Beroepen en ambachten
Regel 78: | Regel 78: | ||
|- | |- | ||
|'''Zeilmaker''' | |'''Zeilmaker''' | ||
− | [[File:zeilmaker | + | [[File:zeilmaker - Version 2.jpg|center|200px|Jan Jansz. van Lodensteyn is zeilmaker. De prent uit [http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=luyk001mens01 Spiegel van 't menschelyk bedryf] van Jan en Caspar Luyken verbeeldt een zeilmakerswerkplaats (fotomechanische herdruk van uitgave 1767).]] |
| | | | ||
*[[Lodensteyn,_Familie#Zeilmaker_in_Delft_of_Delfshaven.3F|Jan Jansz. van Lodensteyn]] (1500), Delft | *[[Lodensteyn,_Familie#Zeilmaker_in_Delft_of_Delfshaven.3F|Jan Jansz. van Lodensteyn]] (1500), Delft |
Versie van 8 jan 2017 om 19:16
UNDER CONSTRUCTION
Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug! |
Tabel met beroepen en ambachten die onze voorouders beoefenden. De prenten komen, tenzij anders vermeld, uit Spiegel van 't menschelyk bedryf van Jan en Caspar Luyken. Ze komen uit diverse uitgaven vanaf de fotomechanische herdruk van uitgave 1767).
Beroep of ambacht | Wie en waar | Toelichting |
---|---|---|
Bakker |
|
De Suikerbacker. In Christi Bloed, Lach God'lyk Soet Die 't wrange Zuur wil overwinnen Moet met geen Aquafort beginnen, Maar Suiker is het rechte Swaard: ô God! hoe hebd ghy't Suure Leeven, |
Grutter |
|
De Grutter. Dat binnen sit, Is't rechte Pit. Het Saad Van't buitendeel ontbloot, Word eerst te recht tot eetbaar Brood: Soo steekt de Kern Van't mens'lyk leeven, In d'Aardse Bast Van Vlees en Bloed, Waar uit Zy heer'lyck Word ontheeven, |
Hovenier |
|
De Hovenier. De rechte Gaarde, Is niet op aarde. Het Hof is van de Mens bemind, Die daar syn lust en uitvlucht vind; Doch in het fleurtie moet hy scheiden: Hy is dan welbedacht en wys, Die saaid en plandt in't Paradys, Daar't leeven eeuwich sal vermyden |
Leertouwer |
|
Prent; te zien is hoe een leertouwer op de voorgrond het leer gladschaaft terwijl zijn maatje links het leer soepel trapt. |
Tinnegieter |
|
De Tinnegieter. Soeckt in u selfs den Schat, Van't aller schoonste Vat. Den aardsen berg, van vlees en bloed, Heeft schoone glans in zyn gemoed, In dien de Mens daar naa wou Mynen; Gelyk hy anders is gesint En blinckende Metaalen vindt, Die uit de Nacht, in't Licht verschynen. |
Waarsman |
|
De waarsman (ook waardsman genoemd) is een soort 'secretaris-penningmeester en hoofd technische dienst' van wat tegenwoordig een waterschap zou worden genoemd. |
Zeilmaker |
|
De Seilemaaker. De vlugge wind, Vat, daar hei't vind. Het Seil aan ree en mast gespannen Gaad over Zee met Schip en Mannen: ôMens, span uit, span uit het Seijl, Van hart'lijk Willen en begeeren, Soo voerd den heil'gen geest des Heeren U naa de Goudkust, aller heÿl. |