Sayon, Familie
Over de familie Sayon uit het zuidelijke Brugge van de 16e eeuw; voorvader Antoon, Coopman van tapytserie die gobelins verzorgt voor het bestuur. En zijn opmerkelijke zoon Vincent Sayon; captain of industry èn rasbestuurder, die de ingedommelde textielnijverheid nieuw leven inblaast, met de Baltische staten handel drijft en onderwijl de overgave van Brugge zonder bloedvergieten weet uit te onderhandelen met Farnese, de gevreesde hertog van Parma. | Hoe Vincent, een van de rijkste burger van Brugge, smartelijk gescheiden wordt van zijn zonen en dochter, die vluchtten naar het noorden vanwege hun weigering de Roomsche religie aan te nemen. Dat hij zelf blijft wordt niet vermeld in de boekjes; shame on him. En dan broer Joost, stiefvader van het buitenechtelijk kind Simon Stevin, later gevierd wiskundige en ingenieur. | Over Vincents zoon koopman Anthony, die lofgedichten schrijft over de krijgsbedrijven van prins Maurits. En Anthony's broer Vincent Jr. de suikerbakker, die plotsklaps Rotterdam ontvlucht en een desolate boedel achterlaat, en (misschien?) opduikt in Londen. En tenslotte Barbara Sayon, die met Bee-Enner dichter en professor Caspar van Baerle trouwt. |
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe |
---|
Rijshouwer |
van Vollenhoven |
van der Hoeven |
Leers |
Brandt |
van Baerle |
Sayon |
De Sayons zijn vroege voorouders van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Als Barbara Sayon, dochter van Anthony Sayon, huwt met Caspar van Baerle (1584), verdwijnt de achternaam Sayon bij haar verdere nakomelingen.
Inhoud |
Roots in Brugge
De familie Sayon komt uit Brugge in de destijds Zuidelijke Nederlanden. De naam Sayon komt in allerlei varianten voor, zoals Sayoen, Saeyoen, Saijon, Syon en Sion.
Het woord sayon is van Franse oorsprong en betekent mantel of cape, vermoedelijk afgeleid van het Latijnse sagum; de Romeinse soldatenmantel die vaak purperrood was.
Tot de 18e eeuw stond het woord sayon of casaque synoniem voor een herenmantel of cape, maar wordt amper nog gebezigd. Allerlei verbasteringen doen de ronde, zoals syon, séon, seyon, of saillon.
Antoon Sayon (vóór 1500)
Antoon Sayon is vóór 1500 geboren en vestigt een naam als wever en verkoper van wandtapijten in Brugge, België . Tussen 1520 en 1530 verzorgt hij de gobelins (wandkleden of -tapijten) voor de vergaderruimte van het schepencollege van de Brugse Vrije, een bestuurlijk gebied dat een groot deel van Vlaanderen omvatte. Zijn zoon Vincent heeft zijn bedrijf waarschijnlijk overgenomen. Drie kinderen zijn bekend:
|
Vincent Sayon (vóór 1542)
Vincent Sayon, zoon van Antoon Sayon, is vóór 1542 geboren in Brugge. Hij huwt Barbara de Wit, ook De Witte genoemd, dochter van Jacob de Witte. Zij wordt jonckvrouwe genoemd. Van Barbara en Vincent zijn 5 kinderen bekend. Hun zoon Vincent wordt verder Vincent Jr. (junior) genoemd ter onderscheid van zijn vader.
|
Vincent Sayon overlijdt in 1590 in Brugge; zijn vrouw Barbara de Wit een jaar later in 1591. Beiden zijn bijgezet in de Sint Gilliskerk.
Magistraat, onderhandelaar en textielondernemer
De publicatie 'Magic is No Magic': The Wonderful World of Simon Stevin van Devreese uit 2007, noemt Vincent Sayon een opmerkelijk figuur in Brugge:
|
Vincent Sayon maakt dus zijn calvinistische gezindheid al vroeg kenbaar en volhardt daarin tot de overgave van Brugge aan de Spanjaarden. Hij is lid van een calvinistische delegatie die toegelaten wordt tot het stadhuis op 3 november 1566 voor een petitie aan de magistratuur, na een verstoring waarbij een aantal religieuze vernieuwers op de vuist waren gekomen met de burgerlijke milities.
Vincent Sayon laat in 1571 het huis Groot Vlaenderen bouwen, Vlamingstraat 94, op de hoek met de Korte Winkelstraat in het centrum van Brugge. Het pand op nr. 96 heet overigens Cleyn Vlaendren. De cartouches op de voor- en zijgevel melden: Dit Huys/ Groot Vlaenderen/ Ghenaemt/ voorheen de Fransche. Gerenoveerd In 1717, is het huis verder intact gebleven en herbergt nu Café Groot Vlaenderen.
