Leers, Familie
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe | |
Rijshouwer | |
van Vollenhoven | |
van der Hoeven | |
Leers | |
Brandt | van Berckel |
Deze pagina beschrijft de voorouders van Johanna Leers (1697), dochter van Reinier Leers (1654), en voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Door haar huwelijk met François van der Hoeven verdwijnt de achternaam Leers bij haar verdere nakomelingen.
Inhoud |
Uit Duitsland ontweken
De Leersen stammen af van een Duits geslacht uit Aken, waarvan veel takken in Duitsland zijn gebleven. Ene Johann Jakob von Leers Herr auf Vietlübbe (1732 - 1814) is Geheimer Finanz- und Domaenenrat en wordt in de Rijksadelstand verheven in 1791. Van zijn tak lopen er nog adellijke nakomelingen rond in Duitsland.
Vermoedelijk is de eerste Nederlandse Leers (Arnold, 1616) naar de Nederlanden uitgeweken vanwege de voortdurende strijd tussen katholieken en protestanten in Duitsland.
Veel informatie over de familie Leers komt van H.J. Beckmann, die voor zijn studie aan de Universiteit in 2008 een dissertatie schreef over de reconstructie van de omvangrijke collectie van Arnout Leers (1698, broer van Johanna Leers) die in 1767 geveild werd.
Arnold Leers (1616)
Arnold Leers (ook Arnout genoemd) is geboren in 1616 in Aken. Hij gaat in 1642 in Rotterdam in ondertrouw met de dan twintigjarige Johanna van Berckel (ook Jannetje), geboren in 1622 en dochter van predikant Dr. Reynier (Reinerus) van Berckel (1591 en Helena Mozesdr. (ook Mosisdr.) van Nederveen. Haar familie wordt beschreven op de pagina Familie van Berckel. Arnold en Johanna trouwen in Schiedam en krijgen vijf kinderen:
|
Arnold Leers vestigt zich als boekdrukker en uitgever in Rotterdam en publiceerde onder andere het boek Valerie Maximi.
Hij overlijdt in 1673 op een leeftijd van 53 jaar en is begraven in de Grote- of Sint-Laurenskerk in Rotterdam. Zijn weduwe Johanna van Berckel zet eerst alleen en later samen met haar zoon Reinier het bedrijf voort. Zij sterft in 1694 in Rotterdam.
Reinier Leers (1654)
Reinier Leers, ook Reynier genoemd, boekdrukker, raad en schepen van Rotterdam, is geboren in 1654 in Rotterdam, zoon van Arnold Leers (1616) en Johanna van Berckel. Hij huwt de tweeëndertigjarige Cornelia Brandt in 1696 in Rotterdam.
Cornelia Brandt, geboren 1666 in Hoorn, is de dochter van Gerard Brandt (1626) en Susanne van Baerle. Cornelia's familie wordt beschreven op de pagina Familie Brandt. Cornelia is weduwe van Frans de Haes, Rotterdams koopman en dichter. In haar eerste huwelijk heeft zij vijf kinderen gebaard, waarvan twee zonen in leven blijven: de dichter Joan en de advocaat Gerard.
Van haar drie kinderen die ze met Reinier Leers heeft sterft Reinier, de laatste, kort na zijn geboorte in 1701.
|
Reinier Leers overlijdt in 1714 in Parijs op een leeftijd van 60 jaar. Arnout en zijn zusje Johanna zijn dan nog minderjarig en krijgen hun neef Arnout van den Bergh als voogd, gehuwd met Margaretha van Eyk.
Zijn vrouw Cornelia Brandt overlijdt in 1735 op een leeftijd van 68 jaar. Haar kleinzoon Frans de Haes schrijft bij die gelegenheid een gedicht dat aldus begint:
|
Gefortuneerd en verlicht uitgever
Reinier Leers is boekdrukker, raad en schepen van Rotterdam. Hij is gefortuneerd. In 1709 verkoopt hij zijn uitgeverij en boekhandel voor het toendertijd astronomische bedrag van 120.000 gulden. Hoewel hij, uit monde van zijn functie, tot de Staatskerk behoort, heeft hij ook banden met de remonstranten. De vader van zijn vrouw Cornelia Brandt, geschiedschrijver Gerard Brandt, is ook remonstrants predikant geweest.
Volgens de dissertatie van H.J. Beckmann is Reinier Leers een van de belangrijkste uitgevers en boekverkopers van zijn tijd, die verlichte ideeën aanhangt en propageert:
|
Naast het oeuvre van deze vroege verlichtingsfilosoof Pierre Bayle, publiceert Reinier Leers ook het werk van de omstreden Fries-Amsterdamse predikant Balthasar Bekker (1634). In zijn twee eerste boeken van zijn serie De Betoverde Weereld probeert de auteur op cartesiaanse gronden de invloed van de duivel op aarde aan banden te leggen en andere vormen van bijgeloof te ontzenuwen.
Bekkers ‘verbanning’ van de duivel stuit op weerstand bij de gevestigde kerk. Ondanks een publicatieverbod en oneervolle uitzetting uit zijn ambt, komt hij nog met een derde en vierde deel in 1693. Hij wordt beschouwd als een vertegenwoordiger van de Radical Enlightenment, de vroege Nederlandse voorloper van de Verlichting.
Reinier Leers biedt uitsluitend de Franse vertaling aan van Bekkers werk; Le Monde Enchanté (1694). Het is vermoedelijk vooral een statement; hoe groot de buitenlandse interesse voor Balthasar Bekkers werk was, valt moeilijk te schatten. Dat het om hoge aantallen ging lijkt onwaarschijnlijk.
Op missie in Parijs overleden
Arnout Leers wordt in 1714, nadat hij zijn uitgeverij en boekhandel heeft verkocht, verkozen tot schepen van de stad Rotterdam. Hij wordt afgevaardigd om, samen met de Amsterdammer Jan Six, te gaan onderhandelen met de Franse overheid om het postverkeer tussen beide landen te verbeteren; het regleeren der posterijen.
Reinier Leers wordt tijdens de onderhandelingen ziek en sterft hetzelfde jaar in Parijs, op de dag dat hij zestig wordt. Het stoffelijk overschot wordt gebalsemd en naar Rotterdam overgebracht. Pas later (1715) wordt hij bijgezet in de Grote of Sint-Laurenskerk in Rotterdam.
Weduwe Cornelia Brandt krijgt uit erkentelijkheid voor haar mans werk een zilveren lampetkan, en geld om de kosten te dekken die haar man tijdens zijn verblijf in Parijs heeft gemaakt.
Het echtpaar Leers had notarieel vastgelegd dat hun kinderen niet naar de weeskamer zouden gaan bij hun overlijden. Bij hun vaders overlijden zijn ze nog minderjarig; hun oom Arnout van den Bergh wordt voogd.
Zoon Arnout
In 1724 trouwt Arnout Leers, broer van Johanna Leers, met Christina Uijlenbergh, een nicht van zijn voogd Arnout van den Bergh. Zij krijgen drie kinderen: Cornelia, Arnout en Jacoba Jacomina.
Arnout Leers is, net als zijn vader, schepen van de stad Rotterdam, maar daarnaast kapitein bij de Rotterdamse schutterij en een actief ondernemer:
|
Arnout is ca. 20 jaar directeur bij laatsgenoemde Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen; zijn zwager François van der Hoeven zal daar ook directeur worden.
In 1745 wordt Arnout Leers heer van Ameide en Herlaar, nadat zijn voogd Arnout van den Bergh en zijn vrouw Margareta van Eijk, en Anna, zuster van Arnout van den Bergh, overleden zijn.
De dissertatie van H.J. Beckmann gaat verder in op de omvangrijke collectie die Arnout Leers deels erft maar vooral zelf uitbreidt. Kennelijk was de familie Leers in geldnood, want een jaar na het overlijden van Arnout Leers wordt zijn verzameling schilderijen geveild (1767):
|
Cornelia's eerdere huwelijk
Van Cornelia Brandts eerste huwelijk (1683) met Frans de Haes (1658), koopman en dichter, blijven van de vijf kinderen maar twee zonen in leven: Joan de Haes (1685) en Gerard de Haes.
Zoon Joan de Haes (1685) trouwt met zijn nicht Cornelia de Haes, en hebben Frans de Haes (1708) als zoon. Joan wordt door Cornelia Brandt niet in haar testament opgenomen; het bedrag dat hij van haar heeft geleend en niet terugbetaald, overstijgt zijn kindserfdeel ruimschoots. Zijn zoon echter, Frans de Haes ( 1708), krijgt wel de rente van een lijfrentebrief van ca. 40 guldens per jaar.
Deze kleinzoon van Cornelia, Frans de Haes, is net als zijn vader koopman en dichter. Zijn tweede echtgenote, Alida Reesen, heeft na zijn dood zijn nagelaten gedichten uitgegeven. Zij droeg de bundel op aan de Achtbaere Ooms van haar overleden man, Arnout Leers en François van der Hoeven.