Nispen van, Familie

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Abraham Adriaens (overl. 1638))
(NL 1990)
Regel 97: Regel 97:
  
 
==== NL 1990 ====
 
==== NL 1990 ====
 +
11
  
De ouders van Abraham Adriaens van Nispen,
+
Nispen als grootvader en vader van Abraham Adriaens te aanvaarden,
door J . Fox.
+
hoewel zij hun geslachtsnaam mogelijk nooit hebben gevoerd.
 +
We aanvaarden ook Marinus van Oosten en zijn dochter
 +
Marie, al blijft de authentieke vorm van Marie’s naam aan
 +
twijfel onderhevig bij gebreke van een document, dat ons hierover
 +
inlicht. Met de grootmoeders van Abraham Adriaens is het
 +
verschillend gesteld. Jaqueline van Wissenkercke draagt een geslachtsnaam
 +
van hoger maatschappelijk niveau dan Abraham’s
 +
ouders en grootouders eigen was, zodat we haar met recht als
 +
een product van genealogische fantasie mogen beschouwen 17.
 +
De andere grootmoeder Digne van der Schoof is zonder twijfel
 +
aan de werkelijkheid ontleend. H a a r voornaam is juist. Van
 +
haa r geslachtsnaam, die geen zweem van deftigheid vertoont,
 +
is zeer wel denkbaar, dat manlijke verwanten die te eniger tijd
 +
zijn gaan voeren en dat de samensteller van de kwartierstaat
 +
zich ook in h aa r geval veroorloofd heeft hierop te anticiperen ’8.
  
I. Het belang van een kwartierstaat.
+
Over de totale kwartierstaat van Christiaen van Nispen kan
Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Koninklijk
+
het oordeel kort en bondig luiden, dat wij vijf van de acht
Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde
+
overgrootouders dienen a f te keuren. Vijf andere personen wekken
werd in 1983 in het Museum Meermanno-Westreenianum
+
het vermoeden, dat zij de hun toegekende geslachtsnaam
te ’s-Gravenhage een genealogisch-heraldische tentoonstelling
+
niet plachten te voeren. Dit geldt, nad a t we Jaqueline van Wissenkercke
gehouden. Menig lid zal hier interessante indrukken
+
als overgrootmoeder hebben afgevoerd, voor alle kwartieren
hebben opgedaan. Als bezoeker kon men o.a. kennismaken
+
van vaderskant met uitzondering wel te verstaan van
met A. van Nispen’s „Quartierboeck” , een manuscript uit de
+
Marinus van Oosten.
tweede helft van de zeventiende eeuw uit het bezit van de Hoge
+
 
Raad van A d e l'. „Een goed voorbeeld van onopzettelijke maar
+
II. De hoofdpersonen in onderling verband.
uiterst misleidende informatie in de kwartierstaat van de
+
 
Zeeuwse pastoor Abraham van Nispen (1646-1694)” , zo luidde
+
Van de behandelde personen zijn sommigen naa r mijn idee
het bijgevoegde commentaar. „Op de linkerpagina zien we de
+
een nadere studie waard.
kwartieren van zijn vader, waarin hij bij de grootouders al
+
 
dusdanige vergissingen heeft gemaakt, dat van de acht overgrootouders
+
Als de heer Greidanus schrijft „Abraham Adriaens zal wel
zeker zeven, maar waarschijnlijk acht niet kloppen”
+
ongeveer even oud als zijn vrouw Digna Bollaert zijn geweest
 +
en dus omstreeks 1565 zijn geboren”, heb ik reden mij hier
 +
van harte bij aan te sluiten. De verklaring bij gelegenheid van
 +
Abraham's ondertrouw in 1588 dat hij een vrij jonggezel zonder
 +
ouders of voogden was, wijst erop, dat hij toen de meerderjarige
 +
leeftijd van vijfentwintig ja a r nog niet had bereikt. Bij een
 +
volwassen bruidegom pleegt het ontbreken van voogden nimmer
 +
te worden vermeld, want het spreekt vanzelf, dat een
 +
volwassen man het zonder voogd kan stellen. Abraham verkeerde
 +
dus in een bijzondere positie: minderjarig, toch geen voogd.
 +
Abraham zal op ongeveer twintigjarige leeftijd - we kunnen het
 +
ons heel goed voorstellen - zijn vader of voogd door de dood
 +
 
 +
17. Het geslacht, waartoe Jaqueline w ordt gerekend, is „afkomstig van Noord-
 +
Beveland en tot aanzien en rijkdom gekomen door het rentmeesterschap
 +
van Zeeland bewester Scheld” . Aldus M. G. de Boer in Nieuw Nederlandsch
 +
Biografisch Woordenboek, Eerste deel (Leiden, 1911), kol. 1581.
 +
We moeten er ons overigens voor hoeden de onaanvaardbare kwartieren
 +
van de kwartierstaat aan de beruchte falsaris J e a n de Launay toe te
 +
schrijven, want J h r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden heeft in
 +
navolging van Rietstap’s Wapenboek van den Nederlandschen Adel in
 +
De Nederlandsche Leeuw 64ste jrg .-1947, kol. 382 van het echtpaar Aernout
 +
van Nispen -Jacqueline van Wissekerke aangetekend: „ontbreken bij de L au nay”
 
.
 
.
  
Het opengeslagen böek vertoonde aan de linkerzijde op blz.
+
18. V ooralsnog staat noch van Digne van der Schoof noch van h a a r m an Marinus
2 de kwartieren van Christiaen Abrahams van Nispen, die - naar
+
Jansz- van Oosten de plaats van herkomst vast. Digne’s geslachtsnaam lijkt
vaststaat - te Vlissingen 26 mei 1652, althans omstreeks die
+
erop te duiden, da t zij van het platteland afkomstig was. Marinus van
datum werd begraven. Hij was in feite niet de vader, maar de
+
Oosten wordt in 1548 als poorter van Bergen op Zoom vermeld. Indien
grootvader van de pastoor die het „Quartierboeck” heeft samengesteld.
+
hij zich met zijn vrouw vóór 1548 van elders komende in de stad heeft
 +
gevestigd, dan kunnen we voor hun herkomst niet op zijn poorterinschrijving
 +
afgaan, want de poorterboeken ten Gemeente-archieve van Bergen
 +
op Zoom vertonen een hiaa t van 1522-1629. Misschien, da t in de stadsrekeningen
 +
nog iets te vinden zou zijn in verband met de verantwoording
 +
van het verschuldigde poorterrecht.
 +
 
 +
12
 +
 
 +
hebben verloren. Hij was toen in staat zelf in zijn levensonderhoud
 +
te voorzien, zodat hij een voogd in feite niet meer nodig
 +
had en hij voor handlichting of, zoals de Latijnse term luidt:
 +
„venia aetatis” in aanmerking kwam.
 +
 
 +
Opvallend is in dit verband, dat de getuige bij Abraham’s
 +
ondertrouw Symon Jaspers (Perduyn) helemaal geen familie van
 +
hem was. De heer Greidanus noemt hem een stiefoom. Hij was
 +
gehuwd met de weduwe van Abraham’s oom Christiaen Mariniszn.
 +
Dit was bepaald ongewoon. Het laat zich alleen verklaren, als
 +
we aannemen, dat er een zeer hechte band tussen Abraham en
 +
zijn oom Christiaen heeft bestaan, een nauwe relatie, die op de
 +
weduwe Digna Porrenaer en tenslotte ook op haar tweede echtgenoot
 +
is overgegaan. We kunnen dit denkbeeld nog iets a an scherpen:
 +
Oom Christiaen moet Abraham’s voogd en pleegvader
 +
zijn geweest. Dientengevolge was Symon Jaspers (Perduyn), die
 +
ooms plaats in de familie had ingenomen, de aangewezen persoon
 +
om bij Abraham’s huwelijk het „zonder ouders en voogden”
 +
uit te spreken. Duidelijk lijkt bovendien, dat Christiaen van Nispen,
 +
Abraham’s tweede zoon, de voornaam van zijn oudoom
 +
heeft gekregen. Dit zou niet recht denkbaar zijn, als oom Christiaen
 +
in Abraham’s leven niet een bijzondere rol zou hebben
 +
gespeeld als voogd en pleegvader en wellicht ook nog als erflater!
 +
 
 +
Vóór de geduchte brand van 1911 bevatte de Grote of Oude
 +
Kerk te Vlissingen, bij de stichting aan St. Jacob gewijd, oom
 +
Christiaen’s grafschrift met naam en overlijdensdatum: „Christiaen
 +
Marinisse van Oosten (de) alias Cramer sterf den 13 September
 +
a° 1584” . Deze overlijdensdatum past volkomen in het
 +
beeld: Abraham als minderjarige zonder voogd achterblijvend,
 +
nochtans in staat zich zelfstandig in de maatschappij te han d haven.
 +
Merkwaardig is, dat in dit grafschrift abusievelijk „Oostende”
 +
staat in plaats van „Oosten” . Voor P. K. Dommisse
 +
was het een reden om de laatste lettergreep van „Oostende”
 +
tussen haakjes te zetten 19. Mr. P. G. Bloys van Treslong Prins
 +
daarentegen geeft de integrale tekst zonder wijziging of commentaar
 +
°. Eerstgenoemde merkt in zijn toelichting nog op,
 +
dat Christiaen 29 mei 1579 voorkomt als deken van de schutterij
 +
21. Heel interessant is een rekeningpost van 1568, waarin wij
 +
Christiaen betrappen in de uitoefening van zijn kramersbedrijf:
 +
 
 +
„Betaelt Christiaen Mariniszn. de somme van driendertich ponden drie scellingen
 +
zes penningen over zeeckere leveringe van nagels ende anders, ghelevert
 +
tot behouffvan ’s konincx wercken tot Vlissinghe binnen ’t ja e r dezer rekening-
 +
 
 +
19. P. K. Dommisse, Eenige grafschriften uit de afgebrande St. Jacobskerk
 +
te Vlissingen met archivalische toelichtingen in A rchief van het Zeeuwsch
 +
Genootschap der Wetenschappen XIX-1913, blz. 41-42 onder nr. 42.
 +
 
 +
20. P. C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden
 +
in en uit de kerken der provincie Zeeland (Utrecht, 1919),
 +
blz. 304 onder no. 42.
 +
 
 +
21. De auteur geeft als verwijzing: „Extract Resolutieboek, gemerkt no. 13,
 +
op 29 mei 1579” . Volgens het Voorwoord (1913), blz. 11 was de bergplaats
 +
toen: „Bibl. O. Arch. Vliss. no. 4050” . Thans: Gemeente-archief van
 +
Vlissingen inv. no. 5112 „Extracten uit de resolutiën van wet en raad
 +
1578-1760 (ca. 1760)” , afkomstig van Mr. Johannes Mauritz, blz. 2. Met
 +
betrekking tot de dekens van de drie traditionele schuttersgilden - de
 +
handboogschutters onder p a tro n a at van St. Sebastiaan, de kruis- of voetboogschutters
 +
onder pa tro n a at van St. Joris en de schutterij van den
 +
Bussche ofwel de Kolveniers - constateert dezelfde auteur op grond van
 +
voornoemde bron, d a t ze omstreeks 1580 door het stadsbestuur van Vlissingen
 +
nog wel in belangrijke zaken werden geraadpleegd, hier nog aan
 +
toevoegend, da t de regenten der stad uit de voornaamste leden van de
 +
schuttersgilden plachten te worden gekozen: P. K. Dommisse in Archief
 +
van het Z eeuwsch G enootschap der Wetenschappen X V I -1910, blz. 149.
 +
 
 +
13
 +
 
 +
PLAATJE
 +
 
 +
Eigenhandige kwitantie van Christiaen Marinissen
 +
Craraer voor de betaling van geleverde spijkers
 +
bestemd voor de geconfisqueerde huizen dd. 12 april 1576
 +
Afb. 1; foto Rijksarchief in Zeeland
 +
 
 +
he, volgende zijn billiet ende quictancie hier overeelevert, ergo hier de voors...
 +
X X X I I I £ I I I s. VI d.” 22.
 +
 
 +
Afkomstig van Bergen op Zoom is Christiaen 14 mei 1569
 +
poorter van Vlissingen geworden23. Een samenvatting van onze
 +
nieuw verworven kennis kan als volgt luiden:
 +
 
 +
Christiaen Marinisz. van Oosten alias Cramer, kramer van beroep,
 +
leverancier van spijkers en ander materiaal aan Philips
 +
II in 1568 ten behoeve van in Vlissingen uit te voeren werken,
 +
poorter van Vlissingen sedert 1569, vermeld als deken van de
 +
schutterij in 1579, j Vlissingen 13 september 1584.
 +
 
 +
We kunnen hieraan nog toevoegen, dat Christiaen in 1577 en
 +
1578 het huis de Flessche aan de Zuidstraat te Vlissingen als
 +
eigenaar blijkt te bewonen24.
 +
 
 +
Digna Porrenaer, zijn vrouw, behoorde tot een Vlissings regen-
 +
 
 +
22. Algemeen Rijksarchief’s-Gravenhage, Archief van de Xassause Domeinraad
 +
inv. Hingman no. 10002 „Reeckeninghe Jasp e rs Mulders rentmeestere
 +
van den demeynen ancommende de Conincklijke Majesteit binnen
 +
der stede van Vlissinghe van den ja re beginnende Catherina XVC zevenentzestich,
 +
eyndende ten ghelijcken dage XVC achtentzestich” (St. Catharin
 +
a vallende op 25 november), fol. 17. Helaas is de bijbehorende kwitantie
 +
niet bewaard gebleven. Wel tro f de heer Greidanus in het archief van de
 +
Rekenkamer van Zeeland een andere kwitantie in verband m et de levering
 +
van spijkers aan, door Christiaen Marinissen Cramer 12 april 1576 eigenhandig
 +
geschreven en getekend, die hier wordt afgebeeld. Zie hierna noot 41.
 +
 
 +
23. Gemeente-archief van Vlissingen, bibliotheek no. 4507 Alfabetische
 +
naamlijst van Simon van der Swalme: Christiaan Marinus met verwijzing
 +
n a ar het oorspronkelijke poorterboek, fol. 71 verso. Vgl. noot 8.
 +
 
 +
24. Gemeente-archief van Vlissingen, collectie P. K. en C. P. I. Dommisse
 +
inv. no. 4: Afschrift van het kohier van de honderdste penning van Vlissingen
 +
van 1577, d a t in het Rijksarchief in Zeeland verloren is gegaan,
 +
blz. 1 met verwijzing n a a r het oorspronkelijke kohier, fol. 1. - Gemeentearchief
 +
van Vlissingen inv. no. 5424 Afschrift van het kohier van de
 +
twintigste penning van Vlissingen van 1578, da t eveneens in het Rijksarchief
 +
van Z eeland ontbreekt, blz. 1 met verwijzing alsvoren. - Fotocopieën,
 +
die ik van de gemeente-archivaris van Vlissingen mocht ontvangen, wijzen
 +
uit, da t het huis in 1577 getaxeerd werd op ruim 133 pond, in 1578 op
 +
ruim 166 pond. Vgl. Jaarverslagen betreffende het Archiefwezen en de
 +
Oudheidkundige Verzameling der gemeente Vlissingen over het ja a r
 +
1907, blz. 11. Zie tevens noot 52 hierna.
 +
 
 +
14
 +
 
 +
tengeslacht2a. Christiaen zelf is ondanks deze verbintenis, al wist
 +
hij het tot deken van de schutterij te brengen, nooit voor een
 +
regentenfunctie in aanmerking gekomen. Zijn Doopsgezindheid
 +
stond dit naar mijn oordeel in de weg. Heel terecht heeft
 +
de heer Greidanus opgemerkt, dat Abraham Adriaens zijn Doopsgezindheid
 +
aan zijn moeder’s familie o n tleen t26.
 +
 
 +
Aan Simon Jaspers Parduyn alias Perduyn, geboortig van Veere,
 +
heeft C. de Waard een levensbeschrijving gewijd, die helaas
 +
al te beknopt en hierdoor weinig bevredigend is uitgevallen27.
 +
Prins Willem van Oranje heeft hem kort voor hij door moordenaarshand
 +
zou vallen op voordracht van de Staten van Zeeland
 +
tot notaris benoemd. Als zodanig werd hij door het Hof van
 +
Holland en Zeeland 27 ju n i 1584 met Veere als standplaats
 +
geadmitteerd28. Bij gebreke van minuut-akten is het de vraag,
 +
of hij het notariaat ooit uitgeoefend heeft. Al in de aanvang
 +
van 1586 treffen wij hem te Middelburg in een totaal andere
 +
positie aan: als rentmeester van Walcheren en „appenditiën”
 +
tot betaling van ten laste van de Staten van Zeeland uitstaande
 +
re n te n 29. Bovendien is zijn huwelijk met Digna Porrenaere, de
 +
weduwe van Christiaen van Oosten alias Cramer hier 25 mei 1586
 +
gesloten, is hij bij de vernieuwing van de wet vervolgens schepen
 +
van Middelburg geworden en 24 augustus 1586 ouderling
 +
van de Hervormde gemeente. Regentenfuncties vielen hem de
 +
komende jaren met een zekere regelmaat ten deel: zo was hij
 +
raad van Middelburg, toen hij Abraham Adriaense in 1588 als
 +
bruidegom begeleidde, is hij tot drie maal toe als burgemeester
 +
opgetreden en twee ja ren lang door de stad in de Staten van
 +
Zeeland afgevaardigd tot hij uiteindelijk 26 oktober 1596 als
 +
lid van de pas opgerichte Rekenkamer van Zeeland werd beëdigd
 +
30. Hij bekleedde dit ambt vanwege Prins Maurits als
 +
Eerste Edele tot zijn overlijden te Middelburg op 5 oktober
 +
 
 +
25. C. A. van Woelderen, Lijst van Baljuws, Burgemeesters, Schepenen,
 +
Raden, Pensionarissen, Secretarissen en Rentmeesters van Vlissingen in
 +
Ja a rb o ek van het Centraal Bureau voor Genealogie 11-1948, blz. 19-20
 +
onder de nrs. 64, 75 en 93. Vgl. P. K. Dommisse (1913), blz. 48 en 50
 +
de grafschriften nrs. 53 en 54 met toelichting.
 +
 
 +
26. Kenmerkend voor de Doopsgezinden was destijds, d a t zij geen regentenfuncties
 +
konden bekleden, kenmerkend evenzeer hun afwijzing van wapengeweld.
 +
Pas v ijfja a r na Christiaen van Oosten’s dood, in 1589 konden de
 +
Doopsgezinden te Vlissingen voor het eerst de door hen gewenste vrijstelling
 +
van de wacht afkopen tegen betaling van 150 pond per ja a r: H. P.
 +
Winkelman (1875), blz. 33. Overigens was de algemene burgerwacht of
 +
dienstplicht buiten de schuttersgilden om in wijkverband georganiseerd:
 +
P. K. Dommisse (1910), blz. 149.
 +
 
 +
27. C. de Waard in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Derde
 +
deel (Leiden, 1914), kol. 958. Voor zover niet anders aangegeven zijn de
 +
verstrekte gegevens a an dit artikel ontleend.
 +
 
 +
28. L. W. A. M. Lasonder, De archieven van de rechtbanken, weeskamers
 +
en notarissen, die over het tegenwoordige grondgebied der provincie Zeeland
 +
gefungeerd hebben. De Zeeuwsche eilanden 1456-1811(1852)-
 +
(’s-Gravenhage, 1914), blz. 612-613. Vgl. Algemeen Rijk sarch ief’s-Gravenhage,
 +
Archief H o f van Holland en Zeeland inv. no. 5929 Admissieregister
 +
van notarissen 1525-1647, fol. 96.
 +
 
 +
29. Jh r. Dr. G. F. Sandberg vermeldt in zijn Inventaris van de archieven
 +
van de Rekenkamer van Zeeland, Deel I I (1973) onder no. 996 Symon
 +
Parduyn’s eerste rekening betreffende de „rentieren” , de rentetrekkers op
 +
Walcheren over 1586, d.w.z. het rendantsexemplaar met verwijzing n a ar
 +
het ook bewaarde exemplaar van de Rekenkamer. Zoals gebruikelijk
 +
opent deze rekening met zijn aanstellingsakte d.d. 9 december 1585. Aan
 +
de benoeming waren - zo blijkt - zeven ja re n van trouwe dienst aan den
 +
lande van Zeeland voorafgegaan, kennelijk in lagere functies.
 +
 
 +
30. Afgevaardigd in de Staten van Zeeland sedert 1 november 1594: gedrukte
 +
Notulen van de Staten. Benoeming in de Rekenkamer van Zeeland: idem
 +
d.d. 21 augustus en 4 oktober 1596. Zijn rentmeesterschap moest S.
 +
Parduyn in verband met deze benoeming opgeven.
 +
 
 +
15
 +
 
 +
PLAATJE
 +
 
 +
Anoniem olieverf op paneel, 73,5 x 62
 +
Simon Jasp e rs Parduyn (f 1612)
 +
Afb. 2; Zeeuwsch Museum
 +
foto Wim Riemens, Middelburg (legaat J h r. Mr. J . de Witte van Citters)
 +
 
 +
1612. Treffend is het in dit verband, dat hij op zijn portret in
 +
het Zeeuws Museum een gouden keten draagt m et een penning,
 +
die het borstbeeld van de Prins v e rto o n t31.
 +
 
 +
Vermoedelijk is het aan het fortuin, dat Digna Porrenaere ten
 +
huwelijk meebracht, te danken, dat Simon Parduyn zich ook als
 +
koopman heeft onderscheiden. Zo behoorde hij tot de vierentwintig
 +
vooraanstaande kooplieden, die zich te Middelburg in
 +
1589 onder leiding van Balthasar de Moucheron aaneensloten om
 +
de overzeese handel in goede banen te leiden en hiertoe als
 +
„college der consuls” de sanctie van het stadsbestuur kregen32.
 +
Van Simon en zijn broeder Willem Parduyn, de apotheker, is
 +
voorts bekend, dat zij in hun hof als eersten in Zeeland zeldzame
 +
uitheemse planten kweekten33.
 +
 
 +
Er is alle reden ons nu tot Abraham's ouders te wenden:
 +
Adriaen Aertsz. en Maeycke Marinusdr. (van Oosten). Hun geboortejaren
 +
zijn bij benadering te bepalen. Daar Adriaen 2 april
 +
1540 poorter van Vlissingen is geworden, zal hij omstreeks
 +
 
 +
31. E. W. Moes, Iconographia Batava II (Amsterdam, 1905), blz. 186 onder
 +
no. 5738. C. de Waard (1914), kol. 958. De Conservatrice v an het Zeeuws
 +
Museum liet op mijn verzoek een foto maken, die hierbij wordt gereproduceerd.
 +
 
 +
32. J . H. de Stoppelaar, Balthasar de Moucheron — Een bladzijde uit de
 +
Nederlandsche handelsgeschiedenis tijdens den Tachtigjarigen Oorlog
 +
(’s-Gravenhage, 1901), blz. 46-47. Vgl. W. S. Unger in Economisch-Historisch
 +
Ja arboek, Drie en twintigste deel — 1947, blz. 4-5. Simon Perduyn
 +
blijkt in 1593 met Balthasar de Moucheron in rekening-courant te staan:
 +
Rijksarchief Z eeland, Handschriftenverzameling inv. no. 195.
 +
 
 +
33. W. S. Unger, De geschiedenis van Middelburg in omtrek (Middelburg,
 +
1954), blz. 67-68.
 +
 
 +
16
 +
 
 +
1513/’15 geboren zijn. Zijn zwager Hans Marijnszn. van Ooslen
 +
kwam - naar we reeds vaststelden - omstreeks 1538 te wereld.
 +
Maeycke's geboorte laat zich stellen op omstreeks 1533/’35. Tussen
 +
man en vrouw constateren we dus een groot leeftijdsverschil.
 +
Voor Adriaen zou het een tweede huwelijk geweest kunnen
 +
zijn, maar het heeft weinig zin hierover te speculeren. Toen
 +
hun zoon Abraham geboren werd, was de vader omstreeks vijftig
 +
ja a r, de moeder omstreeks dertig ja a r oud. Hier mogen we het
 +
wel op houden.
 +
 
 +
Het beperkte bronnenmateriaal, dat ons ter beschikking
 +
staat, levert voor Adriaen aanvullende gegevens op, die we niet
 +
genoeg kunnen waarderen. Maeycke houdt zich op de achtergrond
 +
helaas onzichtbaar.
 +
 
 +
Allereerst is daar de rekening, die ons Christiaen Marinszn.
 +
toonde in de uitoefening van zijn kramersbedrijf. De beide
 +
zwagers - zo blijkt - kwamen toen - in 1568 - in hun beroep
 +
overeen:
 +
 
 +
„Betaelt Adriaen Aertszn. de somme van zesse ponden vijff scellingen zes
 +
penningen over de leveringhe van zeeckere nagels bij hem ghelevert binnen
 +
tijde dezer rekeninghe, zoe tot behouff van de ghevangenis als anders volgende
 +
zijn billiet ende quictancie hier overghelevert, ergo hier de voors... V I £ V s
 +
VI d .” 34.
 +
 
 +
Een kanttekening bij het opschrift van de betrokken afdeling
 +
„Reparatiën ghedaen an de ghevangenisse tot V lissinghe” luidt
 +
als volgt:
 +
 
 +
„Bij zekere brieven van mijnen heeren van der finantie in date den XXen
 +
octobris X V 'L X V III is desen rentmeester belast geweest de gevangene poirte
 +
te doen souffissantelijck repareren hem niettemin eerst informerende oft ’t
 +
zelve tot laste van Zijne Majesteit behoirt te commen ende daernaer vernomen
 +
hebbende heeft bevonden da t de reparatien der voirs. gevanckenisse altoos
 +
gestaen hebben tot laste van den heere soe oick van gelijcken doen reparatien
 +
van de gevanckenisse tot M iddelburg, die van de penningen van Zijne M ajesteit
 +
betaelt werden, zoe de voirs. rentmeester verclaert heeft” 3o.
 +
 
 +
Adriaen Arents(sen) blijkt in 1577 en 1578 woonachtig te zijn
 +
in een huurhuis aan de Lange Noordstraat te Vlissingen36.
 +
 
 +
Kort geleden - het bovenstaande was reeds geschreven -
 +
wist de heer Greidanus van Mevrouw M. L. J . van Nispen tot
 +
Sevenaer-barones van Voorst tot Voorst toestemming te verkrijgen
 +
tot het raadplegen van de brieven van C. de Waard,
 +
die de heer Kruimel al in 1983 had benut. Dit leverde nog een
 +
aantal zeer welkome gegevens o p 37.
 +
 
 +
Uit het onderzoek van C. de Waard leren wij Adriaen Arentsz.
 +
Cramer kennen als borg voor de pacht van een molen: 28 september
 +
155738. Als een der dekens van de schutterij is hij
 +
betrokken bij de aankoop van een gebouw voor een nieuw
 +
 
 +
34. Aangehaalde rekening, fol. 31 verso. Vgl. noot 22.
 +
 
 +
35. Idem, fol. 30.
 +
 
 +
36. Aangehaalde kohieren van 1577 en 1578, respectievelijk blz. 75 met verwijzing
 +
n a ar fol. 16 verso en blz. 57 met verwijzing n a a r fol. 18. Dank
 +
zij de van de gemeente-archivaris van Vlissingen ontvangen fotocopieën
 +
viel vast te stellen, da t de getaxeerde huurwaarde van ruim 33 pond
 +
aanzienlijk beneden die van het huis van Christiaen Marinussen blijft. Vgl.
 +
noot 24 en P. K. Dommisse (1913), blz. 112, noot 1. Zie tevens noot 52
 +
hierna.
 +
 
 +
37. Voor zover mogelijk heb ik met behulp van de heer Greidanus de huidige
 +
vindplaats opgespoord, maa r dit is niet altijd gelukt.
 +
 
 +
38. Voor de desbetreffende akte gold destijds als verwijzing: Verspreide stukken
 +
in bibliotheek van handschriften te Vlissingen 1540-1600, doch ze is
 +
thans onvindbaar. C. de Waard heeft waarschijnlijk niet het bezegelde
 +
charter, m aa r een afschrift onder ogen gehad. De in noot 22 aangehaalde
 +
rekening wijst in elk geval uit, dat de wind- en watermolens te Vlissingen
 +
ten bate van de heer verpacht werden.
 +
 
 +
17
 +
 
 +
stadhuis te Vlissingen: 30 oktober 15593y. Adryaen Arts „kramar
 +
tot Vlissingen” treedt te Axel als borg op voor Joorys Schepyns
 +
of wel Schepens; de desbetreffende, ongedateerde akte, die van
 +
omstreeks 1570 moet zijn, toont zijn ondertekening met naam,
 +
beroep en m e rk 40. Adriaen Aertsz■ betaalt van 1573 tot 1575 de
 +
door hem verschuldigde huur voor een huis, vermoedelijk een
 +
pakhuis, aan de Korte Zelke41.
 +
 
 +
PLAATJE
 +
 
 +
Handtekening van Adriaen Arts, kramer te Vlissingen,
 +
als borg voor de nakoming van een contract met
 +
inbegrip van zijn koopmansmerk ca. 1570
 +
Afb. 3; foto Alg. Rijksarchief Gemeente-archief Axel
 +
 
 +
Het echtpaar laat zich thans op grond van de bijeengebrachte
 +
gegevens als volgt beschrijven:
 +
 
 +
Adriaen Aertszn. alias Arents(en), afkomstig van Bergen op
 +
Zoom, poorter van Vlissingen 2 april 154*', kramer en deken
 +
van de schutterij aldaar, leverancier van spijkers aan Philips
 +
II in 1568 ten behoeve van herstelwerkzaamheden aan de gevangenis,
 +
woonachtig in een huurhuis aan de Lange Noordstraa
 +
t te Vlissingen, f vóór 1 mei 1584, trouwde (mogelijk in
 +
tweede echt) Maeycke Marinusdr. (van Oosten), f vóór 1 mei 1584,
 +
dr. van Marinus Jansz■ van Oosten en Digne N.N.
 +
 
 +
N.B. Abraham Adriaense moet zijn ouders vóór 1 mei 1584 verloren
 +
hebben, omdat de kerkrekeningen, waarin het begraafrecht verantwoord
 +
is, op deze d atum een aanvang nemen en hun namen in deze
 +
rekeningen niet voorkomen. Toen moeder Maeycke overleden was -
 +
misschien reeds vóór 1580, maa r op zijn laatst niet lang da arn a -
 +
moet h a ar broeder Christiaen van Oosten alias Cramer als voogd van
 +
moederskant zijn opgetreden. Denkbaar is, da t er bij het overlijden
 +
van vader Adriaen geen familielid van zijn kant bij de hand was om
 +
zijn plaats in te nemen en Abraham hierdoor nooit een voogd van
 +
vaderszijde heeft gehad.
 +
 
 +
39. Volgens C. de Waard gaat het om twee akten van dezelfde datum. Ze
 +
moeten m.i. in het Rijksarchief in Zeeland deel hebben uitgemaakt van
 +
een dossier, da t - n a ar P. K. Dommisse (1910), blz. 94 meedeelt - toen
 +
nog niet geordend was. Spijtig genoeg viel niet na te gaan, wat er sinds
 +
1910 van dit dossier geworden is.
 +
 
 +
40. Gemeente-archief van Axel - eertijds Rijksarchief Zeeland, Rechterlijk
 +
archief van Axel en Axelambacht inv. no. 767 tussen stukken betreffende
 +
de boedel van Aechte Bens. De gemeente-archivaris van Axel was zo goed
 +
mij fotocopieën te verschaffen. De handtekening van Adriaen Aerts wordt
 +
hier afgebeeld.
 +
 