Gedurende de calvinistische republiek bekleedt hij doorlopend hoge functies; zijn deelname aan het stadsbestuur dateert van 1575. In 1578 is Vincent hoofdman van St. Nicolaas zestendeel (een soort deelgemeente). In 1580 wordt hij lid van een vierkoppige commissie die belast is met de verkoop van kerkelijke eigendommen. Hij is zelf een van de grootste kopers van deze goederen.
In 1580 is hij raad, in 1581 en 1582 pensionaris en in 1583 en 1584 schepen (wethouder) van Brugge. Hij gebruikt zijn toenemende prestige om zijn zoon Antoon in de magistratuur te krijgen, en weet zich daarmee winstgevende posten toe te eigenen.
Zijn laatste ambtstermijn als schepen begint in maart 1584 nadat de prins van Chimay een katholieker beleid heeft hersteld.
Het is lastig Vincent's professionele leven eenvoudig te duiden; de man zit niet stil en combineert ondernemerschap met bestuurlijke functies. Een greep uit zijn activiteiten:
- Coopman van tapytserie, mogelijk het bedrijf van zijn vader Antoon Sayon voortzettend. Zijn vader was wever en verkoper van wandtapijten en verzorgde de gobelins voor de vergaderruimte van het schepencollege van de Brugse Vrije. Zijn broer Jakob handelt ook in wandkleden.
- Actief in de zijde-industrie, werkend vanuit het huis De Franse Wapens op de Vlamingdam, waar zijn broer Joost een werkplaats voor zijdebewerking runt. Wellicht is dit het eerder genoemde pand Groot Vlaenderen, dat op de overgang van Vlamingstraat naar Vlamingdam ligt, en waar op de zijkant den Fransschen schilt te lezen is. Maar er waren minstens 7 huizen die die zo heetten.
- Textielondernemer, waarmee hij vooral bekendheid geniet. Hij blaast de slapende textielindustrie in Brugge nieuw leven in en neemt Waalse stoffenhandelaren in dienst. Hij drijft intensieve handel met de Baltische landen.
In het artikel Met textielindustrie kwam calvinisme Brugge binnen wordt betoogt dat de reformatie invloed kreeg door migranten die bedrijvigheid binnenhalen in Vlaanderen. Over Vincent Sayon wordt gemeld:
|
Vincent bezit in 1580 tenminste 15 huizen in Brugge, en een aantal daarbuiten.
Brugge; de diplomatieke val
Vincent heeft, als afgezant van de stad Brugge, een actieve rol in de burgerlijke delegatie die de voorwaarden onderhandelt met de Hertog van Parma over den vrede met Philips II en de restauratie van Brugge naar de ‘’Koninklijke gehoorzaamheid’’. Hij ondertekent mede het verdrag van overgave op 20 mei 1584.
De val van Brugge was geen militaire overgave. Farnese (hertog van Parma) en het stadsbestuur tekenden een verzoeningsverdrag; er was formeel gesproken sprake van een reconciliatie. Tussen de bloedige militaire triomfen van Farnese, zoals Antwerpen, vormde de 'diplomatieke oplossing' Brugge wel een uitzondering.
De hertog van Parma merkt later op in zijn brieven aan Filips II dat, ondanks de omwenteling, er nog steeds talrijke Calvinisten op de nieuwe banken zitten. Wellicht doelt hij op Vincent Sayon, die na de omwenteling in Brugge blijft wonen.
Na de overgave van Brugge volgt een zware crisis en zakt de economie van Brugge ineen zoals in zusterstad Antwerpen, beschreven in de paragraaf Bloei en neergang van Antwerpen. Ook Brugges toegang tot de zee wordt afgesloten en tezamen met de braindrain van welgestelde koopmannen, wetenschappers en intellectuelen komt er een einde aan het Brugse roemrijke verleden en haar wervelende Renaissance.
Een verscheurde familie
Vincent Sayon overlijdt in 1590, zijn vrouw een jaar later, beiden in Brugge. Er zijn bewijzen van een graf en grafschriften. Het is niet aannemelijk dat hij na de val van Brugge in 1584 de wijk zou hebben genomen, als hij in Brugge begraven is. Maar merkwaardig is het wel; Vincent beleed zijn calvinistische gezindheid openlijk, steunde het protestantse regime, en zijn zoons moesten vertrekken uit Brugge.
