Offerhaus, Familie
Over de familie Offerhaus met vele hoogleraren, predikanten, militaire officieren, artsen en juristen, die mogelijk teruggaat tot 1326; een Duitse 'Offerhoff' uit Velbert in Westfalen. Hoe de fervente calvinist Johann Offerhaus Lutheranen de kerk uit jaagt met godslasterlijke smaad- en scheldwoorden. | Hoe Leonardus, de vermanende en godvrezende hoogleraar, de antichrist in de geschiedenis fileert en dikke boeken schrijft. Rector in Groningen, waar een studiezaal naar hem is vernoemd. Onvermoeibaar doorwerkend tot zijn 78e, waarna hij plotsklaps overlijdt. | En over Willem Offerhaus, de vergeten genie-officier, die Napoleon vergezelt op zijn roemloze terugtocht uit Rusland en terug in Nederland mooie forten ontwerpen. En dan het (betaalde) gebrandschilderde familiewapen met de kenmerkende bolle Offerhausogen in de Martinikerk in Groningen. |
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe | |
Rijshouwer | |
Offerhaus | |
Boenen | Sypkens |
Deze pagina beschrijft de voorouders van Elisabeth Frederika (Betsy) Offerhaus (1847), dochter van Hermannus Johannus Offerhaus (1804). Door haar huwelijk met Jakob Peter Rijshouwer, verdwijnt de achternaam Offerhaus bij haar verdere nakomelingen.
Elisabeth Frederika Offerhaus is grootmoeder en naamgever van haar kleindochter Elizabeth Frederika (Bob) Ekker.
Hoogleraren, predikanten en militairen uit het noorden
De familie Offerhaus gaat mogelijk terug naar de 14e eeuw en stamt uit Duitsland. Eind 17e eeuw vestigt Christiaan Gerard Offerhaus zich in de Nederlanden, en wordt stamvader van de Nederlandse tak van deze familie. De familie Offerhaus brengt hoogleraren, predikanten, militaire officieren, artsen en juristen voort. Zij woonden over geheel Nederland, maar de meeste familieleden in het noord-oosten van het land, met name in Groningen.
Goed bewaakt erfgoed
Afkomst en stambomen van de familie Offerhaus zijn goed gedocumenteerd. Naast vele publicaties bestaan er twee uitgebreide familie-archieven. Zie daarvoor de paragraaf Bronnen en verantwoording.
Deze pagina bevat alleen fragmentarische informatie over de familie Offerhaus, en eindigt bij Elisabeth Frederika (Betsy) Offerhaus. Voor een compleet beeld moet men dus te rade gaan bij genoemde bronnen en archieven.
Heidense offerplaatsen
Het geslacht Offerhaus ontleent zijn naam aan een Duitse boerenhofstede, die nog in oude vorm bestaat en gedeeltelijk in vakwerk is opgetrokken. De fundamenten dateren uit de vroege 14e eeuw en maakten deel uit van de bezitting "Offerhoff", gelegen in Velbert, een Duits plaatsje noordoostelijk van Düsseldorf.
Vermoedelijk was de Offerhof oorspronkelijk een heidense offerplaats, die bij de kerstening van de bevolking tot bedeplaats is gewijd, zoals ook elders wel geschiedde. Tot voor kort was er namelijk nog een “Offerteich" aanwezig en een "Offerbusch" in de nabijheid, en in de 10e eeuw bevond zich hier al een Christelijke kapel. "Im Offers" waren ook onderkomens voor paarden en ridders.
In de plaatselijke pers wordt gerefereerd naar het Offerhof als oudste testimonium van de geschiedenis van Velbert; het wordt in 1326 met Kune thom Offerhus genoemd in een oorkonde van de abdij. De geconserveerde hoeve 'Offershaus' ligt nog steeds aan het plein 'Am Offers' ook wel 'Offersplatz' genoemd in het stadscentrum van Velbert.
De gemeente kocht het 'Offershaus aan in 1926, dat nu onderdeel uitmaakt van het historisch beschermd dorpsgezicht. In 2014 of later moet een nieuw plein verrijzen naar een ontwerp van stadsarchitecten van Planungsbüro DTP. Daarbij worden de oude gebouwen behouden maar moderne multifunctionele elementen geïntroduceerd.
Twee mogelijke herkomsten
Er is onduidelijkheid over de afkomst van Ludger im Offerhaus (ca. 1550) . Er bestaan twee veronderstellingen, die apart (optie 1 en 2) zijn weergegeven inclusief de nodige terughoudenheid voor wat betreft de betrouwbaarheid.
Optie 1 Peter im Offerhaus
Deze afstamming is gebaseerd op oude familieaantekeningen, en blijkbaar omstreden; een hedendaags lid van de familie Offerhaus verwijst het naar het 'rijk der fabelen'. De herkomst van deze Peter is verder onderzocht, zie onder, maar de vraag of hij daadwerkelijk de vader is van Ludger im Offerhaus (ca. 1550) blijft dus onbeantwoord.
Van zijn voorvaders zijn alleen een paar namen bekend en jaartallen dat ze vermeld worden. In volgorde van vader op zoon;
|
Peter im Offerhaus is ca. 1510 geboren. Hij is leenman (Lehensmann) van "Offerhoff" in het hertogdom Berg in Velbert. Daarnaast is hij ‘Hofmeier’ van de graaf 'Von Dhun (Daun)' van Velbert, Limburg en Falckenstein, en heer van de heerlijkheid 'Broich' bij 'Mülheim an der Ruhr'.
Peter wordt in 1550 ook genoemd als kerkmeester en in 1551 als schepen van het nabijgelegen Neviges, in de heerlijkheid Hardenberg in het hertogdom Berg. Bekend is dat hij meewerkt aan de opheffing van het lijfeigenschap. Hij is gehuwd met een dochter van Leonard Kool en overlijdt in of vóór 1578.
Optie 2 Ludger im Offerhaus
In Beiträge zur bergisch-märkischen Heimatgeschichte 2 (1956) wordt Ludger im Offerhaus genoemd als vader van Ludger im Offerhaus (ca. 1550). Hij overlijdt in 1578. Deze aanwijzing is wel concreter; mogeljk is er een connectie met de 'Offerhauzen' uit de eerste veronderstellng maar dat is niet verder onderzocht.
Ludger im Offerhaus (ca. 1550)
Ludger im Offerhaus, ook wel Leudger im Offerhuuss is een zoon van Peter im Offerhaus of Ludger im Offerhaus. Ludger is geboren ca. 1550 en overleden in 1607 in Velbert (Hertogdom Berg) en getrouwd met Alheidt Dorren, dochter van Johann (Hans) en Cäcilie. Johann im Offerhaus is zijn zoon.
Ludger im Offerhaus is leenman van de bezitting Offerhoff en ‘’Hofmeier’’ vanaf 1578. De bezitting "Offerhoff" was in 1499 een leen van de graven van Hohen-Limburg. Pas in 1660, na de dood van Ludger, lukt het om het bezit (Freigut) vrij te kopen; Schout en Kerkmeester Peter Offerhaus (een andere dan hier vermeld) koopt de Hoeve Offerhof met de Ida Kapelle, een kapel voor de edelen.
