Baerle van, Familie

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Bloei en neergang van Antwerpen)
(Bloei en neergang van Antwerpen)
Regel 150: Regel 150:
 
Het is wrang voor Antwerpen dat juist haar neergang de Nederlandse Gouden Eeuw inluidt. Het noorden profiteert van de migratiestroom uit Antwerpen en de Zuidelijke Nederlanden.  Naar schatting  nemen 100.000 tot 150.000 vluchtelingen de wijk, waaronder tienduizenden vaak rijke of hoog opgeleide vluchtelingen. De Gouden Eeuw van de kunst, wetenschappen en handel in de Noordelijke Nederlanden is voor een belangrijk deel te danken aan hen. De migranten strijken vooral neer in Amsterdam, Leiden Middelburg, Haarlem, Utrecht en Delft. Amsterdam groeit met de inlijving van Antwerpse kooplieden en Portugese joden uit tot een economisch en financieel zwaargewicht.  
 
Het is wrang voor Antwerpen dat juist haar neergang de Nederlandse Gouden Eeuw inluidt. Het noorden profiteert van de migratiestroom uit Antwerpen en de Zuidelijke Nederlanden.  Naar schatting  nemen 100.000 tot 150.000 vluchtelingen de wijk, waaronder tienduizenden vaak rijke of hoog opgeleide vluchtelingen. De Gouden Eeuw van de kunst, wetenschappen en handel in de Noordelijke Nederlanden is voor een belangrijk deel te danken aan hen. De migranten strijken vooral neer in Amsterdam, Leiden Middelburg, Haarlem, Utrecht en Delft. Amsterdam groeit met de inlijving van Antwerpse kooplieden en Portugese joden uit tot een economisch en financieel zwaargewicht.  
  
Naast de van Baerles  zitten onder degenen die Antwerpen ontvluchtten de ouders van de dichter [https://nl.wikipedia.org/wiki/Joost_van_den_Vondel Joost van den Vondel], de latere schilder [https://nl.wikipedia.org/wiki/Frans_Hals Frans Hals] als ca. 2-jarige jongen met zijn ouders, en de latere geleerde ingenieur [https://nl.wikipedia.org/wiki/Simon_Stevin Simon Stevin], overigens stiefkind van Barbara Sayons oom Joost Sayon. Lambertus van Baerle komt met vele emigranten naar Antwerpen op het hoogtepunt van haar bloei, en maakt de neergang niet meer mee; hij sterft 4 jaar voor de val. Zijn  zoon Caspar woont bijna zijn gehele leven in Antwerpen, minstens 45 jaar, en overlijdt 10 jaar na de val in Nederland.
+
Naast de van Baerles  zitten onder degenen die Antwerpen ontvluchtten de ouders van de dichter [https://nl.wikipedia.org/wiki/Joost_van_den_Vondel Joost van den Vondel], de latere schilder [https://nl.wikipedia.org/wiki/Frans_Hals Frans Hals] als ca. 2-jarige jongen met zijn ouders, en de latere geleerde ingenieur [https://nl.wikipedia.org/wiki/Simon_Stevin Simon Stevin], overigens stiefkind van Barbara Sayons oudoom [Sayon,_Familie#Joost.2C_voogd_van_Simon_Stevin Joost Sayon]. Lambertus van Baerle komt met vele emigranten naar Antwerpen op het hoogtepunt van haar bloei, en maakt de neergang niet meer mee; hij sterft 4 jaar voor de val. Zijn  zoon Caspar woont bijna zijn gehele leven in Antwerpen, minstens 45 jaar, en overlijdt 10 jaar na de val in Nederland.
  
 
==== Geknutselde dichter ====
 
==== Geknutselde dichter ====

Versie van 1 okt 2015 om 20:29

UNDER CONSTRUCTION

Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug!


Portret van Caspar van Baerle (1584), exponent van zijn familie; theoloog, medicus, filosoof, maar vooral bekend als letterkundige (Uitsnede van een grotere prent van Willem Jacobsz. Delff, vervaardigd 1625/Delft).

Inhoud

Vroegste sporen

Deze pagina beschrijft de voorouders van Suzanna van Baerle (1622), voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Suzanna is de dochter van de befaamde dichter Caspar van Baerle; door haar huwelijk met Gerard Brandt verdwijnt de achternaam van Baerle bij haar verdere nakomelingen.

