Ekker-van Lidth de Jeude

Versie van 30 jul 2014 om 15:08

Coos' jeugd

De oudste broer van Bob Swertz, Jacob Petrus Ekker (1893-1947) (Stamboom), studeerde rechten en werkte o.a. als secretaris van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers en als adjunct-secretaris bij de Octrooiraad in Den Haag. Nicht Katrien herinnert zich een lieve maar ook aparte man, en heel precies.

Gien herinnerde zich een keer dat het regende en stomverbaasd boven aan de trap toekeek hoe Coos van links naar rechts en weer omgekeerd langs de spiegel liep om te kijken welke parapluie, van alle gezichtshoeken gezien, het beste bij zijn jas paste. Katrien vertelde iets soortgelijks. Hij was trots op zijn dassen, die hij had opgehangen met nummertjes; welke das bij welk pak hoorde. Zijn zussen Bob en Wil hebben een keer, uit kattenkwaad, alle dassen aan elkaar geknoopt en uit het raam gehangen.

Het verhaal gaat ook dat hij een keer naar een begrafenis moest en een hoge hoed had geleend. Toen hij terug kwam ’s avonds en de hoed niet meer kon terugbrengen zei hij ongerust tegen zijn moeder; “Moeder, kan die hoed wel een nacht zonder doosje?”

Trouwen en kinderen

Coos is twee keer getrouwd geweest. Op 9 augustus 1921 huwde hij in Renkum met Jonkvrouw Emma van Lidth de Jeude (1897), die zichzelf Emmy van Swoll noemde. Coos en Emmy scheidden op 23 november 1940. In 19?? hertrouwde Coos Ekker met Ans Snoek, volgens Katrien een aardige vrouw. Uit het huwelijk met Emmy van Swoll kwamen twee zonen voort

• Derk Willem Ekker, geboren in 1923. Derk Willem trouwde een Française (Monique Desjardins) en emigreerde naar Québec in Canada. Ze kregen drie kinderen, waarbij ook een Katrien. Wim werkte bij de spoorwegen aan de haven. Hij is in 2007 overleden. Gien en Wim hebben nog regelmatig gecorrespondeerd; hij schreef keurig Nederlands. Hij is in (?) overgekomen voor een reünie. Hans Ekker weet dat precies.

• Everhard Johan (Eef) Ekker), geboren in 1927 en overleden in 2000. Hij leek op zijn vader en was heel precies. Ook de zoon van Eef (Gijs Ekker) heeft daar iets van meegekregen. Volgens Katrien moesten al zijn speelgoedautootjes naast elkaar gerangschikt worden van groot naar klein voordat hij als klein kind naar bed ging.

Emmy van Swoll

Werkfoto geschoten op de set van 'Een meisje om te stelen' op 27 november 1957. Emmy van Swoll was toen ca. 60 jaar

Emmy van Swoll], de eerste vrouw van Coos Ekker was toneelspeelster en speelde mee in bekende toneelwerken en tv-series. Zij werd geboren op 6 augustus 1897 in Zwolle/Overijssel. Haar ouders waren Jhr. S.J.K. (Eef) van Lidth de Jeude en C.C. Rouffaer. Emmy was wars van het deftige gedoe rond haar adelijke titel en veranderde haar lange achternaam in 'Van Swoll'. Na haar gestrande huwelijk met Coos Ekker huwde ze met acteur J.J.M. (Jos) Liesting (1896-1951) op 18 maart 1942 te Amsterdam.

Emmy van Swoll kwam pas op latere leeftijd aan het toneel. Zij was leerlinge van toneelmeester Stellwagen en debuteerde in september 1940 bij de Vereenigde Haagsche Spelers o.l.v. Pierre Balledux. Ze zal twintig jaar verbonden blijven aan verschillende gezelschappen. Daarna speelde zij als free lance-actrice nog enkele gastrollen en werkte zij voor de televisie en de film.

Katrien herinnerde zich een wispelturige dame die op haar tachtigste nog in zwarte laklaarzen tot over haar knieën rondliep. Ze speelde mee in bekende toneelwerken en TV-series, zoals Swiebertje (1955), De profeet uit de bergen van Stichting Toneelgroep Studio (1959), Dagboek van een Herdershond (1978) met haar rol als Slotmarieke, en Twee vorstinnen en een vorst (1981). In de TV-serie Swiebertje had ze de gastrol ‘Barones Henriëtte van Troetelaer tot Stoethaspel’ (seizoen 1962/1963), een rol die op haar lijf geschreven was. Haar artiestennaam van Swoll refereert wellicht naar haar geboorteplaats Zwolle.

Emmy, haar zoon Eef uit haar eerste huwelijk en haar man Jos uit haar tweede huwelijk zijn begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Het graf staat op de nominatie om te worden geruimd(12-07-2012).