Ludger is vrij man en dus belastingplichtig (steuerpflichtiger Freier). In 1604 wordt hij in het Honschaft (soort middeleeuwse gemeente) Velbert aangeslagen voor zijn vermogen voor een bedrag van zes ‘Reichstalern’. Bekend is ook een schriftstuk met een overeenkomst met een zekere Wyrich (notaris? CHECK) over het pachten van een huis dat vermoedelijk de Offerhof betreft (vertaald uit oud-Duits), ;
|
In het Heimatmuseum in Velbert wordt een grafsteen geëxposeerd van Ludger im Offerhaus. De steen is goed bewaard gebleven en vertoont een gestileerd eikenblad met een wapen. Het wapen bestaat uit een 4-Zeichen op een gelijkbenige driehoek zonder basis maar in het midden in tweeën gedeeld door een dwars balkje met daarboven een donkere punt. Aan weerszijden van een staand balkje staan ook donkere punten. De inscriptie van de steen vermeldt:
AE D. 1607 DIE 16 MERT IT DER ERBAR LEUDGER IM OFFERHUS IN GOT ENTSCHLAFEN ICH WEIS DAS MEIN ERLOESER LEBET |
Johann im Offerhaus (1586)
Johann im Offerhaus, zoon van Ludger im Offerhaus is geboren omstreeks 1586. Hij huwt Johanna im Gaddum, dochter van Ludger im Gaddum in 1607. Hij overlijdt in 1629 op een leeftijd van 43 jaren. Johanna overlijdt na 1650.
Lehnhardus Offerhaus is hun zoon. Net als zijn vader Ludger im Offerhaus is Johann beleend met de Offerhoff en moet hiervoor een overeenkomst tekenen, getuige de volgende verklaring (vertaald uit het Oud-Duits):
|
De jaarlijkse huur is 21 malter haver. Verdere voorwaarden zijn dat het goed niet mag worden gesplitst, noch gedeeltelijk verkocht of verpand met de bepaling dat als de ‘eene hand’ komt te sterven of te vervallen, de erfgenamen weer zullen winnen en werven binnen een jaar en dag na het overlijden, alles op straffe van het vervallen van de verklaring van het goed en de terugkeer naar de leenheer, die dan naar goedvinden kan handelen.
Aanvaring met de Lutheranen
Johann im Offerhaus is een overtuigd Calvinist en komt in aanvaring met Lutheraanse dorpsgenoten. Halverwege de 16e eeuw is Johannes Calvijn vanuit Genève begonnen met preken en keert zich af van de katholieke kerk, net zoals Luther. Calvijn gaat echter verder. Terwijl Luther het kerkbestuur in handen van bisschoppen wil laten, stelt Calvijn kerkraden voor, gekozen door gelovigen. Ondanks dit democratisch sausje is het Calvinisme heel wat strenger en feller in zijn geloofsopvatting dan het Lutheranisme. De strijdbaarheid van Johann im Offerhaus blijkt uit het volgende relaas.
|
Lehnhardus Offerhaus (1622)
Lehnhardus Offerhaus, zoon van Johann im Offerhaus is geboren in 1622 in Velbert, Rheinland, Pruisen. In 1658 huwt hij Elisabeth Boenen, geboren omstreeks 1639. Zij is de dochter van Georg von Boenen en Elisabeth Bremer. De familie Boenen wordt besproken op de pagina Boenen von, Familie.
Lehnhardus en Elisabeth krijgen 10 kinderen, waaronder Christian Gerhard Offerhaus. Lehnhardus overlijdt in 1698 in Hamm, Mark, Westfalen, Pruisen op een leeftijd van 76 jaren, zijn vrouw in 1718 in dezelfde plaats op een leeftijd van 79 jaren.
Peter Offerhaus, waarvan onbekend is of deze broer is of meer verre familie van onderhavige Lehnhardus, koopt de bezitting Offerhoff in het jaar 1660 vrij. Leonhardt, een jongere broer van Peter, verkiest een ambtelijke werkkring en verlaat Velbert. Mogelijk is deze Leonhardt dezelfde als Lehnhardus; tijdsbestek en locatie komen in ieder geval overeen.
Lehnhardus Offerhaus wordt in 1660 'General Schatzmeister in der Grafschaft Marken'; in het Graafschap Mark in Westfalen. Hij is onder meer ontvanger der belastingen (Steuereinnehmer) en ambtsschrijver (Amtsschreiber).
Christian Gerhard Offerhaus (1672)
Prof. Ds. Christian Gerhard zoals hij vaak wordt genoemd is de zoon van Lehnhardus Offerhaus is gedoopt in 1672 in Hamm, Mark, Westfalen, Pruisen. Hij huwt de weduwe Margaretha Heshuysen, geboren in 1662 in Naarden en dochter van François Heshuysen en Clara Forckenbeck (Forckenbeeck). Uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren:
|
Christian Gerhard Offerhaus overlijdt in 1758 in Deventer op een leeftijd van 86 jaren, zijn vrouw 14 jaar eerder (1740) in Deventer op een leeftijd van 77 jaren.
Christian Gerhard Offerhaus is de eerste Offerhaus die zich in Nederland vestigt. In 1697 is hij leraar aan het Gymnasium te Hamm, in 1701 gereformeerd predikant te Wesel, en van 1708 tot 1753 hoogleraar in de theologie aan het Athenaeum te Deventer. Hij neemt in het begin van de 18e eeuw het familiewapen aan, ook wel 'het alliantiewapen' genoemd.
Leonardus Offerhaus (1699)
Prof. Dr. Leonardus Offerhaus (wikipedia), zoon van Christian Gerhard Offerhaus is geboren in 1699 in Hamm, Mark, Westfalen, Pruisen.
Hij trouwt in 1731 met Cornelia Huysinga, geboren in 1702 in Delft, dochter van Hermannus Huysinga en Cornelia van Vliet. Leonardus Offerhaus overlijdt in 1779 in Groningen op een leeftijd van 79 jaren, Cornelia 28 jaar eerder (1751) in Groningen op een leeftijd van 49 jaren. Uit hun huwelijk worden vijf kinderen geboren, waarvan drie hun jeugd overleven:
|
Leonardus Offerhaus volgt in de voetsporen van zijn vader en volgt een wetenschappelijke loopbaan. Na de Latijnse School van Gouda begint hij in 1716 bij zijn vader in Deventer met de theologiestudie, die hij vanaf 1723 voortzet in Utrecht. In 1725 wordt hij aangesteld als hoogleraar geschiedenis en welsprekendheid te Lingen. Hij begint zijn colleges met een oratie over de geschiedenis van de vervolging van de Waldenzen.
Godvrezend hoogleraar en rector
Enkele jaren later, op 29 juni 1728, wordt hij hoogleraar in dezelfde vakken te Groningen. In zijn openingsrede De causis incrementi Antichristi sex prioribus seculis, sive de Antichristo in utero, ante ipsius ortum et nativitatem beschrijft hij de invloed van de antichrist in de kerkgeschiedenis tot 600, die hij als een tijdvak van toenemend verval van de oorspronkelijk zuivere kerk ziet. In 1739 publiceert hij een chronologie van de antieke periode, Spicilegiorum historico-chronologicorum, waarbij hij de gegevens uit de Bijbel en de klassieke geschiedschrijvers probeert te harmoniseren.
In de loop der jaren verschuift Offerhaus' belangstelling zich steeds meer van de kerkelijke en de Bijbelse geschiedenis naar de algemene geschiedenis. Vanaf 1752 doceert hij ook de vakken vaderlandse geschiedenis, aardrijkskunde en Romeinse antiquiteiten. Offerhaus doet weinig origineel onderzoek, maar is gezien de populariteit van zijn handboeken voor de algemene geschiedenis en de vaderlandse geschiedenis wel een goed docent. De boeken worden aan verschillende universiteiten gebruikt voor het onderwijs.
Hij vervult driemaal de functie van rector van de Groninger universiteit. In 1778 wordt hij op eigen verzoek door de prins benoemd tot professor honorarius. Van 1744 tot 1779 is Offerhaus eveneens werkzaam als bibliothecaris van de Groninger universiteitsbibliotheek. Hij zorgt voor een nieuwe catalogus van de collectie, die in deze tijd een van de beste in Europa is op het terrein van de recente geschiedenis.
Offerhaus bekleedt driemaal het Rectoraat van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Op de website van de RUG staat dat menig student of alumnus de naam Offerhaus wel bekend in de oren moet klinken, omdat er veel hoorcolleges plaatsvinden in de naar deze rector vernoemde Offerhauszaal. Van slechts een naam op het collegerooster komt Leonardus Offerhaus even tot leven middels de hiernaast afgebeelde prent uit 1775. Een godvrezend man die vooral door zijn werk binnen de universiteit als docent en rector bekend is gebleven. Het onderschrift luidt:
|
Afscheid van een waardige grijsaard
Het afscheid van zijn loopbaan op 78-jarige leeftijd en zijn overlijden kort erna worden treffend beschreven in het Gedenkboek der Hoogeschool te Groningen van auteurs Jonckbloet en Boeles (1864):
|
Het familiewapen
Het familiewapen ven de familie Offerhaus komt het eerst voor op een portret van Prof. Dr. Leonardus Offerhaus. Het wapen wordt pas geformaliseerd in de 19e eeuw en in het 'blauwe boekje' (NL-Patriciaat 1919) opgenomen. Er staan twee 'bolle ogen' op waarvan men zegt dat die in het echt kenmerken zijn van de latere Offerhausen. Kenmerkend is het goud en de blauwe balk.
In 1924 zijn op een aantal ramen in de Martinikerk te Groningen wapens uitgebeeld van families, wiens leden zich verdienstelijk hebben gemaakt voor Groningen.
Het wapen van Offerhaus (zie foto onder) werd mogelijk gemaakt (uiteraard tegen een zekere betaling) door Willem Augustijn Offerhaus (1897 - 1961) , liberaal politicus, Commissaris van de Koningin in Groningen, en kamerheer in bijzondere dienst van koningin Juliana. Hij is een nazaat van Johannes Offerhaus.
Het gebrandschilderde raam in de Martinikerk staat achter het altaar en toont twaalf familiewapens; De Sitter, Offerhaus, Hora Siccama, De Marees van Swinderen, Numan, Van Imhoff, Tresling, De Ranitz, Busmann, Feith, Van Panhuys en Van der Hoop.
Hermannus Johannes Offerhaus (1734)
Ds. Hermannus Johannes Offerhaus, zoon van Leonardus Offerhaus is geboren in 1734 in Groningen. Hij trouwt Margaretha Woldringh, geboren in 1745 in Groningen als dochter van Jacobus Woldringh en Catharina Klugkist. Hermannus Johannes Offerhaus overlijdt in 1788 in Groningen op een leeftijd van 53 jaren, Margaretha Woldringh een jaar eerder (1787) op een leeftijd van 41 jaren. Uit hun huwelijk ontspruiten 11 kinderen, waarvan 6 de volwassenheid bereiken.
|
Nakomelingen met militaire roem
Van Hermannus Johannes Offerhaus is relatief weinig bekend. Hij is in 1760 predikant te Gapinge. Tussen zijn kroost en nakomelingen zitten nogal wat roemruchte militairen. Bij de familie Offerhaus gaat het dienen van God en vaderland hand in hand; het zijn twee handen op één buik. Zijn oudste zoon Leonardus Offerhaus (2e van de rij kinderen), ook predikant, brengt twee markante afstammelingen voort.
- Henricus Offerhaus (1791-1834), kapitein infanterie in het leger van Generaal Dibbets, die tijdens de Belgische opstand Maastricht verdedigt en weet te behouden.
- Epeus Wielinga Offerhaus, (1794-1824), 1e Luitenant Infanterie bij de troepen in Ned. Indië die de Palembangse strafexpeditie en oorlog van 1821 meemaakt.
Willem Offerhaus, een andere zoon van Hermannus Johannes Offerhaus, (5e van de rij kinderen) maakt veel mee als kapitein der genie in Franse dienst en later in Nederlandse dienst. De Historische Vereniging Winsum-Obergum plaatst een artikel over hem; Willem Offerhaus (1773-1830), een vergeten genie-officier. Het beschrijft de lotgevallen van een jonge officier uit een oud en aanzienlijk geslacht die het Nederlandse leger ingaat, totdat het ontbonden en ingelijfd wordt door Napoleon. Uiteindelijk maakt hij carrière in het Nederlandse leger en in Utrecht wordt een straat naar hem vernoemd. Hier volgt een samenvatting;
|
|
Johannes Offerhaus (1769)
Johannes Offerhaus is de zoon van Hermannus Johannes Offerhaus is geboren in 1769 in Winsum. Hij huwt Alegonda Edonia Sypkens, geboren in 1770 in Leeuwarden. Zij is de dochter van Prof. Dr. Henricus (Hendrik) Sypkens. De ouders van zijn vrouw komen uit twee bekende noordelijke families die worden beschreven op de pagina Huber, Familie.
Alegonda Edonia Sypkens en Johannes Offerhaus krijgen acht kinderen, waarvan zes de volwassenheid bereikten:
|
Na de dood van Alegonda Edonia Sypkens in 1818 (47 jaren oud) huwt Johannes Offerhaus in 1821 voor de tweede maal met Sophia de Raadt (1773 - 1830), dochter van Mr Melchior Willem de Raadt en Margaretha van Delden. Johannes Offerhaus overlijdt in 1837 in Groningen op een leeftijd van 67 jaren. Johannes Offerhaus is van beroep griffier van de rechtbank van eerste aanleg te Groningen (1815).
Dochter Margaretha Offerhaus (1799)
Dochter Margaretha Offerhaus (1799) krijgt dezelfde naam als haar twee jaar eerder geboren zusje die maar één jaar oud wordt. Ze huwt in 1819 Dr Cornelis Ulrich Jan Huber, arts te Groningen (1795 - 1878). Haar man is kleinzoon van Ulrich Herman Huber (1727) via zijn zoon Ulrich Jan Huber (1752 - 1804), Fries jurist en Nederlands politicus.
Zoon Edo Johannes Offerhaus (1795)
Zoon Mr. Edo Johannes Offerhaus (1795, Groningen - 1876, Groningen ) huwt in Kollum in 1820 met Aafje Johanna van Sloterdijck (1798, Leeuwarden - 1877, Groningen). Edo Johannes Offerhaus is advocaat en notaris van 1819 tot 1847, en vervolgens ontvanger en wethouder in Groningen. Daarnaast is hij luitenant-kolonel der dienstdoende schutterij en lid van de Provinciale Staten van Groningen. Hij wordt gehuldigd als ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Deze tak van de Offerhauzen brengt bestuurders voort, zoals Johannes Offerhaus (1823-1905), advocaat, burgemeester en kantonrechter, en zoals Willem Augustijn Offerhaus, liberaal politicus en voor lange tijd Commissaris van de Koningin in Groningen.
Zoon Leonardus Offerhaus (1806)
Zoon Ds. Leonardus Offerhaus (1806, Groningen - 1885, Leiden) huwt Aleida Gesina de Raadt (1828 - 1803). Leonardus Offerhaus is Nederlands Hervormd predikant, achtereenvolgens in Feerwerd (1828) Hellum (1832) en Leermens (1844).
Kleinzoon Hendrik Karel Offerhaus (1875 - 1953) is een Nederlandse roeier die Nederland vertegenwoordigt op de Olympische Spelen van 1900 in Parijs. Op het onderdeel 'acht met stuurman' behaalt hij de derde plaats. Hij wordt later huisarts en secretaris-generaal van het Nederlandse Rode Kruis.
De zoon van Hendrik Karel Offerhaus; Hermanus Johannes Offerhaus (1907 - 1942) is een van de 72 verzetsstrijders die in 1942 door de Duitse Sicherheitsdienst ter dood worden gebracht na het Proces der 72.
Zoon Hinricus Offerhaus (1811)
Zoon Hinricus Offerhaus (1811, Groningen - 1898, Kampen) huwt voor de eerste maal in 1837 met Sara Wilhelmina Charlotte de Chalmot (1807 - 1848) en voor de tweede maal in 1850 met Christina Elizabeth de Chalmot, zuster van zijn eerste echtgenote (1809 - 1883).