De naam Baarlo, Baerlo, Baerloo, Barle, Barloe wordt in de literatuur verklaard als: lege of kale plek gelegen op een verhoging.

Huis te Baerlo in Someren. In hoeverre de van Baerles gelieerd zijn aan dit huis of aan de -in die streek bekende- familie en graven van Berlo is niet onderzocht. Prent van Jan de Beijer uit 1738/1739

Voetstoots werd er vanuit gegaan dat de van Baerles uit een oud Antwerps geslacht voortkomen. Een ingezonden brief van F. Daniëls in de publicatie Nederlandse Leeuw (1933, jaargang 51) zou onopgemerkt gebleven kunnen blijven, als deze niet belangrijke nieuwe gegevens bevat over de vroege afstamming van Caspar van Baerle.

Als stamvader der familie van Baerle, waartoe bovengenoemde geleerde behoorde, wordt voor zooverre mij bekend is, altijd opgegeven diens grootvader Lambertus van Baerle, griffier van Antwerpen. Waar nu bovendien de naam van Baerle te Antwerpen veelvuldig bleek voor te komen, is langzamerhand de meening ontstaan, dat Barlaeus uit een Antwerpsche familie stamde.
Onlangs ontving ik evenwel van den Heer F . von Baerle Kriekenbeek, gepensioneerd Pruissisch Overste te Berlijn, die indertijd mede naar de afstamming van Barlaeus' familie een onderzoek instelde, een aantal gegevens, die op deze afstamming een geheel ander licht werpen.
tekst

De aanname van een oud Antwerps geslacht houdt dus niet stand. Caspar van Baerles vroege voorvaders komen uit Zomeren (tegenwoordig Someren), een plaats tussen Helmond and Weert, in de 16e eeuw een belangrijke plaats aan de grens van Brabant en OpperGelre. Niet te verwarren met Zomeren in de Veluwe.

De verste voorvader is een zekere Lambert van Baerle, overleden vóór 1523 volgens de Schepenacten 's-Hertogenbosch. Op deze pagina worden zijn nazaten beschreven.

Mathijs van Baerle

Willem, zoon van Mathijs van Baerle is droogscheerder of lakenbereider, iemand die lakens afwerkte en de stof kamde om harige wolvezeltjes eruit te halen. In de gouden Eeuw een belangrijk beroep met een sterk gilde.

Mathijs van Baerle, ook Matthias genoemd is zoon van Lambert van Baerle.

Hij leeft in 1523 in Someren en is gehuwd met Elisabeth de Bruyn, dochter van Jan de Bruyn. Hun kinderen zijn:

  1. Lambertus van Baerle (ca. 1506). Hij huwt Anna Jacobs.
  2. Frans van Baerle, gehuwd met Maria N.N, en schepen van Someren in de periodes tussen 1546 en 1593. Hij koopt van Peter Roelofsz van Mylheze het goed Klein Eckerbroock onder Someren.
  3. Willem van Baerle, droogscheerder, verwerft in 1541 Antwerps burgerschap.
  4. Dominicus van Baerle.
  5. Sophia van Baerle, gehuwd met Jacob Albertszoon.
  6. Anna van Baerle.
  7. Maria van Baerle, gehuwd met Jan Willemsz. van den Dungern.
  8. Catharina van Baerle, gehuwd met Gerard van Ophen, doctor in de rechten.

Mathijs van Baerle en zijn vrouw Elisabeth overlijden vóór 1570. Mathijs draagt 17 April 1535 de helft der bezittingen van de familie de Bruyn te Someren over aan Peter, zoon van Andries van Doerne.

Hij verkoopt 13 Febr. 1523 een erfpacht op een bezitting te Someren ten bate van de armen van een gedeelte der stad 's-Hertogenbosch.

Lambertus van Baerle (ca. 1506)

Antwerpen beleeft tot de val in 1585 een eigen Gouden Eeuw met een hoogtepunt rond 1540-1560. Wellicht is dat de reden dat de van Baerles zich rond 1540 daar vestigen. Hier een portret van Pierre de Moucheron (1508-67), koopman te Middelburg en Antwerpen die zijn rijkdom etaleert aan de hand van een rijk gedekte tafel, een talrijk kroost van 18 kinderen, schoonzoon Allard de la Dale en eerste kleinkind. Zoon Balthasar (uiterst links, derde van boven) zal net als de van Baerles, ook de wijk nemen na de val van Antwerpen in 1585 en later ontdekkingsreizen financieren (anoniem, 1563).

Lambertus van Baerle, zoon van Mathijs van Baerle, is rond 1506 geboren, vermoedelijk in of rond Someren. Hij huwt Anna Jacobs, dochter van Bartholomeus Jacobs, en zal zich in Antwerpen vestigen.

Het echtpaar krijgt één dochter Christina en vijf zonen. Door het ontbreken van jaartallen staan ze in de volgorde waarin ze genoemd worden, wellicht van geboorte maar dat is niet zeker.

Lambertus prijst zich gelukkig de 40 jaar jongere humanist Erasmus te hebben gekend. Prent met gedicht van Gerard Brandt, de echtgenoot van Lambertus' achterkleindochter Suzanna van Baerle.
  1. Christina van Baerle, in 1567 gehuwd met Anthony Damman.
  2. Caspar van Baerle Sr. (overleden 1595), voor de tweede maal gehuwd met Cornelia Eerdewijns.
  3. Melchior van Baerle, (1540 – 1580/84, Henegouwen), bekend om zijn Latijnse gedichten.
  4. Jacobus (Jacob) van Baerle (overleden 1603, den Briel), ongehuwd. Clerck oft griffier in Antwerpen en na zijn vlucht Preaceptor Latijnse School Leiden, later rector Gymnasium Brielle.
  5. Balthasar van Baerle, gehuwd met een dochter van Mr. Jan van Werken, advocaat der Staten van Zeeland.
  6. Johannes van Baerle, studeerde in Cambray in 1567

Lambertus overlijdt in 1581 op ca. 75-jarige leeftijd, zijn vrouw tussen 1580 en 1584.

Lambertus wordt in, als emigrant, in het Poorterboek van Antwerpen ingeschreven en verkrijgt in 1542 het burgerschap van Antwerpen. Zijn broer Willem droogscheerder uit Zomeren is hem een jaar eerder voorgegaan. Lambertus is doctor in de rechten en krijgt een administratieve functie; klerk en later griffier (een soort secretaris) van de stad Antwerpen, een ambt waarin zijn zoon hem zal opvolgen.

Zijn kleinzoon Caspar van Baerle noemt hem praefectus, maar elders blijken Lambertus' beroepen meer down to earth, maar wel welluidend;

  • Clercken van der Griffien,
  • principael actenmaker,
  • gezworen rolller van de griftie,
  • notarius in Curia Antwerpiensï (1562),
  • archinotarius (1562),
  • scriba primarius (1563),
  • archigrammateus in Curia Antwerpiana (1565),
  • gardier des privileges della Magn. Ville d`Anvers.

Lambertus wordt geportretteerd als een geleerd man die zichzelf beschouwde als humanist. Hij prijsde zich gelukkig Erasmus te hebben gekend. Hij wilde zijn zoons een voortreffelijke opvoeding geven, getuige de uitzending van zijn zoons naar buitenlandse universiteiten in heel Europa. Zijn vermogen stelde hem blijkbaar in staat deze dure studies te financieren.

Caspar van Baerle Sr. (voor 1540)

Caspar van Baerle Sr. maakt zowel de bloei als de neergang mee van zijn stad, de internationale handelsmetropool Antwerpen. Het rampjaar 1585 luidt de Nederlandse Gouden Eeuw in en wordt verbeeldt met het eerste exemplaar van de krant die de tv-serie de Gouden Eeuw ondersteunde in 2012.

Caspar van Baerle Sr. is de zoon van Lambertus van Baerle, en geboren voor 1540. Hij huwt zijn eerst vrouw Caecilia Brants in 1570. Ze krijgen in 1571 één kind: Magdalena.

Na haar overlijden hertrouwt Caspar met Anna Eerdewijns, weduwe van Cornelis van Gelre. Na hun huwelijk, vermoedelijk in 1583, krijgen ze 5 kinderen, allen in Zaltbommel geboren met uitzondering van Caspar.

  1. Caspar van Baerle (1584, Antwerpen - 1648), gehuwd met Barbara Sayon.
  2. Susanna van Baerle, (geboren 1588/1590 Zaltbommel), schijnt maar kort geleefd te hebben.
  3. Elisabetha van Baerle, (geboren 1589/1591 Zaltbommel).
  4. Lambertus van Baerle (1592, Zaltbommel - 1655, Leiden), gehuwd met Barbara Jelis. Predikant, ambassadeur in Parijs, conrector Latijnse School Amsterdam, Hoogleraar Griekse talen Leiden.
  5. Cornelius van Baerle, (geboren 1595, Zaltbommel)

Caspar van Baerle Sr. overlijdt in 1595, hij zal iets ouder dan 55 zijn. Zijn weduwe Cornelia Eerdewijns overlijdt in Bremen ergens voor 1611.

Vlucht uit Antwerpen

Caspar van Baerle de Oudere volgt zijn vader Lambertus op als griffier (een soort secretaris) van de stad Antwerpen, een administratieve functie.

Zijn functie wordt abrupt verstoord door de val van Antwerpen in 1585.

Intocht van de Hertog van Parma (Alexander Farnese), nadat Antwerpen is gevallen in 1585. Hij wordt te paard verwelkomd door een vrouw bij de stadspoort met de stadssleutels (kader). De van Baerles wijken daarna uit naar het Noorden (prent naar Frans Hogenberg).

Als de stad door de hertog van Parma wordt ingenomen trekt Caspar, zoals zovele zuiderlingen, naar het noorden toe. Een van de voorwaarden van de capitulatie was dat gereformeerden 4 jaar de tijd kregen om hun bezittingen te verkopen en zich elders te vestigen. Caspar, maar ook zijn broers Jacobus (Jacob) en Balthasar kiezen eieren voor hun geld en nemen eerder de wijk. Zoon Caspar is dan één jaar oud.

Het gaat Caspar niet direct voor de wind. Door de omstandigheden gaat het vermogen van de van Baerles voor een groot deel verloren. In 1586 schrijft Caspar zich in Leiden in als jurist en probeert notaris te worden.

Als dat niet lukt verlaat hij Leiden en wordt rector van de Latijnse school in Zaltbommel. Hij schikt zich in dit kleine plaatsje maar klaagt erover dat er geen enkele boekverkoper is en dat er amper boeken te krijgen zijn.

de Hertog van Parma (Alexander Farnese) die Antwerpen inneemt in 1585.

Caspar van Baerle laat zijn gezin in vrij droevige omstandigheden achter. Na zijn overlijden in 1595, hij zal iets ouder dan 55 zijn, vertrekt de weduwe Cornelia Eerdewijns met haar twee jonge dochters naar Bremen terwijl de zoons in Nederland blijven. Zij overlijdt in Bremen ergens voor 1611, en ook haar twee dochters overlijden aldaar.

Bloei en neergang van Antwerpen

De gilden van Brussel en Antwerpen verwelkomen Willem van Oranje bij zijn intocht in Brussel in 1577. Ze zijn opgesteld langs de Vaart en schieten met hun geweren in het water.

Antwerpen beleeft tot de inname door de Spanjaarden in 1585 zijn eigen Gouden Eeuw. Juan Calvete de Estrella schrijft in zijn reisverslag van het bezoek van koning Filips II in september 1549 aan Antwerpen, dat men ...

de rijke en dichtbevolkte stad Antwerpen terecht de metropool van de wereld moge noemen.

Veel externe factoren maken van Antwerpen aan het begin van de zestiende eeuw een centrum van de wereldhandel. Voor Portugese specerijen, Zuid-Duits koper en zilver, en Engelse laken is de Scheldestad de ideale centrale transitomarkt voor Europa waardoor het het brandpunt wordt van de wereldeconomie.

De stad groeit tijdens de eerste decennia van de zestiende eeuw uit tot een internationale warenmarkt met een permanent karakter. De commerciële opbloei stimuleert bovendien de bestaande nijverheidstakken en trekt een aantal nieuwe aan, zoals de boekdrukkunst, de diamantbewerking, de zijdeweverij en de suikerraffinaderij.

Ook het vrije klimaat is een factor van belang. Voordat de protestanten het voor het zeggen krijgen (Calvinistische bewind 1579) heerst er een relatieve godsdienstvrijheid. De grande libertade is een sleutelbegrip dat in de brieven van de Venetiaanse koopman Giovanni Zonca terugkomt; Zonca houdt bijzonder veel van de vrije atmosfeer in Antwerpen. Vreemdelingen worden er evenzeer geacht als de heren van de stad.