Had hij misschien zijn eigen immuniteit geregeld tijdens zijn deelname aan de onderhandeling van de overgave; hij zal immers nog veel gevestigde belangen hebben gehad, zakelijk en persoonlijk. Ook kan hij al ouder of ziek zijn geweest; tussen de overgave van Brugge en zijn dood zitten maar 6 jaar.
Sayons wederwaardigheden na de val van Brugge blijven obscuur en er zijn alleen speculaties, zoals in het boek De Kerkhervorming te Brugge van Hendrik Quirinus Janssen uit 1856:
|
Zijn vermoedelijke Roomsche omslag, die toch wel voor de hand ligt, was natuurlijk weinig vaderlands, en het lag voor de hand om dit weg te moffelen.
Zijn zoons Antoon, ook magistraat, en Vincent Jr., suikerbakker, en dochter Adriana vertrekken, al dan niet gedwongen, wel naar de Noordelijke Nederlanden. Zijn dochters Johanna en Margrietje blijven in het Brugse. De verscheurde familie zal weinig tot geen contact meer hebben kunnen onderhouden; de 80-jarige oorlog (1568 -1648) bestrijkt ongeveer hun hele levenspanne.
Joost: Simon Stevins voogd
Joost Sayon, broer van Vincent huwt de welgestelde Cathalyne (ook Kathelijne of Catharina) van der Poort. Zij is de dochter van Hubrecht, poorter te Ieper, een plaats Zuid-Westelijk van Brugge. Samen met andere familieleden erft ze in 1584 een vrij aanzienlijke erfenis van haar oom François van der Poort, een halfbroer van haar vader.
Als Joost Sayon en Cathelyne trouwen, is zij reeds moeder van Symoen, beter bekend als Simon Stevin, die later in Nederland bekendheid zal verwerven als wiskundige en ingenieur in dienst van prins Maurits van Nassau. Simon Stevin is een buitenechtelijk kind van Cathalyne en Anton (Antheunis) Stevin, burgemeester van Veurne en afkomstig uit een oud poortersgeslacht. Cathalyne heeft daarnaast nog twee buitenechtelijke kinderen uit de omgang met Noël de Carron, burgemeester van Brugge. In de literatuur heet dat dan gesublimeerd dat ze hem met een paar natuurlijke kinderen verblijdde.
Er zijn akten bekend in Brugge, gedateerd 1577, waarmee Simon Stevin 'ontvoogd' moet worden om hem zelfstandig beheer te geven over zijn vermogen. Tot dan toe was de buitenechtelijk geboren Stevin namelijk niet handelingsbekwaam. Een van de voogden die hem daarvoor mondig moet verklaren, is zijn stiefvader Joost Sayon, die AANVULLEN
|
Als hij meerderjarig is zal Simon Stevin naar Leiden vertrekken om te studeren, maar ook om taksen (belasting) te ontlopen.
Weinig is verder van Joost Sayon bekend, behalve dat hij eigenaar is van het huis genaamd Het Gouden (of Gulden) schild aan de Hoogstraat 37 in Brugge, en in 1556 lid is van de Schuttersgilde Sint-Sebastiaan te Brugge.
Anthony Sayon (voor 1566)
Anthony Sayon, ook gespeld als Antony, is de zoon van Vincent Sayon en Barbara de Wit, geboren in Brugge. Hij huwt in Leiden Josina Evagers (ook Evagen). Bekende kinderen van hem zijn:
|
Anthony Sayon overlijdt tussen 1605 en 1609, waarschijnlijk in Delft.
Als Brugge in Mei 1584 aan de hertog van Parma is overgegaan, moet Anthony Sayon, die schepen is, in september de stad verlaten. Hij weigert namelijk de Catholycke ende roomsche religie aan te nemen, nochte oock onderhouden Zijn broer Vincent Jr., suikerbakker, en zuster Adriana zullen ook emigreren naar het noorden.
Niet al Anthony's kinderen nemen de wijk; van zijn dochter Maria Sayon en haar man Anthony Brydel (Breydel) zijn graven bekend in Brugge. Zijn zoon Anthony (Antonius) Sayon, koopman, gehuwd met Maria Antheunis, is vermoedelijk ook in de Zuidelijke Nederlanden gebleven.
Anthony wijkt uit naar Noord-Nederland en is daar koopman, wonend in Dordrecht (1598) in welk jaar hij een verklaring aflegt op verzoek van Jonckheer Charles van der Rhyvel, Jacob Cabbelliaeu, coopman, en Henrick Heemskercke, procureurs te Leyden betreffende de goederen en vorderingen van Joost du Ballo te Leyden.
Hij woont ook in Den Haag (1614), waar hij zijn zoon Pieter Sayon, baljuw van Egmont, machtigt om namens hem zijn landerijen gelegen in het Graafschap van Vlaanderen te verkopen. De baljuw is de rechtstreekse vertegenwoordiger van de vorst, vaak belast met de rechtspraak.
Anthony laat zich ook als dichter kennen, en schrijft verzen ter ere van de krijgsbedrijven van prins Maurits. Deze worden in 1605 gepubliceerd door, Jan Andriesz Cloeting onder de titel:
|
Na zijn dood komen zijn kinderen onder de voogdij van hun oom, Janus Lernutius, een bekend Latijns dichter en humanist, ook uit Brugge afkomstig.
Broer Vincent de suikerbakker
Vincent Jr. Sayon is geboren vóór 1560 in Brugge. Net zoals zijn broer Anthony vlucht hij bij de inname van Brugge (1584) naar de Noordelijke Nederlanden. In 1585 huwt hij in Rotterdam Marie Goossens van Groenhoudt, geboren vóór 1565. Merkwaardig is dat hij de naam Vincent Jansen hanteert. Marie is de dochter van lakenkoper Goossen Adriaensz Groenhout en Dirckgen Jansdr de Graaff.
De volgende kinderen zijn bekend:
|
Vincent Jr. is koopman in suiker en suikerbakker. Hij koopt in 1603 een suikerbakkerij in de Kalverstraat te Rotterdam, en kort daarop het huis de Berg van Sion op de Hoogstraat. De Berg van Sion is een vroegere bierbrouwerij, vermoedelijk bedoeld als uitbreiding van de suikerbakkerij. In een artikel OUDROTTERDAMSCHE CRUYDENIERIE vertelt Mr . Bijlsma daarover:
|
Met Sayon gaat het evenmin voorspoedig: In 1606 verlaat hij plotsklaps Rotterdam als fugitief met achterlating van een desolate boedel. Zijn eigendommen worden door de boedelcurator te gelde gemaakt.
In Engelse archieven over Aliens in London is er sprake van ene Vincent Sayon die in 1618 van het Londens stadsbestuur toegang krijgt tot de beurs van Londen:
|
De vraag is of dit 'onze' Vincent Jr. is. De mogelijkheid bestaat dat hij na het Rotterdamse debacle en faillissement zijn heil als fugitief heeft gezocht in Engeland. In Nederland is als laatste in 1609 een teken van leven bekend van hem. Een andere Engelse link is Cornelis Visitelli, glasmaker te Londen, die Vincents dochter Barbara Sayon huwt.
In het artikel De familie De Queester, Van Brugse Vierschaar tot Virginia Company is ook sprake van een Vlaming Vincent Sayon die uitwijkt naar Londen. Een fragment:
|
Het lijkt erop dat de auteur met deze passage doelt op Vincent Sayon de oudere. Dat is echter niet aannemelijk vanwege zijn sepulture in 1590 in Brugge en het feit dat de Engelse archieven Vincent Sayon pas in 1618 vermelden. De kans is dus groot dat het Vincent Jr. Sayon betreft,
Zus Johanna blijft in Brugge
Johanna Sayon, een van de drie zussen van Anthony Sayon, huwt Judocus (Joost) Gallé in 1576 in Brugge (Sint Walburga). Anders dan haar broers/zus Anthony, Vincent Jr. en Adriana, kiest zij ervoor in Brugge te blijven onder het Spaanse bewind.
Volgens deze bron brengen Johanna en Joos Gallé voort twee dochters en vier zonen en zeer veele kleinkinderen, doch die verzuimd zijn aan te teekenen. Van een aantal kinderen zijn namen en meer bekend:
Van drie kinderen zijn de namen niet bekend. Eén dochter huwt in Antwerpen, de ander met Jhr. Tanjaert. |
Johanna overlijdt in 1639; haar man Joos 33 jaar eerder in 1606.
Zus Adriana handelt in lijnwaet
Adriana Sayon, een andere zus, huwt Hendrik Croes in 1564 in Brugge. Samen krijgen ze minstens drie kinderen;
|
Hendrik Croes is koopman en schepen in Brugge (1580) maar wordt in september 1584 Brugge uitgezet omdat ook hij de catholycke ende roomsche religie niet en hebben willen aenneemen, nochte oock onderhouden.
Het echtpaar zal in Rotterdam neerstrijken. Adriana Sayon woont als weduwe aan de Hoochstraat in Rotterdam (1598, 1608) en handelt in lijnwaet. Adriana Sayon overlijdt in 1619; Hendrik Croes in 1598