 +
41. C. de Waa rd verwijst n a ar de rekeningen van de rentmeester Michiel
 +
Adolfs van de geconfisqueerde wereldlijke goederen te Vlissingen van
 +
1573-1578: RijksarchiefZeeland, A rchiefvan de R ekenkamer, Rekeningen
 +
B 2444-2448. Deze zijn echter in 1940 tenietgegaan, terwijl de acquitten
 +
bewaard zijn gebleven. Onder de acquitten behorend bij de rekening van
 +
1 mei 1573 tot 1 mei 1574 B 2444 bevindt zich een lijst inzake de verhuring
 +
van de betrokken panden van 21 april 1573 voor de termijn van één jaa r.
 +
Hierin komt Adriaen Aertszn. voor als h u u rd e r van het huis van Mr. Adriaen
 +
Iseman aan de „Corte Selcke” n aast „de backerie van Anthuenis Godefroidt”.
 +
Alle acquitten van genoemde ja re n zijn tezamen ondergebracht in een
 +
omvangrijk pak. Bij de acquitten B 2446 w erd de hier afgebeelde kwitantie
 +
van Christiaen Marinissen aangetroffen.
 +
 
 +
H. L. Kruimel heeft opgemerkt, dat Abraham’s maatschappelijke
 +
positie boven die van Adriaen Aerts alias Arents uitstak.
 +
Vader Adriaen stond in financiële welstand onmiskenbaar bij
 +
zijn zoon Abraham, maar ook bij zijn zwager Christiaen van Oosten
 +
ten a c h te r42. Aan de andere kant dient Adriaen’s maatschappelijke
 +
positie als deken van een der drie schuttersgilden te Vlissingen
 +
toch niet te worden o nderschat43. Nageslacht van Christiaen
 +
van Oosten is niet bekend. Het heeft er alle schijn van, dat
 +
hij geen kinderen heeft nagelaten en dat Abraham zijn fortuin
 +
aan oom Christiaen te danken had. Mijns inziens lijdt het geen
 +
twijfel, dat het fortuin, dat we bij vader Adriaen nog missen,
 +
maar dat de zoon Abraham volop ter beschikking had, de m a a tschappelijke
 +
opgang van het geslacht in hoge mate heeft bepaald.
 +
 
 +
Verheugend is het dat we een nieuwe stamreeks nog met
 +
een oudere generatie kunnen beginnen:
 +
 
 +
I. Aert Claussone, volgens een Bergen op Zoomse rentebrief
 +
t vóór 7 februari 1527, tr. Magdalene P e te rsd r f na 7 februari
 +
1527.
 +
 
 +
N.B. De stamvader liet vier minderjarige kinderen na: Jan, Adriaen,
 +
Lynken en Heylken, die onder voogdij stonden van zijn broeder Jan
 +
Claussone van Nispen u .
 +
 
 +
Als mogelijke ouders van Adriaen Aertszn., die 2 april 1540
 +
poorter van Vlissingen werd, heeft Jh r. Mr. A. J . M. van
 +
Nispen tot Pannerden ons Aerde Claussone en Magdalena Petersdr.
 +
in zijn eerder vermelde verhandeling voorgesteld. Nu deugdelijk
 +
aangetoond is, dat Adriaen Aertszn. de vader van Abraham
 +
Adriaens en de grootvader van Christiaen van Nispen moet zijn,
 +
is het mijns inziens verantwoord Jan Claussone van Nispen als
 +
zijn oom te erkennen40.
 +
 
 +
Genoemde auteur heeft de oom en voogd met aan zekerheid
 +
grenzende waarschijnlijkheid weten te identificeren met Jan
 +
Claeszn. alias Jan Clauszn. van Nispen, geboren omstreeks 1477,
 +
timmerman van beroep, eigenaar van het huis het Ho f van
 +
Gelre aan de Vismarkt te Bergen op Zoom, van 1518 tot 1549
 +
vermeld. Opmerking verdient, dat de auteur zijn Bergen op
 +
Zoomse gegevens in hoofdzaak te danken had aan onderzoek
 +
door C. A. de Kruijff al vóór 1900 voor de familie verricht.
 +
 
 +
De tweede generatie, Adriaen Aertszn. alias Arentsen en Maeycke
 +
Marinusdr. (van Oosten) werd inmiddels behandeld. We mogen
 +
bij nader inzien constateren, dat man en vrouw in maatschappelijk
 +
niveau met elkaar overeenkomen, nu gebleken is, dat de
 +
één een timmerman te Bergen op Zoom tot oom, en de ander
 +
een timmerman in die stad tot vader had.
 +
 
 +
42. Dit laatste werd al eerder in noot 36 geconstateerd.
 +
 
 +
43. C. de Waard kon vaststellen, gelijk vermeld, da t Adriaen Aerts in zijn
 +
hoedanigheid van deken van de schutterij 30 oktober 1559, toen Vlissingen
 +
een nieuw stadhuis nodig had, betrokken was bij de aankoop van een
 +
daartoe bestemd gebouw. Vgl. noot 21.
 +
 
 +
44. Gemeente-archief van Bergen op Zoom, Rechterlijke archieven inv. R.
 +
334, fol. 11 verso. Dankbaar ben ik de gemeente-archivaris van Bergen
 +
op Zoom, die een fotocopie te mijner beschikking stelde. ,Jan Claussoene
 +
van Nispen” treedt hier op „als voight ende tot behoeff van Aerde Claussoene
 +
zijns broeders vier weeskinderen geheeten Jan, Adriaen, Lynken ende Heylken,
 +
dair moeder aff is Magdalene Petersdochter”. De voornaam Aerde behoort
 +
n a ar mijn mening tot Aert te worden herleid, als het om de man zelf, niet
 +
om de kinderen gaat.
 +
 
 +
45. Merkwaardigerwijze is de redactie van Nederland’s Adelsboek hierop
 +
vooruitgelopen door in d e jrg n . 1969 en 1977 de veronderstelde stamvader
 +
het aureool van zekerheid te geven om hier enkele ja re n later - in 1984
 +
- van terug te komen.
 +
 
 +
19
 +
 
 +
Abraham Adriaens vormt in een nieuwe stamreeks de derde
 +
en laatste generatie, die zich zonder geslachtsnaam pleegt aan
 +
te dienen:
 +
 
 +
III. Abraham Adriaens (van Nispen), geb. Vlissingen, koopman
 +
aldaa r sedert 1586, pachter van de bierimpost 1586-1589, collecteur
 +
van de verse vistol 1590, gegoed in Vlissingen, tevens
 +
in Breskens, Groede en West-Souburg, gezworene van het waterschap
 +
Groede en Baanst in 1618, schonk zijn helft van een
 +
huis aan de Peperdijk te Vlissingen aan de Doopsgezinde gemeente
 +
aldaar in 1637, f Vlissingen (begraafrecht betaald 13)
 +
maart 1638, tr. Middelburg 7 augustus 1588 Digna Bollaert,
 +
ged. Antwerpen (St. Walburgskerk) 6 februari 1565, j Vlissingen
 +
(begraafrecht betaald 17) jan u a ri 1596, dr. van Anthonis
 +
Bollaert en Digna Piggen.
 +
 
 +
N.B. Ook voor Abraham wist de heer Greidanus in de brieven van
 +
C. de Waard nog nadere gegevens te vinden: hij procedeert te Vlissingen
 +
al in 158646, als collecteur van de verse vistol a ldaar in 15904'.
 +
Voor zijn functie van gezworene vermocht de heer Greidanus een
 +
verwijzing te geven n a ar het archief van het waterschap Groede en
 +
B a an s t48.
 +
 
 +
Hiermede zijn drie generaties voor een nieuwe stamreeks
 +
geboden. Dank zij een moderne klapper op de poorterboeken
 +
ben ik bij aanvullend onderzoek in het Gemeente-archief van
 +
Bergen op Zoom nog een zeer welkom gegeven van vóór 1518
 +
op het spoor gekomen: Jan Clausz-, timmerman van beroep,
 +
afkomstig uit Nispen, is er 12 februari 1501 als poorter ingeschreven49.
 +
Met deze vondst is het onderhavige geslacht tot
 +
zijn oorsprong herleid. Bovendien staat nu'duidelijk vast, dat
 +
de geslachtsnaam aan de plaats van herkomst ontleend door
 +
de stamvader en diens nakomelingen ruim een eeuw niet gevoerd
 +
is, m.a.w. latent is gebleven - een verschijnsel, dat bij
 +
ervaren genealogen bekend is.
 +
 
 +
Tenslotte heb ik in verband met mijn bewijsvoering nog het
 +
een en ander onder de aandacht te brengen. De heer Greidanus,
 +
die zijn onderzoek met zeldzame volharding voortzet, verrast
 +
mij op het allerlaatst met een rekeningpost uit de oude archieven
 +
van Breskens: „Sr. Abraham Adriaensen van Nispe aen interest
 +
van 60 £ Vlaems verscheenen tot den 23en November 1632 de
 +
somme van - - £ 3-7-0” 50. Hier doet zich de hoge uitzondering
 +
voor, dat Abraham nog tijdens zijn leven een drieledige naam
 +
 
 +
46. Rijksarchief Zeeland, Archief van de landsvierschaar te Vlissingen inv.
 +
no. 1262, fol. 268 verso: een vonnis van 7 okt. 1586, waarbij de vleeshouwer
 +
Comelis Jansen tot betaling aan Abraham Adriaensen wordt veroordeeld wegens
 +
geleverd bier met inbegrip van de accijns. Nader onderzoek heeft
 +
de heer Greidanus geleerd, da t Abraham destijds geen pachter van de
 +
bieraccijns was. Het betreft evenwel een vordering van 1582. Christiaen
 +
Marinissen blijkt toen pachter geweest te zijn. Het komt mij derhalve
 +
aannemelijk voor, d a t Abraham hier optreedt als erfgenaam van zijn oom.
 +
 
 +
47. Gemeente-archief V eere - eertijds Rijksarchief Zeeland, Rechterlijk a rchief
 +
van Veere inv. no. 251 rol van civiele zaken, fol. 247, 261 verso en
 +
265: inschrijvingen van 7 juli, 25 sept. en 2 okt. 1590.
 +
 
 +
48. Oud-archief van het waterschap Groede en Baanst inv. no. 191, fol. 56
 +
verso en inv. no. 619 d.d. 15 aug. 1618.
 +
 
 +
49. In de chronologische lijst van poorters komt Jan Clausz. voor onder no.
 +
1484. Een Aert Claesz. vinden we 31 augustus 1520 als poorter ingeschreven
 +
onder no. 2374. De vraag, of hi] Jan Clauszns. broeder zou zijn, laat zich
 +
wel stellen, maa r niet beantwoorden, d a a r in zijn geval de plaats van
 +
herkomst onvermeld is gebleven evenals trouwens zijn beroep.
 +
 
 +
50. Gemeente-archief Oostburg, Oude archieven van Breskens inv. no. 37
 +
originele parochierekening afgehoord 14 dec. 1637, bevattende achterin
 +
„Staet ende inventaris daermede de stede Breskens jegenwoordicht is
 +
belast” . Het gaat in deze staat om de vierde post van boven.
 +
 
 +
20
 +
 
 +
voert: voornaam, patronym en geslachtsnaam in de voor zijn
 +
tijd, voor iemand van zijn positie zo normale combinatie. Al
 +
eerder heb ik aangetoond, dat Abraham’s toenaam Adriaense als
 +
patronym dient te worden opgevat51. We vinden het hier bevestigd.
 +
Wie het zou wagen aan deze rekeningpost te tornen, laadt
 +
de verdenking op zich de bronnen naa r zijn hand te willen
 +
zetten. Dit kan de ware genealoog zich evenmin als de ware
 +
historicus permitteren. Overigens legt deze rekeningpost ons
 +
de plicht op Abrham’s geslachtsnaam in de stamreeks toe te
 +
voegen, zij het tussen haakjes, zoals ik inmiddels heb gedaan.
 +
 
 +
Dank zij de heer Greidanus kan nog een belangrijk gegeven
 +
tot klaarheid worden gebracht. Ditmaal is C. de Waard weer
 +
de goede geest op de achtergrond. H. L. Kruimel ging er reeds
 +
van uit, dat Abraham Adriaense poorter van Vlissingen moest
 +
zijn geweest en voelde het als een pijnlijk gemis, dat elke aanduiding
 +
hieromtrent leek te ontbreken. Daarentegen leidde hij
 +
uit een van zijn voorgangers brieven af, dat Abraham 5 mei
 +
1601 als poorter van Middelburg voor zou komen. Ik moet
 +
bekennen, d a t ik met dit poorterschap van Middelburg anno
 +
1601 niet goed raad wist. Inmiddels kon de heer Greidanus
 +
achterhalen, dat C. de Waard zijn bron weliswaar in het Rijksarchief
 +
in Middelburg vond, maar dat het niettemin om het
 +
poorterschap van Vlissingen g a a t51.
 +
 
 +
Nu we weten, dat Abraham Adriaens (van Nispen) poorter van
 +
Vlissingen is geweest, terwijl tevens vaststaat, dat hij daar ter
 +
stede niet als nieuwe poorter staat ingeschreven, is de onafwendbare
 +
conclusie, dat Abraham zijn poorterschap aan zijn
 +
vader ontleent. Christiaen van Nispen is hiermee als vader van
 +
Abraham eens en voor al uitgesloten. Hij was geboren Dordtenaar
 +
en evenmin als Abraham heeft hij het poorterschap van
 +
Vlissingen op latere leeftijd verworven. Men treft zijn naam
 +
onder de nieuwe poorters van Vlissingen niet aan. Voor Christiaen
 +
van Nispen is deze uitslag in zoverre positief, d a t zijn nagedachtenis
 +
nu van alle blaam gezuiverd is: hij heeft geen dubbelleven
 +
geleid tussen Dordrecht en Vlissingen, geen vrouw en
 +
kind te kort gedaan.
 +
 
 +
In de nieuwe opzet van de stamreeks kon de aanduiding
 +
„poorter van Vlissingen” bij Abraham Adriaens (van Nispen) gevoegelijk
 +
achterwege blijven. Het spreekt hier immers vanzelf,
 +
d at het poorterrecht sinds 1540 van vader op zoon is overgegaan,
 +
in feite op alle nakomelingen in de manlijke lijn zo lang
 +
ze te Vlissingen gevestigd bleven32.
 +
 
 +
III. Epiloog.
 +
 
 +
Dit artikel heeft de bedoeling Adriaen, de traditionele vader
 +
van Abraham Adriaens (van Nispen) te rehabiliteren. Een analyse
 +
 
 +
51. Het lijkt mij dienstig in dit verband nog een treffende bijzonderheid aan
 +
te tekenen. Toen ik na van de heer Greidanus bepaalde aanwijzingen
 +
ontvangen te hebben persoonlijk het Rijksarchief in Zeeland bezocht,
 +
bleek mij, da t in het archief van de Rekenkamer van Zeeland D 6067
 +
David Oillaertszn. in de „Extracten” behorend bij zijn derde rekening als
 +
aangehaald in noot 6 op Abraham’s toenaam een bijzondere schrijfwijze
 +
toepast: „Adriaens sn” met een kleine open ruimte tussen „Adriaens” en
 +
„sn” , een spelling, die ons m.i. verbiedt deze toenaam als achternaam
 +
op te vatten. We treffen deze schrijfwijze tweemaal aan: 12 okt. 1600 en
 +
8 mei 1601. De tweede keer wordt Abraham als „poorter dezer stede” ,
 +
d.w.z. poorter van Vlissingen aangeduid.
 +
 
 +
52. Uiteindelijk blijkt het kohier van de twintigste penning van Vlissingen
 +
in noot 24 als ontbrekend opgegeven toch in het Rijksarchief in Zeeland
 +
aanwezig te zijn. Als voorlopige signatuur geldt: Archief R ekenkamer C
 +
(acq.) 860*.
 +
 
 +
21
 +
van de gepubliceerde kwartierstaat heeft zijn geloofwaardigheid
 +
aangetoond. Een aansluitend onderzoek heeft bovendien
 +
aangetoond, dat Abraham’s toenaam Adriaens(e) niet als geslachtsnaam
 +
heeft gefungeerd en daarom op te vatten is als
 +
een zuiver patronym. Vervolgens is het gelukt Adriaen Aertsz.,
 +
die 2 april 1540 poorter van Vlissingen werd, als Abraham’s
 +
ware vader te herkennen, doordat hij de hiervoor vereiste hoedanigheden
 +
in zijn persoon bleek te verenigen.
 +
 
 +
De laatste schrijver over een bepaald onderwerp is altijd in
 +
het voordeel ten opzichte van zijn voorgangers. Dit geldt voor
 +
mij in betrekking tot de artikelen van onze medeleden H. L.
 +
Kruimel (1983) en Mr. G. J . J . van Wimersma Greidanus
 +
(1989). De lezer zal beseffen, dat ik het met de strekking van
 +
deze artikelen niet eens ben. Aan de andere kant zou ik mijn
 +
eigen verhandeling niet hebben kunnen schrijven, als ik niet
 +
van de vele waardevolle gegevens in deze artikelen gebruik
 +
had kunnen maken. Bovendien kon ik profiteren van welkome
 +
aanwijzingen, die de tweede auteur mij in nader contact heeft
 +
verstrekt.
 +
 
 +
Mocht mijn bijdrage naa r algemeen oordeel Abraham’s afstammingsprobleem
 +
tot een oplossing hebben gebracht, dan
 +
hoop en vertrouw ik, dat dit als resultaat van ons drieër inspanning
 +
zal worden gezien. Hierbij teken ik aan, dat ook het werk
 +
van overleden onderzoekers zoals C. A. de Kruijff, C. de W aard
 +
en J h r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden mijns inziens
 +
in ere dient te worden gehouden.
 +
 
 +
Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst!
 +
 
 +
door M r . G . J J - v a n W im er sm a G r e id a n u s .
 +
 
 +
De titel van mijn vorige artikel over dit onderwerp 1 bestond
 +
uit een vraag, waarop het antwoord „neen” bleek te luiden:
 +
van verschillende zijden werd ongeloof erover uitgesproken dat
 +
iemand met de naam Adriaens een Christiaen tot vader zou kunnen
 +
hebben. Ons medelid Drs. J . Fox heeft zich tot tolk der
 +
ongelovigen gemaakt door niet alleen mijn stelling te bestrijden
 +
maar bovendien met een alternatief te komen. Aan de hand
 +
van zijn betoog wil ik hieronder mijn zienswijze toelichten en
 +
de juistheid ervan aantonen.
 +
 
 +
De stelling van Drs. Fox dat Abraham Adriaense een zoon zou
 +
zijn geweest van Adriaen Aertsen uit Bergen op Zoom, die op 2
 +
april 1540 poorter van Vlissingen werd, is naar mijn stellige
 +
overtuiging onhoudbaar, zoals hieronder zal blijken. Zolang
 +
die stelling onbewezen is, wijst trouwens niets erop dat deze
 +
Adriaen Aertsen iets met een familie Van Nispen of met de plaats
 +
Nispen te maken heeft gehad en de naam Van Nispen van Abraham’s
 +
nageslacht blijft aldus onverklaard. Weliswaar herhaalt
 +
Drs. Fox de poging van Jh r. van Nispen tot Pannerden om het
 +
gezochte verband te leggen door de veronderstelling dat Adriaen
 +
Aertsen dezelfde zou kunnen zijn als Adriaen die op 7 februari
 +
1527 in Bergen op Zoom wordt vermeld als een der vier minderjarige
 +
kinderen van wijlen Aerde Claussone, broer van Jan
 +
Claussone van Nispen, maar dat is niet meer dan een hypothese,
 +
 
 +
1. Tot goed begrip dient het onderstaande te worden gelezen in samenhang
 +
met „Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst?” in: De Nederl.
 +
Leeuw 1989, k. 66 e.v.
 +
 
 +
2. Ondanks het ontbreken van enig bewijs heeft de redactie van Nederland’s
 +
Adelsboek deze visie in de ja a rg an g 1969 overgenomen en in 1977 herhaald.
 +
 
 +
22
 +
 
 +
waarvan de laatstgenoemde auteur zich trouwens terdege bewust
 +
i s 2. Ook is het waar dat Amandus van Nispen3 een in het
 +
Frans vertaalde Adriaen Aertsen als vader van zijn overgrootvader
 +
Abraham ten tonele voert in de kwartierstaat van zijn grootvader
 +
Christiaen van Nispen, maar de gegevens van deze kwartierstaat
 +
kunnen onmogelijk van Abraham afkomstig zijn, gezien
 +
het onjuiste geboortejaar van diens zoon en de onjuiste namen
 +
van diens echtgenote’s grootouders: hij moet in ieder geval
 +
toch geweten hebben d at zijn schoonvader een Anthonis zoon was.
 +
 
 +
Op zichzelf beschouwd, behoeft de inhoud van de kwartierstaat
 +
nog niet direct op bemoeienis van Je a n de Launay te
 +
wijzen. Echter, het deel 2D van de collectie Van Spaen bij de
 +
Hoge Raad van Adel, waarin de kwartierstaat van Christiaen
 +
van Nispen voorkomt, bevat tevens een verder uitgewerkte kwartierstaat
 +
Van Nispen-Bollaert4 en daar blijkt onmiskenbaar de
 +
invloed van De Launay bij de vermelding van de echtparen
 +
Pierre van Nispen x Florence de Vriese van den Oostende en Arnoul
 +
van Nispen x Dorothee van Lanchriet. Immers, Je a n de Launay
 +
noemt deze echtparen eveneens in zijn „geslachtboom, bevestigt
 +
ende voor Edel bewaerheyt binnen Brussel den X X IV der
 +
Maent Julie 1666” laatstgenoemde Arnoul van Nispen is bij De
 +
Launay de vader van Adrien van Nispen, echtgenoot van Marie
 +
van Oosten. Amandus van Nispen heeft na deze Arnoul twee generaties
 +
tussengevoegd, namelijk Arnoul van Nispen x Anne van
 +
Schengen en Arnoul van Nispen x Jaqueline van Wissenkercke6, zodat
 +
Adriaen van Nispen bij Amandus een Arnoudszoon blijft, maar een
 +
andere moeder krijgt. Het bestaan van al deze echtparen kon
 +
nimmer door authentieke stukken worden aangetoond en inmiddels
 +
werd J e a n de Launay ontmaskerd als fantast en falsaris.
 +
Alleen al om die reden lijkt het onverantwoord om de door
 +
hem opgediste Adriaen van Nispen in enig verband te brengen
 +
met Adriaen Aertsen die in 1540 poorter van Vlissingen werd.
 +
Gaan wij ten overvloede nog na wie de opdracht voor de vervaardiging
 +
van d e geslachtsboom aan De Launay kan hebben
 +
gegeven, dan leert ons een blik op de genealogie der Zeeuwse
 +
Van Nispen’s (bij wie de gegevens van De Launay uitmonden)
 +
dat alleen Amandus van Nispen of diens oom en voogd Jacob van
 +
Nispen in aanmerking kunnen komen. Gezien zijn kennelijke
 +
belangstelling voor deze zaken is het overduidelijk dat Amandus
 +
van Nispen de opdrachtgever moet zijn geweest.
 +
 
 +
3. Zijn personalia, medegedeeld in De Nederl. Leeuw 1989, k. 76, behoeven
 +
op één punt verbetering: hij was geen kapelaan in Goes, maar pastoor
 +
van de landsparochie van Zuid-Beveland van 1680 tot 1682 en vestigde
 +
zich aansluitend in Gouda alvorens n a ar Zoetermeer te vertrekken (de
 +
katholieke doop- en trouwregisters werden over deze periode door hem
 +
bijgehouden; zie verder: Kerkgeschiedenis van Goes, door pa te r Franciscus
 +
Claus, 18de eeuw). Volgens Batavia Sacra, sive Res Gestae etc.
 +
(Brussel, 1714) was Amandus van Nispen tevoren pastoor in Middelburg
 +
(deel II, blz. 281).
 +
 
 +
4. Pag. 193 t/m 203. De mededelingen die Amandus van Nispen hier doet zijn
 +
op sommige punten strijdig met die van pag. 2: de moeder van Maria
 +
van Oosten heet op pag. 2 Digna van der Schoof, op p ag. 195 Helena van der
 +
Schoof. Jaqueline van Wissenkercke is op pag. 2 dochter van Antoine, op pag.
 +
195 dochter van Fran^ois.
 +
 
 +
5. J . B. Rietstap, Wapenboek van den Nederlandschen Adel, deel II, blz.
 +
40 e.v.
 +
 
 +
6. Rietstap schrijft deze tussenvoeging aan Van Spaen toe, niet wetend dat
 +
het desbetreffende deel in diens collectie van de hand van Amandus van
 +
Nispen is. Dit laatste blijkt zonneklaar bij vergelijking met het handschrift
 +
van Amandus als pastoor v an de landsparochie van Zuid-Beveland (DTB
 +
’s-Heerenhoek 13, dd. 9 jan . 1680 en later; op die pagina zijn notitie:
 +
„Me Amando van Nispen Agri Goezani vulgo dicti Zuitbeverlant Pastore
 +
Baptizati” ).
 +
 
 +
23/24
 +
 
 +
PLAATJES
 +
 
 +
Afb. 1
 +
 
 +
18de eeuw (1758)
 +
Interieur van de Doopsgezinde kerk te Vlissingen
 +
Doopsgezinde gemeente, Vlissingen
 +
 
 +
Afb. 2
 +
 
 +
Ca. 1895
 +
Gebouw waarin de Gereformeerde kerk te Vlissingen diensten hield voordat de
 +
zgn. Middelkerk aan de Korte Vrouwenstraat werd gebouwd en in gebruik
 +
genomen, 1890-1899. Dit gebouw stond a an de Peperdijk
 +
(thans Scheldeterrein). Vóór 1890 was het de Doopsgezinde kerk
 +
Gemeente-archief Vlissingen
 +
 
 +
Afb. 3
 +
 
 +
De handtekening van Abraham Adriaens dd. 5 sept. 1622
 +
Oud-archief van het Waterschap
 +
Groede en Baanst, inv. nr. 330, fo. 36
 +
 
 +
Afb. 4
 +
 
 +
De handtekening van Christiaen Abrahams van Nispen dd. 20 m aa rt 1631
 +
Archief R aad van Vlaanderen,
 +
Afb. 4 inv. nr. 125, akte nr. 12.
 +
 
 +
25
 +
 
 +
Een ander argument dat tegen Adriaen Aertsen als vader van
 +
Abraham Adriaense en als echtgenoot van Maria van Oosten pleit,
 +
is het wel zeer vroege ja a r van zijn poorterschap: 1540 ligt nog
 +
ruim vóór de eerste vermelding van Maria''s vader (1548). Maria1
 +
s (vermoedelijk oudste, want naa r zijn grootvader genoemde)
 +
broer Hans of Jan van Oosten was bij zijn executie in 1569
 +
ongeveer 30 ja a r oud; hij moet dus omstreeks 1540 zijn geboren.
 +
Adriaen Aertsen, die in dat ja a r poorter werd, was derhalve het
 +
tijdsbestek van een generatie ouder dan Maria, hetgeen hem
 +
als haa r echtgenoot weliswaar niet uitsluit, maar toch minder
 +
waarschijnlijk maakt.
 +
 
 +
Volledigheidshalve zij opgemerkt dat een Adriaen Adriaensen
 +
uit Bergen op Zoom op 17 september 1583 poorter van Vlissingen
 +
w e rd 7. Hij past chronologisch beter dan Adriaen Aertsen,
 +
maar ook bij hem is er geen enkele Nispen-relatie aanwijsbaar.
 +
Dat laatste is wèl het geval bij de nog beter in de tijd passende
 +
Adriaen Joess van Nispen, wiens dochter Maeyken Aeriaens op 4
 +
november 1587 te Bergen op Zoom ondertrouwde met Roeland
 +
der Weduwe uit Brussel . Dit spoor, dat zo’n kleine eeuw geleden
 +
reeds gevolgd w e rd 9, blijkt echter eveneens dood te lopen: in
 +
tegenstelling tot Roelof der Weduwe komt Abraham Adriaense in
 +
het geheel niet voor in het rechterlijk archief van Bergen op
 +
Zoom en deze Adriaen Joess van Nispen heeft kennelijk geen andere
 +
kinderen gehad dan de bedoelde dochter.
 +
 
 +
Het is trouwens ondenkbaar dat een toponymische achternaam,
 +
zoals door Drs. Fox verondersteld, pas door de derde
 +
generatie, bijkans een eeuw na de vestiging in Vlissingen voor
 +
het eerst zou zijn gebruikt en even ondenkbaar is het dat een
 +
bestaande familienaam langer dan een eeuw (van 1527 tot
 +
1631) in onbruik zou zijn geweest om dan plotseling zo uitbundig
 +
te herleven.
 +
 
 +
Van meer importantie dan dit alles is echter de hoogst merkwaardige
 +
omstandigheid dat Abraham Adriaense nooit ofte nimmer
 +
de naam Van Nispen heeft gebruikt. Dit is onverklaarbaar
 +
als hij werkelijk een zoon zou zijn geweest van Adriaen Aertsen
 +
(van Nispen?) of van Adriaen Joess van Nispen of van enige andere
 +
Adriaen van Nispen, in aanmerking genomen dat Christiaen Abrahams
 +
reeds geruime tijd voor zijn vaders dood de naam Van
 +
Nispen wèl gebruikte. Kennelijk was „Adriaens” niet combineerbaa
 +
r met „van Nispen”, want de consequentheid waarmee Abraham
 +
Adriaens(e) uitsluitend onder die naam naa r buiten trad,
 +
is dermate opvallend dat zij niet kan worden afgedaan als een
 +
simpele weglating van „van Nispen”, hetzij als tijdsbeeld, modeverschijnsel,
 +
nonchalance of iets van dien aard: er moet meer
 +
achter zitten. Neem bij voorbeeld de akte van 20 nov. 1641 10,
 +
waarbij compareren Christiaen Abrahams van Nispen en Heyndrick
 +
Grave causa uxoris, „erfgenamen ten sterffhuyse van Abraham
 +
Adriaenssen haerl. vader salr.”: wat had er nu meer voor de
 +
hand gelegen dan hier de naam Van Nispen te herhalen achter
 +
Abraham Adriaenssen, wanneer deze werkelijk de zoon van een
 +
Adriaen van Nispen zou zijn geweest? In hetzelfde archief bevindt
 +
zich een reeks van akten van het ja a r 165011 die telkenmale
 +
worden gevolgd door retroacta en wel uit de ja ren 1612, 1614,
 +
1615, 1618, 1619, 1620 en 1625, waarbij verscheidene percelen
 +
land en schorren in Groede en omgeving door Abraham Adriaense
 +
 
 +
7. G.A. Vlissingen, Bibliotheeknr. 4507.
 +
 
 +
8. DTB Bergen op Zoom.
 +
 
 +
9. C.B. v. Genealogie, Coll. Van Oo rd t van Bunschoten 4e, dossier Van
 +
Oosten I.
 +
 
 +
10. Arch. Vrije van Sluis 720, nr. 61.
 +
 
 +
26
 +
 
 +
werden gekocht. Steeds heet hij in die retroacta Abraham
 +
Adriaense en steeds heet zijn zoon in 1650 Christiaen Abrahams
 +
van Nispen, dit laatste met één uitzondering: op 21 april 1650
 +
heet de zoon alleen Christiaen Abrahams12; dat is nu zo’n voorbeeld
 +
van nonchalance. Het w aterschapsarchief toont hetzelfde
 +
beeld: Abraham Adriaens komt verscheidene malen onder die
 +
naam voor als ingelande en gezworene en zelfs verschijnt in
 +
1622 en 1623 zijn originele handtekening: „Abraham Adriaenss”
 +
z o n d e r „van Nispen”. Christiaen van Nispen daarentegen ondertekent
 +
in de ja ren 1641-1650 steeds mèt „van Nispen” en Abraham
 +
van Nispen doet dat in 1652 eveneens l3.
 +
 
 +
Voor dit consequent volhouden van de benaming van vader
 +
en zoon moet een verklaring bestaan en deze kan m.i. niet
 +
anders luiden dan dat er geen Adriaen van Nispen als vader van
 +
Abraham Adriaense geweest is. Met andere woorden: Adriaense is
 +
geen patroniem. Conclusie: Abraham gebruikte de a c h t e r n
 +
a a m Adriaense en dat is volkomen verklaarbaar w anneer zijn
 +
oom en tante Adriaen Adriaense en Anna van Nispen zich als pleegouders
 +
over hem ontfermden toen hij nog een kind was. Bij
 +
Adriaen Adriaense zelf was „Adriaense” al geen patroniem meer;
 +
zijn vader heette immers Daniël Adriaense Daniëlszone 14.
 +
En laten we wèl zijn, het feit dat vroegere onderzoekers het
 +
 
 +
11. Arch. Vrije van Sluis 728, resp. fs. 235, 105, 241, 102, 233, 108, 236, 96,
 +
36 en 99. Ook in de ononderbroken reeks rekeningen van de dubbele
 +
honderdste penning sta at Abraham Adriaens consequent aldus te boek als
 +
eigenaar van een boomgaard in West-Souburg in alle jaren van 1603 t/m
 +
1640; in 1641 staan Abram Adriaens’ erfgenamen als eigenaars genoteerd,
 +
in 1642 en later (zijn schoonzoon) Heyndrick {de) Grave (Arch. Rekenkamer
 +
van Zeeland C 4874-4913). Die boomgaard was, jo n g beplant, op 6 mei
 +
1592 door Abraham Adriaens gekocht en deze werd toen biersteker binnen
 +
Vlissingen genoemd (Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 1458).
 +
 
 +
12. Arch. Vrije van Sluis 728, f. 96. - Christiaen noemt zich reeds op 20 m aa rt
 +
1631 voluit „Christijaen Abrs van Nispen” in een eigenhandig geschreven
 +
en ondertekende verklaring over gebruik van de dijk van de Pieter de
 +
Roodepolder (Arch. Raad van V laanderen, in Recht. arch. Zeeuws V laanderen
 +
125, akte nr. 12).
 +
 
 +
13. Oud-archief van het Waterschap Groede en Baanst, inv.nrs. 326 (1616/
 +
’17), fs. 5v, 17; 328 (1618/’19), f. 21; 329 (1619/’20), fs. 1, 23, 24 (de
 +
handtekening van Abraham Adriaens is uitgeknipt, tegelijk met die van
 +
Jacob Cats\); 330 (1620/’21), f. 36 (handtekening dd. 5 sept. 1622); 331
 +
(1622/’23), fs. 20 (Abraham Adriaenss heeft 200 gleuij, d.w.z..schoven riet
 +
of stro, geleverd), 24 (zijn handtekening dd. 13 sept. 1623); 332, f. 28
 +
(proces over de havenschorren van Groede dd. 18 april 1624); inv.nrs.
 +
345-354 (1641-1650); 356 (1651 / ’52), f. 15v. - Uit processtukken over de
 +
eigendom van de Havenschorren (inv.nr. 234) blijkt dat Jan Lambrechts
 +
Cool, Pieter van Hecke en Abraham Adriaens deze schorren in 1610 hadden
 +
bedijkt en d a t er in 1613 en 1618 al over de eigendomsrechten geprocedeerd
 +
werd. De omloper van 1617 (inv.nr. 249) laat zien da t Abraham
 +
uiteindelijk 156 gemeten 203 roeden land in het waterschap bezat, verdeeld
 +
over een groot aantal percelen en gedeeltelijk samen met Pieter van
 +
Hecke. Ca. 1640 blijkt alles te zijn verdeeld tussen Abraham’% zoon en
 +
schoonzoon enerzijds en de erfgenamen van Pieter van Hecke anderzijds
 +
(inv.nr. 250).
 +
 
 +
14. De N ederl. Leeuw 1983,k. 2 30.-Abraham Adriaense komt tientallen malen,
 +
steeds onder die naam (dikwijls afgekort tot Ab Adrns) voor in de legger
 +
van gebouwde en ongebouwde eigendommen in de stad Vlissingen betreffende
 +
transporten en plechten (R.echt. arch. Zeeuwse Eilanden 750, 751
 +
en 752) in de periode 1622-1637 (ook op 20 dec. 1599 met zijn weeskind
 +
Adriaen en op 3 nov. 1611 met zijn drie wezen; resp. 750, f. 304 en 751,
 +
f. Ir, f. lv). Toch is er één uitzondering op h et gegeven d a t Abraham Adriaens
 +
niet als Van Nispen vermeld wordt: in de op 14 dec. 1637 afgehoorde
 +
parochierekening van Breskens staat de boeking van rente over 60 pond
 +
door de stad geleend kapitaal (evenals in de voorgaande rekening van
 +
1634) ten gunste van Abraham Adriaenss, maar achterin, in de rubriek
 +
„Staet en inventaris daer mede de stede Breskins jegenwoordicht is b elast”
 +
wordt hij „Sr. Abraham Adriaenss van Nispe” genoemd (Oude archieven
 +
van Breskens, inv.nrs. 37 en 40). Tegen het einde van zijn leven was
 +
blijkbaar in bredere kring bekend da t Abraham een Van Nispen was, ook
 +
 
 +
27
 +
 
 +
vanzelfsprekend vonden en er geen probleem van maakten om
 +
Adriaense als patroniem op te vatten, is er nu ju ist de oorzaak
 +
van dat in al die ja re n geen oplossing kon worden gevonden.
 +
Precies drie eeuwen voordat Jh r. van Nispen tot Pannerden in
 +
1967 de mogelijkheid .van Adriaen Arents als vader van Abraham
 +
Adriaense voor het eerst opperde, toverde - zoals wij zagen -
 +
J e a n de Launay al een Adriaen van Nispen uit zijn hoed nadat
 +
hij van Amandus van Nispen had vernomen dat diens overgrootvader
 +
Abraham Adriaense heette. En ruim twee eeuwen later,
 +
toen, n a a r aanleiding van de verschijning van de stamreeks
 +
Van Nispen in Rietstap’s Wapenboek van den Nederlandschen
 +
Adel, hernieuwde pogingen werden aangewend om de waarheid
 +
te achterhalen, werd nog steeds naa r een Adriaen van Nispen
 +
gezocht die de vader van Abraham Adriaense zou moeten zijn.
 +
Het lijkt inderdaad zö vanzelfsprekend om een dergelijke „gewone”
 +
gang van zaken te veronderstellen dat alle vroegere
 +
onderzoekers van die vanzelfsprekendheid het slachtoffer zijn
 +
geworden en ook Drs. Fox ontkomt niet aan voortborduring
 +
op het gebruikelijke stramien. Maa r nu pas, nu de archieven
 +
beter toegankelijk zijn geworden, blijkt de bovenbedoelde consequentheid
 +
van de naamgeving in zijn volle omvang, zodat
 +
ook nu pas de reeds geformuleerde conclusie kan worden getrokken.
 +
 
 +
Drs. Fox noemt Adriaen Abrahams, het in 1599 en 1600 vermelde
 +
weeskind van Abraham Adriaense en stelt dan dat dit kind
 +
Adriaen Adriaense had moeten heten als Adriaense een geslachtsnaam
 +
is. Die term heb ik niet gebruikt, maar zelfs in dat geval
 +
zou ik die conclusie niet willen trekken: het kind was een Abrahamszoon
 +
en kan dus heel goed Abrahams genoemd worden. Wèl
 +
zou ik een andere conclusie willen trekken uit het feit dat het
 +
kind Adriaen Abrahams zonder „van Nispen” heet, en ook zijn
 +
zuster niet als Van Nispen voorkomt (wel na h a a r dood, maar
 +
dat kan aan de naam van haa r broer Christiaen van Nispen ontleend
 +
zijn), terwijl anderzijds Christiaen (vrijwel) steeds mèt de
 +
naam Van Nispen verschijnt. Deze conclusie luidt dat Christiaen
 +
van Nispen een bestaande namencombinatie was en dat in deze
 +
broer een Christiaen van Nispen vernoemd werd die werkelijk
 +
geleefd heeft. Dat kan alleen Christiaen van Nispen uit Dordrecht
 +
zijn geweest.
 +
 
 +
Drs. Fox loochent de D ordtse connectie van Abraham Adriaense.
 +
M a a r die connectie werd door Kruimel aangetoond - althans
 +
zeer aannemelijk gemaakt - met zijn ontdekking dat Abraham
 +
 
 +
al bleef deze zelf zich tot zijn dood Adriaense noemen. Wij zijn getuige
 +
van het ontstaan van het grote genealogische misverstand da t na drie en
 +
een halve eeuw nog steeds blijkt te bestaan: de boekhouder vat door „van
 +
Nispe” toe te voegen achter „Abraham Adriaenss” deze laatste naam als
 +
patroniem op. Abraham was er niet bij aanwezig om de man op zijn
 +
vergissing a tten t te maken.
 +
 
 +
Het hoeft nauwelijks betoog d a t de wijze w aarop Adriaense gespeld werd
 +
(voetnoot 51 van Drs. Fox) volslagen irrelevant is: iedere klerk schreef
 +
de namen zoals hij gewend was en velen van hen zullen, begrijpelijkerwijze,
 +
in de naam Adriaense een patroniem hebben gehoord en dienovereenkomstig
 +
hebben gespeld. Zo komen naast Adriaens, Adriaenss, Adriaense,
 +
Adriaensse, Adriaensen en Adriaenssen ook Adriaensz (b.v. Rekenkamer C 9,
 +
f. 6 en D 6066, f. 4), Adriaens z (Recht. arch. Veere 252, f. 228 en idem
 +
404, akte dd. 29 mei 1593) en zelfs, afgekort, Adr z (Rekenkamer C 4874,
 +
f. 30v) voor. Typerend is d a t dezelfde transactie verschillende spellingswijzen
 +
kan opleveren indien hij door verschillende klerken geregistreerd
 +
werd: bij de plecht van 20 dec. 1599 ten behoeve van Abraham's weeskind
 +
werd zijn toenaam „Adriaensz” gespeld in Rekenkamer D 6066, f. 4 maar
 +
„Adriaense” in Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 750, f. 304. Wèl van belang
 +
is u iteraard hoe Abraham Adriaens zijn naam zelf spelde. Blijkens zijn
 +
handtekening deed hij d a t met een lange dubbele slot-s.
 +
 
 +
28
 +
 
 +
Adriaense zijn echtgenote vond in de kring van aanverwanten
 +
van Adriaen Adriaense, de echtgenoot van Anna van Nispen uit
 +
D o rd re ch tl5. Naar m ijn mening trouwde Abraham Adriaense met
 +
het nichtje van zijn pleegvaders zwager Alexander van Eyewerve.
 +
Bovendien was Adriaen Adriaense’s oom Gheerde van Baerle verwant
 +
aan Abraham Adriaense’% schoonmoeder Digna Piggen16.
 +
Dat alles zou in de lezing van Drs. Fox puur toeval moeten zijn.
 +
 
 +
Omgekeerd kan na de bedoelde vondst van Kruimel geconstateerd
 +
worden dat het Dordtse geslacht Van Nispen een Christiaen
 +
van Nispen heeft voortgebracht op een zodanig tijdstip dat
 +
hij precies past als grootvader van die latere Christiaen van
 +
Nispen, Abraham’s zoon. Er zijn geen vernuftige kunstgrepen
 +
nodig om tot het inzicht te komen dat de oudste Christiaen van
 +
Nispen natuurlijk de grootvader moet zijn van zijn jongere
 +
naamgenoot. De consequentheid waarmee Abraham zich uitsluitend
 +
en alleen Adriaens(e) noemt, doet de rest: hij gebruikte die
 +
naam als achternaam omdat hij behoorde tot het gezin van
 +
een Adriaense en het lijkt toch niet te ver gezocht om deze laatste
 +
dan te vereenzelvigen met Adriaen Adriaense, de zwager van
 +
Christiaen van Nispen, die in het nabije Middelburg woonde. (In
 +
dit verband zij opgemerkt dat bij de ondertrouw van Abraham
 +
Adriaense met Digna Bollaert in Middelburg op 23 juli 1588 niet
 +
vermeld stond dat het huwelijk ook in Vlissingen werd afgekondigd;
 +
dit wijst erop d at Abraham toen in Middelburg woonachtig
 +
was 17).
 +
 
 +
Als Abraham Adriaense een echte zoon van Adriaen Adriaense
 +
geweest was, dan zou hij zich misschien ooit Abraham Adriaense
 +
Adriaenszone hebben genoemd, zoals Adriaen Adriaense zelf zich
 +
soms Adriaen Adriaense Danielszone noemde. Ook zouden dan
 +
Abraham’s kinderen de naam Adriaens(e) hebben gedragen.
 +
Maar Abraham combineert de naam Adriaense nooit met een
 +
patroniem en zijn kinderen heten geen Adriaense. Conclusie:
 +
Abraham gebruikte wel de naam Adriaense, maar hij behoorde
 +
 
 +
15. De Nederl. Leeuw 1983, k. 251/252.
 +
 
 +
16. De Nederl. Leeuw 1983, k. 234 en 251. Alexander van Eyewerve woonde in
 +
1585 te Middelburg. In 1584/’85 was hij pachter van de impost op de
 +
malerij aldaar; in 1585/’86 van de malerij binnen Arnemuiden (Rekenkamer
 +
C 6, fs. 3v en 28v).
 +
 
 +
17. Verzameling stukken betreffende de familie V an N ispen, geinventariseerd
 +
door H. L. Kruimel, inv.nr. 8, brieven van C. de Waard, nrs. 13 en 16:
 +
als het huwelijk ook in Vlissingen was afgekondigd, dan had da t in
 +
Middelburg vermeld moeten zijn. „j.g. van Vlissinghe” betekent: d aar
 +
geboren, niet d a a r wonend of onlangs gewoond hebbend. De Waard
 +
concludeert: „het is niet onwaarschijnlijk da t Abraham met of zonder zijn
 +
ouders (van ca. 1580 tot 1588) te Middelburg heeft gewoond” . De akte
 +
van 7 okt. 1586 van de landsvierschaar van Vlissingen (Recht. arch.
 +
Zeeuwse Eilanden 1262, f. 268v) waarin Abraham Adriaensen voor de eerste
 +
keer genoemd wordt, vermeldt zijn woonplaats niet; er moet aan hem
 +
worden betaald wegens koop en levering van bier en excijs volgens het
 +
boek van Cornelis Thomas anno 1582. Vermoedelijk treedt Abraham Adriaens
 +
hier op namens de weduwe van deze Cornelis Thomas, want ook op 2 nov.
 +
1588 procedeert hij namens h a a r in Veere (Recht. arch. Zeeuwse Eilanden
 +
289, f. 160). Cornelis Thomas (van Ziericxzee) was in 1581/’82 pachter van
 +
de bierimpost in de stad en ten plattenlande van Vlissingen, in 1582/’83
 +
van de bieren binnen de stad (deze pacht werd op 1 april 1582 voor zes
 +
maanden onderbroken door die van Abraham’s oom Christiaen Marinusz■
 +
van Oosten) en van de wijnen ten plattenlande, in 1583 van de bieren
 +
binnen Middelburg (Arch. Rekenkamer van Zeeland C 4, fs. 16, 26 en
 +
37v; 5, f. 3). - Overigens is het onjuist d a t Abraham Adriaense op 5 mei
 +
1601 als poorter van Middelburg zou zijn vermeld (De Nederl. Leeuw
 +
1983, k. 253 en 1989, k. 74); dit berust op verkeerde interpretatie van
 +
brief nr. 12a van C. de Waard: ten rechte koopt Abraham Adriaenss op 8
 +
mei 1601 een huis in Vlissingen, als poorter van die stad (Bijlagen 40e
 +
penning, Extracten uit het register van verlijden en passeringen der stad
 +
Vlissingen, in Acquitten Rekenkamer D 6067).
 +
 
 +
29
 +
 
 +
niet tot het geslacht Adriaense. Dat is verklaarbaar als hij geen
 +
echte, maar een pleegzoon van Adriaen Adriaense was. Geheel
 +
en al hypothetisch is dit dus niet: er is sprake van een wel
 +
degelijk beredeneerbare gevolgtrekking.
 +
 
 +
De volgorde van naamgeving van Abraham’s kinderen lijkt
 +
mij niet van wezenlijk belang: het is zeer wel denkbaar dat
 +
Abraham zich nader heeft gevoeld tot zijn pleegvader dan tot
 +
zijn echte vader die hem al in zijn prille jeugd ontvallen was,
 +
en zodoende eerst zijn pleegvader en pas d aa rna zijn echte
 +
vader heeft vernoemd. Het gebruik van de achternaam Adriaense
 +
wijst eveneens in die richting.
 +
 
 +
Als Adriaens(e) werkelijk een patroniem zou zijn, is het onverklaarbaar
 +
dat Abraham zich n o o i t „van Nispen” noemt.
 +
Mocht zijn doopsgezinde eenvond daarvan de oorzaak zijn,
 +
waarom heeft deze zich dan niet bij zijn eveneens doopsgezinde
 +
zoon Christiaen, die zich altijd „van Nispen” noemt, gemanifesteerd?
 +
Nogmaals: het is ondenkbaar dat Abraham in zijn lange
 +
leven en zelfs in zijn handtekening, terwijl hij een Van Nispen
 +
was, altijd met een patroniem zou hebben volstaan. Wederom
 +
moet de conclusie zijn: Adriaense was géén patroniem en het
 +
zoeken naa r een Adriaen als vader van Abraham is zinloos. Een
 +
„ongewone” oplossing is bittere noodzaak!
 +
 
 +
Laten we thans de twee achttiende-eeuwse overleveringen
 +
onder de loupe nemen die Abraham ten tonele voeren met p atroniem
 +
èn familienaam, respectievelijk Abraham Adriaenszoon van
 +
Nispen en Abraham Christiaenszoon van Nispen. De eerste naam
 +
komt voor in een stuk geschiedschrijving van de doopsgezinde
 +
gemeente van Vlissingen anno 1757 „uit kerkelijke papieren
 +
en andere egte stukken nagespoort” 18 en is ontleend aan het
 +
inmiddels verloren gegane rekeningboek dat op 27 maart 1637
 +
a a n v in g 19. Op die datum zou „Abraham Adriaensz van Nispen”
 +
zijn helft van een woon- of pakhuis op de Peperdijk aan de
 +
Doopsgezinde gemeente hebben geschonken, terwijl de andere
 +
helft van „deszelfs zoon Christiaan Abrahamsz van Nispen en eenen
 +
Hendrik de Greve” werd gekocht20. Het is nog maar de vraag of
 +
er in de rekening van 1637 werkelijk Abraham Adriaensz van
 +
Nispen heeft gestaan, maar zelfs als dat zo zou zijn, behoeft dat
 +
geen verwondering te wekken: men wist ju ist bij de doopsgezinde
 +
gemeente natuurlijk heel goed dat Abraham, hoewel hij zich
  
Onze medeleden H. L. Kruimel en Mr. G. J . J . van Wimersma
+
18. Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 31, p. 6.
Greidanus hebben belangwekkende artikelen in dit m aandblad
+
gewijd aan de afstamming van Abraham, de vader van
+
  
1. Hoge Raad van Adel te ’s-Gravenhage, collectie Van Spaen, no. 2 D.
+
19. Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 31, p. 133.
  
3
+
20. In werkelijkheid werd het huis op 27 m aa rt 1637 door Heyndrick de Grave
 +
en Christiaen Abrahams van Nispen - kennelijk namens de doopsgezinde
 +
gemeente - gekocht, toen het bij ordonnantie van de ontvanger der stadsrenten
 +
openbaar verkocht werd. Op 21 ju li 1628 had Abraham Adriaens
 +
een hypotheek van 200 pond op het huis verstrekt. In de ja re n 1640/’41
 +
werd het verbouwd tot doopsgezinde vermaning. Als belending van een
 +
huis achter de W alstraat staat het te boek als „Ab Adrns huys genaempt
 +
de dooperschekercke” . Aangezien de doopsgezinde gemeente aanvankelijk
 +
geen rechtspersoonlijkheid bezat, bleef het huis op naam van de familie
 +
Van Nispen staan; bij stadsresolutie van 4 sept. 1773 werd de kerkeraad
 +
gelast het gebouw met erf in het register van eigendom op naam van de
 +
kerk te doen transporteren (arch. Doopsgez. gem. Vlissingen 67, iuncto
 +
Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 751, resp. fs. 248 en 183). Hetzelfde
 +
gebeurde met het huis en erf op de hoek van de Korte Vrouwestraat en
 +
de Korte Vlamingstraat „genaamt de Mennonite Erve” (751, f. 219): het
 +
stond en bleef staan op naam van „Ab Adriaense” . Voordat de Vlissingse
 +
doopsgezinden hun kerk a an de Peperdijk betrokken, vergaderden zij aan
 +
de Oostzijde van de Oude Haven, in het vierde huis van de Kerkstraat
 +
(en wel in het achterhuis bij de Grote kerk), welk huis eveneens eigendom
 +
was van Abraham Adriaens en later van Hendrik Grave (751, f. lv. iuncto
 +
arch. Doopsgez. Gem. Vlissingen 31, p. 5); Abraham had da t huis gekocht
 +
op 8 mei 1601 (zie noot 17).
  
SCHEMA
+
30
  
N.B. Deze kwartierstaat kent Christiaen van Nispen een onjuist geboortejaar toe.
+
steeds Adriaens (e) noemde, eigenlijk een Van Nispen was. Toevoeging
Als we afgaan op het voor zijn moeder betaalde begraafrecht, moet hij vóór
+
van die toenaam in een boeking, waarbij Abraham niet zelf
17 jan u a ri 1596 het levenslicht hebben aanschouwd. De gekleurde wapens, die
+
compareerde en waarin Christiaen Abrahams van Nispen eveneens
de oorspronkelijke kwartierstaat sieren, zijn weggelaten. Van hun status-verhogend
+
voorkwam, lag dan wel zeer voor de hand. Het feit dat Abraham
effect kan de moderne onderzoeker zich beter distanciëren evenals van
+
zèlf uitsluitend de naam Adriaens(e) gebruikte, wordt er niet
het predicaat Dame, d a t aan de vrouwen is vergund.
+
door aangetast.
  
Christiaen van Nispen2. Ook de tweede auteur is er echter naar
+
De tweede overlevering dateert van ongeveer dezelfde tijd,
mijn menig nog niet in geslaagd voor de problemen, waarmede
+
1754, en komt eveneens uit de doopsgezinde hoek. Het betreft
hij zich geconfronteerd zag, een bevredigende oplossing te vinden.
+
de aankoop in 1622 door „Abraham Christiaen van Nispe” van
Het is gebleven bij een hypothetische constructie, die -
+
enkele huizen.in de Korte Vrouwestraat ten behoeve van noodlijdende
zolang bewijs ontbreekt - niet voor de waarheid kan doorgaan.
+
of bejaarde mennonieten. De huizen waren in 1754
 +
nög steeds in het bezit van Abraham’s nazaten, in casu Pieter
 +
Jasper van Nispen en diens zuster Alida en zij dienden nog steeds
 +
voor hetzelfde doel, hoewel de familie intussen al lang niet
 +
meer doopsgezind was. De stadsbeschrijver JasperJaspersen Brasser
 +
vernam van zijn zwager Pieter Jasper van Nispen (die gehuwd
 +
was met Anna Jaspersen Brasser) dat de huizen in 1622 waren
 +
gekocht door Abraham Christiaen van Nispen. Nu waren in die
 +
tijd in deze. kringen twee voornamen hoogst ongebruikelijk
 +
(.Pieter Jasper had er twee, m aar hij leefde dan ook anderhalve
 +
eeuw later) en wij weten trouwens d a t Abraham slechts één
 +
voornaam had. De naam Christiaen staat hier dus kennelijk als
 +
patroniem. Het is niet uitzonderlijk dat het patroniem eruitziet
 +
als tweede voornaam: dat kwam veelvuldig voor, zowel bij
 +
mannen als bij vrouwen; bij vrouwen is onmiddellijk te zien
 +
dat het om een patroniem g a a t21, bij mannen kan er twijfel
 +
zijn of het om een patroniem of om een tweede voornaam gaat.
 +
In dit geval is er voor zulke twijfel geen ruimte. Wij zien hier
 +
dus niet een optreden van Abraham zelf (in de koopakte heeft
 +
hij zich stellig - zoals steeds - Abraham Adriaense genoemd),
 +
maar een in het hofje levende overlevering betreffende de stichter,
 +
die hem bij zijn ware naam noemt: Abraham Christiaenszoon
 +
van Nispen. Ook al kan deze overlevering op zichzelf niet als
 +
een volledig bewijs worden opgevat, zij vormt toch een sterke
 +
aanwijzing in de juiste richting en kan mijns inziens wel degelijk
 +
dienen als bevestiging van hetgeen op andere gronden reeds
 +
geconcludeerd werd.
  
Vandaar, dat een nieuwe poging pas geeft. Christiaen's kwartierstaat
+
Wat de afscheidsbrief van Hans van Oosten betreft, blijf ik van
hier gereproduceerd moge door de twee genoemde
+
mening dat de in één adem genoemde „suster tot Vlissingen”
auteurs buiten beschouwing zijn gelaten, mijns inziens kan ik
+
en „ Christiaen” een echtpaar vormen, evenals verderop Hendrik
me geen beter uitgangspunt wensen. Deze staat biedt ons de
+
en Maeyken stellig een echtpaar zijn. Bij de woorden „Yde met
opvatting, die de familie zelf in de tweede helft van de zeventiende
+
haren m an ” blijkt dat Hans van Oosten de echtelieden, voor
eeuw over haa r afstamming had.
+
zover daarvan sprake is, bijeen groepeert. Als Drs. Fox stelt
 +
dat hij zou hebben geschreven „ik heb het zuster en zwager
 +
ook gebeden” , dan kan met evenveel recht gesteld worden dat
 +
er in diens visie „ik heb het zuster en broeder ook gebeden”
 +
had moeten staan. Maar er is meer: om te beginnen was Christiaen
 +
van Oosten niet doopsgezind, althans tien ja a r later niet,
 +
want toen was hij deken van een der schuttersgilden (een ambt
 +
dat hij als doopsgezinde niet zou hebben geambieerd), maar
 +
toch ook in 1569 niet, want toen is hij kennelijk bereid geweest
 +
om de poortereed af te leggen. Christiaen uit de brief moet
 +
bepaald wèl doopsgezind zijn geweest, anders had Hans van
  
Met betrekking tot de ouders van Abraham Adriaens van Nispen
+
21. Zie b.v. de in De Nederl. Leeuw 1989, k. 69 noot 15 aangehaalde akte
heeft de familieoverlevering zich lang gehandhaafd. De ouders
+
van 1582 waarbij Anna Gerrit van Nispen land in Moordrecht verkoopt.
uit de kwartierstaat fungeren nog in Nederland’s Adelsboek
+
De desbetreffende transportakte is m et het Vlissingse stadsarchief verloren
1949 als de stamouders van hun geslacht. Men leest hier namelijk
+
gegaan. Het wel bewaard gebleven summiere uittreksel in de rekening
op blz. 253: „I. Adriaen van Nispen, tr. omstreeks 1550 Maria
+
van de 40ste penning vermeldt als koper van „een hoff en drie woonhuyskens”
van Oosten, beiden t vóór 1588” .
+
(vermoedelijk wel de latere Mennisten erve) op 15 nov. 1621 alleen
 +
Abraham Adriaense’s compagnon Mr. Job Porrenare (Rekenkamer D 6088,
 +
f. 3v).
  
Dat de gegevens die de redactie van Nederland’s Adelsboek
+
31
ons hier aanbiedt, uiterst mager zijn, valt niet te loochenen.
+
Man noch vrouw voeren een patronym, hoewel dat in de zestiende
+
eeuw toch heel gebruikelijk was. Elke plaatsaanduiding
+
ontbreekt. De tijdsaanduiding inzake beider overlijden houdt
+
kennelijk verband met het huwelijk van hun zoon Abraham, dat
+
te Middelburg 7 augustus 1588 werd gesloten3. De bruidegom
+
wordt bij deze gelegenheid een vrij jonggezel zonder ouders of
+
voogden genoemd. Opmerkelijk is vooral, dat de redactie
+
klaarblijkelijk geen enkele akte op het spoor is gekomen, waarin
+
man of vrouw met name w orden vermeld. Is dit afdoende reden
+
om het echtpaar de plaats aan het hoofd van de stamreeks,
+
waarop het aanspraak maakt, te ontnemen?
+
  
De beide auteurs die ik aanhaalde, hebben dit in feite gedaan.
+
Oosten zijn kind niet speciaal in diens zorg aanbevolen. Christiaen
 +
uit de brief is dus niet Christiaen van Oosten. Bovendien wordt
 +
Drs. Fox’ stelling ondermijnd door het feit dat Adriaen Aertsen,
 +
die de echtgenoot van Maria van Oosten zou zijn, niet in de brief
 +
voorkomt; de auteur heeft hem trouwens zelf al gemist.
  
2. H. L. Kruimel, De oudste generaties van het geslacht Van Nispen en
+
Het allerbelangrijkste argument blijft voor mij de naamgeving.
hun verwanten, de geschiedenis van een onderzoek, in De Nederlandsche
+
Evenmin als ik in de visie-Kruimel kon geloven dat een
Leeuw 100ste jrg .-1983, kol. 225-254. G. J . J . van Wimersma Greidanus,
+
vader zijn zoon zou noemen naar zijn overleden oom van moederskant,
Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst? in 106de jrg .-1989, kol.
+
kan ik dat doen in de visie-Fox, waar eveneens een
66-78. Alle genealogische gegevens zijn voor zover niet anders opgegeven
+
oom van moederszijde (maar de moeder is een andere) zou
aan het tweede artikel ontleend.
+
zijn vernoemd. Ouders en eventuele vroegere echtgenoten plegen
 +
het eerst te worden vernoemd, d aarna grootouders, vervolgens
 +
broers en zusters en desnoods d aa rna pas verdere familieleden
 +
als ooms en tantes. En als er dan ondanks dat alles toch
 +
een oom van moederskant door de doopsgezinde Abraham
 +
Adriaense zou zijn vernoemd, dan ware daarvoor veeleer de
 +
martelaar Jan (Hans) van Oosten in aanmerking gekomen dan
 +
de gereformeerde Christiaen van Oosten, zelfs als deze Abraham’s
 +
voogd geweest is. Abraham Adriaense noemde zijn zoon voluit
 +
Christiaen van Nispen; het kan gewoon niet anders of ook zijn
 +
vader moet die naam hebben gedragen, daa r vaststaat dat zijn
 +
schoonvader anders heette. We kunnen nog een stap verder
 +
gaan: uit de hardnekkigheid waarmee Abraham, hoewel hij een
 +
Van Nispen was, vermeed om zich Adriaens van Nispen te noemen,
 +
blijkt dat zijn vader in ieder geval n i e t Adriaen heette. Hoe
 +
die vader dan wèl heette blijkt uit de naam van Abraham’s zoon
 +
Christiaen van Nispen.
  
4
+
Overigens lijkt het zeer wel denkbaar dat Abraham Adriaense’s
 +
oom van moederskant Christiaen van Oosten inderdaad zijn voogd
 +
geweest is. Althans onderhield Abraham nog in 1614 en 1620
 +
een compagnonschap met de neven van zijn tante Porrenaer,
 +
t.w. Jan Lambrechtsen Cool, burgemeester van Vlissingen (diens
 +
vrouw Jacomintje Porrenaers werd in ju li 1597 - kort na hun
 +
huwelijk - lidmate van de gereformeerde kerk) en Mr. Job
 +
Porrenaere, pensionaris van Vlissingen22. Aan vaderskant zal
 +
Abraham Adriaense dan zeker eveneens een voogd hebben gehad
 +
en ongetwijfeld was dat zijn oom Adriaen Adriaense, de echtgenoot
 +
van Anna van Nispen, welk echtpaar - zoals wij zagen -
 +
tevens de rol van pleegouders op zich moet hebben genomen.
 +
Abraham schijnt zijn beide ooms en voogden korte tijd n a elkaar
 +
te hebben verloren: zoals Drs. Fox mededeelde, overleed Christiaen
 +
van Oosten op 13 sept. 1584, terwijl Adriaen Adriaense op 3
 +
sept. 1583 voor het laatst vermeld w o rd t23.
  
Mijns inziens verdient het aanbeveling het waarheidsgehalte
+
Voor wat het waard is, kan tenslotte worden stilgestaan bij
van Christiaen van Nispen’s kwartierstaat en hiermede tevens het
+
de wapenvoering. Het oudstbekende wapen van de Dordtse
waarheidsgehalte van de familieoverlevering te toetsen.
+
Van Nispen’s vertoont drie geplante dorre bomen naast elkaar,
 +
de middelste behangen met een schildje waarop een onherkenbare
 +
figuur; helmteken: een dorre boom. Dit betreft een schepenzegel
 +
van Adriaen Gerrits van Nispen anno 155024 (hiermee
 +
is meteen aangetoond dat de door Balen gesuggereerde afstam-
  
Gemakshalve beginnen we dan met de kwartieren van moederskant.
+
22. Arch. Vrije van Sluis 728, resp. fs. 105 en 37. Ook Oud-arch. Waterschap
Volgens Nederland’s Adelsboek voornoemd heet
+
Groede en Baanst 332, f. 28.
Christiaen van Nispen’s moeder Digna Bollaert, heten h a a r ouders
+
Anthonis Bollaert en Digna Godevaertsdr. Piggen. De heer Kruimel,
+
die archiefonderzoek te Antwerpen heeft gedaan en aan het
+
slot van zijn artikel een Bollaert-bijlage heeft toegevoegd, bevestigt
+
deze gegevens. We mogen ze in de kwartierstaat goed
+
rekenen. Dat Bollaertz hier op een „z” eindigt en Pigge de letter
+
„n” moet missen, kan ons niet deren. We weten nu eenmaal,
+
dat zulke namen in vroeger eeuwen niet altijd in identieke
+
vorm plegen op te treden . Met betrekking tot de ouders van
+
Anthonis Bollaert Anthonissone - om het patronym maar meteen
+
toe te voegen - en Digna Piggen valt ons oordeel ongunstiger
+
uit. De vader van Anthonis, die in de kwartierstaat Cornelis heet,
+
is kennelijk onjuist. Hetzelfde geldt voor de ouders van Digna
+
Piggen, naa r de heer Kruimel bevond: Godevaert Gysbrechts Piggen
+
en Johanna van Breuseghem. Wie de moeder van Anthonis Bollaert
+
Anthonisz. was, is de heer Kruimel onbekend gebleven. De
+
naam Anne van Daele, die de kwartierstaat geeft, is op zijn minst
+
verdacht. Het komt erop neer, dat we alle vier grootouders
+
van Digna Bollaert voor onjuist moeten houden, voor zover Anne
+
van Daele betreft behoudens bewijs van het tegendeel.
+
  
Digna Bollaert stond als huisvrouw van Abraham Adriaensen te
+
23. De Nederl. Leeuw 1983, k. 234-236. Adriaen Adriaense zal zijn overleden
Vlissingen 17 jan u ari 1596 op het punt te worden begraven
+
tussen 21 febr. 1586 en 9 mei 1588: op laatstgenoemde datum gaf Cornelis
na een huwelijk, dat nog geen zeveneneenhalfjaar had geduurd.
+
Gerritsz. van Nispen, poorter van Dordrecht, machtiging aan Cornelis Schrijver,
Het moet uitgesloten worden geacht, dat zij voor haa r dood
+
procureur te Middelburg, om voor schepenen van Middelburg te
haa r eigen naam en de namen van haa r ouders aan h a a r toen
+
zweren da t hem uit koop een rentebrief competeerde die door Adriaen
nog zeer jeugdige nageslacht heeft kunnen doorgeven. Ha ar
+
Adriaenss verleden was op de eerstgenoemde d atum (Oude rechterl. arch.
echtgenoot Abraham heeft haa r meer dan veertig ja a r overleefd,
+
Dordrecht 718, p. 132, nr. 167).
al is hij niet in 1643, zoals de kwartierstaat stelt, doch v ijfjaar
+
eerder overleden. Aan hem moet het te danken zijn, dat de
+
nagedachtenis van zijn vrouw en van zijn schoonouders bij
+
  
3. Als datum van Abraham’s huwelijk heeft de genealogische littera tu u r tot
+
24. G.A. Dordrecht, zegelcollectie, W 58. Verg. Ons Voorgeslacht 1967, blz.
voor kort 7 augustus 1588 aangehouden. Zo N ederland’s Adelsboek sedert
+
75 en 78.
1915; Jh r. E. van Nispen tot Sevenaer in De Nederlandsche Leeuw 44ste
+
jrg .-1926, kol. 346; H. L. Kruimel (1983), kol. 237. G. J . J . van W imersma
+
Greidanus (1989), kol. 67 introduceert een dubium: 7 of 8 aug. 1588. De
+
verwijzing voor laatstgenoemde datum luidt: Centr. Bur. v. Genealogie,
+
Coll. Van Oordt van Bunschoten 4e, HS-dossier Van Oosten I, extract
+
uit brief dd. 14 aug. 1893 van Jh r. Mr. Leo van Nispen tot Sevenaer aan
+
de adjunct-archivaris van Antwerpen. Voor zover de situatie zich laat
+
overzien, staat dit extract volstrekt alleen, staat het niet alleen in kwantitatief,
+
maar ook in kwalitatief opzicht bij de andersluidende vermeldingen
+
ten achter. Typerend is, d a t de inzender in De Nederlandsche Leeuw
+
van 1926 zich beroept op een voor hem liggend „afschrift van den burgerlijken
+
stand der gemeente Middelburg... uittreksel uit het trouwboek der
+
Hervormde Kerk a ld a ar” . Na ar mijn vaste overtuiging verdient het gesignaleerde
+
dubium dan ook geen stand te houden.
+
  
Opmerkelijk is in dit verband, da t 7 augustus 1588 een zondag was.
+
32
Als vooraanstaand lid van de Hervormde gemeente te Middelburg stelde
+
Anthonis Bollaert, de vader van de bruid, er uiteraard prijs op voor het
+
huwelijk van zijn dochter de hele gemeente ter gelegenheid van de zondagse
+
eredienst in de kerk bijeen te hebben. We vinden Anthonis Bollaert
+
voor het eerst als ouderling vermeld 20 augustus 1578, als diaken 1
+
december 1582: F. Nagtglas, De algemeene Kerkeraad der Nederduitsch-
+
Gereformeerde gemeente te Middelburg van 1574-1860 (Middelburg,
+
1860), blz. 70 en 147.
+
  
4. Zo werd Christiaen van Nispen’s moeder bij gelegenheid van h a a r huwelijk
+
ming van de Dordtse Van Nispen’s uit de Bredase onhoudbaar
in 1588 als Digneke Bollarts ingeschreven, Bollarts in de betekenis van
+
is). Adriaen’s zoon Henrick van Nispen zegelt in 1587: gedeeld; I
Bollart’s dochter: G. J . J . van Wimersma Greidanus (1989), kol. 67. Vgl.
+
een omgewende leeuw; II drie geplante dorre bomen naast
De Nederlandsche Leeuw van 1926 als vermeld in noot 3.
+
elkaar; helmteken: de leeuw, komend uit een k u ip 25. Een wapenbord
 +
van omstreeks 1600 vertoont als wapen van Henrick’s
 +
dochter Maria alleen een gekroonde klimmende leeuw26. Aan
 +
de grote wapenkenner Muschart ontlokte deze gang van zaken
 +
de uitroep „Ra, ra, hoe zit dat?” 27. Maar hoe dat ook zij, Pieter
 +
Jasper van Nispen, de afstammeling van Abraham Adriaense, zegelt
 +
in 1751 met een gekroonde leeuw en een geblokte schildzoom;
 +
helmteken: de leeuw, komende uit een kuip, in de poten een
 +
vaantje houdende beladen met een leeuw2 . De leeuw uit de
 +
kuip lijkt de ja ren te hebben getrotseerd en de Dordtse connectie
 +
te bevestigen. Moge dit op het eerste gezicht een wat al te
 +
gewaagde veronderstelling lijken, dan zij erop gewezen dat
 +
Pieter Jasper van Nispen in zijn brief van 13 ju li 1766 schrijft over
 +
neef Amand van Nispen te Zoetermeer in 1687 en te Leuven in
 +
1675 „volgens getuygenis van neeSAdriaen van Nispen, licentiaat
 +
in de rechten, gewoond in den Hage” 29. Deze Adriaen van Nispen
 +
behoort tot de Dordtse tak van de familie30. Nu zal Pieter Jasper
 +
zeker niet precies geweten hebben op welke wijze hij aan Adriaen
 +
van Nispen in Den Haag verwant was, maar wel is goed denkbaar
 +
dat bij de Zeeuwse familie een algemeen besef van verwantschap
 +
met de Dordtse familie levend was gebleven.
  
5
+
Wij kunnen nu de balans opmaken door een opsomming te
 +
geven van feiten die pleiten voor Christiaen van Nispen en niet,
 +
of in mindere mate, voor Adriaen Aertsen als vader van Abraham
 +
Adriaense:
  
latere generaties bewaard is gebleven, m aar als Abraham dit
+
de voornaam Christiaen van Abraham’s zoon, omdat vernoeming
voor zijn schoonouders heeft kunnen bereiken, dan moeten we
+
van Abraham’s vader waarschijnlijker is dan vernoeming
aannemen, dat zo’n kennisoverdracht hem met betrekking tot
+
van Abraham’s oom;
de namen van zijn eigen ouders nog wel zo gemakkelijk zal
+
zijn afgegaan. In het ongunstigste geval zijn Abraham!% ouders
+
hem in zijn prille jeugd ontvallen, maar dan is er toch altijd
+
wel een voogd geweest, die hem tot de j aren des onderscheids
+
gekomen de nodige informatie heeft kunnen verschaffen. Het
+
is ook heel wel denkbaar, dat Abraham nog papieren betreffende
+
zijn ouders ter beschikking heeft gehad. Zulke papieren moeten
+
op Christiaen van Nispen zijn vererfd, de enige zoon, die hem
+
heeft overleefd, en tenslotte op Abraham alias Amandus van Nispen,
+
de samensteller van de kwartierstaat, want deze geldt als de
+
oudste zoon van Christiaen’s oudste zoon.
+
  
Al met al zijn we nu tot de verrassende conclusie gekomen,
+
de achternaam Van Nispen van Abraham’s zoon Christiaen,
d a t Abraham!% eigen naam en de namen van zijn ouders, zoals
+
omdat deze ook voorkomt bij Christiaen van Nispen uit Dordrecht,
die in de kwartierstaat zijn vermeld, in wezen even correct zijn
+
terwijl bij Adriaen Aertsen uit Bergen op Zoom enige
als de namen van zijn vrouw en van zijn schoonouders. We
+
relatie met een familie Van Nispen of het dorp Nispen hypothetisch
voelen ons alleen gedrongen ten aanzien van de geslachtsnaam
+
blijft;
een voorbehoud te maken. Van Abraham is het bekend, dat hij
+
in de uit zijn tijd bewaard gebleven akten zonder de bekende
+
familienaam optreedt. Mogelijk heeft zijn vader hetzelfde gedaan
+
en heeft de samensteller van de kwartierstaat er geen
+
bezwaar in gezien bij beiden - zijn overgrootvader en zijn
+
betovergrootvader - het gevoerde patronym door de geslachtsnaam
+
te vervangen. Duidelijk is, dat we hiermee op een heel
+
ander spoor zijn geraakt dan de wegen, die de eerder genoemde
+
auteurs zich in een woud vol onzekerheden op zoek naar de
+
waarheid hebben gebaand.
+
  
De zorgvuldigheid vereist, dat wij ons op dit punt gekomen
+
de volle naam Christiaen van Nispen van Abraham’s zoon,
terdege rekenschap geven van de wederzijdse standpunten. De
+
omdat van diens drie kinderen alleen Christiaen bij leven
heer Kruimel heeft ons als potentiële ouders van Abraham voorgesteld:
+
met de naam Van Nispen voorkomt, hetgeen wijst op vernoeming
Adriaen Adriaens Daneelssone en Anna van Nispen uit het
+
van iemand met dezelfde volle naam;
Dordtse geslacht van die naam. De heer Greidanus heeft overtuigend
+
aangetoond, dat deze hypothese geen stand kan houden:
+
het huwelijk van Adriaen en Anna blijkt gesloten te zijn
+
tussen 9 ju li 1575 en 26 mei 1576; dit maakt dat er in 1588,
+
toen Abraham zijn bruiloft vierde, nog geen sprake kon zijn van
+
een huwbare zoon. Zijnerzijds kwam de heer Greidanus met
+
een ander ouderpaar: Christaen van Nispen uit Dordrecht, een
+
broeder van Anna voornoemd, zou een geheim huwelijk hebben
+
gesloten met Maria van Oosten. Uit deze verbintenis zou Abraham
+
zijn voortgekomen: Merkwaardig doet aan Maria van Oosten,
+
de traditionele moeder, hier aan een heel andere echtgenoot
+
verbonden te zien.
+
  
Het is in feite een heel complex van veronderstellingen, dat
+
de consequentheid waarmee Abraham Adriaens(e) uitsluitend
de heer Greidanus ons heeft voorgezet. Adriaen van Nispen als
+
onder die naam naa r buiten treedt en nimmer met
Maria van Oosten’s „vermeende echtgenoot” aangeduid, is voor
+
de toenaam Van Nispen, omdat dit erop wijst dat er geen
de auteur een fictie, omdat velen al zo lange tijd tevergeefs
+
Adriaen van Nispen als vader van Abraham geweest is en
n a a r hem hebben gezocht. Christiaen van Nispen moet de rol van
+
derhalve Adriaense geen patroniem is;
vader op zich nemen, hoewel het niet bekend is, d a t hij zijn
+
activiteiten ooit tot Zeeland zou hebben uitgestrekt, en Abraham
+
in zijn lange leven nooit het patronym Christiaens heeft gevoerd.
+
Adriaen Adriaens Daneelssone, als vader van Abraham afgezet, verschijnt
+
in een nieuwe functie: die van Abraham’s pleegvader.
+
Abraham’s toenaam Adriaens(e) zou niet als patronym dienen te
+
worden opgevat: het zou de van zijn pleegvader overgenomen
+
achternaam z ijn 5. Deze laatste veronderstelling is voor de au-
+
  
5. Mr. G. J . J . van Wimersma Greidanus had de goedheid zijn bedoeling
+
de handtekening van Abraham Adriaens, omdat daaruit
op dit p u n t in een a an mij gerichte brief te verduidelijken.
+
blijkt d at hij welbewust en opzettelijk de naam Van Nispen
 +
n i e t gebruikte, hetgeen alleen verklaarbaar is als hij geen
 +
Adriaen van Nispen tot vader had en Adriaens dus geen p atroniem
 +
was;
  
6
+
de afscheidsbrief van Hans van Oosten, omdat daarin echtelieden
 +
bij elkaar staan, Adriaen Aertsen niet genoemd wordt,
 +
en de wel genoemde Christiaen doopsgezind moet zijn ge
  
teur essentieel. Immers: als Abraham het patronym Adriaens zou
+
25. G.A. Dordrecht, zegelcollectie, W 105.
voeren, zou hij nooit een vader met de voornaam Christiaen
+
kunnen hebben. Tenslotte zou Abraham zijn zoon Christiaen,
+
onze kwartierdrager, naa r de grootvader van vaderskant hebben
+
genoemd, hoewel diens oudere broeder Adriaen hier volgens
+
het geldende gebruik toch eerder voor in aanmerking zou zijn
+
gekomen.
+
  
Gewaagd als deze veronderstellingen zijn, hebben zij twijfel
+
26. De Nederl. Leeuw 1947, k. 158 e.v.
bij mij opgeroepen. Zouden zij voldoende aansluiten op de
+
toenmalige realiteit?
+
  
Van Christiaen van Nispen uit Dordrecht is bitter weinig bekend.
+
27. De Nederl. Leeuw 1947, k. 275/276.
O f hij ooit voet aan wal heeft gezet op een van de Zeeuwse
+
eilanden, valt niet meer na te gaan. Anders is het gesteld met
+
de vraag, of Abraham! s toenaam Adriaens(e) als zuiver patronym
+
dient te worden opgevat dan wel als een „tot geslachtsnaam
+
verstard patronym” zoals H. L. Kruimel dit in eerste instantie
+
heeft g ed a an 6. Een onderzoek hiernaar is mogelijk en dus in
+
de gegeven situatie geboden. Uit Kruimel’s artikel kennen wij
+
Adriaen Abrahams „weeze van Abraham Adriaens, daer moeder aff
+
was Dingetje Bollarts” , aldus voorkomend in een akte van 12
+
oktober 16006. Vader en zoon dragen hier beiden het hun
+
toekomende patronym. Dit is naa r mijn oordeel de enig mogelijke
+
conclusie. Zou Adriaens als geslachtsnaam zijn bedoeld,
+
dan had de zoon er ook mee getooid moeten zijn. Evenmin als
+
Adriaen treden de twee andere kinderen van Abraham Adriaens,
+
die zich pas veel later aan ons presenteren, ooit onder de geslachtsnaam
+
Adriaens(e) op. Typerend is in dit verband d a t alle
+
onderzoekers van vóór 1983 de toenaam Adriaens(e) steeds als
+
patronym hebben erkend. Ze vonden dit vanzelfsprekend; ze
+
hebben er nooit een probleem van gemaakt.
+
  
Nu deugdelijk vaststaat, dat Abraham zijn toenaam Adriaens(e)
+
28. De Nederl. Leeuw 1902, k. 124. De beschrijving van dit wapen door Jh r.
niet als geslachtsnaam, maar als patronym heeft gevoerd, kunnen
+
Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden in De Nederl. Leeuw 1947, k.
we er niet aan ontkomen, dat zijn vader de voornaam
+
381 is dus onvolledig.
Adriaen heeft gedragen. Hiermede komt tevens vast te staan,
+
dat Abraham zijn oudste zoon volgens goed gebruik n a a r de
+
grootvader van vaderskant heeft genoemd. We weten, d a t het
+
stadsarchief van Vlissingen zware verliezen heeft geleden bij
+
gelegenheid van de Britse inval op het eiland Walcheren in
+
1809. Hieraan valt het naa r mijn inzicht te wijten, d a t de
+
langdurige onderzoekingen naa r stamvader Adriaen nog altijd
+
geen bevredigend resultaat hebben opgeleverd, maar ik kan
+
het denkbeeld niet van mij .afzetten, dat menselijk falen hierbij
+
ook een rol heeft gespeeld.
+
  
Als ik wel zie, is de heer Greidanus al te zeer bevangen
+
29. Taxandria 1915, blz. 249.
geraakt van het idee, dat voor het probleem van Abraham!s
+
afstamming alleen een ongewone oplossing in aanmerking zou
+
kunnen komen. Dat er met Abraham iets bijzonders aan de
+
hand was, ben ik met deze auteur eens, maar dit bijzondere
+
ligt naa r mijn inzicht nu ju ist in het gegeven, dat door hem is
+
miskend: in het feit, dat Abraham Adriaens zijn hele leven met
+
het voeren van een patronym zonder geslachtsnaam heeft volstaan.
+
Mogelijk heeft zich tegen het eind van Abraham!s leven
+
  
6. Bij H. L. Kruimel (1983), kol. 237 was dit overigens logisch, want Adriaen
+
30. De Nederl. Leeuw 1989, k. 76, noot 48.
Adriaense, die Adriaense als geslachtsnaam placht te voeren al dan niet
+
gecombineerd met het patronym Daneelssone, was in zijn ogen Abraham’s
+
vader. Voor Abraham’s oudste zoon Adriaen verwijst deze au teu r in kol.
+
238 n a a r een rentebrief van 12 dec. 1600. De ju iste datum blijkt echter
+
12 okt. 1600 te zijn: Rijksarchief Zeeland, Rekenkamer D 6067 „Extracten
+
uu t ’t register van de verlijden ende passeringen der stadt Vlissingen”
+
als bijlage behorend bij de derde rekening van David Oillaertszn. van de
+
40ste, 50ste en 80ste penning geheven in Vlissingen (stad en district).
+
  
7
+
33
  
27 m aart 1637 een uitzondering voorgedaan bij gelegenheid
+
weest, terwijl Christiaen van Oosten dat niet was; dit alles
van de transactie ten gunste van de Doopsgezinde gemeente
+
wijst erop dat met „Christiaen” veeleer de echtgenoot dan
te Vlissingen, die ons bekend is: Christiaen Abrahamsz- van Nispen
+
de broer van Maria van Oosten bedoeld is;
en zijn zwager Hendrik de Greve treden dan als verkopers op
+
van een half huis aan de Peperdijk en Christiaen’s vader Abraham
+
Adriaens van Nispen is er als schenker van de andere helft bij
+
betrokken, maar deze transactie is ons overgeleverd in een
+
aantekening van ruim een eeuw later, zodat ons voorzichtigheid
+
p a s t1.
+
  
Abraham Adriaens (van Nispen) onderscheidt zich door in
+
de overlevering betreffende de M ennisten erve, welks stichter
Doopsgezinde eenvoud zijn hele leven of nagenoeg zijn hele
+
Abraham Christiaen van Nispe wordt genoemd;
leven met een patronym te volstaan opvallend van zijn Dordtse
+
naamgenoten. Hij toont hiermee een m an van andere signatuur
+
te zijn. Nemen we verder in aanmerking, dat niemand tot
+
dusver ooit heeft kunnen aantonen, dat een lid van het Dordtse
+
geslacht in Vlissingen woonachtig zou zijn geweest omstreeks
+
de tijd, waarin Abraham geboren werd, en dat de vernuftige
+
kunstgrepen, die ons Abraham’s afstamming uit genoemd geslacht
+
in de vrouwelijke lijn dan wel door een geheim huwelijk
+
voor ogen stellen, geen vaste grond onder de voet kregen, dan
+
wordt het toch wel heel aannemelijk, dat de Dordtse en de
+
Vlissingse familie onafhankelijk van elkaar, d.w.z. zonder onderling
+
verwant te zijn hun geslachtsnaam aan het dorp Nispen
+
ontlenen. Op zijn minst houdt deze overweging een waarschuwing
+
in: de onderzoeker dient de blik niet eenzijdig op Dordrecht
+
gericht te houden.
+
  
J h r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden (1914-1972),
+
het huwelijk van Abraham Adriaense m et Digna Bollaert, omd
die zich intensief met de afstamming van zijn geslacht heeft
+
at zij behoorde tot de kring van aanverwanten van Adriaen
bezig gehouden, heeft ons in dit verband het goede voorbeeld
+
Adriaense, de echtgenoot van Anna van Nispen uit Dordrecht;
gegeven. Zijn laatste pennevrucht behandelt „De oudste generaties
+
van Nispen te Bergen op Zoom in de 16de eeuw” (Familievereniging
+
van Nispen 1967). Hier wordt ons als mogelijke
+
stamvader van het geslacht gepresenteerd: Adriaen Arents, poorter
+
van Vlissingen 2 april 1540, afkomstig van Bergen op Zoom.
+
H. L. Kruimel noemt hem in zijn artikel Adriaen Aerts; hier
+
blijkt, dat de familie dit gegeven al in een veel eerder stadium
+
ontvangen had van C. de Waard (1847-1927), die als ambten
+
aa r van het Rijksarchief in Zeeland een goede naam had
+
verworven8. Wat Adriaen1 s stamvaderschap betreft is het in
+
1967 bij een veronderstelling gebleven. Achteraf is het wat
+
triest te beseffen, d a t de verre nazaat zich de oplossing van het
+
afstammingsprobleem, dat hem bezig hield, heeft laten ontgaan.
+
Zijn ongenuanceerde critiek op de genealogen van vroeger
+
eeuwen, Amandus van Nispen incluis, zoals die in zijn Nawoord
+
tot uiting komt, heeft hem het juiste zicht benomen. We
+
kunnen ons beter aan het standpunt houden, dat een kwartier7.
+
  
7 G. J . J . van Wimersma Greidanus (1989), kol. 68, noot 10. De heer
+
de naam Anna van Abraham’s kleindochter, omdat deze
Greidanus is bij hernieuwd archiefonderzoek, terwijl mijn tekst al nagenoeg
+
wijst op een relatie tussen Abraham en Anna van Nispen,
gereed was, toch nog op een contemporaine vermelding van Abraham
+
zuster van Christiaen van Nispen uit Dordrecht;
Adriaensen van Nispe(n) gestuit met de bekende geslachtsnaam erbij. Tegen
+
het eind van mijn artikel heb ik hier plaats voor ingeruimd.
+
  
8. Da ar de oorspronkelijke poorterboeken van Vlissingen in 1809 met het
+
het feit dat bij Abraham’s ondertrouw geen melding wordt
grootste gedeelte van het toenmalige stadsarchief te niet zijn gegaan,
+
gemaakt van huwelijksafkondiging in Vlissingen, omdat
heeft C. de Waard zijn vondst klaarblijkelijk gedaan in de alfabetisch
+
dit erop wijst dat Abraham toen, evenals Anna van Nispen,
geordende naamlijkst van nieuwe poorters van Vlissingen van de hand
+
in Middelburg woonde;
van Simon van der Swalme: Gemeentearchief van Vlissingen, bibliotheek
+
no. 4507 met verwijzing n a a r het originele poorterboek, fol. 31. De inschrijving
+
luidt hier: „Aartsen, A d ria a n -v an Bergen - 2 april 1540” . Ik vermocht
+
dit vast te stellen dank zij een fotocopie, die de gemeente-archivaris van
+
Vlissingen zo welwellend was mij met nog enkele andere toe te zenden.
+
Simon van der Swalme heeft zich kennelijk gepermitteerd de spelling van
+
het patronym Aertsen te moderniseren.
+
  
8
+
de leeuw uit de kuip oprijzend als helmteken van de wapens
 +
van Henrick van Nispen in Dordrecht en Pieter Jasper
 +
van Nispen in Vlissingen;
  
staat als die van Christiaen van Nispen het „discrimen inter verum
+
het feit dat Pieter Jasper van Nispen in Vlissingen Adriaen
et falsum” vergt, dat we kennen als grondslag van de oorkondenleer.
+
van Nispen uit de Dordtse tak „neefF’ noemt.
Deze methode geeft ons de sleutel in handen, waarmee
+
wij tot de w are identiteit van Abraham’s vader kunnen doordringen.
+
  
Afgezien van zijn voornaam Adriaen brengt Adriaen Aerts in
+
Omgekeerd pleit voor Adriaen Aertsen en tegen Christiaen van
1540 vier hoedanigheden mee, die in hun onderling verband
+
Nispen als vader van Abraham Adriaense alleen de traditie, die
zijn stamvaderschap buiten twijfel stellen. Allereerst het patronym
+
echter afkomstig blijkt te zijn van de notoire falsaris De L aunay,
Aerts. Christiaen van Nispen’s kwartierstaat moge hemzelf
+
terwijl dit argument - zoals wij zagen - nog verder wordt
en zijn voorouders het patronym onthouden, Adriaen’s vader
+
afgezwakt door het zeer vroege tijdstip waarop Adriaen Aertsen
draagt hier de voornaam Arnoul. Het staat onomstotelijk vast,
+
poorter van Vlissingen werd. En waarom trouwens zou deze,
dat Aert en Arent, Aernout, Arnold en Arnoldus varianten zijn van
+
de schrijfkunst machtig zijnde, met een handmerk ondertekenen
dezelfde voornaam9. Abraham Adriaens moet bepaald het patronym
+
als hij werkelijk een Van Nispen was? Drs. Fox kent, onder
van zijn vader hebben gekend en aan het nageslacht hebben
+
het afroepen van sombere dreigementen over ieder die het zou
doorgegeven. In de kwartierstaat is het kennelijk opgenomen
+
wagen eraan te tornen, bewijskracht voor zijn stelling toe aan
als voornaam van Adriaen’s vader. Het spreekt vanzelf dat
+
de boekingspost van 1637 in Breskens 14. Toch levert deze allerminst
de familie de namen van overleden voorouders, die h aa r bekend
+
een tweede argument voor Adriaen Aertsen op. Het is
waren, in zo’n kwartierstaat aan wilde houden. De fantasie
+
namelijk niet waar dat de naam Abraham Adriaens van Nispen
kreeg pas vrij spel, waar de kennis der familie ophield. Als
+
hier door de betrokkene gevoerd wordt: deze compareert immers
nazaat heeft de auteur van 1967 van Arent terecht getuigd:
+
niet. Hij wordt slechts zo genoemd door de boekhouder,
„Een bij de Van Nispen’s verder onbekende voornaam” . Ju ist
+
maar ten onrechte, want zelf voerde hij uitsluitend de naam
daarom treft de overeenkomst tussen Arents en Arnoul ons te
+
Abraham Adriaensie). Ook vormt Abraham’s poorterschap van
meer. In het feit, dat Adriaen Aerts in 1540 slechts een patronym
+
Vlissingen geen argument voor Adriaen Aertsen of tegen Christiaen
en geen geslachtsnaam voert, stemt hij geheel overeen met zijn
+
van Nispen als zijn vader, want Abraham ontleende dat poorterschap
zoon Abraham, die immers - naar het verrichte onderzoek uitwees
+
eenvoudig aan zijn geboorte binnen die s ta d 31.
— ook zonder geslachtsnaam door het leven ging.
+
  
Het poorterschap van Vlissingen past perfect in het beeld.
+
31. Pas in de loop van de 17de eeuw zijn e r in Vlissingen poorterinschrij vingen
Poorterschap houdt ingezetenschap in en de vader van een in
+
van personen die in Vlissingen zelf waren geboren. Vóór 1600 komen
Vlissingen geboren zoon moet bepaald inwoner van de stad
+
zulke inschrijvingen niet voor; blijkbaar was geboorte binnen de stad
zijn geweest. Met betrekking tot Adriaen’s herkomst uit Bergen
+
voldoende en poorterschap van de vader nog geen vereiste. In het bijzonder
op Zoom valt te bedenken, dat voor een landman uit Nispen
+
over de Doopsgezinden schrijft Jasper Jaspersen Brasser in zijn Beschrijvinge
de stad Vlissingen, op de zeevaart ingesteld, wel wat erg ver
+
der Stadt Vlissinge, na te hebben gememoreerd da t zij van Prins
buiten de horizon ligt. Als dan toch een familie uit Nispen in
+
Willem I van Oranje vergunning hadden gekregen om in ondertrouw te
de persoon van Adriaen Aerts in Vlissingen terechtkomt, dan
+
mogen aantekenen en n a gegane geboden te trouwen in hun eigen kerk,
lijkt Bergen op Zoom het aangewezen tussenstation. De stad
+
mits man en vrouw beiden doopsgezind waren: „Zij werden tot burgers
voldoet ook in ander opzicht. De nazaat van Adriaen Aerts,
+
der stad aangenomen, tenzij zij in de stad geboren zijn en van nature
wiens publicatie ons tot gids dient, heeft er terecht op gewezen,
+
burgers zijn, of het burgerschap hebben verkregen door aankoop. Zij
dat ook de familie van Adriaen’s traditionele echtgenote Maria
+
werden in alle gilden en ambachten gepermitteerd”- (G. A. Vlissingen,
van Oosten een band had met Bergen op Zoom.
+
inventarisnr. 5574, p. 441). Ind e rd a ad is het ook mogelijk d a t Abraham
 +
Adriaense het poorterrecht in 1588 of 1589 heeft gekocht zonder de poortereed
 +
a f te leggen (dat zal hij als doopsgezinde niet hebben willen doen)
 +
en daardoor alleen in de stadsrekening, m aa r niet in het poorterboek
 +
geregistreerd werd. Ingevolge een plakkaat van 13 m aa rt 1590 zal men
 +
in Vlissingen geen mennonieten tot poorter admitteren tenzij zij de eed
 +
doen (Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 180); voordien gebeurde
 +
d a t dus wel. O p IOnov. 1620 w orden Mr. Job Porrenare en Abraham Adriaens
 +
„borgeren” van Vlissingen genoemd (Arch. Vrije van Sluis 728, f. 37),
 +
maa r meestal heet Abraham zonder meer „coopman tot Vlissingen” : het
 +
kan tenslotte nog zijn d a t de woorden „poorter” en „borger” niet formeel
 +
zijn bedoeld, maar eenvoudig staan voor „inwoner” .
  
De heer Greidanus, die hier dieper op in is gegaan, brengt
+
34
ons in kennis met vier manlijke leden van dit geslacht:
+
  
Marinus Jansz■ van Oosten, poorter van Bergen op Zoom in
+
De stand is 12-1. Het is duidelijk naa r welke zijde de balans
1548, deken van het timmerliedengilde in 1560, daa r ter stede
+
doorslaat! Ik moge daarom besluiten met een poging tot chronologische
gegoed, vertegenwoordigt de oudste generatie. Hij trouwde
+
reconstructie van de gang van zaken.
Digne N.N., die voorkomt in 1557. Drie zoons dienen zich aan
+
(volgorde onzeker):
+
  
1. Hans of Jan Marinusz■ van Oosten, geb. omstreeks 1538, wagenmaker,
+
1565 geboorte van Digna Bollaert in Antwerpen.
| als Doopsgezind martelaar op dertigjarige leeftijd
+
Middelburg 9 februari 1569.
+
  
9. Helaas is dit nog niet algemeen doorgedrongen. Dit bleek treffend, toen
+
1565/’67 Christiaen van Nispen uit Dordrecht sluit voor de
de oudste generaties van het geslacht Levelt in dit maandblad aan de orde
+
doopsgezinde voorganger te Vlissingen een z.g. geheim
kwamen. Herman Levelt, burger van de stad Delden, en zijn vrouw Gertmdis
+
huwelijk met Maria van Oosten uit Bergen op
Albertsdr. Stroink lieten volgens de auteur van het betrokken artikel hun
+
Zoom. Geboorte van hun zoon Abraham in Vlissin-
vijf kinderen Katholiek dopen, daaronder de oudste zoon Arnoldus 21 april
+
1692. Er zou echter nog een zesde kind zijn geweest met de naam Arent
+
(doop niet gevonden): De Nederlandsche Leeuw 99ste jrg.-1984, kol.
+
338-339. Hier moeten we ons realiseren, da t een pastoor geconfronteerd
+
met een vader, die zijn zoontje Arent wilde noemen, trouw p lacht te blijven
+
aan zijn kerklatijn en „Arnoldus” in het doopboek schreef, m.a.w. Arnoldus
+
en Arent zijn in dit geval identiek: Arent’s levensloop begint met zijn doop
+
als- Amoldusl
+
  
9
+
1568
 +
gen.
 +
Christiaen van Nispen, voornemens vanuit Vlissingen
 +
n aa r het buitenland (overzee?) te gaan, verzwijgt
 +
tegenover de autoriteiten in Dordrecht zijn huwelijk
 +
met een doopsgezinde (en zijn eventuele bekering
 +
tot dat geloof) en ontvangt de door hem gevraagde
 +
verklaring van goed gedrag met vertaling in het
 +
L a tijn 32.
  
2. Christiaen Marinisz., kramer; diens weduwe Digna Porrenaer
+
1569-1575 Christiaen en Maria wonen in Vlissingen; Christiaen
uit Vlissingen hertrouwt Middelburg 25 mei 1586 Simon
+
vertrekt en overlijdt. Maria van Oosten voedt haa r
Jaspers Perduyn10.
+
zoon Abraham op, wellicht met hulp van de doopsgezinde
 +
gemeente en neemt hem mee n a a r de doopsgezinde
 +
kerk. Bij afwezigheid in Vlissingen van familie
 +
aan vaderskant wordt Maria’ s broer Christiaen
 +
van Oosten voogd.
  
3. David Marinusz■ van Oosten trouwt als weduwnaar van Janneken
+
1575/’76 Maria van Oosten sterft. Christiaen van Nispen’s zuster
Cornelis Lodewijksdr. Bergen op Zoom 28 februari 1588
+
Anna treedt in het huwelijk met Adriaen Adriaense uit
Sara Huybrechtsdr. Heeren11.
+
Antwerpen; zij vestigen zich in Middelburg en ontfermen
 +
zich over Abraham, haa r broers zoon, die nu,
 +
op ca. 10-jarige leeftijd, volle wees is geworden (erg
 +
veel jonger kan Abraham niet geweest zijn, want dan
 +
was het doopsgezinde geloof niet bij hem aangeslagen:
 +
zijn pleegouders waren niet doopsgezind33; en
 +
erg veel ouder kan hij evenmin zijn geweest, want
 +
dan had hij tegenover de buitenwereld al Abraham
 +
Christiaens van Nispen geheten). Adriaen Adriaense
 +
wordt voogd van vaderskant.
  
Moge het tot dusver niet gelukt zijn de naam van Maria van
+
1577-1588 Abraham wordt door zijn oom en tante Adriaen
Oosten in de beschikbare bronnen te vinden, de auteur heeft
+
Adriaense en Anna van Nispen in Middelburg verder
h a a r niettemin als zuster van de drie broeders en als moeder
+
grootgebracht, wordt door de buitenwereld als hun
van Abraham Adriaens erkend. Naar mijn overtuiging volkomen
+
kind beschouwd en gebruikt, naa r buiten optredend,
terecht. Hans van Oosten gedenkt in een afscheidsbrief, geschreven
+
zijn pleegvaders achternaam; hij noemt zich
enkele dagen voor hij de vuurdood moest ondergaan, zonder
+
dus Abraham Adriaense.
h a a r naam te vermelden een zuster, die te Vlissingen -
+
Abraham’s geboorteplaats — woonachtig was. Bovendien blijkt
+
Abraham Adriaens in later tijd met de onderhavige familie een
+
band te onderhouden, die op verwantschap wijst. De feiten
+
spreken in dit verband een duidelijke taal. Simon Jaspers (Perduyn)
+
is te Middelburg in 1588 als getuige bij Abraham'’s ondertrouw
+
opgetreden, te Bergen op Zoom 9 april 1589 bij de doop
+
van Maeyken Davidsdr. van Oosten. Dezelfde David van Oosten liet
+
te Bergen op Zoom in 1602 zijn zoontje Abraham d o p e n 12. De
+
doop van Huybrecht, kennelijk naar zijn grootvader van moederskant
+
genoemd, geschiedde te Bergen op Zoom 30 mei 1607.
+
Hierbij treffen we Abraham Adriaens in eigen persoon als getuige
+
aan, hoewel hij als Doopsgezinde bezwaarlijk een voorstander
+
van de kinderdoop kan zijn geweest.
+
  
Zonder twijfel is Hans Marijnsz■ van Oosten als Doopsgezind
+
1579 voor schepenen van Dordrecht wordt de nalatenschap
martelaar een figuur van historische betekenis 13. Aan de passage
+
van Gerrit van Nispen de oude en de jonge,
in zijn roerende afscheidsbrief van 3 februari 1569, aan
+
vader en broer van Christiaen en Anna van Nispen,
zijn medestanders van de Doopsgezinde gemeente te Middelburg
+
verdeeld. Over Abraham Adriaense wordt niet gerept
gericht, de passage, die in genealogisch opzicht van essentieel
+
omdat de schepenen hem zouden beschouwen als
belang is, mogen we niet al te snel voorbijgaan: „Ende
+
onwettig kind van Christiaen van Nispen en/óf omdat
 +
de erfgenamen hem ook daa r laten doorgaan voor
  
10. De ondertrouwdatum is 26 april, de trouwdatum 25 mei 1586: Centraal
+
32. Vermoedelijk heeft Christiaen van Nispen de verklaring van goed gedrag
Bureau voor Genealogie, Fiches Vermast, bevattende extracten uit de
+
reeds nodig gehad voor zijn verblijf in Vlissingen: in 1567 is er sprake
doop- en trouwboeken van Middelburg. De heer Greidanus tro f Symon
+
van een ordonnantie betreffende vreemdelingen die bescheid van voorgaand
Jaspers Perduyn als getrouwd hebbende de weduwe van Christiaen Marinissen
+
goed leven moeten overbrengen van gerecht en pastoor in de laatste
Cramer a an in het archief van de landsvierschaar van Vlissingen in een
+
woonplaats; wie zulk een bescheid niet heeft, moet vertrekken (Extraordinaire
akte van 18 december 1587: Rijksarchief Zeeland, Archieven van de
+
domeinrekening van Zeeland Bewesterschelde anno 1567, in Arch.
rechtbanken enz. der Zeeuwse eilanden inv. no. 1263, fol. 27verso. Cramer
+
Rekenkamer I 297, f. 46v).
duidt niet alleen op Christiaen’s beroep, m aa r fungeert tevens als achternaam,
+
zoals nog blijken zal.
+
  
11. J . A. van Felius behandelt David Marinusz■ van Oosten, zijn loopbaan, zijn
+
33. Anna van Nispen werd op 11 jan . 1604 lidmate van de gereformeerde
tweede huwelijk en zijn nakomelingen in de m anlijke lijn in De Nederlandsche
+
gemeente in Middelburg (De Nederl. Leeuw 1983, k. 235, ontleend aan
Leeuw 101ste jrg.-1984, kol. 194-196. David is meermalen schepen
+
brief nr. 12 van C. de Waard). Zij en h a a r man komen niet voor op de
van Bergen op Zoom geweest. Het lijdt geen twijfel, d a t hij Hervormd
+
naamlijst van Doopsgezinden te Middelburg in 1581 (De Navorscher
was. Mogelijk stamt David uit een tweede huwelijk van zijn vader. Afgezien
+
1933, p. 120; deze lijst, evenals een van 1580, ook in Arch. Doopsgezinde
van het grote leeftijdsverschil met zijn oudste broeder, de Doopsgezinde
+
gemeente Vlissingen 179).
martelaar, valt namelijk op, da t hij geen van zijn dochters de naam Digne
+
heeft gegeven, die zijn vaders echtgenote 5 oktober 1557 blijkt te dragen.
+
  
12. Gaan we op De Nederlandsche Leeuw af, dan is Abraham van Oosten 24
+
35
november 1602 gedoopt: 106de jrg.-1989, kol. 70 of wel 29 november
+
1602: 101ste jrg .-1984, kol. 195-196. De eerste datum is ju is t blijkens een
+
fotocopie, die de gemeente-archivaris van Bergen op Zoom zo goed was
+
mij te zenden.
+
  
13. W. en J . W. te Water gedenken hem in hun Kort Verhaal der Reformatie
+
een kind van Adriaen Adriaense en Anna van Nispen °4.
van Zeeland in de zestiende eeuw (Middelburg, 1766), blz. 147-148.
+
Bovendien komt hij voor in The Mennonite Encyclopedia, Vol. II (Scottdale,
+
Pennsylvania etc., 1956), blz. 650 en in Mennonitisches Lexikon,
+
Dritter Band (Karlsruhe, Baden 1958), blz. 57. Men vindt in deze naslagwerken
+
niet vermeld, da t Hans alias Jan van Oosten, te Bergen op Zoom
+
opgegroeid, ten Gemeente-archieve a ldaar in 1566 voorkomt als gezworene
+
van het gilde van „de meerse”, d. w.z. het K ramers- o f Koopliedengilde.
+
Kennelijk dateert zijn vestiging als wagenmaker te Middelburg van later
+
tijd.
+
  
10
+
1584 Abraham!% oom en voogd van moederskant Christiaen
 +
van Oosten overlijdt,
  
ick bidde u doch vriendelijcken: wilt doch mijn kindt mede
+
ca. 1587 zijn oom en voogd van vaderskant, tevens pleegvader
wat gade slaen, alsoo vele als gij maer kondt ende ick heb ’et
+
Adriaen Adriaense sterft eveneens.
Suster tot Vlissingen oock gebeden ende Christiaen oock... ” 14.
+
  
Hans van Oosten heeft deze brief gericht - het zij herhaald -
+
1588 Abraham Adriaense trouwt met Digna Bollaert, de achternicht
aan de Doopsgezinde gemeente te Middelburg, niet die van
+
van zijn pleegvaders zwager; hij wordt
Vlissingen, zoals H. P. Winkelman indertijd ten onrechte heeft
+
daarbij geassisteerd door zijn stiefoom (de tweede
gemeend 15. Verreweg de meeste personen in de brief genoemd
+
man van de weduwe van Christiaen van Oosten), die
moeten dan ook als inwoners van Middelburg worden beschouwd.
+
verklaart dat Abraham Adrianse een vrij jonggezel is,
Van de „Suster tot Vlissingen” is de woonplaats een
+
zonder ouders of voogden. Het paa r vestigt zich in
van anderen afwijkend, voor haa r typerend kenmerk. H a a r
+
Vlissingen, waar Abraham geboren poorter is.
identificatie met Maria van Oosten is n a a r mijn inzicht boven
+
alle twijfel verheven, maar het zal de lezer duidelijk zijn, dat
+
ik de heer Greidanus niet meer volgen kan, als hij in genoemde
+
Christiaen haa r echtgenoot ziet en deze met Christiaen van Nispen
+
uit Dordrecht vereenzelvigt. Man en vrouw zijn één. Ware een
+
echtpaar bedoeld, dan zou Hans van Oosten naa r mijn oordeel
+
stellig hebben geschreven, „ick heb ’et Suster ende Swager tot
+
Vlissingen oock gebeden”. Aan man en vrouw in zo’n geval
+
twee verzoeken van gelijke strekking te richten gaat niet aan.
+
Waarom Hans van Oosten zijn zwager Adriaen Aerts in dit verband
+
niet noemt, moet in het onzekere blijven. Wellicht waren de
+
zwagers het in geloofszaken niet met elkaar eens. Spijtig genoeg
+
valt dit niet op te helderen.
+
  
De genoemde Christiaen behoort tot acht personen buiten de
+
ca. 1589 hun eerste kind w ordt geboren, maar het sterft reeds
gevangenis, die uitsluitend met hun voornamen worden aangeduid.
+
in maart 1590 (als het een zoon was zou ook hij
De ontvangers van de brief moeten terdege hebben geweten,
+
reeds Christiaen van Nispen kunnen hebben geheten,
wie ermee bedoeld werd. Het thans levende nageslacht
+
of Antonis naa r de grootvader van moederskant; als
kan er slechts n a a r g issen 16. We mogen er intussen de ogen
+
het om een dochter ging kan zij Digna hebben geheten
niet voor sluiten, dat Christiaen in aansluiting aan de „Suster
+
naa r de grootmoeder, of Anna n a a r Abraham’s
tot Vlissingen” een bijzondere plaats inneemt. Ik heb een sterk
+
pleegmoeder of ook reeds Maeycken naa r Abraham’s
vermoeden, dat we hier met Maria van Oosten’ s broeder, de
+
moeder).
kramer Christiaen Marinisz. hebben te doen, die overigens nog
+
nader aan de orde zal komen.
+
  
Abraham Adriaens heeft behalve twee zoons een dochter Maeycke
+
ca. 1591 geboorte van zoon Adriaen, genoemd naa r Abraham’s
gehad, die haa r voornaam zeker niet aan de familie Bollaert
+
pleegvader;
ontleent. De heer Greidanus concludeert dan ook terecht, dat
+
Abraham deze dochter naa r zijn eigen moeder heeft genoemd.
+
Als we er nu rekening mede houden, dat deze moeder Maria
+
van Oosten ons tot dusver in geen enkele akte voor ogen is
+
getreden, dan lijkt het verkieslijk haa r in het vervolg als Maeycke
+
Marinusdr. (van Oosten) aan te duiden. Dame Marie van Oosten,
+
zoals zij in de kwartierstaat heet, verliest aldus het status verhogende
+
effect, w aarop het streven van het nageslacht zo onmiskenbaar
+
was gericht, ten gunste van een eenvoudiger realiteit.
+
  
Met de blik opnieuw op Christiaen van Nispen’s kwartierstaat
+
ca. 1593 geboorte van dochter Maeycken, genoemd naa r Abraham’s
gericht wordt het nu wel tijd de balans van de kwartieren van
+
moeder Maria van Oosten. Zij zou later o.a. de
vaderskant op te maken. We dienen Aernout en Adriaen van
+
dochters Anna en Dina krijgen, respectievelijk genoemd
 +
naar haa r vaders pleegmoeder, die zij als
 +
grootmoeder van vaderskant had gekend (Anna van
 +
Nispen overleed na 2 ju n i 160935) en naa r haa r moeder
 +
en grootmoeder van moederskant,
  
14. Thieleman Jansz. van Braght, Het Bloedigh Tooneel der Doops-Gesinde,
+
ca. 1595 geboorte van Christiaen van Nispen, met naam en
en weereloose Christenen, die om het getuygenisse Je su hares Salighmaeckers
+
toenaam genoemd n a a r zijn vaders echte vader
geleden hebben en gedoodt zijn van Christi tijdt a f tot dese onse
+
Christiaen van Nispen36.
laetste tijden toe... zijnde een vergrootinge van den voorgesenden Martelaers-
+
Spiegel .. (Dordrecht, 1660), Tweede deel, blz. 488-489. Vgl. de
+
Tweede uitgave v an dit w erk van 1685, Tweede deel, blz. 405-406, alwaar
+
de tekst in taal en spelling gemoderniseerd is. De Universiteitsbibliotheek
+
te Amsterdam bezit een afschrift van de betrokken brief, blijkens het
+
lettertype uit de achttiende eeuw, dat helaas inferieur bleek a an de gedrukte
+
tekst: Handschriftenverzameling, afdeling Brieven I I B 23.
+
  
15. H. P. Winkelman, De Doopsgezinde gemeente te Vlissingen in Doopsgezinde
+
Hoewel geen enkele der twaalf hierbovengenoemde feiten op
Bijdragen 1875, blz. 32-33. Het misverstand, waar de au teu r blijk
+
zichzelf voldoende bewijs levert dat de zojuist geschetste gang
van geeft, is blijven voortwoekeren en bij mijn weten n immer rechtgezet.
+
van zaken werkelijk aldus heeft plaatsgevonden, verschaffen
 +
zij te zamen een dusdanige zekerheid dat ik het volledig verantwoord
 +
acht om het vraagteken in de titel te vervangen door
 +
een uitroepteken. Een bevestigende authentieke akte is daartoe
 +
niet meer nodig!
  
16. Alleen moet met Geertgen a an het slot van de brief wel de vrouw van de
+
34. Een andere mogelijkheid zou nog kunnen zijn dat Christiaen van Nispen
schrijver bedoeld zijn. Deze identificatie lijdt mijns inziens geen twijfel.
+
tevoren, en dan wellicht in verband met zijn voorgenomen vertrek naar
 +
het buitenland, was uitgeboedeld, zodat zijn zoon niet tot de erfgenamen
 +
behoorde. Van zo’n uitboedeling is in Dordrecht echter geen schepenakte
 +
te vinden, zodat het ondershands zou moeten zijn gebeurd (Met dank
 +
aan Drs. L. J . van der Klooster voor zijn opmerking).
  
 +
35. De Nederl. Leeuw 1983, k. 235, 236; Not. arch. Amsterdam 116, f. 74.
  
 +
36. Christiaen Abramsen van Nispen was omtrent 45 ja a r oud op 28 ju n i 1639
 +
(Recht. arch. Zeeuws Vlaanderen 2151x, akte nr. 209).
  
 
==== REST ====
 
==== REST ====

Versie van 12 feb 2017 om 14:58

UNDER CONSTRUCTION

Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug!

tekst
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe
Ekker
Stork
Craan
Breekpot
Grave > Haak
van Nispen
Breuseghem > Bollaert

Deze pagina beschrijft de voorouders van Maycke Abrahamsdr. van Nispen, overleden voor 1662, dochter van Abraham Adriaens (overl. 1638). Maycke van Nispen is voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker.

Door Maycke's huwelijk met Heyndrick Grave verdwijnt de achternaam Van Nispen bij haar verdere nakomelingen.

Inhoud

Dispuut over de afstamming

Met de Dordtrechtse tak van de Van Nispens waar de afgebeelde Margaretha van Nispen toe behoort, is tot nu toe geen connectie gevonden. Het ligt gezien de beperkte kliek van gegoede Van Nispens in de Zuidelijke Nederlanden wel voor de hand dat er enige relatie is met onze Vlissingse tak. Portret van de reder Gillis Hooftman (1521) met zijn echtgenote Margaretha van Nispen (1545). Ze staan in een kamer voor een tafel waarop een klok, handschoenen en een brief liggen (Maerten de Vos, 1570, Rijksmuseum).

De oorsprong van het patricisch en adellijk geslacht Van Nispen is in nevelen gehuld. Wel staat vast dat Christiaen Abrahamsz., zoon van onze voorouder Abraham Adriaens (overl. 1638), de eerste is die zich Van Nispen noemt, van waaruit voornoemde adellijke tak zich ontwikkelt.

In de zeventiende eeuw gaat een lid van de familie aan de Universiteit van Leuven studeren en bekeert zich tot het katholicisme. Zijn nazaten huwen met katholieke regenten- en adelsgeslachten.

Van wie precies Abraham Adriaens, vader van Christiaen Abrahamsz. van Nispen, afstamt, is niet onomstotelijk vastgesteld. Complicerende factor is dat Abraham nergens de naam Van Nispen hanteert en het onduidelijk is of de toevoeging Adriaans een patroniem of geslachtsnaam is.

Er zijn drie solide onderbouwde reconstructies gemaakt van Abrahams afstamming, allen gepubliceerd in De Nederlandsche Leeuw. Rijksarchivaris Johan Fox, werkt zijn versie uit (1990) in reactie op een eerder artikel van Mr. G.J .J . van Wimersma Greidanus (1989), die op zijn beurt weer reageert op H.L. Kruimel (1983). Het is een lastig dispuut; alle drie komen ze tot andere voorouders.

Voorlopig hangen we hier de versie van Johan Fox aan. Deze stelt zich als buitenstaander objectief op en baseert zich op meer vanzelfsprekende en realistische aannames dan Kruimel (vooringenomen) en Wimersma Greidanus (speculatief en vergezocht).

Aert Claussone (overl. 1527 of eerder)

Aert Claussone (zoon van Claus) huwt Magdalene Petersdr. Hun kinderen zijn:

  1. Jan Aertzn.
  2. Adriaen Aertzn.
  3. Lynken Aertzn.
  4. Heylken Aertzn.

Aert Claussone overlijdt vòòr 7 februari 1527 volgens een volgens een rentebrief uit Bergen op Zoom. Zijn vier kinderen zijn dan nog minderjarig kinderen en komen onder voogdij van Aert Claussone's broer Jan Claussone (van Nispen), volgens een akte uit Bergen op Zoom:

als voight ende tot behoeff van Aerde Claussoene zijns broeders vier weeskinderen geheeten Jan, Adriaen, Lynken ende Heylken, dair moeder aff is Magdalene Petersdochter.

Broer Jan Claeszn., geboren rond 1477, is timmerman van beroep. Hij wordt van 1518 tot 1549 vermeld als eigenaar van het huis het Hof van Gelre aan de Vismarkt in Bergen op Zoom.

Adriaen Aertzn. (overl 1584 of eerder)

Adriaen Aertzn., alias Arents of Arentsen, zoon van Aert Claussone, huwt mogelijk Maria (Mayke) Marinsdr. van Oosten, mogelijk zijn tweede vrouw. Zij is de dochter van Marinus Janszn. van Oosten en mogelijk een vouw genaam Digne.

Abraham Adriaens is hun kind.

Adriaen Aertzn. is afkomstig van Bergen op Zoom, en wordt op 2 april 1540 poorter van Vlissingen. In 1559 wordt hij in Vlissingen vermeld als kramer en deken van de schutterij. Hij woont in een huurhuis aan de Lange Noordstraat in Vlissingen. Hij wordt ook genoemd als leverancier van spijkers aan koning Philips II in 1568 ten behoeve van herstelwerkzaamheden aan de gevangenis.

Adriaen Aertzn. overlijdt vòòr 1 mei 1584.


42. Aangehaalde kohieren van 1577 en 1578, respectievelijk blz. 75 met verwijzing n a ar fol. 16 verso en blz. 57 met verwijzing n a a r fol. 18. Dank zij de van de gemeente-archivaris van Vlissingen ontvangen fotocopieën viel vast te stellen, da t de getaxeerde huurwaarde van ruim 33 pond aanzienlijk beneden die van het huis van Christiaen Marinussen blijft. Vgl. noot 24 en P. K. Dommisse (1913), blz. 112, noot 1. Zie tevens noot 52 hierna.

43. C. de Waard kon vaststellen, gelijk vermeld, da t Adriaen Aerts in zijn hoedanigheid van deken van de schutterij 30 oktober 1559, toen Vlissingen een nieuw stadhuis nodig had, betrokken

Abraham Adriaens (overl. 1638)

Bestand:Handtekening Abraham Adriaens 1622 Christiaen Abrahams van Nispen 1631.jpg
De handtekeningen van Abraham Adriaens (boven, in 1622), respectievelijk zijn zoon Christiaen Abrahamsz. van Nispen (in 1631).

Abraham Adriaens, zoon van xxx (overl. voor 1579), is geboren in Vlissingen. Hij huwt Digna Bollaert in 1588 in Middelburg. Digna Bollaert, dochter van Anthonis Anthoniszn Bollaert en Digna Piggen, is gedoopt in 1565 in de St. Walburgis in Antwerpen.

Hun kinderen zijn (volgorde onzeker):

  1. Adriaen Abrahamsz. van Nispen, overleden vóór 27 maart 1637.
  2. Maria (Maycke) Abrahamsdr. van Nispen, overleden voor 1662, huwt Heyndrick Grave.
  3. Christiaen Abrahamsz. van Nispen, overleden in 1652 in Vlissingen, lakenkoopman in Vlissingen, huwt Josina van de Steenkiste.

Digna Bollaert overlijdt vroeg, op ca. 34-jarige leeftijd (1596) in Vlissingen. Abraham Adriaens overlijdt in 1638, ook in Vlissingen.

NL 1990

11

Nispen als grootvader en vader van Abraham Adriaens te aanvaarden, hoewel zij hun geslachtsnaam mogelijk nooit hebben gevoerd. We aanvaarden ook Marinus van Oosten en zijn dochter Marie, al blijft de authentieke vorm van Marie’s naam aan twijfel onderhevig bij gebreke van een document, dat ons hierover inlicht. Met de grootmoeders van Abraham Adriaens is het verschillend gesteld. Jaqueline van Wissenkercke draagt een geslachtsnaam van hoger maatschappelijk niveau dan Abraham’s ouders en grootouders eigen was, zodat we haar met recht als een product van genealogische fantasie mogen beschouwen 17. De andere grootmoeder Digne van der Schoof is zonder twijfel aan de werkelijkheid ontleend. H a a r voornaam is juist. Van haa r geslachtsnaam, die geen zweem van deftigheid vertoont, is zeer wel denkbaar, dat manlijke verwanten die te eniger tijd zijn gaan voeren en dat de samensteller van de kwartierstaat zich ook in h aa r geval veroorloofd heeft hierop te anticiperen ’8.

Over de totale kwartierstaat van Christiaen van Nispen kan het oordeel kort en bondig luiden, dat wij vijf van de acht overgrootouders dienen a f te keuren. Vijf andere personen wekken het vermoeden, dat zij de hun toegekende geslachtsnaam niet plachten te voeren. Dit geldt, nad a t we Jaqueline van Wissenkercke als overgrootmoeder hebben afgevoerd, voor alle kwartieren van vaderskant met uitzondering wel te verstaan van Marinus van Oosten.

II. De hoofdpersonen in onderling verband.

Van de behandelde personen zijn sommigen naa r mijn idee een nadere studie waard.

Als de heer Greidanus schrijft „Abraham Adriaens zal wel ongeveer even oud als zijn vrouw Digna Bollaert zijn geweest en dus omstreeks 1565 zijn geboren”, heb ik reden mij hier van harte bij aan te sluiten. De verklaring bij gelegenheid van Abraham's ondertrouw in 1588 dat hij een vrij jonggezel zonder ouders of voogden was, wijst erop, dat hij toen de meerderjarige leeftijd van vijfentwintig ja a r nog niet had bereikt. Bij een volwassen bruidegom pleegt het ontbreken van voogden nimmer te worden vermeld, want het spreekt vanzelf, dat een volwassen man het zonder voogd kan stellen. Abraham verkeerde dus in een bijzondere positie: minderjarig, toch geen voogd. Abraham zal op ongeveer twintigjarige leeftijd - we kunnen het ons heel goed voorstellen - zijn vader of voogd door de dood

17. Het geslacht, waartoe Jaqueline w ordt gerekend, is „afkomstig van Noord- Beveland en tot aanzien en rijkdom gekomen door het rentmeesterschap van Zeeland bewester Scheld” . Aldus M. G. de Boer in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Eerste deel (Leiden, 1911), kol. 1581. We moeten er ons overigens voor hoeden de onaanvaardbare kwartieren van de kwartierstaat aan de beruchte falsaris J e a n de Launay toe te schrijven, want J h r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden heeft in navolging van Rietstap’s Wapenboek van den Nederlandschen Adel in De Nederlandsche Leeuw 64ste jrg .-1947, kol. 382 van het echtpaar Aernout van Nispen -Jacqueline van Wissekerke aangetekend: „ontbreken bij de L au nay” .

18. V ooralsnog staat noch van Digne van der Schoof noch van h a a r m an Marinus Jansz- van Oosten de plaats van herkomst vast. Digne’s geslachtsnaam lijkt erop te duiden, da t zij van het platteland afkomstig was. Marinus van Oosten wordt in 1548 als poorter van Bergen op Zoom vermeld. Indien hij zich met zijn vrouw vóór 1548 van elders komende in de stad heeft gevestigd, dan kunnen we voor hun herkomst niet op zijn poorterinschrijving afgaan, want de poorterboeken ten Gemeente-archieve van Bergen op Zoom vertonen een hiaa t van 1522-1629. Misschien, da t in de stadsrekeningen nog iets te vinden zou zijn in verband met de verantwoording van het verschuldigde poorterrecht.

12

hebben verloren. Hij was toen in staat zelf in zijn levensonderhoud te voorzien, zodat hij een voogd in feite niet meer nodig had en hij voor handlichting of, zoals de Latijnse term luidt: „venia aetatis” in aanmerking kwam.

Opvallend is in dit verband, dat de getuige bij Abraham’s ondertrouw Symon Jaspers (Perduyn) helemaal geen familie van hem was. De heer Greidanus noemt hem een stiefoom. Hij was gehuwd met de weduwe van Abraham’s oom Christiaen Mariniszn. Dit was bepaald ongewoon. Het laat zich alleen verklaren, als we aannemen, dat er een zeer hechte band tussen Abraham en zijn oom Christiaen heeft bestaan, een nauwe relatie, die op de weduwe Digna Porrenaer en tenslotte ook op haar tweede echtgenoot is overgegaan. We kunnen dit denkbeeld nog iets a an scherpen: Oom Christiaen moet Abraham’s voogd en pleegvader zijn geweest. Dientengevolge was Symon Jaspers (Perduyn), die ooms plaats in de familie had ingenomen, de aangewezen persoon om bij Abraham’s huwelijk het „zonder ouders en voogden” uit te spreken. Duidelijk lijkt bovendien, dat Christiaen van Nispen, Abraham’s tweede zoon, de voornaam van zijn oudoom heeft gekregen. Dit zou niet recht denkbaar zijn, als oom Christiaen in Abraham’s leven niet een bijzondere rol zou hebben gespeeld als voogd en pleegvader en wellicht ook nog als erflater!

Vóór de geduchte brand van 1911 bevatte de Grote of Oude Kerk te Vlissingen, bij de stichting aan St. Jacob gewijd, oom Christiaen’s grafschrift met naam en overlijdensdatum: „Christiaen Marinisse van Oosten (de) alias Cramer sterf den 13 September a° 1584” . Deze overlijdensdatum past volkomen in het beeld: Abraham als minderjarige zonder voogd achterblijvend, nochtans in staat zich zelfstandig in de maatschappij te han d haven. Merkwaardig is, dat in dit grafschrift abusievelijk „Oostende” staat in plaats van „Oosten” . Voor P. K. Dommisse was het een reden om de laatste lettergreep van „Oostende” tussen haakjes te zetten 19. Mr. P. G. Bloys van Treslong Prins daarentegen geeft de integrale tekst zonder wijziging of commentaar °. Eerstgenoemde merkt in zijn toelichting nog op, dat Christiaen 29 mei 1579 voorkomt als deken van de schutterij 21. Heel interessant is een rekeningpost van 1568, waarin wij Christiaen betrappen in de uitoefening van zijn kramersbedrijf:

„Betaelt Christiaen Mariniszn. de somme van driendertich ponden drie scellingen zes penningen over zeeckere leveringe van nagels ende anders, ghelevert tot behouffvan ’s konincx wercken tot Vlissinghe binnen ’t ja e r dezer rekening-

19. P. K. Dommisse, Eenige grafschriften uit de afgebrande St. Jacobskerk te Vlissingen met archivalische toelichtingen in A rchief van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen XIX-1913, blz. 41-42 onder nr. 42.

20. P. C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zeeland (Utrecht, 1919), blz. 304 onder no. 42.

21. De auteur geeft als verwijzing: „Extract Resolutieboek, gemerkt no. 13, op 29 mei 1579” . Volgens het Voorwoord (1913), blz. 11 was de bergplaats toen: „Bibl. O. Arch. Vliss. no. 4050” . Thans: Gemeente-archief van Vlissingen inv. no. 5112 „Extracten uit de resolutiën van wet en raad 1578-1760 (ca. 1760)” , afkomstig van Mr. Johannes Mauritz, blz. 2. Met betrekking tot de dekens van de drie traditionele schuttersgilden - de handboogschutters onder p a tro n a at van St. Sebastiaan, de kruis- of voetboogschutters onder pa tro n a at van St. Joris en de schutterij van den Bussche ofwel de Kolveniers - constateert dezelfde auteur op grond van voornoemde bron, d a t ze omstreeks 1580 door het stadsbestuur van Vlissingen nog wel in belangrijke zaken werden geraadpleegd, hier nog aan toevoegend, da t de regenten der stad uit de voornaamste leden van de schuttersgilden plachten te worden gekozen: P. K. Dommisse in Archief van het Z eeuwsch G enootschap der Wetenschappen X V I -1910, blz. 149.

13

PLAATJE

Eigenhandige kwitantie van Christiaen Marinissen Craraer voor de betaling van geleverde spijkers bestemd voor de geconfisqueerde huizen dd. 12 april 1576 Afb. 1; foto Rijksarchief in Zeeland

he, volgende zijn billiet ende quictancie hier overeelevert, ergo hier de voors... X X X I I I £ I I I s. VI d.” 22.

Afkomstig van Bergen op Zoom is Christiaen 14 mei 1569 poorter van Vlissingen geworden23. Een samenvatting van onze nieuw verworven kennis kan als volgt luiden:

Christiaen Marinisz. van Oosten alias Cramer, kramer van beroep, leverancier van spijkers en ander materiaal aan Philips II in 1568 ten behoeve van in Vlissingen uit te voeren werken, poorter van Vlissingen sedert 1569, vermeld als deken van de schutterij in 1579, j Vlissingen 13 september 1584.

We kunnen hieraan nog toevoegen, dat Christiaen in 1577 en 1578 het huis de Flessche aan de Zuidstraat te Vlissingen als eigenaar blijkt te bewonen24.

Digna Porrenaer, zijn vrouw, behoorde tot een Vlissings regen-

22. Algemeen Rijksarchief’s-Gravenhage, Archief van de Xassause Domeinraad inv. Hingman no. 10002 „Reeckeninghe Jasp e rs Mulders rentmeestere van den demeynen ancommende de Conincklijke Majesteit binnen der stede van Vlissinghe van den ja re beginnende Catherina XVC zevenentzestich, eyndende ten ghelijcken dage XVC achtentzestich” (St. Catharin a vallende op 25 november), fol. 17. Helaas is de bijbehorende kwitantie niet bewaard gebleven. Wel tro f de heer Greidanus in het archief van de Rekenkamer van Zeeland een andere kwitantie in verband m et de levering van spijkers aan, door Christiaen Marinissen Cramer 12 april 1576 eigenhandig geschreven en getekend, die hier wordt afgebeeld. Zie hierna noot 41.

23. Gemeente-archief van Vlissingen, bibliotheek no. 4507 Alfabetische naamlijst van Simon van der Swalme: Christiaan Marinus met verwijzing n a ar het oorspronkelijke poorterboek, fol. 71 verso. Vgl. noot 8.

24. Gemeente-archief van Vlissingen, collectie P. K. en C. P. I. Dommisse inv. no. 4: Afschrift van het kohier van de honderdste penning van Vlissingen van 1577, d a t in het Rijksarchief in Zeeland verloren is gegaan, blz. 1 met verwijzing n a a r het oorspronkelijke kohier, fol. 1. - Gemeentearchief van Vlissingen inv. no. 5424 Afschrift van het kohier van de twintigste penning van Vlissingen van 1578, da t eveneens in het Rijksarchief van Z eeland ontbreekt, blz. 1 met verwijzing alsvoren. - Fotocopieën, die ik van de gemeente-archivaris van Vlissingen mocht ontvangen, wijzen uit, da t het huis in 1577 getaxeerd werd op ruim 133 pond, in 1578 op ruim 166 pond. Vgl. Jaarverslagen betreffende het Archiefwezen en de Oudheidkundige Verzameling der gemeente Vlissingen over het ja a r 1907, blz. 11. Zie tevens noot 52 hierna.

14

tengeslacht2a. Christiaen zelf is ondanks deze verbintenis, al wist hij het tot deken van de schutterij te brengen, nooit voor een regentenfunctie in aanmerking gekomen. Zijn Doopsgezindheid stond dit naar mijn oordeel in de weg. Heel terecht heeft de heer Greidanus opgemerkt, dat Abraham Adriaens zijn Doopsgezindheid aan zijn moeder’s familie o n tleen t26.

Aan Simon Jaspers Parduyn alias Perduyn, geboortig van Veere, heeft C. de Waard een levensbeschrijving gewijd, die helaas al te beknopt en hierdoor weinig bevredigend is uitgevallen27. Prins Willem van Oranje heeft hem kort voor hij door moordenaarshand zou vallen op voordracht van de Staten van Zeeland tot notaris benoemd. Als zodanig werd hij door het Hof van Holland en Zeeland 27 ju n i 1584 met Veere als standplaats geadmitteerd28. Bij gebreke van minuut-akten is het de vraag, of hij het notariaat ooit uitgeoefend heeft. Al in de aanvang van 1586 treffen wij hem te Middelburg in een totaal andere positie aan: als rentmeester van Walcheren en „appenditiën” tot betaling van ten laste van de Staten van Zeeland uitstaande re n te n 29. Bovendien is zijn huwelijk met Digna Porrenaere, de weduwe van Christiaen van Oosten alias Cramer hier 25 mei 1586 gesloten, is hij bij de vernieuwing van de wet vervolgens schepen van Middelburg geworden en 24 augustus 1586 ouderling van de Hervormde gemeente. Regentenfuncties vielen hem de komende jaren met een zekere regelmaat ten deel: zo was hij raad van Middelburg, toen hij Abraham Adriaense in 1588 als bruidegom begeleidde, is hij tot drie maal toe als burgemeester opgetreden en twee ja ren lang door de stad in de Staten van Zeeland afgevaardigd tot hij uiteindelijk 26 oktober 1596 als lid van de pas opgerichte Rekenkamer van Zeeland werd beëdigd 30. Hij bekleedde dit ambt vanwege Prins Maurits als Eerste Edele tot zijn overlijden te Middelburg op 5 oktober

25. C. A. van Woelderen, Lijst van Baljuws, Burgemeesters, Schepenen, Raden, Pensionarissen, Secretarissen en Rentmeesters van Vlissingen in Ja a rb o ek van het Centraal Bureau voor Genealogie 11-1948, blz. 19-20 onder de nrs. 64, 75 en 93. Vgl. P. K. Dommisse (1913), blz. 48 en 50 de grafschriften nrs. 53 en 54 met toelichting.

26. Kenmerkend voor de Doopsgezinden was destijds, d a t zij geen regentenfuncties konden bekleden, kenmerkend evenzeer hun afwijzing van wapengeweld. Pas v ijfja a r na Christiaen van Oosten’s dood, in 1589 konden de Doopsgezinden te Vlissingen voor het eerst de door hen gewenste vrijstelling van de wacht afkopen tegen betaling van 150 pond per ja a r: H. P. Winkelman (1875), blz. 33. Overigens was de algemene burgerwacht of dienstplicht buiten de schuttersgilden om in wijkverband georganiseerd: P. K. Dommisse (1910), blz. 149.

27. C. de Waard in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Derde deel (Leiden, 1914), kol. 958. Voor zover niet anders aangegeven zijn de verstrekte gegevens a an dit artikel ontleend.

28. L. W. A. M. Lasonder, De archieven van de rechtbanken, weeskamers en notarissen, die over het tegenwoordige grondgebied der provincie Zeeland gefungeerd hebben. De Zeeuwsche eilanden 1456-1811(1852)- (’s-Gravenhage, 1914), blz. 612-613. Vgl. Algemeen Rijk sarch ief’s-Gravenhage, Archief H o f van Holland en Zeeland inv. no. 5929 Admissieregister van notarissen 1525-1647, fol. 96.

29. Jh r. Dr. G. F. Sandberg vermeldt in zijn Inventaris van de archieven van de Rekenkamer van Zeeland, Deel I I (1973) onder no. 996 Symon Parduyn’s eerste rekening betreffende de „rentieren” , de rentetrekkers op Walcheren over 1586, d.w.z. het rendantsexemplaar met verwijzing n a ar het ook bewaarde exemplaar van de Rekenkamer. Zoals gebruikelijk opent deze rekening met zijn aanstellingsakte d.d. 9 december 1585. Aan de benoeming waren - zo blijkt - zeven ja re n van trouwe dienst aan den lande van Zeeland voorafgegaan, kennelijk in lagere functies.

30. Afgevaardigd in de Staten van Zeeland sedert 1 november 1594: gedrukte Notulen van de Staten. Benoeming in de Rekenkamer van Zeeland: idem d.d. 21 augustus en 4 oktober 1596. Zijn rentmeesterschap moest S. Parduyn in verband met deze benoeming opgeven.

15

PLAATJE

Anoniem olieverf op paneel, 73,5 x 62 Simon Jasp e rs Parduyn (f 1612) Afb. 2; Zeeuwsch Museum foto Wim Riemens, Middelburg (legaat J h r. Mr. J . de Witte van Citters)

1612. Treffend is het in dit verband, dat hij op zijn portret in het Zeeuws Museum een gouden keten draagt m et een penning, die het borstbeeld van de Prins v e rto o n t31.

Vermoedelijk is het aan het fortuin, dat Digna Porrenaere ten huwelijk meebracht, te danken, dat Simon Parduyn zich ook als koopman heeft onderscheiden. Zo behoorde hij tot de vierentwintig vooraanstaande kooplieden, die zich te Middelburg in 1589 onder leiding van Balthasar de Moucheron aaneensloten om de overzeese handel in goede banen te leiden en hiertoe als „college der consuls” de sanctie van het stadsbestuur kregen32. Van Simon en zijn broeder Willem Parduyn, de apotheker, is voorts bekend, dat zij in hun hof als eersten in Zeeland zeldzame uitheemse planten kweekten33.

Er is alle reden ons nu tot Abraham's ouders te wenden: Adriaen Aertsz. en Maeycke Marinusdr. (van Oosten). Hun geboortejaren zijn bij benadering te bepalen. Daar Adriaen 2 april 1540 poorter van Vlissingen is geworden, zal hij omstreeks

31. E. W. Moes, Iconographia Batava II (Amsterdam, 1905), blz. 186 onder no. 5738. C. de Waard (1914), kol. 958. De Conservatrice v an het Zeeuws Museum liet op mijn verzoek een foto maken, die hierbij wordt gereproduceerd.

32. J . H. de Stoppelaar, Balthasar de Moucheron — Een bladzijde uit de Nederlandsche handelsgeschiedenis tijdens den Tachtigjarigen Oorlog (’s-Gravenhage, 1901), blz. 46-47. Vgl. W. S. Unger in Economisch-Historisch Ja arboek, Drie en twintigste deel — 1947, blz. 4-5. Simon Perduyn blijkt in 1593 met Balthasar de Moucheron in rekening-courant te staan: Rijksarchief Z eeland, Handschriftenverzameling inv. no. 195.

33. W. S. Unger, De geschiedenis van Middelburg in omtrek (Middelburg, 1954), blz. 67-68.

16

1513/’15 geboren zijn. Zijn zwager Hans Marijnszn. van Ooslen kwam - naar we reeds vaststelden - omstreeks 1538 te wereld. Maeycke's geboorte laat zich stellen op omstreeks 1533/’35. Tussen man en vrouw constateren we dus een groot leeftijdsverschil. Voor Adriaen zou het een tweede huwelijk geweest kunnen zijn, maar het heeft weinig zin hierover te speculeren. Toen hun zoon Abraham geboren werd, was de vader omstreeks vijftig ja a r, de moeder omstreeks dertig ja a r oud. Hier mogen we het wel op houden.

Het beperkte bronnenmateriaal, dat ons ter beschikking staat, levert voor Adriaen aanvullende gegevens op, die we niet genoeg kunnen waarderen. Maeycke houdt zich op de achtergrond helaas onzichtbaar.

Allereerst is daar de rekening, die ons Christiaen Marinszn. toonde in de uitoefening van zijn kramersbedrijf. De beide zwagers - zo blijkt - kwamen toen - in 1568 - in hun beroep overeen:

„Betaelt Adriaen Aertszn. de somme van zesse ponden vijff scellingen zes penningen over de leveringhe van zeeckere nagels bij hem ghelevert binnen tijde dezer rekeninghe, zoe tot behouff van de ghevangenis als anders volgende zijn billiet ende quictancie hier overghelevert, ergo hier de voors... V I £ V s VI d .” 34.

Een kanttekening bij het opschrift van de betrokken afdeling „Reparatiën ghedaen an de ghevangenisse tot V lissinghe” luidt als volgt:

„Bij zekere brieven van mijnen heeren van der finantie in date den XXen octobris X V 'L X V III is desen rentmeester belast geweest de gevangene poirte te doen souffissantelijck repareren hem niettemin eerst informerende oft ’t zelve tot laste van Zijne Majesteit behoirt te commen ende daernaer vernomen hebbende heeft bevonden da t de reparatien der voirs. gevanckenisse altoos gestaen hebben tot laste van den heere soe oick van gelijcken doen reparatien van de gevanckenisse tot M iddelburg, die van de penningen van Zijne M ajesteit betaelt werden, zoe de voirs. rentmeester verclaert heeft” 3o.

Adriaen Arents(sen) blijkt in 1577 en 1578 woonachtig te zijn in een huurhuis aan de Lange Noordstraat te Vlissingen36.

Kort geleden - het bovenstaande was reeds geschreven - wist de heer Greidanus van Mevrouw M. L. J . van Nispen tot Sevenaer-barones van Voorst tot Voorst toestemming te verkrijgen tot het raadplegen van de brieven van C. de Waard, die de heer Kruimel al in 1983 had benut. Dit leverde nog een aantal zeer welkome gegevens o p 37.

Uit het onderzoek van C. de Waard leren wij Adriaen Arentsz. Cramer kennen als borg voor de pacht van een molen: 28 september 155738. Als een der dekens van de schutterij is hij betrokken bij de aankoop van een gebouw voor een nieuw

34. Aangehaalde rekening, fol. 31 verso. Vgl. noot 22.

35. Idem, fol. 30.

36. Aangehaalde kohieren van 1577 en 1578, respectievelijk blz. 75 met verwijzing n a ar fol. 16 verso en blz. 57 met verwijzing n a a r fol. 18. Dank zij de van de gemeente-archivaris van Vlissingen ontvangen fotocopieën viel vast te stellen, da t de getaxeerde huurwaarde van ruim 33 pond aanzienlijk beneden die van het huis van Christiaen Marinussen blijft. Vgl. noot 24 en P. K. Dommisse (1913), blz. 112, noot 1. Zie tevens noot 52 hierna.

37. Voor zover mogelijk heb ik met behulp van de heer Greidanus de huidige vindplaats opgespoord, maa r dit is niet altijd gelukt.

38. Voor de desbetreffende akte gold destijds als verwijzing: Verspreide stukken in bibliotheek van handschriften te Vlissingen 1540-1600, doch ze is thans onvindbaar. C. de Waard heeft waarschijnlijk niet het bezegelde charter, m aa r een afschrift onder ogen gehad. De in noot 22 aangehaalde rekening wijst in elk geval uit, dat de wind- en watermolens te Vlissingen ten bate van de heer verpacht werden.

17

stadhuis te Vlissingen: 30 oktober 15593y. Adryaen Arts „kramar tot Vlissingen” treedt te Axel als borg op voor Joorys Schepyns of wel Schepens; de desbetreffende, ongedateerde akte, die van omstreeks 1570 moet zijn, toont zijn ondertekening met naam, beroep en m e rk 40. Adriaen Aertsz■ betaalt van 1573 tot 1575 de door hem verschuldigde huur voor een huis, vermoedelijk een pakhuis, aan de Korte Zelke41.

PLAATJE

Handtekening van Adriaen Arts, kramer te Vlissingen, als borg voor de nakoming van een contract met inbegrip van zijn koopmansmerk ca. 1570 Afb. 3; foto Alg. Rijksarchief Gemeente-archief Axel

Het echtpaar laat zich thans op grond van de bijeengebrachte gegevens als volgt beschrijven:

Adriaen Aertszn. alias Arents(en), afkomstig van Bergen op Zoom, poorter van Vlissingen 2 april 154*', kramer en deken van de schutterij aldaar, leverancier van spijkers aan Philips II in 1568 ten behoeve van herstelwerkzaamheden aan de gevangenis, woonachtig in een huurhuis aan de Lange Noordstraa t te Vlissingen, f vóór 1 mei 1584, trouwde (mogelijk in tweede echt) Maeycke Marinusdr. (van Oosten), f vóór 1 mei 1584, dr. van Marinus Jansz■ van Oosten en Digne N.N.

N.B. Abraham Adriaense moet zijn ouders vóór 1 mei 1584 verloren hebben, omdat de kerkrekeningen, waarin het begraafrecht verantwoord is, op deze d atum een aanvang nemen en hun namen in deze rekeningen niet voorkomen. Toen moeder Maeycke overleden was - misschien reeds vóór 1580, maa r op zijn laatst niet lang da arn a - moet h a ar broeder Christiaen van Oosten alias Cramer als voogd van moederskant zijn opgetreden. Denkbaar is, da t er bij het overlijden van vader Adriaen geen familielid van zijn kant bij de hand was om zijn plaats in te nemen en Abraham hierdoor nooit een voogd van vaderszijde heeft gehad.

39. Volgens C. de Waard gaat het om twee akten van dezelfde datum. Ze moeten m.i. in het Rijksarchief in Zeeland deel hebben uitgemaakt van een dossier, da t - n a ar P. K. Dommisse (1910), blz. 94 meedeelt - toen nog niet geordend was. Spijtig genoeg viel niet na te gaan, wat er sinds 1910 van dit dossier geworden is.

40. Gemeente-archief van Axel - eertijds Rijksarchief Zeeland, Rechterlijk archief van Axel en Axelambacht inv. no. 767 tussen stukken betreffende de boedel van Aechte Bens. De gemeente-archivaris van Axel was zo goed mij fotocopieën te verschaffen. De handtekening van Adriaen Aerts wordt hier afgebeeld.

41. C. de Waa rd verwijst n a ar de rekeningen van de rentmeester Michiel Adolfs van de geconfisqueerde wereldlijke goederen te Vlissingen van 1573-1578: RijksarchiefZeeland, A rchiefvan de R ekenkamer, Rekeningen B 2444-2448. Deze zijn echter in 1940 tenietgegaan, terwijl de acquitten bewaard zijn gebleven. Onder de acquitten behorend bij de rekening van 1 mei 1573 tot 1 mei 1574 B 2444 bevindt zich een lijst inzake de verhuring van de betrokken panden van 21 april 1573 voor de termijn van één jaa r. Hierin komt Adriaen Aertszn. voor als h u u rd e r van het huis van Mr. Adriaen Iseman aan de „Corte Selcke” n aast „de backerie van Anthuenis Godefroidt”. Alle acquitten van genoemde ja re n zijn tezamen ondergebracht in een omvangrijk pak. Bij de acquitten B 2446 w erd de hier afgebeelde kwitantie van Christiaen Marinissen aangetroffen.

H. L. Kruimel heeft opgemerkt, dat Abraham’s maatschappelijke positie boven die van Adriaen Aerts alias Arents uitstak. Vader Adriaen stond in financiële welstand onmiskenbaar bij zijn zoon Abraham, maar ook bij zijn zwager Christiaen van Oosten ten a c h te r42. Aan de andere kant dient Adriaen’s maatschappelijke positie als deken van een der drie schuttersgilden te Vlissingen toch niet te worden o nderschat43. Nageslacht van Christiaen van Oosten is niet bekend. Het heeft er alle schijn van, dat hij geen kinderen heeft nagelaten en dat Abraham zijn fortuin aan oom Christiaen te danken had. Mijns inziens lijdt het geen twijfel, dat het fortuin, dat we bij vader Adriaen nog missen, maar dat de zoon Abraham volop ter beschikking had, de m a a tschappelijke opgang van het geslacht in hoge mate heeft bepaald.

Verheugend is het dat we een nieuwe stamreeks nog met een oudere generatie kunnen beginnen:

I. Aert Claussone, volgens een Bergen op Zoomse rentebrief t vóór 7 februari 1527, tr. Magdalene P e te rsd r f na 7 februari 1527.

N.B. De stamvader liet vier minderjarige kinderen na: Jan, Adriaen, Lynken en Heylken, die onder voogdij stonden van zijn broeder Jan Claussone van Nispen u .

Als mogelijke ouders van Adriaen Aertszn., die 2 april 1540 poorter van Vlissingen werd, heeft Jh r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden ons Aerde Claussone en Magdalena Petersdr. in zijn eerder vermelde verhandeling voorgesteld. Nu deugdelijk aangetoond is, dat Adriaen Aertszn. de vader van Abraham Adriaens en de grootvader van Christiaen van Nispen moet zijn, is het mijns inziens verantwoord Jan Claussone van Nispen als zijn oom te erkennen40.

Genoemde auteur heeft de oom en voogd met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weten te identificeren met Jan Claeszn. alias Jan Clauszn. van Nispen, geboren omstreeks 1477, timmerman van beroep, eigenaar van het huis het Ho f van Gelre aan de Vismarkt te Bergen op Zoom, van 1518 tot 1549 vermeld. Opmerking verdient, dat de auteur zijn Bergen op Zoomse gegevens in hoofdzaak te danken had aan onderzoek door C. A. de Kruijff al vóór 1900 voor de familie verricht.

De tweede generatie, Adriaen Aertszn. alias Arentsen en Maeycke Marinusdr. (van Oosten) werd inmiddels behandeld. We mogen bij nader inzien constateren, dat man en vrouw in maatschappelijk niveau met elkaar overeenkomen, nu gebleken is, dat de één een timmerman te Bergen op Zoom tot oom, en de ander een timmerman in die stad tot vader had.

42. Dit laatste werd al eerder in noot 36 geconstateerd.

43. C. de Waard kon vaststellen, gelijk vermeld, da t Adriaen Aerts in zijn hoedanigheid van deken van de schutterij 30 oktober 1559, toen Vlissingen een nieuw stadhuis nodig had, betrokken was bij de aankoop van een daartoe bestemd gebouw. Vgl. noot 21.

44. Gemeente-archief van Bergen op Zoom, Rechterlijke archieven inv. R. 334, fol. 11 verso. Dankbaar ben ik de gemeente-archivaris van Bergen op Zoom, die een fotocopie te mijner beschikking stelde. ,Jan Claussoene van Nispen” treedt hier op „als voight ende tot behoeff van Aerde Claussoene zijns broeders vier weeskinderen geheeten Jan, Adriaen, Lynken ende Heylken, dair moeder aff is Magdalene Petersdochter”. De voornaam Aerde behoort n a ar mijn mening tot Aert te worden herleid, als het om de man zelf, niet om de kinderen gaat.

45. Merkwaardigerwijze is de redactie van Nederland’s Adelsboek hierop vooruitgelopen door in d e jrg n . 1969 en 1977 de veronderstelde stamvader het aureool van zekerheid te geven om hier enkele ja re n later - in 1984 - van terug te komen.

19

Abraham Adriaens vormt in een nieuwe stamreeks de derde en laatste generatie, die zich zonder geslachtsnaam pleegt aan te dienen:

III. Abraham Adriaens (van Nispen), geb. Vlissingen, koopman aldaa r sedert 1586, pachter van de bierimpost 1586-1589, collecteur van de verse vistol 1590, gegoed in Vlissingen, tevens in Breskens, Groede en West-Souburg, gezworene van het waterschap Groede en Baanst in 1618, schonk zijn helft van een huis aan de Peperdijk te Vlissingen aan de Doopsgezinde gemeente aldaar in 1637, f Vlissingen (begraafrecht betaald 13) maart 1638, tr. Middelburg 7 augustus 1588 Digna Bollaert, ged. Antwerpen (St. Walburgskerk) 6 februari 1565, j Vlissingen (begraafrecht betaald 17) jan u a ri 1596, dr. van Anthonis Bollaert en Digna Piggen.

N.B. Ook voor Abraham wist de heer Greidanus in de brieven van C. de Waard nog nadere gegevens te vinden: hij procedeert te Vlissingen al in 158646, als collecteur van de verse vistol a ldaar in 15904'. Voor zijn functie van gezworene vermocht de heer Greidanus een verwijzing te geven n a ar het archief van het waterschap Groede en B a an s t48.

Hiermede zijn drie generaties voor een nieuwe stamreeks geboden. Dank zij een moderne klapper op de poorterboeken ben ik bij aanvullend onderzoek in het Gemeente-archief van Bergen op Zoom nog een zeer welkom gegeven van vóór 1518 op het spoor gekomen: Jan Clausz-, timmerman van beroep, afkomstig uit Nispen, is er 12 februari 1501 als poorter ingeschreven49. Met deze vondst is het onderhavige geslacht tot zijn oorsprong herleid. Bovendien staat nu'duidelijk vast, dat de geslachtsnaam aan de plaats van herkomst ontleend door de stamvader en diens nakomelingen ruim een eeuw niet gevoerd is, m.a.w. latent is gebleven - een verschijnsel, dat bij ervaren genealogen bekend is.

Tenslotte heb ik in verband met mijn bewijsvoering nog het een en ander onder de aandacht te brengen. De heer Greidanus, die zijn onderzoek met zeldzame volharding voortzet, verrast mij op het allerlaatst met een rekeningpost uit de oude archieven van Breskens: „Sr. Abraham Adriaensen van Nispe aen interest van 60 £ Vlaems verscheenen tot den 23en November 1632 de somme van - - £ 3-7-0” 50. Hier doet zich de hoge uitzondering voor, dat Abraham nog tijdens zijn leven een drieledige naam

46. Rijksarchief Zeeland, Archief van de landsvierschaar te Vlissingen inv. no. 1262, fol. 268 verso: een vonnis van 7 okt. 1586, waarbij de vleeshouwer Comelis Jansen tot betaling aan Abraham Adriaensen wordt veroordeeld wegens geleverd bier met inbegrip van de accijns. Nader onderzoek heeft de heer Greidanus geleerd, da t Abraham destijds geen pachter van de bieraccijns was. Het betreft evenwel een vordering van 1582. Christiaen Marinissen blijkt toen pachter geweest te zijn. Het komt mij derhalve aannemelijk voor, d a t Abraham hier optreedt als erfgenaam van zijn oom.

47. Gemeente-archief V eere - eertijds Rijksarchief Zeeland, Rechterlijk a rchief van Veere inv. no. 251 rol van civiele zaken, fol. 247, 261 verso en 265: inschrijvingen van 7 juli, 25 sept. en 2 okt. 1590.

48. Oud-archief van het waterschap Groede en Baanst inv. no. 191, fol. 56 verso en inv. no. 619 d.d. 15 aug. 1618.

49. In de chronologische lijst van poorters komt Jan Clausz. voor onder no. 1484. Een Aert Claesz. vinden we 31 augustus 1520 als poorter ingeschreven onder no. 2374. De vraag, of hi] Jan Clauszns. broeder zou zijn, laat zich wel stellen, maa r niet beantwoorden, d a a r in zijn geval de plaats van herkomst onvermeld is gebleven evenals trouwens zijn beroep.

50. Gemeente-archief Oostburg, Oude archieven van Breskens inv. no. 37 originele parochierekening afgehoord 14 dec. 1637, bevattende achterin „Staet ende inventaris daermede de stede Breskens jegenwoordicht is belast” . Het gaat in deze staat om de vierde post van boven.

20

voert: voornaam, patronym en geslachtsnaam in de voor zijn tijd, voor iemand van zijn positie zo normale combinatie. Al eerder heb ik aangetoond, dat Abraham’s toenaam Adriaense als patronym dient te worden opgevat51. We vinden het hier bevestigd. Wie het zou wagen aan deze rekeningpost te tornen, laadt de verdenking op zich de bronnen naa r zijn hand te willen zetten. Dit kan de ware genealoog zich evenmin als de ware historicus permitteren. Overigens legt deze rekeningpost ons de plicht op Abrham’s geslachtsnaam in de stamreeks toe te voegen, zij het tussen haakjes, zoals ik inmiddels heb gedaan.

Dank zij de heer Greidanus kan nog een belangrijk gegeven tot klaarheid worden gebracht. Ditmaal is C. de Waard weer de goede geest op de achtergrond. H. L. Kruimel ging er reeds van uit, dat Abraham Adriaense poorter van Vlissingen moest zijn geweest en voelde het als een pijnlijk gemis, dat elke aanduiding hieromtrent leek te ontbreken. Daarentegen leidde hij uit een van zijn voorgangers brieven af, dat Abraham 5 mei 1601 als poorter van Middelburg voor zou komen. Ik moet bekennen, d a t ik met dit poorterschap van Middelburg anno 1601 niet goed raad wist. Inmiddels kon de heer Greidanus achterhalen, dat C. de Waard zijn bron weliswaar in het Rijksarchief in Middelburg vond, maar dat het niettemin om het poorterschap van Vlissingen g a a t51.

Nu we weten, dat Abraham Adriaens (van Nispen) poorter van Vlissingen is geweest, terwijl tevens vaststaat, dat hij daar ter stede niet als nieuwe poorter staat ingeschreven, is de onafwendbare conclusie, dat Abraham zijn poorterschap aan zijn vader ontleent. Christiaen van Nispen is hiermee als vader van Abraham eens en voor al uitgesloten. Hij was geboren Dordtenaar en evenmin als Abraham heeft hij het poorterschap van Vlissingen op latere leeftijd verworven. Men treft zijn naam onder de nieuwe poorters van Vlissingen niet aan. Voor Christiaen van Nispen is deze uitslag in zoverre positief, d a t zijn nagedachtenis nu van alle blaam gezuiverd is: hij heeft geen dubbelleven geleid tussen Dordrecht en Vlissingen, geen vrouw en kind te kort gedaan.

In de nieuwe opzet van de stamreeks kon de aanduiding „poorter van Vlissingen” bij Abraham Adriaens (van Nispen) gevoegelijk achterwege blijven. Het spreekt hier immers vanzelf, d at het poorterrecht sinds 1540 van vader op zoon is overgegaan, in feite op alle nakomelingen in de manlijke lijn zo lang ze te Vlissingen gevestigd bleven32.

III. Epiloog.

Dit artikel heeft de bedoeling Adriaen, de traditionele vader van Abraham Adriaens (van Nispen) te rehabiliteren. Een analyse

51. Het lijkt mij dienstig in dit verband nog een treffende bijzonderheid aan te tekenen. Toen ik na van de heer Greidanus bepaalde aanwijzingen ontvangen te hebben persoonlijk het Rijksarchief in Zeeland bezocht, bleek mij, da t in het archief van de Rekenkamer van Zeeland D 6067 David Oillaertszn. in de „Extracten” behorend bij zijn derde rekening als aangehaald in noot 6 op Abraham’s toenaam een bijzondere schrijfwijze toepast: „Adriaens sn” met een kleine open ruimte tussen „Adriaens” en „sn” , een spelling, die ons m.i. verbiedt deze toenaam als achternaam op te vatten. We treffen deze schrijfwijze tweemaal aan: 12 okt. 1600 en 8 mei 1601. De tweede keer wordt Abraham als „poorter dezer stede” , d.w.z. poorter van Vlissingen aangeduid.

52. Uiteindelijk blijkt het kohier van de twintigste penning van Vlissingen in noot 24 als ontbrekend opgegeven toch in het Rijksarchief in Zeeland aanwezig te zijn. Als voorlopige signatuur geldt: Archief R ekenkamer C (acq.) 860*.

21 van de gepubliceerde kwartierstaat heeft zijn geloofwaardigheid aangetoond. Een aansluitend onderzoek heeft bovendien aangetoond, dat Abraham’s toenaam Adriaens(e) niet als geslachtsnaam heeft gefungeerd en daarom op te vatten is als een zuiver patronym. Vervolgens is het gelukt Adriaen Aertsz., die 2 april 1540 poorter van Vlissingen werd, als Abraham’s ware vader te herkennen, doordat hij de hiervoor vereiste hoedanigheden in zijn persoon bleek te verenigen.

De laatste schrijver over een bepaald onderwerp is altijd in het voordeel ten opzichte van zijn voorgangers. Dit geldt voor mij in betrekking tot de artikelen van onze medeleden H. L. Kruimel (1983) en Mr. G. J . J . van Wimersma Greidanus (1989). De lezer zal beseffen, dat ik het met de strekking van deze artikelen niet eens ben. Aan de andere kant zou ik mijn eigen verhandeling niet hebben kunnen schrijven, als ik niet van de vele waardevolle gegevens in deze artikelen gebruik had kunnen maken. Bovendien kon ik profiteren van welkome aanwijzingen, die de tweede auteur mij in nader contact heeft verstrekt.

Mocht mijn bijdrage naa r algemeen oordeel Abraham’s afstammingsprobleem tot een oplossing hebben gebracht, dan hoop en vertrouw ik, dat dit als resultaat van ons drieër inspanning zal worden gezien. Hierbij teken ik aan, dat ook het werk van overleden onderzoekers zoals C. A. de Kruijff, C. de W aard en J h r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden mijns inziens in ere dient te worden gehouden.

Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst!

door M r . G . J J - v a n W im er sm a G r e id a n u s .

De titel van mijn vorige artikel over dit onderwerp 1 bestond uit een vraag, waarop het antwoord „neen” bleek te luiden: van verschillende zijden werd ongeloof erover uitgesproken dat iemand met de naam Adriaens een Christiaen tot vader zou kunnen hebben. Ons medelid Drs. J . Fox heeft zich tot tolk der ongelovigen gemaakt door niet alleen mijn stelling te bestrijden maar bovendien met een alternatief te komen. Aan de hand van zijn betoog wil ik hieronder mijn zienswijze toelichten en de juistheid ervan aantonen.

De stelling van Drs. Fox dat Abraham Adriaense een zoon zou zijn geweest van Adriaen Aertsen uit Bergen op Zoom, die op 2 april 1540 poorter van Vlissingen werd, is naar mijn stellige overtuiging onhoudbaar, zoals hieronder zal blijken. Zolang die stelling onbewezen is, wijst trouwens niets erop dat deze Adriaen Aertsen iets met een familie Van Nispen of met de plaats Nispen te maken heeft gehad en de naam Van Nispen van Abraham’s nageslacht blijft aldus onverklaard. Weliswaar herhaalt Drs. Fox de poging van Jh r. van Nispen tot Pannerden om het gezochte verband te leggen door de veronderstelling dat Adriaen Aertsen dezelfde zou kunnen zijn als Adriaen die op 7 februari 1527 in Bergen op Zoom wordt vermeld als een der vier minderjarige kinderen van wijlen Aerde Claussone, broer van Jan Claussone van Nispen, maar dat is niet meer dan een hypothese,

1. Tot goed begrip dient het onderstaande te worden gelezen in samenhang met „Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst?” in: De Nederl. Leeuw 1989, k. 66 e.v.

2. Ondanks het ontbreken van enig bewijs heeft de redactie van Nederland’s Adelsboek deze visie in de ja a rg an g 1969 overgenomen en in 1977 herhaald.

22

waarvan de laatstgenoemde auteur zich trouwens terdege bewust i s 2. Ook is het waar dat Amandus van Nispen3 een in het Frans vertaalde Adriaen Aertsen als vader van zijn overgrootvader Abraham ten tonele voert in de kwartierstaat van zijn grootvader Christiaen van Nispen, maar de gegevens van deze kwartierstaat kunnen onmogelijk van Abraham afkomstig zijn, gezien het onjuiste geboortejaar van diens zoon en de onjuiste namen van diens echtgenote’s grootouders: hij moet in ieder geval toch geweten hebben d at zijn schoonvader een Anthonis zoon was.

Op zichzelf beschouwd, behoeft de inhoud van de kwartierstaat nog niet direct op bemoeienis van Je a n de Launay te wijzen. Echter, het deel 2D van de collectie Van Spaen bij de Hoge Raad van Adel, waarin de kwartierstaat van Christiaen van Nispen voorkomt, bevat tevens een verder uitgewerkte kwartierstaat Van Nispen-Bollaert4 en daar blijkt onmiskenbaar de invloed van De Launay bij de vermelding van de echtparen Pierre van Nispen x Florence de Vriese van den Oostende en Arnoul van Nispen x Dorothee van Lanchriet. Immers, Je a n de Launay noemt deze echtparen eveneens in zijn „geslachtboom, bevestigt ende voor Edel bewaerheyt binnen Brussel den X X IV der Maent Julie 1666” laatstgenoemde Arnoul van Nispen is bij De Launay de vader van Adrien van Nispen, echtgenoot van Marie van Oosten. Amandus van Nispen heeft na deze Arnoul twee generaties tussengevoegd, namelijk Arnoul van Nispen x Anne van Schengen en Arnoul van Nispen x Jaqueline van Wissenkercke6, zodat Adriaen van Nispen bij Amandus een Arnoudszoon blijft, maar een andere moeder krijgt. Het bestaan van al deze echtparen kon nimmer door authentieke stukken worden aangetoond en inmiddels werd J e a n de Launay ontmaskerd als fantast en falsaris. Alleen al om die reden lijkt het onverantwoord om de door hem opgediste Adriaen van Nispen in enig verband te brengen met Adriaen Aertsen die in 1540 poorter van Vlissingen werd. Gaan wij ten overvloede nog na wie de opdracht voor de vervaardiging van d e geslachtsboom aan De Launay kan hebben gegeven, dan leert ons een blik op de genealogie der Zeeuwse Van Nispen’s (bij wie de gegevens van De Launay uitmonden) dat alleen Amandus van Nispen of diens oom en voogd Jacob van Nispen in aanmerking kunnen komen. Gezien zijn kennelijke belangstelling voor deze zaken is het overduidelijk dat Amandus van Nispen de opdrachtgever moet zijn geweest.

3. Zijn personalia, medegedeeld in De Nederl. Leeuw 1989, k. 76, behoeven op één punt verbetering: hij was geen kapelaan in Goes, maar pastoor van de landsparochie van Zuid-Beveland van 1680 tot 1682 en vestigde zich aansluitend in Gouda alvorens n a ar Zoetermeer te vertrekken (de katholieke doop- en trouwregisters werden over deze periode door hem bijgehouden; zie verder: Kerkgeschiedenis van Goes, door pa te r Franciscus Claus, 18de eeuw). Volgens Batavia Sacra, sive Res Gestae etc. (Brussel, 1714) was Amandus van Nispen tevoren pastoor in Middelburg (deel II, blz. 281).

4. Pag. 193 t/m 203. De mededelingen die Amandus van Nispen hier doet zijn op sommige punten strijdig met die van pag. 2: de moeder van Maria van Oosten heet op pag. 2 Digna van der Schoof, op p ag. 195 Helena van der Schoof. Jaqueline van Wissenkercke is op pag. 2 dochter van Antoine, op pag. 195 dochter van Fran^ois.

5. J . B. Rietstap, Wapenboek van den Nederlandschen Adel, deel II, blz. 40 e.v.

6. Rietstap schrijft deze tussenvoeging aan Van Spaen toe, niet wetend dat het desbetreffende deel in diens collectie van de hand van Amandus van Nispen is. Dit laatste blijkt zonneklaar bij vergelijking met het handschrift van Amandus als pastoor v an de landsparochie van Zuid-Beveland (DTB ’s-Heerenhoek 13, dd. 9 jan . 1680 en later; op die pagina zijn notitie: „Me Amando van Nispen Agri Goezani vulgo dicti Zuitbeverlant Pastore Baptizati” ).

23/24

PLAATJES

Afb. 1

18de eeuw (1758) Interieur van de Doopsgezinde kerk te Vlissingen Doopsgezinde gemeente, Vlissingen

Afb. 2

Ca. 1895 Gebouw waarin de Gereformeerde kerk te Vlissingen diensten hield voordat de zgn. Middelkerk aan de Korte Vrouwenstraat werd gebouwd en in gebruik genomen, 1890-1899. Dit gebouw stond a an de Peperdijk (thans Scheldeterrein). Vóór 1890 was het de Doopsgezinde kerk Gemeente-archief Vlissingen

Afb. 3

De handtekening van Abraham Adriaens dd. 5 sept. 1622 Oud-archief van het Waterschap Groede en Baanst, inv. nr. 330, fo. 36

Afb. 4

De handtekening van Christiaen Abrahams van Nispen dd. 20 m aa rt 1631 Archief R aad van Vlaanderen, Afb. 4 inv. nr. 125, akte nr. 12.

25

Een ander argument dat tegen Adriaen Aertsen als vader van Abraham Adriaense en als echtgenoot van Maria van Oosten pleit, is het wel zeer vroege ja a r van zijn poorterschap: 1540 ligt nog ruim vóór de eerste vermelding van Marias vader (1548). Maria1 s (vermoedelijk oudste, want naa r zijn grootvader genoemde) broer Hans of Jan van Oosten was bij zijn executie in 1569 ongeveer 30 ja a r oud; hij moet dus omstreeks 1540 zijn geboren. Adriaen Aertsen, die in dat ja a r poorter werd, was derhalve het tijdsbestek van een generatie ouder dan Maria, hetgeen hem als haa r echtgenoot weliswaar niet uitsluit, maar toch minder waarschijnlijk maakt.

Volledigheidshalve zij opgemerkt dat een Adriaen Adriaensen uit Bergen op Zoom op 17 september 1583 poorter van Vlissingen w e rd 7. Hij past chronologisch beter dan Adriaen Aertsen, maar ook bij hem is er geen enkele Nispen-relatie aanwijsbaar. Dat laatste is wèl het geval bij de nog beter in de tijd passende Adriaen Joess van Nispen, wiens dochter Maeyken Aeriaens op 4 november 1587 te Bergen op Zoom ondertrouwde met Roeland der Weduwe uit Brussel . Dit spoor, dat zo’n kleine eeuw geleden reeds gevolgd w e rd 9, blijkt echter eveneens dood te lopen: in tegenstelling tot Roelof der Weduwe komt Abraham Adriaense in het geheel niet voor in het rechterlijk archief van Bergen op Zoom en deze Adriaen Joess van Nispen heeft kennelijk geen andere kinderen gehad dan de bedoelde dochter.

Het is trouwens ondenkbaar dat een toponymische achternaam, zoals door Drs. Fox verondersteld, pas door de derde generatie, bijkans een eeuw na de vestiging in Vlissingen voor het eerst zou zijn gebruikt en even ondenkbaar is het dat een bestaande familienaam langer dan een eeuw (van 1527 tot 1631) in onbruik zou zijn geweest om dan plotseling zo uitbundig te herleven.

Van meer importantie dan dit alles is echter de hoogst merkwaardige omstandigheid dat Abraham Adriaense nooit ofte nimmer de naam Van Nispen heeft gebruikt. Dit is onverklaarbaar als hij werkelijk een zoon zou zijn geweest van Adriaen Aertsen (van Nispen?) of van Adriaen Joess van Nispen of van enige andere Adriaen van Nispen, in aanmerking genomen dat Christiaen Abrahams reeds geruime tijd voor zijn vaders dood de naam Van Nispen wèl gebruikte. Kennelijk was „Adriaens” niet combineerbaa r met „van Nispen”, want de consequentheid waarmee Abraham Adriaens(e) uitsluitend onder die naam naa r buiten trad, is dermate opvallend dat zij niet kan worden afgedaan als een simpele weglating van „van Nispen”, hetzij als tijdsbeeld, modeverschijnsel, nonchalance of iets van dien aard: er moet meer achter zitten. Neem bij voorbeeld de akte van 20 nov. 1641 10, waarbij compareren Christiaen Abrahams van Nispen en Heyndrick Grave causa uxoris, „erfgenamen ten sterffhuyse van Abraham Adriaenssen haerl. vader salr.”: wat had er nu meer voor de hand gelegen dan hier de naam Van Nispen te herhalen achter Abraham Adriaenssen, wanneer deze werkelijk de zoon van een Adriaen van Nispen zou zijn geweest? In hetzelfde archief bevindt zich een reeks van akten van het ja a r 165011 die telkenmale worden gevolgd door retroacta en wel uit de ja ren 1612, 1614, 1615, 1618, 1619, 1620 en 1625, waarbij verscheidene percelen land en schorren in Groede en omgeving door Abraham Adriaense

7. G.A. Vlissingen, Bibliotheeknr. 4507.

8. DTB Bergen op Zoom.

9. C.B. v. Genealogie, Coll. Van Oo rd t van Bunschoten 4e, dossier Van Oosten I.

10. Arch. Vrije van Sluis 720, nr. 61.

26

werden gekocht. Steeds heet hij in die retroacta Abraham Adriaense en steeds heet zijn zoon in 1650 Christiaen Abrahams van Nispen, dit laatste met één uitzondering: op 21 april 1650 heet de zoon alleen Christiaen Abrahams12; dat is nu zo’n voorbeeld van nonchalance. Het w aterschapsarchief toont hetzelfde beeld: Abraham Adriaens komt verscheidene malen onder die naam voor als ingelande en gezworene en zelfs verschijnt in 1622 en 1623 zijn originele handtekening: „Abraham Adriaenss” z o n d e r „van Nispen”. Christiaen van Nispen daarentegen ondertekent in de ja ren 1641-1650 steeds mèt „van Nispen” en Abraham van Nispen doet dat in 1652 eveneens l3.

Voor dit consequent volhouden van de benaming van vader en zoon moet een verklaring bestaan en deze kan m.i. niet anders luiden dan dat er geen Adriaen van Nispen als vader van Abraham Adriaense geweest is. Met andere woorden: Adriaense is geen patroniem. Conclusie: Abraham gebruikte de a c h t e r n a a m Adriaense en dat is volkomen verklaarbaar w anneer zijn oom en tante Adriaen Adriaense en Anna van Nispen zich als pleegouders over hem ontfermden toen hij nog een kind was. Bij Adriaen Adriaense zelf was „Adriaense” al geen patroniem meer; zijn vader heette immers Daniël Adriaense Daniëlszone 14. En laten we wèl zijn, het feit dat vroegere onderzoekers het

11. Arch. Vrije van Sluis 728, resp. fs. 235, 105, 241, 102, 233, 108, 236, 96, 36 en 99. Ook in de ononderbroken reeks rekeningen van de dubbele honderdste penning sta at Abraham Adriaens consequent aldus te boek als eigenaar van een boomgaard in West-Souburg in alle jaren van 1603 t/m 1640; in 1641 staan Abram Adriaens’ erfgenamen als eigenaars genoteerd, in 1642 en later (zijn schoonzoon) Heyndrick {de) Grave (Arch. Rekenkamer van Zeeland C 4874-4913). Die boomgaard was, jo n g beplant, op 6 mei 1592 door Abraham Adriaens gekocht en deze werd toen biersteker binnen Vlissingen genoemd (Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 1458).

12. Arch. Vrije van Sluis 728, f. 96. - Christiaen noemt zich reeds op 20 m aa rt 1631 voluit „Christijaen Abrs van Nispen” in een eigenhandig geschreven en ondertekende verklaring over gebruik van de dijk van de Pieter de Roodepolder (Arch. Raad van V laanderen, in Recht. arch. Zeeuws V laanderen 125, akte nr. 12).

13. Oud-archief van het Waterschap Groede en Baanst, inv.nrs. 326 (1616/ ’17), fs. 5v, 17; 328 (1618/’19), f. 21; 329 (1619/’20), fs. 1, 23, 24 (de handtekening van Abraham Adriaens is uitgeknipt, tegelijk met die van Jacob Cats\); 330 (1620/’21), f. 36 (handtekening dd. 5 sept. 1622); 331 (1622/’23), fs. 20 (Abraham Adriaenss heeft 200 gleuij, d.w.z..schoven riet of stro, geleverd), 24 (zijn handtekening dd. 13 sept. 1623); 332, f. 28 (proces over de havenschorren van Groede dd. 18 april 1624); inv.nrs. 345-354 (1641-1650); 356 (1651 / ’52), f. 15v. - Uit processtukken over de eigendom van de Havenschorren (inv.nr. 234) blijkt dat Jan Lambrechts Cool, Pieter van Hecke en Abraham Adriaens deze schorren in 1610 hadden bedijkt en d a t er in 1613 en 1618 al over de eigendomsrechten geprocedeerd werd. De omloper van 1617 (inv.nr. 249) laat zien da t Abraham uiteindelijk 156 gemeten 203 roeden land in het waterschap bezat, verdeeld over een groot aantal percelen en gedeeltelijk samen met Pieter van Hecke. Ca. 1640 blijkt alles te zijn verdeeld tussen Abraham’% zoon en schoonzoon enerzijds en de erfgenamen van Pieter van Hecke anderzijds (inv.nr. 250).

14. De N ederl. Leeuw 1983,k. 2 30.-Abraham Adriaense komt tientallen malen, steeds onder die naam (dikwijls afgekort tot Ab Adrns) voor in de legger van gebouwde en ongebouwde eigendommen in de stad Vlissingen betreffende transporten en plechten (R.echt. arch. Zeeuwse Eilanden 750, 751 en 752) in de periode 1622-1637 (ook op 20 dec. 1599 met zijn weeskind Adriaen en op 3 nov. 1611 met zijn drie wezen; resp. 750, f. 304 en 751, f. Ir, f. lv). Toch is er één uitzondering op h et gegeven d a t Abraham Adriaens niet als Van Nispen vermeld wordt: in de op 14 dec. 1637 afgehoorde parochierekening van Breskens staat de boeking van rente over 60 pond door de stad geleend kapitaal (evenals in de voorgaande rekening van 1634) ten gunste van Abraham Adriaenss, maar achterin, in de rubriek „Staet en inventaris daer mede de stede Breskins jegenwoordicht is b elast” wordt hij „Sr. Abraham Adriaenss van Nispe” genoemd (Oude archieven van Breskens, inv.nrs. 37 en 40). Tegen het einde van zijn leven was blijkbaar in bredere kring bekend da t Abraham een Van Nispen was, ook

27

vanzelfsprekend vonden en er geen probleem van maakten om Adriaense als patroniem op te vatten, is er nu ju ist de oorzaak van dat in al die ja re n geen oplossing kon worden gevonden. Precies drie eeuwen voordat Jh r. van Nispen tot Pannerden in 1967 de mogelijkheid .van Adriaen Arents als vader van Abraham Adriaense voor het eerst opperde, toverde - zoals wij zagen - J e a n de Launay al een Adriaen van Nispen uit zijn hoed nadat hij van Amandus van Nispen had vernomen dat diens overgrootvader Abraham Adriaense heette. En ruim twee eeuwen later, toen, n a a r aanleiding van de verschijning van de stamreeks Van Nispen in Rietstap’s Wapenboek van den Nederlandschen Adel, hernieuwde pogingen werden aangewend om de waarheid te achterhalen, werd nog steeds naa r een Adriaen van Nispen gezocht die de vader van Abraham Adriaense zou moeten zijn. Het lijkt inderdaad zö vanzelfsprekend om een dergelijke „gewone” gang van zaken te veronderstellen dat alle vroegere onderzoekers van die vanzelfsprekendheid het slachtoffer zijn geworden en ook Drs. Fox ontkomt niet aan voortborduring op het gebruikelijke stramien. Maa r nu pas, nu de archieven beter toegankelijk zijn geworden, blijkt de bovenbedoelde consequentheid van de naamgeving in zijn volle omvang, zodat ook nu pas de reeds geformuleerde conclusie kan worden getrokken.

Drs. Fox noemt Adriaen Abrahams, het in 1599 en 1600 vermelde weeskind van Abraham Adriaense en stelt dan dat dit kind Adriaen Adriaense had moeten heten als Adriaense een geslachtsnaam is. Die term heb ik niet gebruikt, maar zelfs in dat geval zou ik die conclusie niet willen trekken: het kind was een Abrahamszoon en kan dus heel goed Abrahams genoemd worden. Wèl zou ik een andere conclusie willen trekken uit het feit dat het kind Adriaen Abrahams zonder „van Nispen” heet, en ook zijn zuster niet als Van Nispen voorkomt (wel na h a a r dood, maar dat kan aan de naam van haa r broer Christiaen van Nispen ontleend zijn), terwijl anderzijds Christiaen (vrijwel) steeds mèt de naam Van Nispen verschijnt. Deze conclusie luidt dat Christiaen van Nispen een bestaande namencombinatie was en dat in deze broer een Christiaen van Nispen vernoemd werd die werkelijk geleefd heeft. Dat kan alleen Christiaen van Nispen uit Dordrecht zijn geweest.

Drs. Fox loochent de D ordtse connectie van Abraham Adriaense. M a a r die connectie werd door Kruimel aangetoond - althans zeer aannemelijk gemaakt - met zijn ontdekking dat Abraham

al bleef deze zelf zich tot zijn dood Adriaense noemen. Wij zijn getuige van het ontstaan van het grote genealogische misverstand da t na drie en een halve eeuw nog steeds blijkt te bestaan: de boekhouder vat door „van Nispe” toe te voegen achter „Abraham Adriaenss” deze laatste naam als patroniem op. Abraham was er niet bij aanwezig om de man op zijn vergissing a tten t te maken.

Het hoeft nauwelijks betoog d a t de wijze w aarop Adriaense gespeld werd (voetnoot 51 van Drs. Fox) volslagen irrelevant is: iedere klerk schreef de namen zoals hij gewend was en velen van hen zullen, begrijpelijkerwijze, in de naam Adriaense een patroniem hebben gehoord en dienovereenkomstig hebben gespeld. Zo komen naast Adriaens, Adriaenss, Adriaense, Adriaensse, Adriaensen en Adriaenssen ook Adriaensz (b.v. Rekenkamer C 9, f. 6 en D 6066, f. 4), Adriaens z (Recht. arch. Veere 252, f. 228 en idem 404, akte dd. 29 mei 1593) en zelfs, afgekort, Adr z (Rekenkamer C 4874, f. 30v) voor. Typerend is d a t dezelfde transactie verschillende spellingswijzen kan opleveren indien hij door verschillende klerken geregistreerd werd: bij de plecht van 20 dec. 1599 ten behoeve van Abraham's weeskind werd zijn toenaam „Adriaensz” gespeld in Rekenkamer D 6066, f. 4 maar „Adriaense” in Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 750, f. 304. Wèl van belang is u iteraard hoe Abraham Adriaens zijn naam zelf spelde. Blijkens zijn handtekening deed hij d a t met een lange dubbele slot-s.

28

Adriaense zijn echtgenote vond in de kring van aanverwanten van Adriaen Adriaense, de echtgenoot van Anna van Nispen uit D o rd re ch tl5. Naar m ijn mening trouwde Abraham Adriaense met het nichtje van zijn pleegvaders zwager Alexander van Eyewerve. Bovendien was Adriaen Adriaense’s oom Gheerde van Baerle verwant aan Abraham Adriaense’% schoonmoeder Digna Piggen16. Dat alles zou in de lezing van Drs. Fox puur toeval moeten zijn.

Omgekeerd kan na de bedoelde vondst van Kruimel geconstateerd worden dat het Dordtse geslacht Van Nispen een Christiaen van Nispen heeft voortgebracht op een zodanig tijdstip dat hij precies past als grootvader van die latere Christiaen van Nispen, Abraham’s zoon. Er zijn geen vernuftige kunstgrepen nodig om tot het inzicht te komen dat de oudste Christiaen van Nispen natuurlijk de grootvader moet zijn van zijn jongere naamgenoot. De consequentheid waarmee Abraham zich uitsluitend en alleen Adriaens(e) noemt, doet de rest: hij gebruikte die naam als achternaam omdat hij behoorde tot het gezin van een Adriaense en het lijkt toch niet te ver gezocht om deze laatste dan te vereenzelvigen met Adriaen Adriaense, de zwager van Christiaen van Nispen, die in het nabije Middelburg woonde. (In dit verband zij opgemerkt dat bij de ondertrouw van Abraham Adriaense met Digna Bollaert in Middelburg op 23 juli 1588 niet vermeld stond dat het huwelijk ook in Vlissingen werd afgekondigd; dit wijst erop d at Abraham toen in Middelburg woonachtig was 17).

Als Abraham Adriaense een echte zoon van Adriaen Adriaense geweest was, dan zou hij zich misschien ooit Abraham Adriaense Adriaenszone hebben genoemd, zoals Adriaen Adriaense zelf zich soms Adriaen Adriaense Danielszone noemde. Ook zouden dan Abraham’s kinderen de naam Adriaens(e) hebben gedragen. Maar Abraham combineert de naam Adriaense nooit met een patroniem en zijn kinderen heten geen Adriaense. Conclusie: Abraham gebruikte wel de naam Adriaense, maar hij behoorde

15. De Nederl. Leeuw 1983, k. 251/252.

16. De Nederl. Leeuw 1983, k. 234 en 251. Alexander van Eyewerve woonde in 1585 te Middelburg. In 1584/’85 was hij pachter van de impost op de malerij aldaar; in 1585/’86 van de malerij binnen Arnemuiden (Rekenkamer C 6, fs. 3v en 28v).

17. Verzameling stukken betreffende de familie V an N ispen, geinventariseerd door H. L. Kruimel, inv.nr. 8, brieven van C. de Waard, nrs. 13 en 16: als het huwelijk ook in Vlissingen was afgekondigd, dan had da t in Middelburg vermeld moeten zijn. „j.g. van Vlissinghe” betekent: d aar geboren, niet d a a r wonend of onlangs gewoond hebbend. De Waard concludeert: „het is niet onwaarschijnlijk da t Abraham met of zonder zijn ouders (van ca. 1580 tot 1588) te Middelburg heeft gewoond” . De akte van 7 okt. 1586 van de landsvierschaar van Vlissingen (Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 1262, f. 268v) waarin Abraham Adriaensen voor de eerste keer genoemd wordt, vermeldt zijn woonplaats niet; er moet aan hem worden betaald wegens koop en levering van bier en excijs volgens het boek van Cornelis Thomas anno 1582. Vermoedelijk treedt Abraham Adriaens hier op namens de weduwe van deze Cornelis Thomas, want ook op 2 nov. 1588 procedeert hij namens h a a r in Veere (Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 289, f. 160). Cornelis Thomas (van Ziericxzee) was in 1581/’82 pachter van de bierimpost in de stad en ten plattenlande van Vlissingen, in 1582/’83 van de bieren binnen de stad (deze pacht werd op 1 april 1582 voor zes maanden onderbroken door die van Abraham’s oom Christiaen Marinusz■ van Oosten) en van de wijnen ten plattenlande, in 1583 van de bieren binnen Middelburg (Arch. Rekenkamer van Zeeland C 4, fs. 16, 26 en 37v; 5, f. 3). - Overigens is het onjuist d a t Abraham Adriaense op 5 mei 1601 als poorter van Middelburg zou zijn vermeld (De Nederl. Leeuw 1983, k. 253 en 1989, k. 74); dit berust op verkeerde interpretatie van brief nr. 12a van C. de Waard: ten rechte koopt Abraham Adriaenss op 8 mei 1601 een huis in Vlissingen, als poorter van die stad (Bijlagen 40e penning, Extracten uit het register van verlijden en passeringen der stad Vlissingen, in Acquitten Rekenkamer D 6067).

29

niet tot het geslacht Adriaense. Dat is verklaarbaar als hij geen echte, maar een pleegzoon van Adriaen Adriaense was. Geheel en al hypothetisch is dit dus niet: er is sprake van een wel degelijk beredeneerbare gevolgtrekking.

De volgorde van naamgeving van Abraham’s kinderen lijkt mij niet van wezenlijk belang: het is zeer wel denkbaar dat Abraham zich nader heeft gevoeld tot zijn pleegvader dan tot zijn echte vader die hem al in zijn prille jeugd ontvallen was, en zodoende eerst zijn pleegvader en pas d aa rna zijn echte vader heeft vernoemd. Het gebruik van de achternaam Adriaense wijst eveneens in die richting.

Als Adriaens(e) werkelijk een patroniem zou zijn, is het onverklaarbaar dat Abraham zich n o o i t „van Nispen” noemt. Mocht zijn doopsgezinde eenvond daarvan de oorzaak zijn, waarom heeft deze zich dan niet bij zijn eveneens doopsgezinde zoon Christiaen, die zich altijd „van Nispen” noemt, gemanifesteerd? Nogmaals: het is ondenkbaar dat Abraham in zijn lange leven en zelfs in zijn handtekening, terwijl hij een Van Nispen was, altijd met een patroniem zou hebben volstaan. Wederom moet de conclusie zijn: Adriaense was géén patroniem en het zoeken naa r een Adriaen als vader van Abraham is zinloos. Een „ongewone” oplossing is bittere noodzaak!

Laten we thans de twee achttiende-eeuwse overleveringen onder de loupe nemen die Abraham ten tonele voeren met p atroniem èn familienaam, respectievelijk Abraham Adriaenszoon van Nispen en Abraham Christiaenszoon van Nispen. De eerste naam komt voor in een stuk geschiedschrijving van de doopsgezinde gemeente van Vlissingen anno 1757 „uit kerkelijke papieren en andere egte stukken nagespoort” 18 en is ontleend aan het inmiddels verloren gegane rekeningboek dat op 27 maart 1637 a a n v in g 19. Op die datum zou „Abraham Adriaensz van Nispen” zijn helft van een woon- of pakhuis op de Peperdijk aan de Doopsgezinde gemeente hebben geschonken, terwijl de andere helft van „deszelfs zoon Christiaan Abrahamsz van Nispen en eenen Hendrik de Greve” werd gekocht20. Het is nog maar de vraag of er in de rekening van 1637 werkelijk Abraham Adriaensz van Nispen heeft gestaan, maar zelfs als dat zo zou zijn, behoeft dat geen verwondering te wekken: men wist ju ist bij de doopsgezinde gemeente natuurlijk heel goed dat Abraham, hoewel hij zich

18. Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 31, p. 6.

19. Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 31, p. 133.

20. In werkelijkheid werd het huis op 27 m aa rt 1637 door Heyndrick de Grave en Christiaen Abrahams van Nispen - kennelijk namens de doopsgezinde gemeente - gekocht, toen het bij ordonnantie van de ontvanger der stadsrenten openbaar verkocht werd. Op 21 ju li 1628 had Abraham Adriaens een hypotheek van 200 pond op het huis verstrekt. In de ja re n 1640/’41 werd het verbouwd tot doopsgezinde vermaning. Als belending van een huis achter de W alstraat staat het te boek als „Ab Adrns huys genaempt de dooperschekercke” . Aangezien de doopsgezinde gemeente aanvankelijk geen rechtspersoonlijkheid bezat, bleef het huis op naam van de familie Van Nispen staan; bij stadsresolutie van 4 sept. 1773 werd de kerkeraad gelast het gebouw met erf in het register van eigendom op naam van de kerk te doen transporteren (arch. Doopsgez. gem. Vlissingen 67, iuncto Recht. arch. Zeeuwse Eilanden 751, resp. fs. 248 en 183). Hetzelfde gebeurde met het huis en erf op de hoek van de Korte Vrouwestraat en de Korte Vlamingstraat „genaamt de Mennonite Erve” (751, f. 219): het stond en bleef staan op naam van „Ab Adriaense” . Voordat de Vlissingse doopsgezinden hun kerk a an de Peperdijk betrokken, vergaderden zij aan de Oostzijde van de Oude Haven, in het vierde huis van de Kerkstraat (en wel in het achterhuis bij de Grote kerk), welk huis eveneens eigendom was van Abraham Adriaens en later van Hendrik Grave (751, f. lv. iuncto arch. Doopsgez. Gem. Vlissingen 31, p. 5); Abraham had da t huis gekocht op 8 mei 1601 (zie noot 17).

30

steeds Adriaens (e) noemde, eigenlijk een Van Nispen was. Toevoeging van die toenaam in een boeking, waarbij Abraham niet zelf compareerde en waarin Christiaen Abrahams van Nispen eveneens voorkwam, lag dan wel zeer voor de hand. Het feit dat Abraham zèlf uitsluitend de naam Adriaens(e) gebruikte, wordt er niet door aangetast.

De tweede overlevering dateert van ongeveer dezelfde tijd, 1754, en komt eveneens uit de doopsgezinde hoek. Het betreft de aankoop in 1622 door „Abraham Christiaen van Nispe” van enkele huizen.in de Korte Vrouwestraat ten behoeve van noodlijdende of bejaarde mennonieten. De huizen waren in 1754 nög steeds in het bezit van Abraham’s nazaten, in casu Pieter Jasper van Nispen en diens zuster Alida en zij dienden nog steeds voor hetzelfde doel, hoewel de familie intussen al lang niet meer doopsgezind was. De stadsbeschrijver JasperJaspersen Brasser vernam van zijn zwager Pieter Jasper van Nispen (die gehuwd was met Anna Jaspersen Brasser) dat de huizen in 1622 waren gekocht door Abraham Christiaen van Nispen. Nu waren in die tijd in deze. kringen twee voornamen hoogst ongebruikelijk (.Pieter Jasper had er twee, m aar hij leefde dan ook anderhalve eeuw later) en wij weten trouwens d a t Abraham slechts één voornaam had. De naam Christiaen staat hier dus kennelijk als patroniem. Het is niet uitzonderlijk dat het patroniem eruitziet als tweede voornaam: dat kwam veelvuldig voor, zowel bij mannen als bij vrouwen; bij vrouwen is onmiddellijk te zien dat het om een patroniem g a a t21, bij mannen kan er twijfel zijn of het om een patroniem of om een tweede voornaam gaat. In dit geval is er voor zulke twijfel geen ruimte. Wij zien hier dus niet een optreden van Abraham zelf (in de koopakte heeft hij zich stellig - zoals steeds - Abraham Adriaense genoemd), maar een in het hofje levende overlevering betreffende de stichter, die hem bij zijn ware naam noemt: Abraham Christiaenszoon van Nispen. Ook al kan deze overlevering op zichzelf niet als een volledig bewijs worden opgevat, zij vormt toch een sterke aanwijzing in de juiste richting en kan mijns inziens wel degelijk dienen als bevestiging van hetgeen op andere gronden reeds geconcludeerd werd.

Wat de afscheidsbrief van Hans van Oosten betreft, blijf ik van mening dat de in één adem genoemde „suster tot Vlissingen” en „ Christiaen” een echtpaar vormen, evenals verderop Hendrik en Maeyken stellig een echtpaar zijn. Bij de woorden „Yde met haren m an ” blijkt dat Hans van Oosten de echtelieden, voor zover daarvan sprake is, bijeen groepeert. Als Drs. Fox stelt dat hij zou hebben geschreven „ik heb het zuster en zwager ook gebeden” , dan kan met evenveel recht gesteld worden dat er in diens visie „ik heb het zuster en broeder ook gebeden” had moeten staan. Maar er is meer: om te beginnen was Christiaen van Oosten niet doopsgezind, althans tien ja a r later niet, want toen was hij deken van een der schuttersgilden (een ambt dat hij als doopsgezinde niet zou hebben geambieerd), maar toch ook in 1569 niet, want toen is hij kennelijk bereid geweest om de poortereed af te leggen. Christiaen uit de brief moet bepaald wèl doopsgezind zijn geweest, anders had Hans van

21. Zie b.v. de in De Nederl. Leeuw 1989, k. 69 noot 15 aangehaalde akte van 1582 waarbij Anna Gerrit van Nispen land in Moordrecht verkoopt. De desbetreffende transportakte is m et het Vlissingse stadsarchief verloren gegaan. Het wel bewaard gebleven summiere uittreksel in de rekening van de 40ste penning vermeldt als koper van „een hoff en drie woonhuyskens” (vermoedelijk wel de latere Mennisten erve) op 15 nov. 1621 alleen Abraham Adriaense’s compagnon Mr. Job Porrenare (Rekenkamer D 6088, f. 3v).

31

Oosten zijn kind niet speciaal in diens zorg aanbevolen. Christiaen uit de brief is dus niet Christiaen van Oosten. Bovendien wordt Drs. Fox’ stelling ondermijnd door het feit dat Adriaen Aertsen, die de echtgenoot van Maria van Oosten zou zijn, niet in de brief voorkomt; de auteur heeft hem trouwens zelf al gemist.

Het allerbelangrijkste argument blijft voor mij de naamgeving. Evenmin als ik in de visie-Kruimel kon geloven dat een vader zijn zoon zou noemen naar zijn overleden oom van moederskant, kan ik dat doen in de visie-Fox, waar eveneens een oom van moederszijde (maar de moeder is een andere) zou zijn vernoemd. Ouders en eventuele vroegere echtgenoten plegen het eerst te worden vernoemd, d aarna grootouders, vervolgens broers en zusters en desnoods d aa rna pas verdere familieleden als ooms en tantes. En als er dan ondanks dat alles toch een oom van moederskant door de doopsgezinde Abraham Adriaense zou zijn vernoemd, dan ware daarvoor veeleer de martelaar Jan (Hans) van Oosten in aanmerking gekomen dan de gereformeerde Christiaen van Oosten, zelfs als deze Abraham’s voogd geweest is. Abraham Adriaense noemde zijn zoon voluit Christiaen van Nispen; het kan gewoon niet anders of ook zijn vader moet die naam hebben gedragen, daa r vaststaat dat zijn schoonvader anders heette. We kunnen nog een stap verder gaan: uit de hardnekkigheid waarmee Abraham, hoewel hij een Van Nispen was, vermeed om zich Adriaens van Nispen te noemen, blijkt dat zijn vader in ieder geval n i e t Adriaen heette. Hoe die vader dan wèl heette blijkt uit de naam van Abraham’s zoon Christiaen van Nispen.

Overigens lijkt het zeer wel denkbaar dat Abraham Adriaense’s oom van moederskant Christiaen van Oosten inderdaad zijn voogd geweest is. Althans onderhield Abraham nog in 1614 en 1620 een compagnonschap met de neven van zijn tante Porrenaer, t.w. Jan Lambrechtsen Cool, burgemeester van Vlissingen (diens vrouw Jacomintje Porrenaers werd in ju li 1597 - kort na hun huwelijk - lidmate van de gereformeerde kerk) en Mr. Job Porrenaere, pensionaris van Vlissingen22. Aan vaderskant zal Abraham Adriaense dan zeker eveneens een voogd hebben gehad en ongetwijfeld was dat zijn oom Adriaen Adriaense, de echtgenoot van Anna van Nispen, welk echtpaar - zoals wij zagen - tevens de rol van pleegouders op zich moet hebben genomen. Abraham schijnt zijn beide ooms en voogden korte tijd n a elkaar te hebben verloren: zoals Drs. Fox mededeelde, overleed Christiaen van Oosten op 13 sept. 1584, terwijl Adriaen Adriaense op 3 sept. 1583 voor het laatst vermeld w o rd t23.

Voor wat het waard is, kan tenslotte worden stilgestaan bij de wapenvoering. Het oudstbekende wapen van de Dordtse Van Nispen’s vertoont drie geplante dorre bomen naast elkaar, de middelste behangen met een schildje waarop een onherkenbare figuur; helmteken: een dorre boom. Dit betreft een schepenzegel van Adriaen Gerrits van Nispen anno 155024 (hiermee is meteen aangetoond dat de door Balen gesuggereerde afstam-

22. Arch. Vrije van Sluis 728, resp. fs. 105 en 37. Ook Oud-arch. Waterschap Groede en Baanst 332, f. 28.

23. De Nederl. Leeuw 1983, k. 234-236. Adriaen Adriaense zal zijn overleden tussen 21 febr. 1586 en 9 mei 1588: op laatstgenoemde datum gaf Cornelis Gerritsz. van Nispen, poorter van Dordrecht, machtiging aan Cornelis Schrijver, procureur te Middelburg, om voor schepenen van Middelburg te zweren da t hem uit koop een rentebrief competeerde die door Adriaen Adriaenss verleden was op de eerstgenoemde d atum (Oude rechterl. arch. Dordrecht 718, p. 132, nr. 167).

24. G.A. Dordrecht, zegelcollectie, W 58. Verg. Ons Voorgeslacht 1967, blz. 75 en 78.

32

ming van de Dordtse Van Nispen’s uit de Bredase onhoudbaar is). Adriaen’s zoon Henrick van Nispen zegelt in 1587: gedeeld; I een omgewende leeuw; II drie geplante dorre bomen naast elkaar; helmteken: de leeuw, komend uit een k u ip 25. Een wapenbord van omstreeks 1600 vertoont als wapen van Henrick’s dochter Maria alleen een gekroonde klimmende leeuw26. Aan de grote wapenkenner Muschart ontlokte deze gang van zaken de uitroep „Ra, ra, hoe zit dat?” 27. Maar hoe dat ook zij, Pieter Jasper van Nispen, de afstammeling van Abraham Adriaense, zegelt in 1751 met een gekroonde leeuw en een geblokte schildzoom; helmteken: de leeuw, komende uit een kuip, in de poten een vaantje houdende beladen met een leeuw2 . De leeuw uit de kuip lijkt de ja ren te hebben getrotseerd en de Dordtse connectie te bevestigen. Moge dit op het eerste gezicht een wat al te gewaagde veronderstelling lijken, dan zij erop gewezen dat Pieter Jasper van Nispen in zijn brief van 13 ju li 1766 schrijft over neef Amand van Nispen te Zoetermeer in 1687 en te Leuven in 1675 „volgens getuygenis van neeSAdriaen van Nispen, licentiaat in de rechten, gewoond in den Hage” 29. Deze Adriaen van Nispen behoort tot de Dordtse tak van de familie30. Nu zal Pieter Jasper zeker niet precies geweten hebben op welke wijze hij aan Adriaen van Nispen in Den Haag verwant was, maar wel is goed denkbaar dat bij de Zeeuwse familie een algemeen besef van verwantschap met de Dordtse familie levend was gebleven.

Wij kunnen nu de balans opmaken door een opsomming te geven van feiten die pleiten voor Christiaen van Nispen en niet, of in mindere mate, voor Adriaen Aertsen als vader van Abraham Adriaense:

de voornaam Christiaen van Abraham’s zoon, omdat vernoeming van Abraham’s vader waarschijnlijker is dan vernoeming van Abraham’s oom;

de achternaam Van Nispen van Abraham’s zoon Christiaen, omdat deze ook voorkomt bij Christiaen van Nispen uit Dordrecht, terwijl bij Adriaen Aertsen uit Bergen op Zoom enige relatie met een familie Van Nispen of het dorp Nispen hypothetisch blijft;

de volle naam Christiaen van Nispen van Abraham’s zoon, omdat van diens drie kinderen alleen Christiaen bij leven met de naam Van Nispen voorkomt, hetgeen wijst op vernoeming van iemand met dezelfde volle naam;

de consequentheid waarmee Abraham Adriaens(e) uitsluitend onder die naam naa r buiten treedt en nimmer met de toenaam Van Nispen, omdat dit erop wijst dat er geen Adriaen van Nispen als vader van Abraham geweest is en derhalve Adriaense geen patroniem is;

de handtekening van Abraham Adriaens, omdat daaruit blijkt d at hij welbewust en opzettelijk de naam Van Nispen n i e t gebruikte, hetgeen alleen verklaarbaar is als hij geen Adriaen van Nispen tot vader had en Adriaens dus geen p atroniem was;

de afscheidsbrief van Hans van Oosten, omdat daarin echtelieden bij elkaar staan, Adriaen Aertsen niet genoemd wordt, en de wel genoemde Christiaen doopsgezind moet zijn ge

25. G.A. Dordrecht, zegelcollectie, W 105.

26. De Nederl. Leeuw 1947, k. 158 e.v.

27. De Nederl. Leeuw 1947, k. 275/276.

28. De Nederl. Leeuw 1902, k. 124. De beschrijving van dit wapen door Jh r. Mr. A. J . M. van Nispen tot Pannerden in De Nederl. Leeuw 1947, k. 381 is dus onvolledig.

29. Taxandria 1915, blz. 249.

30. De Nederl. Leeuw 1989, k. 76, noot 48.

33

weest, terwijl Christiaen van Oosten dat niet was; dit alles wijst erop dat met „Christiaen” veeleer de echtgenoot dan de broer van Maria van Oosten bedoeld is;

de overlevering betreffende de M ennisten erve, welks stichter Abraham Christiaen van Nispe wordt genoemd;

het huwelijk van Abraham Adriaense m et Digna Bollaert, omd at zij behoorde tot de kring van aanverwanten van Adriaen Adriaense, de echtgenoot van Anna van Nispen uit Dordrecht;

de naam Anna van Abraham’s kleindochter, omdat deze wijst op een relatie tussen Abraham en Anna van Nispen, zuster van Christiaen van Nispen uit Dordrecht;

het feit dat bij Abraham’s ondertrouw geen melding wordt gemaakt van huwelijksafkondiging in Vlissingen, omdat dit erop wijst dat Abraham toen, evenals Anna van Nispen, in Middelburg woonde;

de leeuw uit de kuip oprijzend als helmteken van de wapens van Henrick van Nispen in Dordrecht en Pieter Jasper van Nispen in Vlissingen;

het feit dat Pieter Jasper van Nispen in Vlissingen Adriaen van Nispen uit de Dordtse tak „neefF’ noemt.

Omgekeerd pleit voor Adriaen Aertsen en tegen Christiaen van Nispen als vader van Abraham Adriaense alleen de traditie, die echter afkomstig blijkt te zijn van de notoire falsaris De L aunay, terwijl dit argument - zoals wij zagen - nog verder wordt afgezwakt door het zeer vroege tijdstip waarop Adriaen Aertsen poorter van Vlissingen werd. En waarom trouwens zou deze, de schrijfkunst machtig zijnde, met een handmerk ondertekenen als hij werkelijk een Van Nispen was? Drs. Fox kent, onder het afroepen van sombere dreigementen over ieder die het zou wagen eraan te tornen, bewijskracht voor zijn stelling toe aan de boekingspost van 1637 in Breskens 14. Toch levert deze allerminst een tweede argument voor Adriaen Aertsen op. Het is namelijk niet waar dat de naam Abraham Adriaens van Nispen hier door de betrokkene gevoerd wordt: deze compareert immers niet. Hij wordt slechts zo genoemd door de boekhouder, maar ten onrechte, want zelf voerde hij uitsluitend de naam Abraham Adriaensie). Ook vormt Abraham’s poorterschap van Vlissingen geen argument voor Adriaen Aertsen of tegen Christiaen van Nispen als zijn vader, want Abraham ontleende dat poorterschap eenvoudig aan zijn geboorte binnen die s ta d 31.

31. Pas in de loop van de 17de eeuw zijn e r in Vlissingen poorterinschrij vingen van personen die in Vlissingen zelf waren geboren. Vóór 1600 komen zulke inschrijvingen niet voor; blijkbaar was geboorte binnen de stad voldoende en poorterschap van de vader nog geen vereiste. In het bijzonder over de Doopsgezinden schrijft Jasper Jaspersen Brasser in zijn Beschrijvinge der Stadt Vlissinge, na te hebben gememoreerd da t zij van Prins Willem I van Oranje vergunning hadden gekregen om in ondertrouw te mogen aantekenen en n a gegane geboden te trouwen in hun eigen kerk, mits man en vrouw beiden doopsgezind waren: „Zij werden tot burgers der stad aangenomen, tenzij zij in de stad geboren zijn en van nature burgers zijn, of het burgerschap hebben verkregen door aankoop. Zij werden in alle gilden en ambachten gepermitteerd”- (G. A. Vlissingen, inventarisnr. 5574, p. 441). Ind e rd a ad is het ook mogelijk d a t Abraham Adriaense het poorterrecht in 1588 of 1589 heeft gekocht zonder de poortereed a f te leggen (dat zal hij als doopsgezinde niet hebben willen doen) en daardoor alleen in de stadsrekening, m aa r niet in het poorterboek geregistreerd werd. Ingevolge een plakkaat van 13 m aa rt 1590 zal men in Vlissingen geen mennonieten tot poorter admitteren tenzij zij de eed doen (Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 180); voordien gebeurde d a t dus wel. O p IOnov. 1620 w orden Mr. Job Porrenare en Abraham Adriaens „borgeren” van Vlissingen genoemd (Arch. Vrije van Sluis 728, f. 37), maa r meestal heet Abraham zonder meer „coopman tot Vlissingen” : het kan tenslotte nog zijn d a t de woorden „poorter” en „borger” niet formeel zijn bedoeld, maar eenvoudig staan voor „inwoner” .

34

De stand is 12-1. Het is duidelijk naa r welke zijde de balans doorslaat! Ik moge daarom besluiten met een poging tot chronologische reconstructie van de gang van zaken.

1565 geboorte van Digna Bollaert in Antwerpen.

1565/’67 Christiaen van Nispen uit Dordrecht sluit voor de doopsgezinde voorganger te Vlissingen een z.g. geheim huwelijk met Maria van Oosten uit Bergen op Zoom. Geboorte van hun zoon Abraham in Vlissin-

1568 gen. Christiaen van Nispen, voornemens vanuit Vlissingen n aa r het buitenland (overzee?) te gaan, verzwijgt tegenover de autoriteiten in Dordrecht zijn huwelijk met een doopsgezinde (en zijn eventuele bekering tot dat geloof) en ontvangt de door hem gevraagde verklaring van goed gedrag met vertaling in het L a tijn 32.

1569-1575 Christiaen en Maria wonen in Vlissingen; Christiaen vertrekt en overlijdt. Maria van Oosten voedt haa r zoon Abraham op, wellicht met hulp van de doopsgezinde gemeente en neemt hem mee n a a r de doopsgezinde kerk. Bij afwezigheid in Vlissingen van familie aan vaderskant wordt Maria’ s broer Christiaen van Oosten voogd.

1575/’76 Maria van Oosten sterft. Christiaen van Nispen’s zuster Anna treedt in het huwelijk met Adriaen Adriaense uit Antwerpen; zij vestigen zich in Middelburg en ontfermen zich over Abraham, haa r broers zoon, die nu, op ca. 10-jarige leeftijd, volle wees is geworden (erg veel jonger kan Abraham niet geweest zijn, want dan was het doopsgezinde geloof niet bij hem aangeslagen: zijn pleegouders waren niet doopsgezind33; en erg veel ouder kan hij evenmin zijn geweest, want dan had hij tegenover de buitenwereld al Abraham Christiaens van Nispen geheten). Adriaen Adriaense wordt voogd van vaderskant.

1577-1588 Abraham wordt door zijn oom en tante Adriaen Adriaense en Anna van Nispen in Middelburg verder grootgebracht, wordt door de buitenwereld als hun kind beschouwd en gebruikt, naa r buiten optredend, zijn pleegvaders achternaam; hij noemt zich dus Abraham Adriaense.

1579 voor schepenen van Dordrecht wordt de nalatenschap van Gerrit van Nispen de oude en de jonge, vader en broer van Christiaen en Anna van Nispen, verdeeld. Over Abraham Adriaense wordt niet gerept omdat de schepenen hem zouden beschouwen als onwettig kind van Christiaen van Nispen en/óf omdat de erfgenamen hem ook daa r laten doorgaan voor

32. Vermoedelijk heeft Christiaen van Nispen de verklaring van goed gedrag reeds nodig gehad voor zijn verblijf in Vlissingen: in 1567 is er sprake van een ordonnantie betreffende vreemdelingen die bescheid van voorgaand goed leven moeten overbrengen van gerecht en pastoor in de laatste woonplaats; wie zulk een bescheid niet heeft, moet vertrekken (Extraordinaire domeinrekening van Zeeland Bewesterschelde anno 1567, in Arch. Rekenkamer I 297, f. 46v).

33. Anna van Nispen werd op 11 jan . 1604 lidmate van de gereformeerde gemeente in Middelburg (De Nederl. Leeuw 1983, k. 235, ontleend aan brief nr. 12 van C. de Waard). Zij en h a a r man komen niet voor op de naamlijst van Doopsgezinden te Middelburg in 1581 (De Navorscher 1933, p. 120; deze lijst, evenals een van 1580, ook in Arch. Doopsgezinde gemeente Vlissingen 179).

35

een kind van Adriaen Adriaense en Anna van Nispen °4.

1584 Abraham!% oom en voogd van moederskant Christiaen van Oosten overlijdt,

ca. 1587 zijn oom en voogd van vaderskant, tevens pleegvader Adriaen Adriaense sterft eveneens.

1588 Abraham Adriaense trouwt met Digna Bollaert, de achternicht van zijn pleegvaders zwager; hij wordt daarbij geassisteerd door zijn stiefoom (de tweede man van de weduwe van Christiaen van Oosten), die verklaart dat Abraham Adrianse een vrij jonggezel is, zonder ouders of voogden. Het paa r vestigt zich in Vlissingen, waar Abraham geboren poorter is.

ca. 1589 hun eerste kind w ordt geboren, maar het sterft reeds in maart 1590 (als het een zoon was zou ook hij reeds Christiaen van Nispen kunnen hebben geheten, of Antonis naa r de grootvader van moederskant; als het om een dochter ging kan zij Digna hebben geheten naa r de grootmoeder, of Anna n a a r Abraham’s pleegmoeder of ook reeds Maeycken naa r Abraham’s moeder).

ca. 1591 geboorte van zoon Adriaen, genoemd naa r Abraham’s pleegvader;

ca. 1593 geboorte van dochter Maeycken, genoemd naa r Abraham’s moeder Maria van Oosten. Zij zou later o.a. de dochters Anna en Dina krijgen, respectievelijk genoemd naar haa r vaders pleegmoeder, die zij als grootmoeder van vaderskant had gekend (Anna van Nispen overleed na 2 ju n i 160935) en naa r haa r moeder en grootmoeder van moederskant,

ca. 1595 geboorte van Christiaen van Nispen, met naam en toenaam genoemd n a a r zijn vaders echte vader Christiaen van Nispen36.

Hoewel geen enkele der twaalf hierbovengenoemde feiten op zichzelf voldoende bewijs levert dat de zojuist geschetste gang van zaken werkelijk aldus heeft plaatsgevonden, verschaffen zij te zamen een dusdanige zekerheid dat ik het volledig verantwoord acht om het vraagteken in de titel te vervangen door een uitroepteken. Een bevestigende authentieke akte is daartoe niet meer nodig!

34. Een andere mogelijkheid zou nog kunnen zijn dat Christiaen van Nispen tevoren, en dan wellicht in verband met zijn voorgenomen vertrek naar het buitenland, was uitgeboedeld, zodat zijn zoon niet tot de erfgenamen behoorde. Van zo’n uitboedeling is in Dordrecht echter geen schepenakte te vinden, zodat het ondershands zou moeten zijn gebeurd (Met dank aan Drs. L. J . van der Klooster voor zijn opmerking).

35. De Nederl. Leeuw 1983, k. 235, 236; Not. arch. Amsterdam 116, f. 74.

36. Christiaen Abramsen van Nispen was omtrent 45 ja a r oud op 28 ju n i 1639 (Recht. arch. Zeeuws Vlaanderen 2151x, akte nr. 209).

REST

koopman aldaar, pachter van de bierimpost 1588/'89, vermeld als poorter van Middelburg 5 mei 1601, kocht een boomgaard in West-Souburg (1603) en land in Groede en omgeving, gekozen tot gezworene van het waterschap 15 aug. 1618, schonk zijn deel van een perceel grond in Vlissingen aan de Doopsgezinde Gemeente aldaar 27 maart 1637

Adriaen Aertszn. en zijn vrouw Maeycke Marinusdr. van Oosten staan maatschappelijk op vergelijkbare hoogte. Adriaen had een timmerman in Bergen op Zoom tot oom terwijl Maeycke's vader ook timmerman is.

Abraham Adriaense moet zijn ouders vóór 1 mei 1584 verloren hebben, omdat de kerkrekeningen, waarin het begraafrecht verantwoord is, op deze d atum een aanvang nemen en hun namen in deze rekeningen niet voorkomen. Toen moeder Maeycke overleden was - misschien reeds vóór 1580, maa r op zijn laatst niet lang da arn a - moet h a ar broeder Christiaen van Oosten alias Cramer als voogd van moederskant zijn opgetreden. Denkbaar is, da t er bij het overlijden van vader Adriaen geen familielid van zijn kant bij de hand was om zijn plaats in te nemen en Abraham hierdoor nooit een voogd van vaderszijde heeft gehad.

H. L. Kruimel heeft opgemerkt, dat Abraham’s maatschappelijke positie boven die van Adriaen Aerts alias Arents uitstak. Vader Adriaen stond in financiële welstand onmiskenbaar bij zijn zoon Abraham, maar ook bij zijn zwager Christiaen van Oosten ten a c h te r42. Aan de andere kant dient Adriaen’s maatschappelijke positie als deken van een der drie schuttersgilden te Vlissingen toch niet te worden o nderschat43. Nageslacht van Christiaen van Oosten is niet bekend. Het heeft er alle schijn van, dat hij geen kinderen heeft nagelaten en dat Abraham zijn fortuin aan oom Christiaen te danken had. Mijns inziens lijdt het geen twijfel, dat het fortuin, dat we bij vader Adriaen nog missen, maar dat de zoon Abraham volop ter beschikking had, de m a a tschappelijke opgang van het geslacht in hoge mate heeft bepaald.

Van doopsgezind naar katholiek naar adel

3e generatie Adriaen van Nispen, kleinzoon van Abraham Adriaens via zijn zoon Christiaen Abrahamsz. van Nispen, is geboren in Vlissingen maar verhuist naar Leiden (poorter in 1643) waar hij lakenkoopman wordt.

Hoewel de familie Van Nispen van oudsher doopsgezind is zullen nazaten van Abraham Adriaens, via zijn zoon Christiaen Abrahamsz. van Nispen overgaan tot het katholieke geloof.

Abraham en zijn zoon Christiaen (2e generatie), lakenkoopman van beroep, zijn nog trouwe mennonieten en schenken in 1637 delen van hun huis aan de Peperdijk in Vlissingen aan de doopsgezinde gemeente.

Op zijn beurt treedt Christiaens zoon Adriaen van Nispen (3e generatie, overleden ca. 1654) op als leraar van de doopsgezinden in Middelburg. Hij is evenals zijn vader lakenkoopman. Gedurende enkele jaren oefent hij zijn bedrijf uit in Leiden, waar hij in 1645 huwt met Johanna van Hoogmade.

4e generatie Christiaen (Christianus Franciscus) van Nispen (1653), want jongste zoon van Adriaen vestigt zich definitief als lakenkoopman in Leiden. Zijn oudste broer Abraham (Amandus) ontfermt zich over hem na de dood van hun ouders. Abraham is in 1671 overgegaan tot het rooms-katholiek geloof en in Leuven gaan studeren, waar hij in 1675 tot priester wordt gewijd.

Vermoedelijk onder invloed van deze broer bekeert ook Christiaen zich in dat jaar tot het rooms-katholicisme, hoewel lijfsbehoud ook een reden kan zijn; als doopsgezinde waren je lijf en goed nooit zeker bij de voortdurende godsdiensttwisten. Nazaten van 4e generatie Christiaen van Nispen zullen huwen met katholieke regenten- en adelsgeslachten.

Bronnen en verantwoording

Uitgaven van De Nederlandsche Leeuw:

  1. H.L. Kruimel, De oudste generaties van het geslacht Van Nispen en hun verwanten, jrg. 100 (1983), 225 - 254.
  2. G.J.J. van Wimersma Greidanus, Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst?, jrg. 106 (1989), 66 - 78.
  3. J. Fox, De ouders van Abraham Adriaens van Nispen, jrg. 107(1990), 2-21
  4. G.J.J. van Wimersma Greidanus, Het laatste woord over de Van Nispen-afkomst?, jrg. 107 (1990), 21-35.
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen