Leers, Familie

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Zoon Arnout)
Regel 5: Regel 5:
  
  
[[File:arnout leers 1698 - Version 2.jpg|thumb|500px|Arnout Leers jr. (1731), zoon van de gelijknamige Arnout, broer van Johanna Leers (1697), stammoeder. Hij is heer van Ameide en Herlaar, directeur van de Levantsche Handel, koopman in wollen-en hoedenmakerstoffen, importeur van merinoswol uit Spanje, en directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam (pinxit Dominico Dupra, Turijn, Collectie Historisch Museum Rotterdam).]]
+
[[File:arnout leers 1698 - Version 2.jpg|thumb|500px|Arnout Leers jr. (1731), zoon van de gelijknamige [[Leers,_Familie#Zoon_Arnout|Arnout Leers]], broer van Johanna Leers (1697), stammoeder. Hij is heer van Ameide en Herlaar, directeur van de Levantsche Handel, koopman in wollen-en hoedenmakerstoffen, importeur van merinoswol uit Spanje, en directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam (pinxit Dominico Dupra, Turijn, Collectie Historisch Museum Rotterdam).]]
  
 
Deze pagina beschrijft de voorouders van '''Johanna Leers''' (1697), voorouder van [[Swertz-Ekker|Elizabeth Frederika (Bob) Ekker]]. Johanna is de dochter van [[Leers,_Familie#Reinier_Leers_.281654.29|Reinier Leers]] (1654). Door haar huwelijk met  [[Hoeven_van_der,_Familie#Fran.C3.A7ois_van_der_Hoeven_.281685.29|François van der Hoeven]] verdwijnt de achternaam Leers bij haar verdere nakomelingen.
 
Deze pagina beschrijft de voorouders van '''Johanna Leers''' (1697), voorouder van [[Swertz-Ekker|Elizabeth Frederika (Bob) Ekker]]. Johanna is de dochter van [[Leers,_Familie#Reinier_Leers_.281654.29|Reinier Leers]] (1654). Door haar huwelijk met  [[Hoeven_van_der,_Familie#Fran.C3.A7ois_van_der_Hoeven_.281685.29|François van der Hoeven]] verdwijnt de achternaam Leers bij haar verdere nakomelingen.

Versie van 27 okt 2015 om 19:20

UNDER CONSTRUCTION

Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug!


Arnout Leers jr. (1731), zoon van de gelijknamige Arnout Leers, broer van Johanna Leers (1697), stammoeder. Hij is heer van Ameide en Herlaar, directeur van de Levantsche Handel, koopman in wollen-en hoedenmakerstoffen, importeur van merinoswol uit Spanje, en directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam (pinxit Dominico Dupra, Turijn, Collectie Historisch Museum Rotterdam).

Deze pagina beschrijft de voorouders van Johanna Leers (1697), voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Johanna is de dochter van Reinier Leers (1654). Door haar huwelijk met François van der Hoeven verdwijnt de achternaam Leers bij haar verdere nakomelingen.

Inhoud

Uit Duitsland ontweken

De Leersen stammen af van een Duits geslacht uit Aken, waarvan veel takken in Duitsland zijn gebleven. Ene Johann Jakob von Leers Herr auf Vietlübbe (1732 - 1814) is Geheimer Finanz- und Domaenenrat en wordt in de Rijksadelstand verheven in 1791. Van zijn tak lopen er nog adellijke nakomelingen rond in Duitsland. Vermoedelijk is de eerste Nederlandse Leers (Arnold, 1620) naar de Nederlanden uitgeweken vanwege de voortdurende strijd tussen katholieken en protestanten in Duitsland.

Veel informatie over de familie Leers komt van H.J. Beckmann, die voor zijn studie aan de Universiteit in 2008 een dissertatie schreef over de reconstructie van de omvangrijke collectie van Arnout Leers (1698, broer van Johanna Leers) die in 1767 geveild werd.

Arnold Leers (1620)

Arnold Leers (ook Arnout genoemd) is geboren in 1620 in Aken. Hij gaat in 1642 in Rotterdam in ondertrouw met de dan twintigjarige Johanna van Berckel (ook Jannetje), geboren in 1622 en dochter van predikant Reynier van Berckel (ook Reinier van Berkel) en Helena Mozesdr. (ook Mosisdr.) van Nederveen. Ze trouwen in Schiedam en krijgen vijf kinderen:

  1. Arnout Leers (1643)
  2. Helena Leers (1646)
  3. Reinier Leers (1654, Rotterdam - 1714, Parijs), gehuwd met Cornelia Brandt (1666).
  4. Anna Leers (1657)
  5. Joannes Leers (1660)

Arnold Leers, afkomstig uit Aken, vestigt zich als boekdrukker en uitgever in Rotterdam en publiceerde onder andere het boek Valerie Maximi.

Hij overlijdt in 1673 op een leeftijd van 53 jaar en is begraven in de Grote- of Sint-Laurenskerk in Rotterdam. Zijn weduwe Johanna van Berckel zet eerst alleen en later samen met haar zoon Reinier het bedrijf voort. Zij sterft in 1694 in Rotterdam.

Reinier Leers (1654)

uitvaart leers brandt

Reinier Leers, ook Reynier genoemd, is geboren in 1654 in Rotterdam, zoon van Arnold Leers (1620) en Johanna van Berckel. Hij huwt de tweeëndertigjarige Cornelia Brandt in 1696 in Rotterdam.

Cornelia Brandt, geboren 1666 in Hoorn, is de dochter van Gerard Brandt (1626) en Susanne van Baerle. Cornelia's familie wordt beschreven op de pagina Familie Brandt. Cornelia is weduwe van Frans de Haes, Rotterdams koopman en dichter. In haar eerste huwelijk heeft zij vijf kinderen gebaard, waarvan twee zonen in leven blijven: de dichter Joan en de advocaat Gerard.

Van hun drie kinderen sterft Reinier, de laatste, kort na zijn geboorte in 1701.

  1. Johanna Leers (1697 - 1765). Ze huwt François van der Hoeven (1685).
  2. Arnout Leers (1698 - 1766).

Reinier Leers overlijdt in 1714 in Parijs op een leeftijd van 60 jaar. Arnout en zijn zusje Johanna zijn dan nog minderjarig en krijgen hun neef Arnout van den Bergh als voogd. Zijn vrouw Cornelia Brandt overlijdt in 1735 op een leeftijd van 68 jaar. Haar kleinzoon Frans de Haes schrijft bij die gelegenheid het gedicht:

Liefdetranen gestort by de uitvaert myner eerwaarde grootmoeder,
Vrouwe Kornelia Brandt, laetst weduwe wylen den edelen agtbaren Heer Reinier Leers,
in zyn agtb. leven regerend schepen der stad Rotterdam.’

Gefortuneerd uitgever

Reinier Leers is boekdrukker, raad en schepen van Rotterdam. Hij is gefortuneerd. In 1709 verkoopt hij zijn uitgeverij en boekhandel voor het toentertijd astronomische bedrag van 120.000 gulden.

In zijn functie van schepen van Rotterdam wordt hij in 1714 naar Parijs gezonden tot het regleeren der posterijen. Hij overlijdt tijdens zijn missie in Parijs, exact op zijn zestigste verjaardag (1714). Zijn gebalsemd lijk wordt naar Rotterdam vervoerd en in 1715 bijgezet in de Grote Kerk.

Hoewel officieel uit monde van zijn functie tot de Staatskerk behorend, heeft hij ook banden met de remonstranten. De vader van zijn vrouw Cornelia Brandt is ook remonstrants predikant geweest; geschiedschrijver Gerard Brandt.

Volgens de dissertatie van H.J. Beckmann is Reinier Leers een van de belangrijkste uitgevers en boekverkopers van zijn tijd:

[Reinier Leers] had een omvangrijk fonds van spraakmakende boeken, die in diverse andere landen niet gepubliceerd konden worden. De belangrijkste auteurs van zijn fonds waren uitgeweken Franse Hugenoten; Pierre Bayle, Richard Simon, Nicolas Malebranche en de gebroeders Basnage.
Zijn uitgeverij was onder andere leverancier van boeken aan de Bibliothèque du Roi' in Parijs. In 1697 besloot Reinier de Dictionaire Historique et Critique van de Franse filosoof, historicus en criticus Pierre Bayle (1647) uit te gaan geven.
Deze publicatie was de Fransen zeer onwelgevallig, maar niettemin bleef hij boeken leveren aan de Bibliothèque du Roi tot in 17079. Op 2 mei 1709 verkocht Reinier zijn uitgeverij en boekhandel voor het voor die tijd astronomische bedrag van fl 120.000,= aan de Duitsers Michael Böhm en Caspar Fritsch.

In 1714 wordt hij verkozen tot schepen van de stad Rotterdam en afgevaardigd om, samen met de Amsterdammer Jan Six, te gaan onderhandelen met de Franse overheid om het postverkeer tussen beide landen te verbeteren. Reinier Leers wordt tijdens de onderhandelingen ziek en sterft hetzelfde jaar in Parijs. Het stoffelijk overschot wordt naar Rotterdam overgebracht en pas later (1715) begraven in de Grote of Sint-Laurenskerk in Rotterdam.

Weduwe Cornelia Brandt krijgt uit erkentelijkheid voor haar mans werk in Parijs een zilveren lampetkan en geld om de kosten te dekken van Reinier Leers tijdens zijn verblijf in Parijs.

Het echtpaar Leers had notarieel vastgelegd dat hun de kinderen niet naar de weeskamer zouden gaan bij hun overlijden. Bij hun vaders overlijden zijn ze nog minderjarig en wordt Arnout van den Bergh voogd.

Zoon Arnout

Bestand:Arnout Leers schets.jpg
Arnout Leers (1698) door Dionijs van Nijmegen (1705-1798). Potloodschets. Voorstudie voor een portret (Museum Boijmans Van Beuningen).
Bestand:Arnout Leers schets tafel.jpg
Schets van Arnout Leers (1698) van de hand van Aart Schouman (Fodor Collectie, Amsterdams Gemeentemuseum)
siamese tweeling arnold leers

In 1724 trouwt Arnout Leers, broer van Johanna Leers, met Christina Uijlenbergh, een nicht van zijn voogd Arnout van den Bergh. Zij krijgen drie kinderen: Cornelia, Arnout en Jacoba Jacomina. Arnout Leers is, net zoals zijn vader, schepen van de stad Rotterdam, maar daarnaast een actief ondernemer.

Arnout Leers is directeur van de Levantsche Handel, kapitein bij de Rotterdamse schutterij, koopman in wollen-en hoedenmakerstoffen en importeur van merinoswol uit Spanje, die hij in zijn eigen wolwasserij aan het Schie liet wassen. Daarnaast is ca. 20 jaar directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam.

In 1745 wordt hij heer van Ameide en Herlaar, nadat zijn voogd Arnout van den Bergh en zijn vrouw Margareta van Eijk, en Anna, zuster van Arnout van den Bergh, overleden zijn.

De dissertatie van H.J. Beckmann gaat verder in op de omvangrijke collectie die Arnout Leers deels erft maar vooral zelf uitbreidt:

Het echtpaar van den Bergh-van Eijk had op een veiling in 1729 het recht verworven om beleend te worden door de Staten van Holland en West-Friesland met Ameide, Herlaar en Tienhoven. Gedurende een tijdspanne van veertig jaar legde Arnout Leers drie verzamelingen aan: een schilderijenverzameling, een schelpenverzameling en een naturaliënkabinet.
Aan Arnout Leers zijn, buiten een paar familieportretten, geen schilderijen, schelpen of ‘rariteiten’, vermaakt door zijn moeder of zijn neef. Hij heeft dus zelf deze drie verzamelingen aangelegd. Binnen een jaar na zijn overlijden werden de verzamelingen in 1767 geveild in Amsterdam. De schilderijenverzameling bracht fl 7.912,= op. De schelpenverzameling ging voor fl 9.587,50 van de hand en het naturaliënkabinet werd voor fl 3.621,85 geveild.

Uit Cornelia's eerdere huwelijk

Uit Cornelia Brandts eerste huwelijk (1683) met Frans de Haes (1658), koopman en dichter blijven van de vijf kinderen maar twee zonen in leven: Joan de Haes (1685) en Gerard de Haes. Joan trouwt met zijn nicht Cornelia de Haes, en hebben Frans de Haes ( 1708) als zoon.

Zoon Joan de Haes (1685) wordt door Cornelia Brandt niet in haar testament opgenomen; het bedrag dat hij van haar heeft geleend en niet terugbetaald, overstijgt zijn kindserfdeel ruimschoots. Zijn zoon echter, Frans de Haes ( 1708), krijgt wel de rente van een lijfrentebrief van ca. 40 guldens per jaar. Deze kleinzoon van Cornelia, Frans de Haes, is net als zijn vader koopman en dichter. Zijn tweede echtgenote, Alida Reesen, heeft na zijn dood zijn nagelaten gedichten uitgegeven. Zij droeg de bundel op aan de Achtbaere Ooms van haar overleden man, Arnout Leers en François van der Hoeven REF.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen