Craan, Familie

Uit FamilieWiki
Versie door Thomas (Overleg | bijdragen) op 26 nov 2014 om 20:17
Ga naar: navigatie, zoeken
Over de Zeeuwse familie Craan die diepe Indische wortels schieten. Hoe de VOC een schandalige predikant onteigent en repatrieert, en hoe zijn verlaten half-Indische zoon Johannes opklimt tot topambtenaar en directeur van het opiummonopolie. Hoe zijn zoon Cornelis een glorieuze ruïne aankoopt en een nieuw kasteel erop bouwt, om er maar kort van te genieten. Ondertussen maakt broer Benjamin furore met een kaart van de slag van Waterloo waarvoor Tsaar Alexander I hem beloont met een ring.


In het fraaie houtsnijwerk rond de hoofdingang van het landhuis Tandjong Oost (Groeneveld) in Batavia prijkte een kraanvogel, het wapen van de familie Craan. Het landhuis werd bewoond door Jacobus Johannes Craan en later zijn dochter Catharina Margaretha en de families van Riemsdijk. Huize Groeneveld is in 1985 uitgebrand (foto ca. 1930)

Inhoud

De oudste sporen

Het wapen van de familie Craan. In westerse afbeeldingen wordt vaak een kraanvogel afgebeeld met één poot omhoog en een steen in de klauw. Het staat voor waakzaamheid.

Deze pagina beschrijft de voorouders van Anna Craan, de moeder van Anna Wilhelmina Stork, op haar beurt de grootmoeder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Wanneer Anna Craan trouwt met Derk Willem Stork, verdwijnt de achternaam Craan bij de verdere nakomelingen. De familienaam wordt op verschillende wijzen gespeld; men komt Craan, Craen, Crane, en Kraan tegen.

De familie komt oorspronkelijk uit Sint-Maartensdijk op het eiland Tholen in Zeeland. Familiegegevens van regentenfamilies zijn goed geregistreerd door de Stadsregering van Tholen, waaruit hieronder is geput. A. Romeijn heeft het wel en wee van deze families beschreven, vanaf de satisfactieovereenkomst met prins Willem van Oranje in 1577 tot de val van de Republiek in 1795. Voor de oudste sporen zijn ook de uitgaven handig van De Nederlandsche Leeuw, een langlopend tijdschrift voor genealogie en heraldiek.

De twee vroegste Cranen:

  • Andries Craan, geboren ca. 1580, vermoedelijk in Sint-Maartensdijk, Zeeland zoals zovele van zijn nazaten. Hij wordt op 24 juni 1630 benoemd tot diaken in Sint-Maartensdijk ouderling in 1633.
  • Johannes Craan 'de Oudere' , zoon van voornoemde Andries, geboren in 1606 en gehuwd met Neelken Jans. Johannes is burgemeester, en komt ook voor als 'gezworene' en 'weesmeester'. Johan Craan 'de Jongere' uit 1636 is een van zijn minstens 6 kinderen.

Johan Craan 'de Jongere' (1636)

Een beschrijving van een plechtige eerste-steenlegging an de kaaije deezer steede St.Maartensdijk, voor een niet nader omschreven bouwwerk. Cornelis, een jonge zoon van Johan Craan 'de Jongere', mag de vierde van de zes stenen leggen. Uit het geslachtboek van de familie van Oost (1670)

Johan Craan is geboren in 1636 in Sint-Maartensdijk. Hij is de zoon van Joannes Craan en Neelken Jans. Hij huwt Tanneke Adriaans Tistelet, geboren in Sint- Maartensdijk in 1639. Zij is de dochter van Adriaan Michielsen Tistelet en Mayken Marinus-dochter. Tanneke Tistelet deed geloofsbelijdenis in Sint-Maartensdijk op 27 Jan 1657. Zij krijgen minstens 8 kinderen, waaronder Petrus, Jacobus en Jan Craan, geboren in 1670.