Tijdens de gebeurtenis die bekend geworden is als de Spaanse Furie trokken Spaanse soldaten in november 1576 moordend en plunderend door het rijke Antwerpen omdat ze jaren niet betaald waren. Het versnelde de omwenteling naar een calvinistische bewind 3 jaar later (Prent van Frans Hogenberg, 1588).

Als de Hertog van Parma (Alexander Farnese) en zijn Spaanse troepen Antwerpen in 1585 na een langdurige belegering heroveren, wordt het laatste belangrijke bolwerk in de Zuidelijke Nederlanden dat nog in handen is van de opstandelingen tot overgave gedwongen. De hertog van Parma heeft eerder meerdere afgeslagen vredesvoorstellen gedaan, vermijdt een overwinningsfeest, voorkomt plunderingen, neemt geen goederen in beslag en verbant zijn tegenstanders niet (direct); de Spanjaarden hadden een humaner gezicht dan in menig vaderlands geschiedenisboek geportretteerd.

De val van Antwerpen, zoals de grootscheepse militaire gebeurtenis meestal wordt genoemd, is niet alleen van beslissende betekenis voor de scheiding der Nederlanden; het leidt ook een periode van stagnatie in voor Antwerpen.

Gevechten tijdens de slag om Antwerpen in 1585 of eerder

Voornamelijk protestanten nemen de wijk; na vier jaar is de bevolking van meer dan 100.000 inwoners meer dan gehalveerd en terug op het peil van voor de Gouden Eeuw, namelijk 42.000. Ook wordt de Schelde door de Noordelijke Nederlanden afgesloten voor zeeschepen; de handel stort in en Amsterdam neemt snel de positie over van wereldhaven.

Het is wrang voor Antwerpen dat juist haar neergang de Nederlandse Gouden Eeuw inluidt. Het noorden profiteert van de migratiestroom uit Antwerpen en de Zuidelijke Nederlanden. Naar schatting nemen 100.000 tot 150.000 vluchtelingen de wijk, waaronder tienduizenden vaak rijke of hoog opgeleide vluchtelingen. De Gouden Eeuw van de kunst, wetenschappen en handel in de Noordelijke Nederlanden is voor een belangrijk deel te danken aan hen. De migranten strijken vooral neer in Amsterdam, Leiden Middelburg, Haarlem, Utrecht en Delft. Amsterdam groeit met de inlijving van Antwerpse kooplieden en Portugese joden uit tot een economisch en financieel zwaargewicht.

Naast de van Baerles zitten onder degenen die Antwerpen ontvluchtten de ouders van de dichter Joost van den Vondel, de latere schilder Frans Hals als ca. 2-jarige jongen met zijn ouders, en de latere geleerde ingenieur Simon Stevin, overigens stiefkind van Barbara Sayons oudoom [Sayon,_Familie#Joost.2C_voogd_van_Simon_Stevin Joost Sayon]. Lambertus van Baerle komt met vele emigranten naar Antwerpen op het hoogtepunt van haar bloei, en maakt de neergang niet meer mee; hij sterft 4 jaar voor de val. Zijn zoon Caspar woont bijna zijn gehele leven in Antwerpen, minstens 45 jaar, en overlijdt 10 jaar na de val in Nederland.

Geknutselde dichter

Zo moet Bommel, tegenwoordig Zaltbommel, eruit gezien hebben als Caspar van Baerle zich daar vestigt. Het stadje werd in 1572 ingenomen door watergeuzen, en daarna menigmaal onsuccesvol belegerd door de Spanjaarden. (kaart van Blaeu, 1599)

Caspar de Oudere houdt van dichten en probeert zich daarmee verdienstelijk te maken voor de Vaderlandse zaak, eenmaal in Nederland wonend. Hoewel zijn dichtkunst van wisselende kwaliteit is, zal hij misschien wel het zaadje geplant hebben bij zijn zoon Caspar.

In het Jaarboek De Oranjeboom nr 10 uit 1957 publiceert Anton van Duinkerken het artikel Het Turfschip van Breda als poëtisch motief. Hij beschrijft hoe de list met het Turfschip waarmee Breda ingenomen werd in 1590, een pakkend motief werd voor de vaderlandse dichtkunst. Een citaat daaruit:

Een van de weinigen, die in 1590 voldoende smaak en ontwikkeling, tijd en belangstelling bezaten om iets behoorlijks af te leveren, was de vader van Caspar van Baerle, zelf ook Caspar geheten en sedert 1588 rector van de Latijnse school te ZaItbommel, waar hij de jeugd bij feestelijke gelegenheden zijn eigen gedichten in latijn en Nederduits op straat liet zingen om haar tegelijk met vaderlandse gevoelens ook talenkennis eigen te maken.
Hij was de oudste van de vijf zoons van Lambert van Baerle, die veertig jaar lang griffier van de stad Antwerpen was geweest. In dit ambt was Caspar zijn vader opgevolgd, doch bij de furie van Parma in 1585 verloor hij zijn betrekking. In augustus van het volgende jaar trok hij naar Leiden, waar hij een plaats als notaris ambieerde, die hij niet kreeg, zodat hij zich twee jaar later met het Bommelse rectoraat tevreden moest stellen. Een geboren onderwijsman was hij niet, al toonde hij een trek tot geleerdheid.
Wat hij de kinderen liet zingen op Sint Maartensdag, is nogal moeilijk in elkaar geknutseld. Helaas ontbreekt in het handschrift van de Utrechtse universiteitsbibliotheek het katern, waarin hij dichterlijk gereageerd zal hebben op de verrassing van Breda. Bij een bezoek van Maurits aan Zaltbommel werd de rector voorgesteld aan Zijne Excellentie, die hem voor zijn propagandalyriek liet belonen.

Broer Melchior de Latijnse prozaist

De ontvoering van Ganymedes, hier uitgebeeld door Rubens in 1612, is het thema van het Latijnse epos De raptu Ganymedis van Lambertus' zoon Melchior van Baerle.

Van de vier broers van Caspar van Baerle is Melchior waarschijnlijk de meest begiftigde. Hij heeft minder symphatie voor de Reformatie en wijkt niet uit naar het Noorden zoals zijn broers Caspar en Jacob, en vermoedelijk Balthasar.

De ontvoering van Ganymedes, minder allegorisch maar wel aangrijpender (Rembrandt, 1635.

Hij is een globetrotter en vertoeft enige jaren in Italie, verspreid over drie perioden tussen 1563 en 1580, en verblijft in Paris en Orleans (1567), London (1568) en Keulen (1579). Er is weinig bekend over eventuele contacten met zijn Hollandse familie.

Hij heeft in de Zuidelijke Nederlanden veel Latijns proza op zijn naam staan; versen en epische verhandelingen zoals De raptu Ganymedis; over de ontvoering van Ganymedes. Hij is bekender in België dan in Nederland.

Melchior overlijdt in Henegouwen, tegenwoordig Hainaut in Wallonië.

Broer Jacob de ongehuwde rector

De vierde broer, Jacobus schrijft zich in als student aan diverse universiteiten; Emden (1567), Bremen (1569) en Heidelberg (1571). Als Antwerpen onder Calvinistisch bewind komt (1579) wordt hij rentmeester van de kerkelijke landgoederen in Antwerpen. Na de inname van Antwerpen door de hertog van Parma (1585) verlaat ook hij de stad en wordt conrector van de Latijnse school, eerst in Leiden, dan in Amsterdam . In 1593 wordt hij benoemd tot rector van de Latijnse school in Brielle. De vorige rector Dirck Cocxs, wegens ouderdom ontheven van zijn taak, wilde de school sluiten, maar bloeit weer op onder leiding van Jacob.

in 1596 kom zijn zus Christina, inmiddels weduwe van Anthony Damman, bij hem inwonen, vermoedelijk vergezeld van haar kinderen. Ook zijn jonge neef Caspar (ref) zal een tijd bij hem wonen; de band tussen oom en neef is altijd hecht gebleven. Jacobus is ongehuwd gebleven en overlijdt in 1603.

Broer Balthasar en de rijke Zeeuwin

Terug in Antwerpen in na een studie in Parijs (1573) gaat Balthasar aan het hof werken zoals zijn broer Caspar. Ook hij verlaat de stad na de val van Antwerpen in 1585, maar treft het later goed: hij huwt de dochter van de welgestelde Zeeuw Jan van de Werken (ook Warcke), die voor de Staten van Zeeland uitgezonden werd naar Denemarken, Schotland en Engeland. Balthasars levensverhaal wordt summier beschreven in het boek Lykreden op 't overleyden van den wydt-beroemden CASPAR van BAERLE uit 1648:

Balthasar die om 't selve ongheluck met sijn Broeder sijn Vaderlandt verlaten hebbende, naer Hollandt was toe-gesackt, is in't huwelijken boven andere geluckich geweest; zijn huwelijks goedt gas hem niet alleen onderhoudingh tot 't geen aen een eerlijck en burgerlijck leven vast is , maer kracht en ghelegentheyt om naer grooter dingen te staen.
Hy kreegh dan ten huwelyck de dochter van Mr. Ian van de Werken , eerst advocaet van den raet van Antwerpen, daer na van de Staten van Zeelandt , die verscheyde-mael in ambassaetschap by den Koningh van Engelandt , en Denemarken syn naam in achtingh gebrocht , en vermaart heeft ghemaeckt.

Er is nog een notitie gevonden dat diens zoon Jan/Johan in 1611 en 1612 uit zijn garnizoen te Lillo aan grootvader Lambert schreef.

Caspar van Baerle (1584)

Caspar van Baerle, ook gespeld Kaspar, is geboren in 1584 in Antwerpen, vlak voor de beruchte val van die stad. Hij is de zoon van Caspar van Baerle Sr. en Cornelia Eerdewijns. Hij is een bekend Zuid-Nederlands predikant, schrijver en dichter, die vooral in het Latijn schreef.

Hij verandert zijn naam in de gelatiniseerde vorm Casparus Barlaeus, onder welke naam hij minstens zo bekend is.

Caspar huwt Barbara Sayon in 1610, dochter van Anthony Sayon en Josina Evagers. Het verhaal van de familie Sayon wordt verteld op de pagina Familie Sayon. De zeven kinderen van Caspar en Barbara die hun ouders overleven:

  1. Adriana van Baerle (1613), gehuwd n 1642 met Karel de Wolff.
  2. Anna van Baerle (1615 - 1676), gehuwd in 1653 met Johan de Bisschop
  3. Josina van Baerle (1617), gehuwd met J. Lenaerts. Na 5 maanden huwt ze Cornelis van Leeuwen (vermoedelijk is Lenaerts overleden).
  4. Caspar van Baerle (1619, Leiden - 1673, Amsterdam), gehuwd met Susanna Pelgrom in 1644.
  5. Suzanna van Baerle (1622 - 1674). Zij huwt Gerard Brandt (1626).
  6. Elizabeth van Baerle (1624 - 1651), overlijdt jong (26) en verder ongehuwd.
  7. Anthony van Baerle (1626 - 1666), kapitein, in 1659 gehuwd met Walburg van Boekhoven. Hij overlijdt op 40-jarige leeftijd.

Caspar van Baerle overlijdt in 1648 op een leeftijd van 64 jaar, zijn vrouw 13 jaar eerder in 1635.

Zijn vrouw Barbara Sayon

AFMAKEN

Caspar treedt in het huwelijk in1610 met Barbara Sayon, afkomstig uit een prominente familie uit Brugge. Als deze stad in mei 1584 ingenomen wordt door de hertog van Parma, moest haar vader Antony Sayon, schepen, Brugge verlaten. Hij week uit naar Noord-Nederland

Na zijn dood kwamen zijne kinderen onder de voogdij van hun oom, JANUS Lernutius *), een nog al bekend Latijnsch dichter, die te Brugge heeft gewoond').

Voor de huwelijksplechtigheid verliet ze het huis van een tante van haar, vader Antonius dood??? .

heeft zich als dichter doen kennen naar aanleiding van de krijgsbedrijven van Maurits in 1605 *').

kan hebben geleefd . Haar grootvader , Vincentius Sayon , was een raadslid ( 1580 ) en Pensionaris ( 1582 ) van Brugge. Haar vader , Antonius , was wethouder in thtyt / Irne van de val van Brugge naar Panna in 1584 , waarna hij nam af , met zijn familie , naar de noordelijke provincies, waar hij overleed tussen 1605 en 1609 , waarschijnlijk in Delft. Na de dood van hun moeder in 1598 , Janus Lernutius was voogd Antonius Sayon vier kinderen . Lernutius (1545-1619) wordt beschouwd als een van de belangrijkste neo Latijnse dichters van zijn generatie in Vlaanderen. Hij was in nauw contact met , bijvoorbeeld , Lipsius , Giselinus en Dousa . Voor en na de Calvinistische regime in Brugge , en opnieuw in 1609 , Hij vulde vele openbare plaatsen in de stad

De veelzijdige Caspar

Bestand:Caspar van Baerle v3.jpg
Portret van Caspar van Baerle, zittend afgebeeld met in zijn linkerhand een boek. Met zijn rechterhand wijst hij naar een ganzepen naast het boek op tafel. Gravure van Theodoor Matham (ca. 1605-1676) naar een tekening van Joachim von Sandrart (1606-1688).

Caspar van Baerle was een Zuid-Nederlandse humanist, theoloog, dichter en historicus. Hij was begaafd op diverse terreinen, zoals wel vaker het geval bij grote geesten uit de Renaissance; de menselijke rede en individueel kunstenaarschap worden ontdekt en komen tot wasdom.

Zijn leven en werken worden uitgebreid elders beschreven, zoals op wikipedia, in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, bij de Universiteit Leiden en in het Biografisch Portaal van Nederland. Daarom wordt summier ingegaan op zijn professionele leven, en meer ingezoomd op de menselijk kant van Caspar van Baerle en zijn familie.

Na begonnen te zijn als predikant op het eiland Goeree-Overflakkee, gaat hij naar Leiden om hoogleraar logica te worden. Na zijn ontslag vanwege sympathie voor de remonstranten, geeft hij privélessen en schrijft gedichten.

Hij zit niet stil; hij promoveert tot doctor en blijft wijsbegeerte onderwijzen. In 1631 wordt hij hoogleraar in de wijsbegeerte en welsprekendheid en beoefent de redenaarskunst in het Latijn.

Zijn poëzie-werken, in het bijzonder de Latijnse, stonden hoog aangeschreven. Daarnaast schrijft hij verhandelingen, doet vertalingen, en legt een belangrijke verzameling aan van kaarten van Brazilië.

Hij onthaalt Maria de Medici bij haar bezoek aan Amsterdam met een toespraak, en opent Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam, met een rede getiteld "Mercator sapiens" (de wijze koopman), die ging over de relatie tussen wetenschap en koopmanschap.

De Muiderkring

muiderkring
muiderkring personen

Als lid van de Muiderkring, de legendarische literaire vriendenclub trekt hij ’s zomers naar het Muiderslot om te discussiëren met de groten van zijn tijd.

Zijn laatste jaren

Het overlijden van zijn vrouw Barbara Sayon in 1635 maakt Caspar op zijn 51e weduwnaar. Hij zal jarenlang Maria Tesselschade, die toen weduwe was, het hof maken. Zijn vriend P. C. Hooft noemde hem in dit verband de vrijer om den deun, oft om welstaens wil. Men denkt dat de vriendschap met Hooft bekoelde toen Caspar ouder werd en zijn gemoedstoestand labieler werd.

Caspar kreeg meer aanvallen van melancholie, en was mogelijk depressief. Hij overlijdt plotseling door een val in een waterput. Hoewel nooit bewezen, is er een vermoeden dat hij waanbeelden zag en in een put sprong, omdat hij dacht dat hij van stro was en in brand stond.

Barlaeus is begraven in de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam. Het grafschrift werd geschreven door zijn vriend Joost van den Vondel:

Hier sluimert Baerle neffens Hooft.
Geen zerk hunn' glans noch vrientschap dooft.

Genoemd en geroemd

De van Baerlestraat in Amsterdam, genoemd naar Caspar van Baerle (1584)

De verwijzingen naar Caspar van Baerle zijn talrijk, vooral in Amsterdam, de stad waar hij van hield en die hij aanprees in zijn rede Mercator Sapiens (de wijze koopman) waarin hij het succes van Amsterdam als centrum van een wereldmacht verklaart.

Bestand:Gymnasium baerle.jpg
Barlaeus Gymnasium, genoemd naar Caspar van Baerle (1584)

Amsterdam kent het in de volksmond geheten Barlaeus, het Gymnasium, en de van Baerlestraat waar het concertgebouw aan ligt, en de bekende Brasserie Van Baerle.

Het adviesbureau Barlaeus Advies heeft als credo:

Wij geloven dat mensenkennis en wijsheid hèt verschil maakt in organisaties. Barlaeus schreef hier al over in de 17de eeuw in zijn “mercator sapiens”, de wijze koopman.

nog plaatsen

descendants baerle
lambert barlaeus 1592
De personificatie van de nacht, met vleugels en sterren op haar gewaad, staat bij slapende putti. Onder de voorstelling een vers in Latijn van Caspar van Baerle. Prent van Joachim von Sandrart, graveur Jonas Suyderhoef (1645).
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen