Besemer, Familie
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe | |
Rijshouwer | |
van der Sijden | |
Andewegh | |
Besemer |
Nieuwe bezems vegen schoon...
...maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten. De naam Besemer heeft ongetwijfeld iets te maken met de bezem, het oeroud werktuig voor het vegen van vloeren.
De bezem dateert al van voor de Middeleeuwen en heeft door de tijd heen symbolische lading meegekregen van hekserij tot politiek schoonvegen, zoals door nationaal-socialisten. Bij onze voorouders komen alleen de namen Besemer en Bezemer voor, mogelijk afgeleid van het beroep bezemmaker of bezembinder.
Bezembinden was vergeleken met andere beroepen een laag gewaardeerd, zwaar en slecht betaald ambacht, dikwijls seizoenwerk.
Bezems werden vervaardigd uit berkentwijgen of oude dopheide. Een takkenbos werd strak met een touw bijeengehouden, met een stuk ijzerdraad op twee plaatsen ingesnoerd, en daarna recht afgezaagd aan de bovenkant. De lange stok werd er vaak door de afnemers zelf ingeslagen.
Er zijn veel naamvariaties op het thema bezem in zowel Nederland en Duitsland (afgeleid van Besen of Bessen) zoals Bezem(s), Bezembinder, Den Bezemer, Besems, Bessem(s), De Bessem en Bessembinder(s),
Volgens CBG familienamen woonden de meeste Bezemers in 1947 en 2007 in Zuid Holland, met een piek in Zwijndrecht, Dordrecht en Rotterdam.
Mogelijk: Johann Besemer (rond 1295)
Johann Besemer is geboren rond 1295. Hij overlijdt in 1335 in Esslingen am Neckar in Duitsland op een leeftijd van rond 40 jaren. De naam van zijn echtgenote is mogelijk Mechthild, maar dat kan ook zijn zuster zijn. De volgende kinderen worden genoemd:
|
Mogelijk is Ocker Johannssohn Besemer (1330 - 1400, Dordrecht) ook een kind van Johann Besemer.
Johann Besemer is wijnboer en wijnhandelaar in Esslingen am Neckar. Esslingen is in het begin van de veertiende eeuw de machtigste stad in Würtenberg maar verliest die belangrijke positie na een beleg in 1365 en oorlogen in de decennia daarna.
In de wijnhandel ligt mogelijk de verklaring voor de naam Besemer, die kan terugvoeren naar een traditie in het zuiden van Duitsland. Volgens Karolingische wetgeving liet een wijnboer, die het recht heeft nieuwe wijn aan huis te verkopen, dat weten door wijnranken of een bezem aan zijn gevel te binden. Het geeft aan dat er nieuwe wijn is gemaakt en dat het bedrijf daarna is schoongemaakt; de bezem is dus niet meer nodig.
Johann Besemer behoort tot een van de rijkste families van Esslingen. Het vermogen van een neef, ook Johann genoemd, werd geschat op 3000 Rijnlandse guldens. Johann Besemer bezit een wijngoed in Esslingen en heeft bezittingen in Cannstatt, Uhlbach, Ober- en Untertürkheim. Hij koopt in 1346 de Dachgrabenhof bij Bernhausen van de edelman Hermann Kaib von Hohenstein.
Hij schenkt grote bedragen aan het nonnenklooster van Sint-Klara in Esslingen, het klooster van Sirnau bij Esslingen, en andere kerkelijke instellingen. Zijn zuster Katharina (overleden 1357) en zijn dochters Johanna en Elisabeth, leven hun laatste jaren als lekezusters in het klooster van Sint-Klara. Elisabeths dochter Bethelin is daar non.
Ocker Johannssohn Besemer (1330)
Ocker Johannssohn Besemer is mogelijk een zoon van Johann Besemer (rond 1295), en in dat geval geboren in 1330 in Esslingen am Neckar, Duitsland. Hij overlijdt in 1400 in Dordrecht op een leeftijd van 70 jaren. De naam van zijn echtgenote is onbekend. Alleen het volgende kind is bekend:
|
Ocker Johannssohn Besemer is de stamvader van alle in Nederland bekende Besemers/Bezemers.
Is Ocker wel Johanns zoon?
In vele stambomen over de Bezemers wordt beweerd dat Ocker Johannssohn Besemer een zoon is van Johann Besemer. Er is tot nu toe echter geen bron gevonden die die bewering staaft. Ook mist de aanwijzing van een wijnhandel in Dordrecht. Wellicht komt dit uit familieoverlevering of wordt het geconstrueerd op basis van een aantal aanwijzingen:
Zo zijn de Besemer in de 14e eeuw een belangrijk geslacht in Esslingen, en komen daar veelvuldig voor, in tegenstelling tot Nederland en andere landen.
Ook is het voor te stellen dat commerciële motieven voor deze Duitse familie van wijnhandelaars aanleiding zijn om een familielid in Dordrecht te vestigen.
Dordrecht is een belangrijke stad voor Duitse wijnhandelaren; wijn en veel andere producten die via de Rijn worden aangevoerd, moeten namelijk eerst in Dordrecht te koop worden aangeboden. Dit zogenaamde stapelrecht heeft Dordrecht in 1299 gekregen van Jan van Avesnes, graaf van Holland. Dordrecht wordt hierdoor een belangrijke en welvarende stad.
Jan Ockersz. Besemer (1365)
Jan Ockersz. Besemer, zoon van Ocker Johannssohn Besemer (1330), is geboren in 1365 in Dordrecht. Hij overlijdt in 1422 in Oud Alblas op een leeftijd van 57 jaren. De naam van zijn echtgenote is niet bekend. Zijn ons bekende kinderen zijn:
|
Jan Ockersz. Besemer is leenman (huurder) van de Hofstad Arkel te Giessen.
Jan Jansz. Besemer (1405)
Jan Jansz. Besemer, zoon van Jan Ockersz. Besemer (1365) is geboren in 1405 in Dordrecht. Hij overlijdt in Hendrik-Ido-Ambacht. De naam van zijn echtgenote is onbekend, maar wel bekend is dat hij in 1433 huwt in Hendrik-Ido-Ambacht. Zijn bekende kinderen:
|
Heynrick Besemer (rond 1440)
Heynrick Besemer, ook Heyndrick genoemd, zoon van Jan Jansz. Besemer (1405), is geboren rond 1440 in Hendrik-Ido-Ambacht. Hij overlijdt rond 1520 in Hendrik-Ido-Ambacht op een leeftijd van rond 80 jaren. Hij huwt mogelijk een vrouw genaamd Margriet. Hun bekende kinderen zijn:
|
Heynrick Besemer is landbouwer en hoogheemraad.
Volgens onderzoek van Ton Bezemer is rond 1500, na het uitbreken van de pest, nog maar een kleine tak over van de Besemers. Hij heeft in het stadsarchief van Dordrecht de nalatenschap gevonden van Heynrick Besemer uit 1498, bestaande uit 33 delen dokumenten. Heynrick Besemer blijkt bijna alles overgemaakt te hebben aan Adriaen Ockers en Ocker Goverts.
Er is een vonnis bekend van 3 november 1470 van het Hof van Holland. Het gaat om een zaak van Hendrick Bezemer contra Jacob Jansz.:
|
Op hun beurt procederen de erfgenamen van Jacob Jansz. in 1507 tegen Heynrick Besemer:
|
Ghysbrecht Heynricksz. Besemer (rond 1472)
Ghysbrecht Heynricksz. Besemer, zoon van Heynrick Besemer (rond 1440), is geboren rond 1472 in Hendrik-Ido-Ambacht. Hij overlijdt rond 1552 in Gherijls-Hendricks-Ambacht op een leeftijd van rond 80 jaren. De naam van zijn echtgenote is niet bekend. Zijn kinderen;
|
Ghysbrecht Besemer is landbouwer en hoogheemraad. Hij heeft mogelijk te maken met een memorie volgens een slecht leesbaar document uit de kerk van Heijnrick-Yden Ambocht (Hendrik-Ido Ambacht). Hij wordt in het Archief Huys ten Donck genoemd in twee transacties:
Over de verkoop van vee ;
Item Ghijs Besemer voor hem selve ende als gemachtiich van Joest Jan Weyns heeft bestelt al sulcke beeste als op sijn lant gaet leggende in Out ryderwaert te weten ses ossen vijff vairsen twee koeyen van (...) Halling Willemsz. Arien Willemsz. ende Arien Pietersz, geschiet den derde dage in october anno XVc ende negen. borch Jan Monnensz (...?) |
Over de verdeling van nalatenschap:
(interpretatie) Heijnrick Lodewijcxz. (doorgehaald en vervangen door Cornelis Besemer) schout van Gherit Heijricksz. ambacht, Adriaen Willemsz. (doorgehaald en vervangen door Cornelis Cornelisz.), Otte Florisz.Cornelis Adrijaensz., Ghijsbrecht Besemer Heijnricksz. en Hillebrant Pieterz. heemraden van dat ambacht oorkonden, dat de kinderen en erfgenamen van Lodewijck van Giesen Aertsz. de verdeling van diens nalatenschap op een hier beschreven wijze overeengekomen zijn. |
Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskind etc..
Het dorp Gherit Heijricksz. ambacht, op deze pagina ook terugkomend als Gherijls-Hendricks-Ambacht, is waar vele Bezemers overleden en mogelijk geboren zijn. De naam zal terug te voeren zijn op de polder waarin het dorp ligt, vergelijkbaar zijn met de oorsprong van de naam vanm het naburige Henrik-Ido-Ambacht ;
In 1331 besluit de edelman Hendrik van Brederode om de Zwijndrechtse Waard te bedijken. De financiers van het project krijgen in ruil daarvoor de positie van ambachtsheer voor een deel van de polder. Twee van de negen financiers zijn Hendrik Ydo Wittens en zijn broer Schiltman Wittens, zoons van Witten Hendrik Yens die schepen van Gorinchem was. Hun namen komen terug in de naam van het dorp.
Dergelijke naamvoering leidde in het verleden tot lange plaatsnamen. Zo heette Hendrik-Ido-Ambacht tot 1885 Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen-Groot-en-Klein-Sandelingen-Ambacht, destijds de langste gemeentenaam van Nederland en mogelijk Europa.
Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer (rond 1498)
Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer, zoon van Ghysbrecht Heynricksz. Besemer (rond 1472), is geboren rond 1498 in Gherijls-Hendricks-Ambacht. Hij overlijdt na 1540 in Rijsoord op een leeftijd van meer dan ongeveer 42 jaren. Uit een eerste huwelijk heeft hij een zoon Cornelis Jacobsz.; zijn moeder is vermoedelijk snel gestorven en haar naam is niet bekend.
Rond 1530 huwt hij opnieuw, nu met Heyltgen Willemsdr. Jonckindt in Ridderkerk. Heyltgen Jonckindt is landbouwster, geboren rond 1510 in Ridderkerk en aldaar overleden in 1570. Naast een zoon met onbekende naam zijn hun kinderen:
|
Jacob Besemer is gegoed in Sandelingenambacht Rijsoord en de polders Oud-en Nieuw Reyerwaard (Ridderkerk), en Waersman van de polder Nw.Reyerwaerd in 1536.
Veel transacties getuigen van de aankoop, verkoop en overdracht van land, waar Jacob en zijn zonen direct bij betrokken zijn. Uit de Kohiers van de 10e penning (waar belastingaanslagen werden genoteerd) tussen 1542 en 1580 blijkt de familie veel grond te bezitten:
|
Heyltgen, de weduwe van Jacob Besemer wordt door de jaren heen aangeslagen voor zowel geleend grond als haar eigen grond, welke laatste tegenwoordig een kleine 30 hectare zou bedragen. Dat staat voor ca. 40 voetbalvelden. De 8 rentebrieven, samen 42 Rhijngulden, vertegenwoordigen bij een destijds gangbare rente van 4% een waarde van 1000 Rhijngulden.
De oude oppevlaktemaat morgen, ook mergen genoemd, staat voor een gebied dat in één ochtend kon worden geploegd. Per landsdeel weken de maten af; rond 1500-1600 was de morgen in Zuid-Holland een kleine hectare groot. Een morgen bestond voorts uit 5 hond of 600 roede. |
Pieter Jacobsz. Besemer (rond 1530/1532)
Pieter Jacobsz. Besemer, zoon van Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer (rond 1498), is geboren rond 1530/1532 in Ridderkerk. Hij overlijdt tussen 1571 en 1572 op een leeftijd van rond 39 jaren. Hij huwt Anna Willemsdr. Jongkint vaak ook Romeijn genoemd rond 1558 in Ridderkerk, voor haar het tweede huwelijk met een voor ons onbekende echtgenoot.
Anna Willemsdr. Jongkint is geboren circa 1530 te Ridderkerk, overleden na 1600 te Ridderkerk op een leeftijd van meer dan ongeveer 70 jaren. Zij is dochter van Willem Goessen Adriaensz. Jongkint alias Romeijn, bouwman, heemraad en waarsman, en Neeltje Cornelisdr.
Kinderen van Pieter Jacobsz. Besemer en Anna Willemsdr. Jongkint:
|
Pieter Jacobsz. Besemer is bouwman in Ridderkerk. Uit een acte uit het Klachtboek Archief Huys ten Donck blijkt xxx
Pieter Jacobs Besemer daecht up Lauweris Thoenisz. in somme van LXIX Rhijnsgld ofte tot de zekeringen? soe heeft Lauwerens Toenisse bekennen (...) te zijn aen Pieter Jacobsz.Besemer voir alsulcke somme als Lauwerens Thoenisse bij goede rekening brengen soude nae vuijtwijsen die acte die voir de Camer van Dordrecht geweesen is. Sebastiaen Pieters claecht up Pieter Besemer Jacopsz. voor de somme van XIJ Rhijnsgld IIII. Opten XIIJe dach Junij Anno XVC acht en tsestig soe verclaere ick dat pertijen malcander geen sulle (...) niet accorderen datse tesamen inden Vyerschaar willem come sullen en brengen een ge (...?). Hun vier kinderen voor 1/5 gerechtigd in de erfenis van Heyltge Willemsdr. |
Maritge Pietersdr. Besemer (rond 1570)
Maritge Pietersdr. Besemer, dochter van Pieter Jacobsz. Besemer (rond 1530/1532), is geboren rond 1570 in Ridderkerk. Zij overlijdt in 1624 in Oost-Barendrecht op een leeftijd van rond 54 jaren . Zij huwt Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech (Aandewegh).
Cornelis Adriaen Hendriccxz. aen de Wech, boer te Oost-Barendrecht, is geboren circa 1559 in Barendrecht, overleden in 1622 te Barendrecht. Hij is zoon van Adriaen Hendricxsz. Hun kinderen komen voor zowel onder de namen Aendewegh (en varianten) als Besemer:
|
Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech is heemraad van Oost-Barendrecht.
Maritge Pietersdr. Besemer en Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech zijn begraven onder een zerk in de Dorpskerk in Barendrecht. Het opschrift luidt:
|
Een tweede afstammingslijn
Tekst
Cornelis Heyndrixsz. Besemer (rond 1470)
Cornelis Heyndrixsz. Besemer, zoon van Heynrick Besemer (rond 1440), is geboren rond 1470. Hij overlijdt na 1527 in Hendrik-Ido-Ambacht. op een leeftijd van meer dan ongeveer 57 jaren. De naam van zijn echtgenote is net bekend. Zijn kinderen:
|
Cornelis Heyndrixsz. Besemer is heemraad van Adriaan Pieters Ambacht (Sandelingenambacht), landpoorter van Dordrecht (1526, 1527). Hij wordt genoemd in een akte H.G en Pesthuis ter Grooter Kerk als borg voor zijn broer Ghijsbrecht.
Marijtgen Besemer (rond 1510)
Marijtgen Besemer, ook Marijtje of Mariken, dochter van Cornelis Heyndrixsz. Besemer (rond 1470), is geboren rond 1510. Zij huwt Franck Ghijsbrechtsz. van den Nes, ook bekend als Vranck, geboren tussen 1508 en 1510. Hun kinderen zijn:
|
Volgens K.J. Slijkerman in de uitgaven Kronieken van de Genealogische Vereniging Prometheus is de familienamen Van den Nes ontleend aan het eilandje De Nes in het riviertje de Waal. Het eilandje tussen Ridderkerk (noorden) en Rijsoord en Sandelingenambacht (zuiden) bestaat nog en is in 2015 door het waterschap deels afgegraven om flora en fauna zich verder te laten ontwikkelen. Het eiland is, zoals de term nes suggereert, vermoedelijk een landtong die ontstaan is aan een scherpe bocht van de Waal.
Franck Gijsbrechtsz. bezit nagenoeg de gehele Nes, bewoont de erop staande hofstede en noemt zich naar zijn bezit. De Nes blijft na hem nog twee generaties lang in bezit van de familie. In de loop van de 17e eeuw verspreiden Francks nakomelingen zich over De Zwijndrechtse Waard, Dordrecht, Barendrecht en omgeving en De Hoeksche Waard.
Aeriaentken Franckendr.
Aeriaentken Franckendr., dochter van Marijtgen Besemer (rond 1510), huwt Gerrit Willemsz. Zij overlijdt in 1597 in Barendrecht, nadat ze een legaat aan de armen van Barendrecht heeft vermaakt.
Gerrit Willemsz. is boer in Oost-Barendrecht, penningmeester van Barendrecht (1573 - 1581), diaken te Barendrecht 1596.
Als lidmaat van de kerkelijke gemeente Barendrecht overlegt Gerrit Willemsz. op een op 12 september 1581 te Oud-Beijerland gehouden vergadering van de Classis Dordrecht met Thoenes Evertsen een brief van de schout en ingezetenen van Barendrecht over de voorkeur van een te beroepen predikant. Op 7 en 21 januari 1604 verschijnt Gerrit, een der ‘broeders’ uit Barendrecht, ook op vergaderingen van de Classis Dordrecht over onvrede met de predikant te Barendrecht
Hij is vermoedelijk dezelfde Mr. Gerrit Willemsz, secretaris van Barendrecht, die daar op 5 mei 1610 (of een ander jaar, dat is niet duidelijk) stierf. Hun vermoedelijke kind is:
|
Franck Gerrits de Vos (voor 1574)
Franck Gerrits de Vos, vermoedelijk zoon van Aeriaentken Franckendr., is geboren voor 1574. Hij huwt viermaal. Vermoedelijk zijn zijn eerst drie echtgenoten steeds overleden tijdens zijn leven. Zijn eerste vrouw Lijntje Aertsdr. huwt hij voor 1600. Zij is dochter van een andere voorvader Aert Jansz. (ca 1530/1535). Via haar gaat onze afstamming verder. Hun kinderen zijn::
|
Zijn tweede vrouw is Neeltje Pietersdr. die hij huwt voor 1607. Hij trouwt nog tweemaal, steeds in Barendrecht. Zijn derde vrouw Adriaentje Coenen huwt hij in 1617. In 1627 huwt hij Meynske Dammis. Hun zoon Maerten Vrancke de Vos huwt met xxx. Franck Gerrits de Vos overlijdt na 1652 op een leeftijd van meer dan 78 jaren.
Franck Gerrits de Vos is landbouwer te West-Barendrecht, penningmeester van Barendrecht (viermaal tussen 1601 en 1620), dijkheemraad van Ziedewij (1624). Hij koopt in 1652 een (renteniers-?)huisje aen de Singhel in West-Barendrecht. Zijn boerderij in het Oude Land van West-Barendrecht, draagt hij in 1652 over aan zijn zoon Antonis Franckenz.
Het huwelijk van Lijntgen met Franck werd vóór 1600 voltrokken, daar hun enig bekende kind Adriaentge Francke de Vos, omstreeks dat jaar werd geboren, blijkens haar grafzerk in de kerk van Barendrecht.
Haar wapen vertoont een springende vos, welk wapenfiguur ook door haar vader werd gevoerd.
Flips Isbrantsz, mede inwoner en korenmolenaar te West-Barendrecht en Carnisse, verklaart in 1612 50 Car gld schuldig te zijn aan Aeriaentgen Francken, het nagelaten weeskind van zaliger Lijntghen Aertsdr n.a.v geleende gelden
Haar oom en bloedvoogd is Lauris Aertsztt
In 1612 kopen Franck Gerritsz, Jacop Aeriensz en Inghen Ploonen, pachters wonende in West-Barendrecht, 4 mr 300 r met ,,aencleven” in West-Barendrecht van de Antwerpse apothecaris Adriaen Beijerlijnck
In een kennelijk in oktober dat jaar opgemaakte akte verklaren de kopers hiervan 1400 gld schuldig te zijn tta
In dezelfde maand krijgen Franck en voornoemde Inghen van de gemachtigde van meester Lauris Beijerlijnck Cauwinck te Antwerpen, zoon van de eerder genoemde apothecaris aldaar, 2 mr 5h 43 r met aanwassen in het Nieuwe Bedijkte Land van West-Barendrecht getransporteerdttb
Franck Gheeritsz, wonend in West-Barendrecht; transporteert in 1626 een losrente van 16 gld 10 st jaarlijks over een hoofdsom van 300 gld aan Heijndrick Schrieck
Hij verbindt hieraan in het speciaal ,,zijn huijs, berghen, ceeten en beteelinghe daer hij tegenswoordich in woonende is”, staande op het land van Schrieck in het Oudeland van West-Barendrecht, dat aan de westzijde is belend aan Jan Aertsz wooninghe*2
Franck verkoopt bij akte in 1630 wederom een Iosrente Nu ter grootte van 62 Car,gld 10 st jaarlijks over een hoofdsom van 1000 Car gld aan de weeskinderen van Emerensia Couwael Heijndricxdr
Als zekerheid stelt hij 1 mr 400 r eigen land het Oude land van WestBarendrecht en 2 mr 198 r eigen land in het Nieuwe Bedijkte Land aldaar
Op een niet genoemde datum werd deze losrentebrief door Franck ingelostt3
In 1641 verkoopt de in West-Barendrecht wonende Franck Gheeritsz aan Marghrieta Frans Kivitsdr, huisvrouw van Ghijsbert van Sulen, wonende te Rotterdam, een losrente van 15 Car gld jaarlijks overeen hoofdsom van 300 Car gld
Als zekerheid stelt hij hiervoor 2 mr 3 h vrij eigen land in het Nieuwe Bedijkte Land van West-Barendrecht14
Bij akte van 27.6.1644 transporteert Franck 2 mr 300 r in het Nieuwe Bedijkte Land van West-Barendrecht aan deheer Jacob Muen, koopman te Enkhuizen
In deze akte compareren naast Franck Gheeritsz nog Anthonis Francken voor hem zelf en Claes Coenraetsz, als man en voogd van Lijntghen Francken, om een tegen dit land liggende aanwas of gors aan de koper op te dragents
Franck transporteert op 20.51647 aan schepen Pieter Matteeusz en diens zoon Matteeus Pietersz Velthoen, wonende in Oost-Barendrecht, 3 mr 97 r in de Ziedewij van OostBarendrecht16
In 1651 transporteert hij aan de te Rotterdam wonende Ulrick van Zoelen 2 mr 585 r in het Buitenland van West-Barendrecht”
In 1652 verklaart Franck 3350 Car gld schulden te zijn aan de kinderen en erfgenamen van Maerten Bastiaensz de Recht. Voor deze geldlening stelt hij 6 mr 262 r in de Zuidpolder als zekerheid. Dit land was reeds belast met een rentebrief van 1000 Car gld ten behoeve van doctor Crijstiaen van Zollents
Franck verklaart in 1652 aan Heijndrick Cornelisz Aen Wech, gehuwd met zijn dochter Ariaentgen Francken, 663 car gld schuldig te zijn en eenzelfde bedrag aan de kinderen van 3 Heijndrick Adriaensz Hooghendijck, eerste echtgenoot van zijn voornoemde dochter n.a.v cassatie en liquidatie van een obligatie gedateerd 1624
Franck zal gedurende zijn leven deze bedragen onder zijn beheer mogen houden zonder daar interest over te hoeven betalen. Pas na zijn overlijden zal dit geld mogen worden geïnd. Franck stelt als zekerheid de in de vorige akte genoemde 6 mr 262 r. In de marge van deze akte is genoteerd dat de brief op 24.10.1653 werd gelost, daar Gherrit Francken (zijn zoon) dit land had gekochtlg. Reeds op 28.12.1652 had deze overdracht plaats. Zoon Gheerit Francken woont dan te ,,Wemellinghe in Zeelant”20
Franck, die zonder twijfel landbouwer was, koopt 24.4.1652 een huisje ,,aen de Singhel” te West-Barendrecht van de erfgenamen van Josken Jacobs*t. Hij zal dan ongeveer 75 jaar oud zijn geweest
De boerderij, ,,gelijck Franck Gheeritsz met sijn huijsvrou ende kinderen” bezeten en bewoond had in het Oude Land van West-Barendrecht, draagt hij in 1652 over aan zijn zoon Antonis Franckenzz
Franck Gerritsz werd nog in talrijke akten gevonden
Zo wordt in de kerkrekeningen over 1614/15 vermeld dat hij boter en kaas aan ene Pluentgen Aelderden - kennelijk een door de diakonie bedeelde inwoonster van Barendrecht - had geleverd23
Van de kerk van Barendrecht en de dijkgraaf en hoogheemraden pacht hij jarenlang een perceel van 1 mr 23 r.24
In het verpondingskohier over Barendrecht uit 1632 wordt Franck voor 3 gld aangeslagen onder het hoofd ,,huysen staende op de landen”
Hij wordt in de op twee na hoogste groep aangeslagen. In talloze akten komt hij voor als belender van landerijen in WestBarendrecht26.
Bronnen en verantwoording
- http://www.ngv.nl/wwwRYN/afdelingsbladen/Medblad%20NGV%20Rijnland%2054%202014%20jan.pdf, research Ton Bezemer ACHTERAANGAAN
- http://nl.rodovid.org/wk/Persoon:404010
- http://www.dirkschuetten.nl/parenteel%20Ocker%20Johannssohn%20Besemer.html#p1064943116
- http://www.geocities.ws/rademaker_bezemer/heynl.htm