Hoeven van der, Familie
(→Dirk van der Hoeven (1649)) |
(→Dirk van der Hoeven (1649)) |
||
Regel 64: | Regel 64: | ||
# ''Cornelis van der Hoeven'' (1692 - 1744) | # ''Cornelis van der Hoeven'' (1692 - 1744) | ||
|} | |} | ||
− | |||
− | |||
[[File:wilde venen.PNG|thumb|300px|Locatie van de Wilde Venen, waar van de Hoeven penningmeester van was, op de polderkaart van W.H. Hoekwater (1901)]] | [[File:wilde venen.PNG|thumb|300px|Locatie van de Wilde Venen, waar van de Hoeven penningmeester van was, op de polderkaart van W.H. Hoekwater (1901)]] | ||
+ | |||
+ | Dirk van der Hoeven overlijdt in 1714 in Dordrecht op een leeftijd van 65 jaar; zijn tweede vrouw Maria Hennekijn in 1723 op een leeftijd van 66 jaren. | ||
Dirk van der Hoeven is koopman in Dordrecht, later koopman en brouwer in De Vos (1676) te Rotterdam, en woont op de Leuvehaven. Hij is penningmeester van de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilde_Veenen Wilde Venen], een droogmakerij die ook ''De Honderd Morgen'' genoemd wordt, boven Moerkapelle. Een [https://nl.wikipedia.org/wiki/Droogmakerij droogmakerij] is een meer of drassig gebied dat drooggelegd is en polder geworden. De Wilde Venen werden in 1655 drooggelegd en verkaveld. | Dirk van der Hoeven is koopman in Dordrecht, later koopman en brouwer in De Vos (1676) te Rotterdam, en woont op de Leuvehaven. Hij is penningmeester van de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilde_Veenen Wilde Venen], een droogmakerij die ook ''De Honderd Morgen'' genoemd wordt, boven Moerkapelle. Een [https://nl.wikipedia.org/wiki/Droogmakerij droogmakerij] is een meer of drassig gebied dat drooggelegd is en polder geworden. De Wilde Venen werden in 1655 drooggelegd en verkaveld. |
Versie van 9 dec 2015 om 22:54
UNDER CONSTRUCTION
Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug! |
Deze pagina beschrijft de voorouders van Maria van der Hoeven (1730), dochter van François van der Hoeven (1685). Ze is voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Door haar huwelijk met Jan van Vollenhoven (1723) verdwijnt de achternaam van der Hoeven bij haar verdere nakomelingen.
De van der Hoevens behoren tot een 17e eeuws Rotterdams patriciërsgeslacht. Ze komen ook voor ander de namen van der Houven, Verhouve en Verhoufen.
Inhoud |
Jan Jansz. van der Hoeven (ca. 1580)
Jan Jansz. van der Hoeven is ca. 1580 geboren in Dorsten, dat iets ten Noorden van Breda ligt en tegenwoordig binnen de gemeente Oosterhout valt. In de buurt van Breda ligt ook een plaatsje Hoeven, dat wellicht de oorspong verklaart van de naam van der Hoeven.
Jan van der Hoeven is kuiper in de brouwerij de Roode Leeuw in Rotterdam. In 1605 huwt hij te Rotterdam Neeltje Willemsdr., weduwe van Bouwen Jacobsz.. Vier kinderen zijn bekend:
|
Van Jan van der Hoeven en zijn vrouw zijn transacties gevonden van onroerend goed in Rotterdam. In 1608 koopt Jan een huis aan de Hoogstraat, en in 1612 een tweede huis aan dezelfde straat. In 1628 koopt Neeltje, inmiddels weduwe, een huis aan de Nieuwe Haven, dat zij hetzelfde jaar weer verkoopt. Zij verkoopt haar huizen aan de Hoogstraat, de eerste in 1632, de tweede in 1648 aan haar zoon Willem van der Hoeven.
Als kuiper maakt Jan van der Hoeven vaten of tonnen, niet alleen voor wijn en bier. In de scheepsvaart zijn kuipen onmisbaar voor het vervoer van allerlei soorten bederfelijke en houdbare waar, zoals vers drinkwater, oliën en vis.
Een vat was samengesteld uit duigen die door hoepels bij elkaar gehouden worden. Vallen deze plankjes uit elkaar, dan mislukt het vat; vandaar de uitdrukking; in duigen vallen.
Jan Jansz. van der Hoeven (ca. 1615)
Jan Jansz. van der Hoeven, geboren rond 1615, is ook kuiper zoals zijn gelijknamige vader Jan Jansz. van der Hoeven. Hij huwt tweemaal; de eerste maal met Adriaentje Hendricxdr., de tweede maal in 1646 met Neeltje Dirxdr. Claer. Jan van der Hoeven overlijdt in 1657. Maar twee kinderen uit zijn tweede huwelijk zijn bekend. Mogelijk waren de echtelieden al op flinke leeftijd -voor die tijd- om nog veel kroost te produceren:
|
Jan is kuiper in de Roode Leeuw en lid van het Kuipersgilde 1626 te Rotterdam. In 1633 koopt hij het huis ‘t Arme schaap aan de zuidzijde van het Haringvliet. In 1640 verkoopt hij dit huis om een ander te kopen aan de Hooimarkt. Hij vertrekt rond 1648 naar Dordrecht, waar hij brandewijnbrander is. Het pand aan de Hooimark wordt pas in 1668 door zijn weduwe verkocht.
Dirk van der Hoeven (1649)
Dirk van der Hoeven, koopman en brouwer, is geboren in 1649, zoon van Jan Jansz. van der Hoeven (ca. 1615) en Neeltje Dirxdr. Claer. Hij huwt tweemaal; ca. 1670 in Rotterdam met zijn eerste vrouw Maria de Hulter (1651 - 1676), dochter van Paulus de Hulter.
Na het overlijden van zijn eerste vrouw huwt hij in 1677 met Maria Hennekijn. Maria is geboren in 1657, dochter van Jan Hennekijn (1616) en Catharina van der Graeff. Haar familie wordt beschreven op de pagina Familie Hennekijn. Van hun kinderen overlijden op vroege leeftijd; Cornelia (10 jaar oud), Theodore (4 jaar) en Henry (3 jaar). De kinderen die de volwassenheid bereiken:
|
Dirk van der Hoeven overlijdt in 1714 in Dordrecht op een leeftijd van 65 jaar; zijn tweede vrouw Maria Hennekijn in 1723 op een leeftijd van 66 jaren.
Dirk van der Hoeven is koopman in Dordrecht, later koopman en brouwer in De Vos (1676) te Rotterdam, en woont op de Leuvehaven. Hij is penningmeester van de Wilde Venen, een droogmakerij die ook De Honderd Morgen genoemd wordt, boven Moerkapelle. Een droogmakerij is een meer of drassig gebied dat drooggelegd is en polder geworden. De Wilde Venen werden in 1655 drooggelegd en verkaveld.
Van der Hoeven baat daarnaast de bleek uit van de lijnbaan in Rotterdam. Deze nering heeft hij van zijn schoonvader Jan Hennekijn overgehouden uit zijn omvangrijke erfenis. Uit dezelfde nalatenschap stamt een buitengoed In Moerkapelle, dat voor de van der Hoevens een oord van ontspanning is.
François van der Hoeven (1685)
François van der Hoeven is advocaat , directeur in assuranties, en Heer van Tienhoven. Hij is geboren in 1685, zoon van Dirk van der Hoeven (1649) en Maria Hennekijn. De 38-jarige François huwt in 1723 met de 26-jarige Johanna Leers, geboren 1697, dochter van Reinier Leers (1654) en Cornelia Brandt. Haar familie wordt beschreven op de pagina's Familie Leers en verder terug Familie Brandt.
Kinderen van Johanna Leers en François van der Hoeven. Tenzij anderszins vermeld spelen de gebeurtenissen zich af in Rotterdam.
|
François van der Hoeven overlijdt in 1765 in Rotterdam op een leeftijd van 80 jaren. Hij wordt in het familiegraf in de Sint-Laurenskerk in Rotterdam begraven.
Zijn vrouw Johanna Leers sterft acht dagen later, en wordt ook bijgezet in het familiegraf.
Pas op 24 december 1766 vind de definitieve boedelscheiding plaats; elk van de vier kinderen wordt het, destijds omvangrijke, bedrag van ƒ 65.600,- toebedeeld.
François van der Hoeven is advocaat voor den Hove van Holland, directeur der Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleening en kassier van de Wisselbank te Rotterdam. Hij voert de titel van heer van Tienhoven, in een andere paragraaf toegelicht.
Heer en Vrouwe van Tienhoven
In 1745 worden Johanna Leers en François van der Hoeven Vrouwe en Heer van Tienhoven en Ameide. Er vindt een gelijktijdige inhuldiging plaats van het echtpaar van der Hoeven - Leers en het echtpaar Leers - Uijlenbergh van Johanna's broer Arnout Leers en zijn vrouw Christina Uijlenbergh. Tijdens de plechtigheid in Ameide en Tienhoven, draagt neef Frans de Haes een kolossaal dichtwerk voor van ongeveer tweehonderd versregels. Frans de Haes is een kleinzoon uit het eerste huwelijk van Johanna Leers' moeder Cornelia Brandt.
Een Heer was in het feudale stelsel van vóór de Franse Revolutie van 1789 een bestuurder van een bepaald gebied; een heerlijkheid. Deze functie oefende hij uit als leenman in naam van een hogere edelman. In ruil voor bescherming en rechtspraak voor de bewoners had de Heer rechten en verdiensten in de vorm van belastingen, zoals tolgelden, windrechten, en marktrechten. Het stelsel verdween in de 19e eeuw, maar de titels van Heer en Vrouwe bleven, zuiver nog van ceremoniële en decoratieve aard.
De heerlijkheid Tienhoven blijft niet in een familie maar wordt doorverkocht. Hoe kwam dat zo?
In de geschiedenis worden Tienhoven en Ameide vaak als eenheid genoemd; twee plaatsjes aan de Lek in Zuid Holland. De naam dateert uit ca. 1250 toen er als heerlijkheden Tien hoeven van elk zestien mergen werden uitgegeven; stukken land van een bepaald oppervlak.
De Bisschop gaf het leenrecht van de heerlijkheden aan zijn Banierdrager, de heer van Goor uit Overijssel. Tussen 1258 en ca. 1400 vermeldt de geschiedenis een andere Banierheer: de heer Arnoud van Herlaer. Vanaf 1684 is het leenrecht aan de familie Brederode, respectievelijk Van der Lippe.
In 1725 worden alle rechten verkocht aan de Staten van Holland die de heerlijkheden Ameide en Tienhoven voor ƒ 40.000,- doorverkoopt aan Arnout van den Bergh, voogd van Johanna Leers en haar broer Arnout na het overlijden van hun vader Reinier Leers. Arnout van den Bergh bezit Herlaer, het Tienhovensche- en Termeyseveer, de visserij voor beide plaatsen op de Lek en nog veel meer. Als de kinderloze Arnout van den Bergh overlijdt erft Arnout Leers, waar hij de voogdij over had, de heerlijkheden van Herlaer, Ameide en Tienhoven.
Het Nieuwsblad van de Historische Vereniging Ameide en Tienhoven vermeldt daarover:
|
|
|
Na het overlijden van Francois van der Hoeven erft zijn zoon Dirk Jean van der Hoeven de heerlijkheden van Tienhoven. Dirk Jean heeft een swakke constitutie des lichaams en overlijdt in 1799. Wat er daarna is gebeurd is niet onderzocht; in 1848 is ene Vrouwe A.H.E. Ram, weduwe van Mr. LT. Nepveu, eigenaresse van Tienhoven.
Wat duidelijk is dat Tienhoven na 1725, toen de familie Van der Lippe er afstand van nam, niet meer in adellijke handen is geweest. Aanschaf door een rijke burgerfamilie verleende vermoedelijk een soort van nobele status, die op andere manier niet verkregen kon worden. De adel heeft namelijk nooit goed gedijd in het burgerlijke moerasland en handelsnatie van Nederland. Vooraanstaande burgers en regentenfamilies bezaten hoge posten, er kwam sporadisch nieuwe adel bij, en na het verjagen van het orangistisch bewind van Willem V en de oprichting van de Bataafse Republiek werd de adel zelfs deels opgeheven.
Huis aan de Rottekade
Het echtpaar van der Hoeven laat een huis bouwen aan de Rechter Rottekade in Rotterdam, waarvoor het ‘Het Huis den Arend’ moet worden afgebroken. Het huis wordt omschreven als:
|
Het huis wordt verkocht na het overlijden van beide echtlieden in 1766 aan Maria Marta Ie Cointe, weduwe van Mr. Cornelis de Normandie.
Bronnen
- H.J. Beckmann schreef in 2008 een dissertatie over de reconstructie van de omvangrijke collectie van Arnout Leers (1698), broer van Johanna Leers die in 1767 geveild werd. Hij deed dit in het kader van zijn studie aan de Universiteit Utrecht.
- Nieuwsbladen van de De Historische Vereniging Ameide en Tienhoven.