in 1672 op 54-jarige leeftijd.

Brazilië

Het deel van Noord-Brazilië dat de West-Indische Compagnie (WIC) beheerste midden 17e eeuw

Aan het begin van zijn carrière treedt Joan Nieuhof in het voetspoor van zijn oom Alexander Piccardt, broer van Gualtherus Piccardt en Johannes Picardt.

Hij komt in dienst van de West-Indische Compagnie (WIC) en reist in 1640 af naar Brazilië. Hij bekleedt daar verschillende functies onder zijn oom Alexander Picardt totdat hij in 1649 terugkeert naar het vaderland.

Een andere prent van Joan Nieuhof

De Nederlanders beheersen 24 jaar de Braziliaanse noordkust (van 1630 tot 1654), die ze op de Portugezen hebben veroverd. Ze zijn in de minderheid en dat geeft een broos en wankel evenwicht tussen de Nederlandse protestantse bestuurselite en de Portugese katholieke landadel. De Nederlandse calvinisten zijn niet populair onder de Portugese katholieken, hetgeen leidt tot bloedige opstanden vanuit Zuid-Brazilië ondersteund. In 1645 komt het tot een algemene opstand die het begin vormt van een moorddadige jungleoorlog.

Ook Alexander Picard ondervindt daar de gevolgen van en komt om bij gevechten in 1640. Hij is daarvoor in dienst getreden van de West-Indische Compagnie en is commandant van een afdeling van 800 man in Brazilië. In 1635 moet hij het fort Porto Calvo opgeven: (Noot: Calabar is de mulat Domingos Fernandes Calabar die 'overloopt' naar de Nederlanders.)

Het plaatsje lgarassu werd ingenomen, een fort werd in Afogados, nu een wijk in Recife, gebouwd om aanvallen uit het binnenland te pareren. ln 1635 werd op Calabars advies Porto Calvo veroverd. Het werd in juli 1635 door verraad van moradores even later opgegeven door majoor Alexander Picardt, broer van dominee Johannes in Coevorden, en door Calabar die in Portugese gevangenschap op 22 juli 1635 de marteldood onderging.

Ceylon, Batavia en China

Prent van Joan Nieuhof met de titel Gezant van de Lammasuit zijn boek Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China (...)
Latere ingekleurde reproductie van een tekening van Joan Nieuhof met Uzbeekse klederdracht. De pluim op het hoofd beduidt een hoge rang.

In een kunstgeschiedenisles van docent Adrienne Zuiderweg wordt Joan Nijhoff geportretteerd:

Een reisbeschrijver die ook tekende was Joan Nieuhof (1618-1672). Deze burgemeesterszoon had al meer van de wereld gezien dan een gemiddelde VOC-dienaar: in dienst van de West-Indische Compagnie had hij al negen jaar in Brazilië gewoond, voordat hij in 1654 als soldaat in dienst van de VOC naar Batavia reisde.
Na aankomst in Batavia vertrok hij met een handelsmissie naar de keizer van China. Hij moest van de nog nooit eerder geziene ‘vreemdicheden perfecte aanteckeninge’ maken. In maart 1657, na terugkomst in Batavia, had Nieuhof zijn contract bij de VOC uitgediend, en hij verliet Indië.
Na een kort verblijf in Amsterdam keerde Nieuhof terug in Batavia, waar hij zich inscheepte op de inter-Aziatische vaart (1659-1661) naar onder andere Sumatra’s westkust, Amboina, Boeroe, Piscatoren, Formosa, Malakka, Perzië, Gambron en Ceijlon. Eind december 1661 werd hij benoemd tot Gouverneur van Coylan in India. Hij zou er tot juli 1666 blijven. Jaloerse collega’s beschuldigden hem van fraude, en hij moest naar Holland terugkeren.
Tijdens de tussenstop in Batavia maakte hij dagelijks wandelingen die hem inspireerden tot het maken van tekeningen. Nieuhof werd uiteindelijk in Amsterdam gerehabiliteerd, en hij keerde daarna weer naar Indië terug. Het werd zijn laatste reis, want Nieuhof verdween toen hij met de koning van Madagaskar onderhandelde over de VOC.
Prent van Joan Nieuhof AANVULLEN met de titel Gezant van de Lammasuit zijn boek Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China (...)

Zijn in 1693 uitgegeven boek over China heet:

Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China waar in de gedenkwaerdigste geschiedenissen, die onder het reizen door de Sineesche landtschappen, Quantung, Kiangsi, Nanking, Xantung en Peking, en aan het keizerlyke hof te Peking, zedert den jaare 1655 tot 1657 zyn voorgevallen, op het bondigste verhandelt worden...
beneffens een naauwkeurige beschryvinge der Sineesche steden, dorpen, regeering, weetenschappen, handwerken, zeden, godsdiensten, gebouwen, drachten, scheepen, bergen, gewaffen, dieren, &c. en oorlogen tegen de Tarters : verçiert met over de 150 afbeeldtsels, na 't leven in Sina

Verdwenen in Madagaskar

Madagaskar kaart AANVULLEN

Na een kort bezoek aan het vaderland in 1671 vaart Joan Nieuhof terug richting Oost-Indië, om zich te voegen bij de Oost-Indische Compagnie, ditmaal als koopman.

Als hij op het eiland Madagaskar aankomt, verlaat Nieuhof het schip om inlands water te bemachtigen voor de bemanning, en om handelsrelaties op te zetten met de lokale bevolking. Vanaf dat moment wordt niets meer van hem vernomen.

De schipmeester wacht tevergeefs drie dagen op een teken van leven, voordat hij verder vaart naar Mauritius. Op aandringen van Amsterdamse bewindhebbers onder wiens gratie Nieuhof naar Oost-Indië reist, speurt een delegatie uit Kaap de Goede Hoop naar sporen van leven... tevergeefs.

Johan Piccardt (1629)

Linksonder de grafsteen van Johan Piccardt in de Kerk van Pieterburen met de kenmerkende adelaarsklauw in het wapenschild. Foto/afbeelding: [1].
Detail adelaarsklauw, grafsteen Johan Piccardt.

Johan Piccardt is geboren in 1629 in Woltersum, Ten Boer, Groningen. Hij is de zoon van Gualtherus Piccardt.

Hij huwt Elsjen Westerwolt uit Groningen, de dochter van zijn stiefmoeder Catharina Bauckens uit een eerder huwelijk.

Catharina had net als de vader van Johan eerder een partner verloren, in haar geval Johannes Westerwolt. Johan Piccardt huwt dus zijn stiefzus maar zonder bloedverwantschap.

Johan Piccardt overlijdt in 1680 in Pieterburen, Eenrum op een leeftijd van 51 jaren, alwaar hij in de kerk ligt onder een grafsteen. Zijn vrouw Elsjen overleeft hem 29 jaar en sterft in 1709 in Groningen.

Twee kinderen van Elsjen Westerwolt en Johan Piccardt overlijden vroeg; Catharina (5 jaar) en Johannes (8 jaar).

De kinderen die wel de volwassenheid bereiken:

  1. Hermanna Piccardt (1654, Niekerk). Zij wordt minstens 71 jaar oud.
  2. Occo Piccardt (1656 - 1708).
  3. Wolterus Piccardt (1659, Niekerk - 1680). Hij wordt maar 21 jaar oud.
  4. Johan Piccardt (1671, Niekerk, Oldekerk - 1737, Warffum). Hij krijgt dezelfde naam als zijn een jaar eerder overleden broertje van 8 jaar.

Zijn broer Henric Piccardt

Henric is de 7 jaar jongere broer van Johan Piccardt. Hij is geboren in 1636 in Woltersum en hij overlijdt in 1712 in Harkstede op een leeftijd van 76 jaar. Hij was gehuwd met Anna Elisabeth Rengers (1636 - 1712).

Henric Piccardt is een Nederlands avonturier, diplomaat, syndicus van Stad en Ommelanden en borgheer van de Fraeylemaborg, Klein Martijn en De Ruthen. Hij is tevens verantwoordelijk voor de herbouw van de kerk van Harkstede. Hij publiceert ook Franstalige gedichten en een grafschrift in het Latijn.

Henric Piccardt. Geschilderd portret door Johan Starrenberg (1675)
Anna Elisabeth Rengers, de vrouw van Henric Piccardt.

Zijn beide broers studeren theologie, maar Henric kiest ervoor om in 1653 op 17-jarige leeftijd rechten en filosofie te gaan studeren aan de Groninger Academie, en schrijft zich in in het Album studiosorum.

Al snel vertrekt hij naar de Academie van Vriesland in Franeker, om een jaartje (1657 - 1658) colleges te volgen.

Kamerheer van Lodewijk de Veertiende

Henric Piccardt volgt niet het geijkte patroon van zijn predikantenfamilie.

In plaats van te werken aan een gedegen loopbaan, kiest hij voor het avontuur en raakt verzeilt in Parijs. Zijn wikipediapagina zegt daarover (ingekort):

Vervolgens ging hij, klaarblijkelijk zonder toestemming van zijn vader, naar Frankrijk om te studeren aan de protestantse Universiteit van Orléans. Volgens zijn verloren gegane autobiografie zong hij en speelde hij op zijn harp om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij studeerde vervolgens in 1660 cum laude af aan de Universiteit van Orléans als doctor in de rechten.
Muzikant bij de Pont des Arts, Paris. Henric Piccardt speelde bij de Pont Neuf, met ooglapje en haar en gezicht gekleurd. Foto Willy Ronis, 1957.
Daarop ging hij naar Parijs en zong en speelde daar bij de Pont Neuf. Hij had zijn ene oog bedekt met een zwart lapje en had zijn haar en zijn gezicht een andere kleur gegeven. Daar zou hij zijn ontdekt door passerende vrouwen, die gecharmeerd van hem waren en daarop bevriend met hem raakten en hem introduceerden met het hofleven in de avonden.
Lodewijk de Veertiende (Louis XIV)
(...) veel van zijn gedichten, waaronder sonnetten en madrigalen, zijn opgedragen aan bekende courtisanes en hof-edelen. In sommige gedichten beschreef hij festiviteiten aan het hof, zoals het grote Ballet des Arts uit 1663 (van De Benserade en Lully), waarin de hoofdrol werd gespeeld door Lodewijk de XIVe. Piccardt begaf zich vooral in kringen van adellijke hugenoten. Hij trad ook op als tutor of gouverneur voor hun zonen.
Later stelde Lodewijk de XIVe hem aan als kamerheer (Gentilhomme ordinaire de la chambre du Roi de France). Als zodanig reisde hij om diplomatieke redenen regelmatig naar 's-Gravenhage.
Lodewijk de Veertiende als Apollo de zonnegod. Hij trad in dit kostuum van ontwerper Henri de Gissey op tijdens het Ballet de la Nuit in 1653.
(...) Piccardt zou volgens een versie van zijn levensverhaal de jaloezie van koning Lodewijk XIV hebben opgewekt door te gaan sporten met een van zijn maîtresses.
Volgens een ander verhaal was de Franse koning achter zijn dubbelleven als rondzwervende clochard (dakloze) gekomen en had het daarom op hem gemunt. In elk geval leidde dit ertoe dat hij moest vluchten uit Parijs.
(...) Volgens een weer ander verhaal vluchtte hij al op 28-jarige leeftijd uit Parijs en werd hij daarna op 31-jarige leeftijd (in 1667) aangenomen door Lodewijk XIV als kamerheer, blijkbaar na een verzoening.
Hoe het ook zij, bij zijn vlucht werd hij geholpen door leden van een Parijs' genootschap dat zou kunnen worden gezien als een voorloper van een vrijmetselaarsloge. Hij reisde eerst naar Straatsburg en vervolgens via Italië en Duitsland terug naar De Republiek.

Johan Piccardt (1671)

Johan Piccardt is de zoon van Johan Piccardt en Elsjen Westerwolt. Hij is geboren in 1671 in Niekerk, Oldekerk. Hij huwt in 1706 met Margaretha (Gretien) Weemhof, geboren in 1672 in Midwolda, Groningen. CHECK ze is al 34 als ze trouwt; weduwe?

Na zijn studie in Groningen (1689 - 1697) wordt Johan predikant in Garralsweer of Garsthuizen (1698 - 1705) en in Warffum (1705 - 1737).

Gretien Weemhof en Johan Piccardt krijgen maar drie kinderen. Het eerste kind Jan sterft als kind. Margaretha Weemhofwordt maar 38 jaar oud. Ze sterft op tweede kerstdag in 1710 in het kraambed, twee weken nadat ze haar laatste kind heeft gebaard; Margaretha Fossea. De twee kinderen die de volwassenheid behalen;

De Nederlands Hervormde kerk in Warffum. Ook hier struikel je weer over de grafstenen van de Piccardts, dit keer van Johan Piccardt (1671), waarin gekerfd het verhaal van een vermoedelijke hartaanval; (...) de dood verraschte hem seer schictig, an tafel zittende op een stoel. Foto/afbeelding: [2].
  • Jan Reijnold Piccardt (1709). Hij krijgt dezelfde naam als zijn overleden oudere broertje. Jan Reijnold wordt in 1738 solliciteur (zaakwaarnemer) van een compagnie infanterie.
  • Margaretha Fossea Piccardt (1710, Warffum - 1769, Eexta, Scheemda). Zij huwt Tammo Sypkens (1709)

Johan Piccardt overlijdt in 1737 in Warffum op een leeftijd van 67 jaren.

Gretien Weemhof en Johan Piccardt liggen samen begraven onder een grafzerk in de Nederlands Hervormde kerk van Warffum, in het uiterste noorden van de provincie Groningen. Op de steen is het familiewapen met de velden blauw gearceerd met rechts op een terras de afgesneden adelaarspoot ingehakt. Links staan drie leliën. Het ene grafschrift luidt:

1710, den 26 december, stierf de E. Margareta Weemhof, vrouw van D' Eerw. J. Piccardt, out 38 jaren

Het andere grafschrift luidt:

1737, den 14 december. Stierf de Eerw. Pastoor Johan Piccardt, out 67 jaren en legt hyr nevens begraven. Hy, die acht jaren Garrelsweer en drie en dartig jaren de gemeente van Warffum stigte door zyn leer en flonkerde als een hel gesteente rust nu van't ondermaansch gewoel.
De dood verraschte hem seer schictig, an tafel zittende op een stoel. De nageblevene gaf dienstpligtig 't lijk naest zyn ega zagte rust, daerna eene zalige opstandingh, in zoete kalmte aan 's hemels kust, verwagt een vreugde volle landingh.
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen