Besemer, Familie
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe | |
Rijshouwer | |
van der Sijden | |
Andewegh | |
Besemer |
Deze pagina beschrijft de voorouders van Pietertje Cornelisdr. Andewegh (Aendewegh) (1608), dochter van Maritge Pietersdr. Besemer (rond 1570). Zij is voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker.
Door haar huwelijk met Cornelis Laurisz. Andewegh (geboren rond 1605) verdwijnt de achternaam Besemer bij haar verdere nakomelingen.
Een tweede afstammingslijn loopt van Cornelis Heyndrixsz. Besemer (rond 1470) naar Ariaentge (Adriana) Francksdr. de Vos (rond 1600), gehuwd met Hendrick Adriaensz. Hoogendijk (1598).
Nieuwe bezems vegen schoon...
...maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten. De naam Besemer heeft ongetwijfeld iets te maken met de bezem, het oeroude werktuig voor het vegen van vloeren.
De bezem dateert al van voor de Middeleeuwen en heeft door de tijd heen symbolische lading meegekregen van hekserij tot politiek schoonvegen, zoals door nationaal-socialisten.
Bij onze voorouders komen alleen de namen Besemer en Bezemer voor, bij de eerste generaties allereerst in de 'Duitse' vorm met een S. De eerste verschrijvingen met Z dateren van eind 1600 in de Hoekse Waard.
Er zijn verder veel naamvariaties op het thema bezem in zowel Nederland als Duitsland (afgeleid van Besen of Bessen) zoals Bezem(s), Bezembinder, Den Bezemer, Besems, Bessem(s), De Bessem en Bessembinder(s).
Tussen 1400 en 1700 ontwikkelen de Besemers zich tot patriciërs, vooral in en rond de Drechtsteden. Na 1600 en de Reformatie verarmt een aantal familietakken. Volgens CBG familienamen woonden de meeste Bezemers in Zuid Holland; In 2007 zijn het er 2288, waarvan een aanzienlijk deel woont in de drechtsteden Zwijndrecht en Dordrecht, en Rotterdam.
Das Besenlokal und der Besener
Enkele aanwijzingen leiden naar Esslingen in Duitsland als de oorsprong van de Besemers. In de wijnhandel ligt dan vermoedelijk de verklaring voor hun naam.
In de Middeleeuwen liet een wijnboer, die conform Karolingische wetgeving het recht had nieuwe wijn aan huis te verkopen, dat weten door wijnranken of een bezem aan zijn gevel te binden. Het geeft aan dat er nieuwe wijn is gemaakt en dat het bedrijf daarna is schoongemaakt; de bezem is dus niet meer nodig.
Maar het gaat verder. Al van 1200 werden In Esslingen oogstrestanten (Spätlese en Eiswein) centraal in de stad direct aan de burgerij verkocht. Dit gebeurde in het Besenlokal van het wijnbouwersgilde, een typisch Schwabisch woord dat nog steeds bestaat.
De beheerder van het lokaal was der Besener en zijn vrouw die Besenerin. Dit baantje voor slechts enkele weken was zeer lucratief en daarom een privilege van de belangrijkste wijnbouwer van het gilde. Door vererving bleef dit voorrecht in de familie, die daarmee geheel vereenzelvigd werd en ook als zodanig in oude oorkonden werd benoemd, waar Besener als gauw Besemer werd.
De arme bezembinder
Als de Duitse afleiding niet standhoudt zou de naam mogelijk te maken hebben met het beroep bezemmaker of bezembinder. Bezembinden was vergeleken met andere beroepen een laag gewaardeerd, zwaar en slecht betaald ambacht, dikwijls seizoenwerk. Bezems werden vervaardigd uit berkentwijgen of oude dopheide.
Een takkenbos werd strak met een touw bijeengehouden, met een stuk ijzerdraad op twee plaatsen ingesnoerd, en daarna recht afgezaagd aan de bovenkant. De lange stok werd er vaak door de afnemers zelf ingeslagen.
Mogelijk: Johann Besemer (rond 1295)
Johann Besemer is geboren rond 1295. Hij overlijdt in 1335 in Esslingen am Neckar in Duitsland op een leeftijd van rond 40 jaren. De naam van zijn echtgenote is mogelijk Mechthild, maar dat kan ook zijn zuster zijn. De volgende kinderen worden genoemd:
|
Mogelijk is Ocker Johannssohn Besemer (1330 - 1400, Dordrecht) ook een kind van Johann Besemer.
Johann Besemer is wijnboer en wijnhandelaar in Esslingen am Neckar. Esslingen is in het begin van de veertiende eeuw de machtigste stad in Würtenberg maar verliest die belangrijke positie na een beleg in 1365 en oorlogen in de decennia daarna.
Johann Besemer behoort tot een van de rijkste families van Esslingen, welgestelde wijnbouwers op de hellingen van de Neckar met uitgebreide bezittingen en horige boeren. Johann Besemer bezit een wijngoed in Esslingen en heeft bezittingen in Cannstatt, Uhlbach, Ober- en Untertürkheim. Hij koopt in 1346 de Dachgrabenhof bij Bernhausen van de edelman Hermann Kaib von Hohenstein. Het vermogen van een neef, ook Johann genoemd, werd geschat op 3000 Rijnlandse guldens.
Hij schenkt grote bedragen aan het nonnenklooster van Sint-Klara in Esslingen, het klooster van Sirnau bij Esslingen, en andere kerkelijke instellingen. Zijn zuster Katharina (overleden 1357) en zijn dochters Johanna en Elisabeth, leven hun laatste jaren als lekezusters in het klooster van Sint-Klara. Elisabeths dochter Bethelin is daar non.
Ocker Johannssohn Besemer (1330)
Ocker Johannssohn Besemer is mogelijk een zoon van Johann Besemer (rond 1295), en in dat geval geboren in 1330 in Esslingen am Neckar, Duitsland. Hij overlijdt in 1400 in Dordrecht op een leeftijd van 70 jaren. De naam van zijn echtgenote is onbekend. Alleen het volgende kind is bekend:
|
Ocker Johannssohn Besemer is de stamvader van alle in Nederland bekende Besemers/Bezemers.
Is Ocker wel Johanns zoon?
In vele stambomen over de Bezemers wordt beweerd dat Ocker Johannssohn Besemer een zoon is van Johann Besemer. Er is tot nu toe echter geen bron gevonden die deze bewering staaft vanuit Dordrecht noch vanuit Essingen. Ook is de naam Ocker in Essingen niet te vinden, hoewel sommigen het zien als verbastering van Neckar. Ook mist de aanwijzing van een wijnhandel in Dordrecht.
Hoe de relatie wordt gelegd is niet bekend, wel zijn er aanwijzingen die samen een sterk vermoeden rechtvaardigen:
|
Het is daarom goed voor te stellen dat een lid van de Duitse familie van wijnhandelaars Besemer naar Holland zou komen om er een wijnhuis te vestigen. Het had grote commerciele voordelen; wijn en veel andere producten die via de Rijn werden aangevoerd, moesten namelijk eerst in Dordrecht te koop worden aangeboden. Dit zogenaamde stapelrecht had Dordrecht in 1299 gekregen van Jan van Avesnes, graaf van Holland. Dordrecht wordt hierdoor een belangrijke en welvarende stad.
Jan Ockersz. Besemer (1365)
Jan Ockersz. Besemer, zoon van Ocker Johannssohn Besemer (1330), is geboren in 1365 in Dordrecht. Hij overlijdt in 1422 in Oud Alblas op een leeftijd van 57 jaren. De naam van zijn echtgenote is niet bekend. Zijn ons bekende kinderen zijn:
|
Jan Ockersz. Besemer is leenman (huurder) van de Hofstad Arkel te Giessen.
Jan Jansz. Besemer (1405)
Jan Jansz. Besemer, zoon van Jan Ockersz. Besemer (1365) is geboren in 1405 in Dordrecht. Hij overlijdt in Hendrik-Ido-Ambacht. De naam van zijn echtgenote is onbekend, maar wel bekend is dat hij in 1433 huwt in Hendrik-Ido-Ambacht. Zijn bekende kinderen:
|
Heynrick Besemer (rond 1440)
Heynrick Besemer, ook Heyndrick genoemd, zoon van Jan Jansz. Besemer (1405), is geboren rond 1440 in Hendrik-Ido-Ambacht. Hij overlijdt rond 1520 in Hendrik-Ido-Ambacht op een leeftijd van rond 80 jaren. Hij huwt mogelijk een vrouw genaamd Margriet. Hun bekende kinderen zijn:
|
Heynricks beide zonen zijn onze voorvaders. Direct hieronder volgt de afstamming via Ghysbrecht Heynricksz. Besemer, waarbij de naam Bezemer enige generaties wordt doorgegeven. Bij de afstamming via Cornelis Heyndrixsz. Besemer komt ook de familienaam Vos voor en wordt verderop beschreven.
Heynrick Besemer is landbouwer en hoogheemraad.
Volgens onderzoek van Ton Bezemer is rond 1500, na het uitbreken van de pest, nog maar een kleine tak over van de Besemers. Hij heeft in het stadsarchief van Dordrecht de nalatenschap gevonden van Heynrick Besemer uit 1498, bestaande uit 33 delen dokumenten. Heynrick Besemer blijkt bijna alles overgemaakt te hebben aan Adriaen Ockers en Ocker Goverts.
Er is een vonnis bekend van 3 november 1470 van het Hof van Holland. Het gaat om een zaak van Hendrick Bezemer contra Jacob Jansz.:
|
Op hun beurt procederen de erfgenamen van Jacob Jansz. in 1507 tegen Heynrick Besemer:
|
Ghysbrecht Heynricksz. Besemer (rond 1472)
Ghysbrecht Heynricksz. Besemer, zoon van Heynrick Besemer (rond 1440), is geboren rond 1472 in Hendrik-Ido-Ambacht. Hij overlijdt rond 1552 in Gherijls-Hendricks-Ambacht op een leeftijd van rond 80 jaren. De naam van zijn echtgenote is niet bekend. Zijn kinderen;
|
Ghysbrecht Besemer is landbouwer en hoogheemraad. Hij heeft mogelijk te maken met een memorie volgens een slecht leesbaar document uit de kerk van Heijnrick-Yden Ambocht (Hendrik-Ido Ambacht). Hij wordt in het Archief Huys ten Donck genoemd in twee transacties:
Over de verkoop van vee ;
Item Ghijs Besemer voor hem selve ende als gemachtiich van Joest Jan Weyns heeft bestelt al sulcke beeste als op sijn lant gaet leggende in Out ryderwaert te weten ses ossen vijff vairsen twee koeyen van (...) Halling Willemsz. Arien Willemsz. ende Arien Pietersz, geschiet den derde dage in october anno XVc ende negen. borch Jan Monnensz (...?) |
Over de verdeling van nalatenschap:
(interpretatie) Heijnrick Lodewijcxz. (doorgehaald en vervangen door Cornelis Besemer) schout van Gherit Heijricksz. ambacht, Adriaen Willemsz. (doorgehaald en vervangen door Cornelis Cornelisz.), Otte Florisz.Cornelis Adrijaensz., Ghijsbrecht Besemer Heijnricksz. en Hillebrant Pieterz. heemraden van dat ambacht oorkonden, dat de kinderen en erfgenamen van Lodewijck van Giesen Aertsz. de verdeling van diens nalatenschap op een hier beschreven wijze overeengekomen zijn. |
Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskind etc..
Het dorp Gherit Heijricksz. ambacht, op deze pagina ook terugkomend als Gherijls-Hendricks-Ambacht, is waar vele Bezemers overleden en mogelijk geboren zijn. De naam zal terug te voeren zijn op de polder waarin het dorp ligt, vergelijkbaar zijn met de oorsprong van de naam van het naburige Henrik-Ido-Ambacht ;
In 1331 besluit de edelman Hendrik van Brederode om de Zwijndrechtse Waard te bedijken. De financiers van het project krijgen in ruil daarvoor de positie van ambachtsheer voor een deel van de polder. Twee van de negen financiers zijn Hendrik Ydo Wittens en zijn broer Schiltman Wittens, zoons van Witten Hendrik Yens die schepen van Gorinchem was. Hun namen komen terug in de naam van het dorp.
Dergelijke naamvoering leidde in het verleden tot lange plaatsnamen. Zo heette Hendrik-Ido-Ambacht tot 1885 Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen-Groot-en-Klein-Sandelingen-Ambacht, destijds de langste gemeentenaam van Nederland en mogelijk Europa.
Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer (rond 1498)
Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer, zoon van Ghysbrecht Heynricksz. Besemer (rond 1472), is geboren rond 1498 in Gherijls-Hendricks-Ambacht. Hij overlijdt na 1540 in Rijsoord op een leeftijd van meer dan ongeveer 42 jaren. Uit een eerste huwelijk heeft hij een zoon Cornelis Jacobsz.; de moeder is vermoedelijk snel gestorven en haar naam is niet bekend.
Rond 1530 huwt hij opnieuw, nu met Heyltgen Willemsdr. Jongkint, ook Jonckindt en soms Romeijn genoemd, in Ridderkerk. Heyltgen Jongkint is landbouwster, geboren rond 1510 in Ridderkerk en aldaar overleden in 1570. Zij is een achternicht van Anna Willemsdr. Jongkint, die huwt met Jacob Ghijsbrechtsz. Besemers zoon Pieter Jacobsz. Besemer.
Naast een zoon met onbekende naam zijn hun kinderen:
|
Veel transacties getuigen van de aankoop, verkoop en overdracht van land, waar Jacob en zijn zonen direct bij betrokken zijn. Uit de Kohiers van de 10e penning (waar belastingaanslagen werden genoteerd) tussen 1542 en 1580 blijkt de familie veel grond te bezitten:
|
Heyltgen, de weduwe van Jacob Besemer wordt door de jaren heen aangeslagen voor zowel geleend grond als haar eigen grond, welke laatste tegenwoordig een kleine 30 hectare zou bedragen. Dat staat voor ca. 40 voetbalvelden. De 8 rentebrieven, samen 42 Rhijngulden, vertegenwoordigen bij een destijds gangbare rente van 4% een waarde van 1000 Rhijngulden.
Javob Besemer is gegoed in Sandelingenambacht Rijsoord en de polders Oud-en Nieuw Reyerwaard (Ridderkerk), en Waersman van de polder Nw.Reyerwaerd in 1536.
De oude oppevlaktemaat morgen, ook mergen genoemd, staat voor een gebied dat in één ochtend kon worden geploegd. Per landsdeel weken de maten af; rond 1500-1600 was de morgen in Zuid-Holland een kleine hectare groot. Een morgen bestond voorts uit 5 hond of 600 roede. |
Pieter Jacobsz. Besemer (rond 1530/1532)
Pieter Jacobsz. Besemer, zoon van Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer (rond 1498), is geboren rond 1530/1532 in Ridderkerk. Hij overlijdt tussen 1571 en 1572 op een leeftijd van rond 39 jaren. Hij huwt Anna Willemsdr. Jongkint ook Jonckindt en soms Romeijn genoemd rond 1558 in Ridderkerk, voor haar het tweede huwelijk met een voor ons onbekende echtgenoot.
Anna Willemsdr. Jongkint is geboren circa 1530 te Ridderkerk, overleden na 1600 te Ridderkerk op een leeftijd van meer dan ongeveer 70 jaren. Zij is dochter van Willem Goessen Adriaensz. Jongkint alias Romeijn, bouwman, heemraad en waarsman, en Neeltje Cornelisdr. Anna Willemsdr. Jongkint is een achternicht van Heyltgen Willemsdr. Jongkint, gehuwd met Pieter Jacobsz. Besemers vader Jacob Ghijsbrechtsz. Besemer.
Kinderen van Pieter Jacobsz. Besemer en Anna Willemsdr. Jongkint:
|
Pieter Jacobsz. Besemer is bouwman in Ridderkerk. Een acte uit het Klachtboek Archief Huys ten Donck:
Pieter Jacobs Besemer daecht up Lauweris Thoenisz. in somme van LXIX Rhijnsgld ofte tot de zekeringen? soe heeft Lauwerens Toenisse bekennen (...) te zijn aen Pieter Jacobsz.Besemer voir alsulcke somme als Lauwerens Thoenisse bij goede rekening brengen soude nae vuijtwijsen die acte die voir de Camer van Dordrecht geweesen is. Sebastiaen Pieters claecht up Pieter Besemer Jacopsz. voor de somme van XIJ Rhijnsgld IIII. Opten XIIJe dach Junij Anno XVC acht en tsestig soe verclaere ick dat pertijen malcander geen sulle (...) niet accorderen datse tesamen inden Vyerschaar willem come sullen en brengen een ge (...?). Hun vier kinderen voor 1/5 gerechtigd in de erfenis van Heyltge Willemsdr. |
Maritge Pietersdr. Besemer (rond 1570)
Maritge Pietersdr. Besemer, dochter van Pieter Jacobsz. Besemer (rond 1530/1532), is geboren rond 1570 in Ridderkerk. Zij overlijdt in 1624 in Oost-Barendrecht op een leeftijd van rond 54 jaren . Zij huwt Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech (Aandewegh).
Cornelis Adriaen Hendriccxz. aen de Wech, boer te Oost-Barendrecht, is geboren circa 1559 in Barendrecht, overleden in 1622 te Barendrecht. Hij is zoon van Adriaen Hendricxsz. Hun kinderen komen voor zowel onder de namen Aendewegh (en varianten) als Besemer:
|
Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech is heemraad van Oost-Barendrecht.
Maritge Pietersdr. Besemer en Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech zijn begraven onder een zerk in de Dorpskerk in Barendrecht. Het opschrift luidt:
|
Een tweede afstammingslijn
Hierboven wordt de afstamming via Ghysbrecht Heynricksz. Besemer beschreven, waarbij de naam Bezemer enige generaties wordt doorgegeven. Bij de afstamming via Cornelis Heyndrixsz. Besemer hieronder komt ook de familienaam Vos voor.
Cornelis Heyndrixsz. Besemer (rond 1470)
Cornelis Heyndrixsz. Besemer, zoon van Heynrick Besemer (rond 1440), is geboren rond 1470. Hij overlijdt na 1527 in Hendrik-Ido-Ambacht. op een leeftijd van meer dan ongeveer 57 jaren. De naam van zijn echtgenote is net bekend. Zijn kinderen:
|
Cornelis Heyndrixsz. Besemer is heemraad en substituut-schout van Adriaan Pieters Ambacht (Sandelingenambacht), landpoorter van Dordrecht (1526, 1527). Hij wordt genoemd in een akte H.G en Pesthuis ter Grooter Kerk als borg voor zijn broer Ghijsbrecht.
Marijtgen Besemer (rond 1510)
Marijtgen Besemer, ook Marijtje of Mariken, dochter van Cornelis Heyndrixsz. Besemer (rond 1470), is geboren rond 1510. Zij huwt Franck Ghijsbrechtsz. van den Nes, ook bekend als Vranck, geboren tussen 1508 en 1510. Hun kinderen zijn:
|
Franck Ghijsbrechtsz. van den Nes is boer op een hofstede opten Nesse onder Rijsoord, waarmee het eilandje De Nes wordt bedoeld.
Volgens K.J. Slijkerman in de uitgaven Kronieken van de Genealogische Vereniging Prometheus is de familienamen Van den Nes ontleend aan het eilandje De Nes in het riviertje de Waal waar deze familie leefde. Het eilandje tussen Ridderkerk (noorden) en Rijsoord en Sandelingenambacht (zuiden) bestaat nog en is in 2015 door het waterschap deels afgegraven om flora en fauna zich verder te laten ontwikkelen. Het eiland is, zoals de term nes suggereert, vermoedelijk een landtong die ontstaan is aan een scherpe bocht van de Waal. |
Franck Gijsbrechtsz. bezit nagenoeg de gehele Nes, bewoont de erop staande hofstede en noemt zich dus naar zijn bezit. Daarnaast is hij taxateur der Tiende Penning van Rijsoord en Strevelshoek (1557), schepen van Rijsoord (1562), landgebruiker en landeigenaar in Hendrik-Ido-Ambacht, Rijsoord en Oud-Reierwaard, en huiseigenaar te Dordrecht.
De Nes blijft na hem nog twee generaties lang in bezit van de familie. In de loop van de 17e eeuw verspreiden Francks nakomelingen zich over De Zwijndrechtse Waard, Dordrecht, Barendrecht en omgeving en De Hoeksche Waard.
Franck Ghijsbrechtsz. van den Nes overlijdt tussen 1572 en 1576, van zijn vrouw zijn geen gegevens.
Aeriaentken Franckendr.
Aeriaentken Franckendr., dochter van Marijtgen Besemer (rond 1510), huwt Gerrit Willemsz. Zij overlijdt in 1597 in Barendrecht, nadat ze een legaat aan de armen van Barendrecht heeft vermaakt.
Gerrit Willemsz. is boer in Oost-Barendrecht, penningmeester van Barendrecht (1573 - 1581), diaken te Barendrecht 1596.
Als lidmaat van de kerkelijke gemeente Barendrecht overlegt Gerrit Willemsz. op een op 12 september 1581 te Oud-Beijerland gehouden vergadering van de Classis Dordrecht met Thoenes Evertsen een brief van de schout en ingezetenen van Barendrecht over de voorkeur van een te beroepen predikant. Op 7 en 21 januari 1604 verschijnt Gerrit, een der ‘broeders’ uit Barendrecht, ook op vergaderingen van de Classis Dordrecht over onvrede met de predikant te Barendrecht
Hij is vermoedelijk dezelfde Mr. Gerrit Willemsz, secretaris van Barendrecht, die daar op 5 mei 1610 (of een ander jaar, dat is niet duidelijk) stierf. Hun vermoedelijke kind is:
|
Franck Gerrits de Vos (vóór 1574)
Franck Gerrits de Vos, vermoedelijk zoon van Aeriaentken Franckendr., is geboren vóór 1574. Hij huwt viermaal. Vermoedelijk zijn zijn eerst drie echtgenoten steeds overleden tijdens zijn leven.
Zijn eerste vrouw Lijntje Aertsdr. huwt hij vóór 1600. Zij is dochter van een andere voorvader Aert Jansz. (ca 1530/1535). Via haar gaat onze afstamming verder. Hun enige bekende kind is:
|
Vermoedelijk is zijn eerste vrouw in of na het kraambed gestorven van haar eerste kind. Lauris Aertsz., haar broer, wordt bloedvoogd over haar enige kind. Hij huwt vervolgens:
|
Zoon Maerten Vrancke de Vos uit het laatste huwelijk huwt met een andere voormoeder Pietertje Cornelisdr. Andewegh (1608), dochter van twee andere voorouders; Maritge Pietersdr. Besemer (rond 1570 - 1624) en Cornelis Adriaen Hendricxz Aen de Wech, heemraad van Oost-Barendrecht. Als Pietertje Maerten huwt is ze al 5 jaar weduwe van Cornelis Laurisz. Andewegh (rond 1605 - 1650), een andere stamvader.
Van welke echtgenote andere kinderen afstammen is niet duidelijk zoals Neeltje Franke de Vos (ca. 1602) en Antonis (Teunis) Vrankenz de Vos (ca. 1610). Franck Gerrits de Vos overlijdt na 1652 op een leeftijd van meer dan 78 jaren.
Gegoede boer renteniert met grond als onderpand
Franck Gerrits de Vos is landbouwer te West-Barendrecht, penningmeester van Barendrecht (viermaal tussen 1601 en 1620), dijkheemraad van Ziedewij (1624). Hij is een gegoede boer. In het verpondingskohier over Barendrecht uit 1632 wordt Franck voor 3 gld aangeslagen onder het hoofd huysen staende op de landen. Hij wordt in de op twee na hoogste groep aangeslagen. In talloze akten komt hij voor als belender van landerijen in WestBarendrecht.
Op zijn oude dag in 1652, hij zal ongeveer 75 jaar oud zijn geweest, koopt hij een huisje aen de Singhel in West-Barendrecht, mogelijk om te rentenieren. Zijn boerderij in het Oude Land van West-Barendrecht, draagt hij in 1652 over aan zijn zoon Antonis (Teunis) Vrankenz de Vos.
Franck Gerrits de Vos leent op zijn oude dag van zijn dochter, die in goede doen is vermoedelijk door twee keer te trouwen met welgestelde boeren. Hij verklaart in 1652 aan Heyndrick Cornelisz. Aendewegh, tweede echtgenoot van zijn dochter Ariaentge, 663 car gld schuldig te zijn en eenzelfde bedrag aan de kinderen van Hendrick Adriaensz. Hoogendijk, Ariaentges eerste echtgenoot, n.a.v cassatie en liquidatie van een obligatie gedateerd 1624. Franck Gerrits de Vos zal gedurende zijn leven deze bedragen onder zijn beheer mogen houden zonder daar interest over te hoeven betalen. Pas na zijn overlijden zal dit geld mogen worden geïnd. Franck stelt als zekerheid 6 morgen en 262 roeden land. De schuld wordt ingelost in 1653 als zijn zoon Gherrit Francken, die in Wemellinghe in Zeelant woont, dit land koopt.
Nog vele acten
De acten waarin Franck Gerrits de Vos verder voorkomt zijn talrijk:
|
Bronnen en verantwoording
- Willem Frijhoff, Jan van Herwaarden e.a., Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 (Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1996, pag. 43-45)
- http://www.ngv.nl/wwwRYN/afdelingsbladen/Medblad%20NGV%20Rijnland%2054%202014%20jan.pdf, research Ton Bezemer ACHTERAANGAAN
- http://nl.rodovid.org/wk/Persoon:404010
- http://www.dirkschuetten.nl/parenteel%20Ocker%20Johannssohn%20Besemer.html#p1064943116
- http://www.geocities.ws/rademaker_bezemer/heynl.htm