Beroepen en ambachten
Regel 25: | Regel 25: | ||
De Suikerbacker. | De Suikerbacker. | ||
+ | |||
In Christi Bloed, Lach God'lyk Soet | In Christi Bloed, Lach God'lyk Soet | ||
+ | |||
Die 't wrange Zuur wil overwinnen | Die 't wrange Zuur wil overwinnen | ||
− | Moet met geen Aquafort beginnen, | + | |
+ | Moet met geen Aquafort beginnen, | ||
+ | |||
Maar Suiker is het rechte Swaard | Maar Suiker is het rechte Swaard | ||
+ | |||
ô God! hoe hebd ghy't Suure Leeven, | ô God! hoe hebd ghy't Suure Leeven, | ||
+ | |||
|[[File:suikerbakker - Version 2.jpg|225px|Prent over het ambacht van suikerbakker uit [http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=luyk001mens01 Spiegel van 't menschelyk bedryf] van Jan en Caspar Luyken, (fotomechanische herdruk van uitgave 1767).]] | |[[File:suikerbakker - Version 2.jpg|225px|Prent over het ambacht van suikerbakker uit [http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=luyk001mens01 Spiegel van 't menschelyk bedryf] van Jan en Caspar Luyken, (fotomechanische herdruk van uitgave 1767).]] | ||
|- style="vertical-align:top;" | |- style="vertical-align:top;" | ||
Regel 200: | Regel 206: | ||
|[[File:zeilmaker - Version 2.jpg|225px|Jan Jansz. van Lodensteyn is zeilmaker. De prent uit [http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=luyk001mens01 Spiegel van 't menschelyk bedryf] van Jan en Caspar Luyken verbeeldt een zeilmakerswerkplaats (fotomechanische herdruk van uitgave 1767).]] | |[[File:zeilmaker - Version 2.jpg|225px|Jan Jansz. van Lodensteyn is zeilmaker. De prent uit [http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=luyk001mens01 Spiegel van 't menschelyk bedryf] van Jan en Caspar Luyken verbeeldt een zeilmakerswerkplaats (fotomechanische herdruk van uitgave 1767).]] | ||
|} | |} | ||
− | |||
Versie van 3 feb 2017 om 10:45
UNDER CONSTRUCTION
Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug! |
Op deze pagina wordt aangegeven welke beroepen en ambachten onze directe voorouders beoefenden met hier en daar wat uitleg.
De meerderheid van de prenten naast de beroepen komt uit De Spiegel van 't menschelyk bedryf van Jan Luyken en zijn zoon Caspar.
Deze bundel etsen van ambachten stamt uit 1694. Er volgen daarna diverse uitgaven; de prenten op deze pagina komen vooral uit de fotomechanische herdruk uit 1767.
Beroep of ambacht, wie, waar | Toelichting/Tekst bij de prent van Luyken | Afbeelding |
---|---|---|
Bakker/Suikerbakker
|
De Suikerbacker. In Christi Bloed, Lach God'lyk Soet Die 't wrange Zuur wil overwinnen Moet met geen Aquafort beginnen, Maar Suiker is het rechte Swaard ô God! hoe hebd ghy't Suure Leeven, |
|
Bootsgesel
|
||
Dokter
|
xxx |
|
Droogscheerder
Een droogscheerder of lakenbereider is iemand die lakens afwerkte en de stof kamde om harige wolvezeltjes eruit te halen. In de gouden Eeuw een belangrijk beroep met een sterk gilde. |
||
Glazenmaker
|
xxx |
|
Goudsmid
|
xxx |
|
Grutter
|
De Grutter. Dat binnen sit, Is't rechte Pit. Het Saad Van't buitendeel ontbloot, Word eerst te recht tot eetbaar Brood Soo steekt de Kern Van't mens'lyk leeven, In d'Aardse Bast Van Vlees en Bloed, Waar uit Zy heer'lyck Word ontheeven, |
|
Hovenier
|
De Hovenier. De rechte Gaarde, Is niet op aarde. Het Hof is van de Mens bemind, Die daar syn lust en uitvlucht vind; Doch in het fleurtie moet hy scheiden Hy is dan welbedacht en wys, Die saaid en plandt in't Paradys, Daar't leeven eeuwich sal vermyden |
|
Koopman
De Koopman. Sied veer, en wroet, Om Eeuwich Goed. De koopman schiet zyn Peneghen uit, En waagd zyn Goed, ui't Oog en Handen, Op hoop van winst, naa zyn besluit; Soo doen oock de Eedele Verstanden, Die schieten 't weesen deeser Tyd, Om't groote Goed der Eeuwigheid. |
" | |
Landman of Boer
|
xxx |
|
Leertouwer
Prent; te zien is hoe een leertouwer op de voorgrond het leer gladschaaft terwijl zijn maatje links het leer soepel trapt. |
||
Molenaar
|
De Moolenaar. Den Heemel geeft, Wie vangd die heeft. Staat imands Moolen wel gedraaid Zijn wicken worden wel bewaaid, En't werck van nooddr.ft word bedreeven Wie deddt'er aan Genaade mis, Die toe gekeerd van herten is, Naa't Ee.wig onopho.d'lick Geeven. |
|
Munter
|
xxx |
|
Schoenmaker
|
xxx |
|
Schoolmeester
|
xxx |
|
Schrijnwerker
|
xxx |
|
Schipper
|
xxx |
|
Tinnegieter
|
De Tinnegieter. Soeckt in u selfs den Schat, Van't aller schoonste Vat. Den aardsen berg, van vlees en bloed, Heeft schoone glans in zyn gemoed, In dien de Mens daar naa wou Mynen; Gelyk hy anders is gesint En blinckende Metaalen vindt, Die uit de Nacht, in't Licht verschynen. |
|
Waarsman
De waarsman (ook waardsman genoemd) is een soort 'secretaris-penningmeester en hoofd technische dienst' van wat tegenwoordig een waterschap zou worden genoemd. |
||
Zeilmaker
|
De Seilemaaker. De vlugge wind, Vat, daar hei't vind. Het Seil aan ree en mast gespannen Gaad over Zee met Schip en Mannen ôMens, span uit, span uit het Seijl, Van hart'lijk Willen en begeeren, Soo voerd den heil'gen geest des Heeren U naa de Goudkust, aller heÿl. |