Hinricus Offerhaus is Nederlands Hervormd predikant in Makkinga (1836) en Idaard (1842). Ook zoon en kleinzoon worden predikanten in respectievelijk Oosterwierum en Eernewoude.Leonardus Offerhaus (1806)
Hermannus Johannus Offerhaus (1803)
Hermannus Johannus Offerhaus is de zoon van Johannes Offerhaus. Hij is geboren eind 1803 en gedoopt in 1804 in Groningen. Hij trouwt de dertien jaar jongere Hillechien (Giene) Stratingh in 1835 in Delfzijl. Zij is geboren in 1817 en dochter van Jacobus Lucas Stratingh en Grietje Harmannus Bos.
Zij krijgen 15 kinderen waarvan er 9 de volwassenheid halen.
|
Hermannus Johannus Offerhaus neemt als student aan de Groningse Universiteit en eerste luitenant der mobiele schutterij deel aan de Tiendaagse veldtocht in 1831, bedoeld om de Belgische Opstand met wapengeweld te onderdrukken. Als 2e Luitenant van deze Groningse Schutterij wordt hij bij legerorder "eervol" vermeld. In 1833 wordt hij advocaat en vervolgens notaris en wethouder te Delfzijl.
Hermannus Johannus Offerhaus overlijdt in 1871 op een leeftijd van 66 jaren, zijn vrouw (Giene) Stratingh 23 jaar later (1894) op een leeftijd van 77 jaren.
Fotogalerij Offerhaus
Schetstekening van Luitenant Kolonel Willem Offerhaus, zoon van Hermannus Johannes Offerhaus, op basis waarvan stadsarchitect Van Embden de Willemskazerne in Utrecht laat bouwen (ca. 1825)
Gerhard en Corien Offerhaus houden de Offerhaus-geschiedenis levend. Ze organiseren Middeleeuws evenementen en figureren als leenheer en leenvrouwe (Kasteel de Haar, Utrecht, 2012)).
Bronnen en verantwoording
De bronnen waaruit geput is. Een aantal is ons aangereikt door een familielid van de familie Offerhaus.
- De 'Blauwe Boekjes', de reeks die sinds 1910 het Nederlands Patriciaat vastlegt van vooraanstaande maar niet-adellijke families. Uitgave 85 uit 2004, bldz; 319-408, bevat de volledigste en recentste stamboom.
- De Nederlandsche Leeuw 1934: 1-53. Het supplement met 90 bladzijden waarvan nog een paar exemplaren voorhanden zijn is niet geraadpleegd.
- het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Dit laatste lexicon wordt gezien als een van de belangrijkste naslagwerken voor de Nederlandse geschiedschrijving. Tussen 1911 en 1937 verschenen tien delen met meer dan 22.000 beknopte levensschetsen van belangrijke of op zijn minst opvallende Nederlanders.
- Voor de zeer vroege historie is uit twee bronnen geput; de familiewebsite van R.J.H. Brink, een afstammeling van de Offerhauzen, en de homepage van de Bruijn – ter Denge Stichting, een stichting ter bevordering van genealogisch onderzoek met betrekking tot Nederlands Oost-Indië.
Er bestaat ook een uitgebreide familie-archief in het Nationaal Archief in Den Haag, waarop een lid van de familie Offerhaus me heeft gewezen. Deze hebben we niet geraadpleegd. Het is te vinden onder de volgende nummers
- Nummer 2.21.235, inmiddels door een staflid van het Nationaal Archief bewerkt (informatie dateert van mei 2015).
- Nummer 2.21.391, het archief van de meest prominente recente Offerhaus, Prof. Mr. J. Offerhaus (1892-1966).
De indices zijn publiek (pdf files), de inhoud is gedeeltelijk openbaar. De tegenwoordige beheerder van het archief is Drs P.L.Offerhaus te Deventer.