Johan Craan is 'penningmeester dijkage' vanaf 1661 en notaris van 1665 tot 1687. Hij overlijdt in 1687 op een leeftijd van bijna 51 jaar, Tanneke Adriaans Tistelet op een leeftijd van 56 jaar (1696), beiden in Sint- Maartensdijk.

Tanneke Tistelet is betrokken bij een onverkwikkelijke familietwist. Eind 1687 mag zij niet aan des Heeren tafel verschijnen vermits er enige merkelijke onrusten waren gereze met enkele van haar kinderen over de nalatenschap van haar echtgenoot, aldus Kerkeraadsnotulen in 1687. Als ze overlijdt verwerpen haar kinderen de nalatenschap.

Jan Craan (1670)

Jan Craan is geboren in 1670 in Sint-Maartensdijk als zoon van Johan Craan. Hij trouwt met Catharina (Huijbrechts) Pieroom, geboren in 1669 in Kapelle en gedoopt in Biezelinge. Zij is de dochter van Huijbrecht Pieters Oom en Catelijnken Diels. Petrus Craan is een kind van Jan en Catharina. Jan Craan overlijdt in 1722 of 1723 op een leeftijd van van ca. 52 jaar, zijn vrouw in 1755 op een leeftijd van 86 jaar.

Jan Craan volgt zijn overleden vader op in 1687 als penningmeester der dijkage van Sint-Maartensdijk, maar wordt in dit ambt pas bevestigd in 1689. Hij doet zijn geloofsbelijdenis in 1691 en wordt gekozen als diaken in 1693. Van beroep is hij is rentmeester, procureur en notaris. Hij wordt in 1701 een 'gezworene' (beëdigd vertegenwoordiger), mogelijk van het stadsbestuur of de Staten van Zeeland.

Petrus Craan (1700)

Fort Rammekens (ook Zeeburg genaamd) bij Vlissingen, waar Petrus Craan inscheept voor Zuid-Afrika (kaart van Blaeu, 1649)
Foto die de dimensies weergeeft van een VOC-schip; de replica van de Batavia in de buurt van Oostvaardersdijk in Lelystad. De originele Batavia is later (1728) gebouwd dan de Voorburg (1723) waar Petrus Craan op vaart. De Batavia is ook een spiegelschip (platte achterkant) terwijl het fluitschip 't Hof niet altijd Winter een rond achterschip had. De Voorburg was minder lang (ca. 40m ipv 54m van de Batavia maar wel boller.
De route die Pieter Craan volgt naar Indie via Kaapstad. De Indiëvaarders koersen niet langs de Afrikaanse kust, maar steken de Spaansche Zee (de Atlantische oceaan) over en blijven dan een tijd dicht onder de Braziliaanse kust varen. Daarmee maken ze gebruik van gunstige winden. Ook op doortocht na Kaapstad gebruikt men de constante westenwinden om pas ten zuiden van Straat Soenda op noordelijke koers te gaan, dicht onder de Australische kust (aldus vaartips.nl).
Bestand:Bovendek Oost-Indiëvaarder.jpg
Het bovendek van een Oost-Indiëvaarder, getekend in de richting van de fokkemast. Afbeeldingen van het leven aan boord van schepen zijn uiterst zeldzaam. Tekening van Jan Brandes uit 1785/86, Rijksmuseum Amsterdam.

Petrus Craan is zoon van Jan Craan en is in 1700 geboren in Sint-Maartensdijk, Zeeland. Een archief uit Kaapstad waar hij 3 maanden vertoeft, althans een latere aantekening in het origineel, meldt;

Ds. Petrus Kraan was die seun van Joan Kraan en Catharina Pieroom. Hy is in 1699 gebore in St. Maartensdyk op die Seeuse eiland Tholen.

Petrus heeft er waarschijnlijk een jaartje afgelogen als hij in 1724 wil trouwen met Elisabeth Sigismund; voor zijn 25se heeft hij namelijk ouderlijke toestemming nodig. Maar daarover later meer.

Petrus studeert van 1718 tot ca 1723 theologie in Harderwijk, destijds een van de vijf universiteiten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In Middelburg wordt hij bevestigd als predikant. Na een bewogen verblijf in Kaapstad (trouwen), Batavia en Ambon wordt hij in 1733 gerepatrieerd. Petrus' enige geregistreerde kind Jacobus Johannes Craan is geboren in 1728 in Ambon, vermoedelijk verwekt bij een Ambonese vrouw. Eenmaal terug in de vaderland predikt hij in Oost-Kappele en vermoedelijk ook in Antwerpen. Hij sterft op 51-jarige leeftijd in Middelburg (1751).

Predikant op loonlijst VOC

Op 1 juni 1724 vertrekt Petrus Craan naar Nederlandsch-Indië. Hij komt in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en gaat aan boord van het schip 't Hof niet altijd Winter. Het schip vertrekt van de rede van Rammekens, fort en zeehaven ten oosten van Vlissingen. De eerste bestemming is Kaapstad, Zuid Afrika. De eindbestemming is Batavia, de hoofdstad van Nederlandsch-Indië, het huidige Jakarta, hoofdstad van de Republiek Indonesië.

Dankzij de uitloopboeken van het archief van de VOC weten we dat het de maiden trip was van het fluitschip 't Hof niet altijd Winter; een typisch buikig cargoschip uit 1723 van 130 voet lengte (40 meter), 650 ton laadvermogen, en maximaal een 150-koppige bemanning. Het schip zou driemaal op en neer varen tussen Zeeland en Batavia via De Kaap (Kaap de Goede Hoop) en doet daarbij ook een keer Ceylon aan. In totaal maakt het schip 7 grote tochten waarna het in Batavia in 1747 wordt verkocht.

Gort, stokvis en amandelgebak

Als Petrus Craan 5 maanden later op 30 oktober 1724 aanmeert in Kaapstad zijn, conform de attestatie van de scheepschirurgijn, 18 van de 171 personen aan boord overleden. Dat lot zal vooral bemanning en soldaten voor de mast getroffen hebben. De hoge heren zoals opperstuurmeester, opperkoopman en de chirurgijn, maar ook gasten aan boord en de predikant vertoeven achter de mast, waar het leven, relatief gesproken, overdadig luxueus is. Voorin leeft men tussen plunjekisten, kanonnen en handelsgoederen, en slaapt men in hangmatten. Achterin heeft ieder zijn eigen hut, variërend van klein en bescheiden tot comfortabel en voorzien van tafel, stoelen, bed (met matras!), kast en soms een bank. Ook had men een eigen secreet (toilet) waar men zijn gevoeg kon doen.

Belangrijk voor de leefkwaliteit is ook het voedsel. Het gewone scheepsvolk eet in groepen van zes of zeven man gezamenlijk uit één bak. De maaltijden zijn eenzijdig, te zout en veel te vet; 's morgens gort met pruimen en boter, 's avonds erwten, bonen of rijst met boter, en vier maal per week gepekeld vlees (rund of varken) of stokvis. Per dag is er wel ruim een liter bier en een mutsje (1 dl.) wijn of jenever. Achter de mast zijn er vele soorten vlees, vers gevangen vis, poffertjes, pannenkoeken, rijst met krenten, en tijdens de middagthee confiture, noten en amandelgebak.

De omstandigheden verslechteren echter snel naarmate de tocht vordert. Slechte hygiene, ondervoeding, uitdroging en het tekort aan vitaminen beginnen dan hun tol te eisen. Scheurbuik en de ziekten malaria, beriberi, tyfus en dysenterie, houden zo huis onder de scheepsbemanning, dat gemiddeld 15 procent sterft. Op dit specifieke schip zitten 63 soldaten en 108 overige zeevarenden, zoals de bemanning en overige VOC-werknemers. Een sterfte van 18 gevallen is dus iets lager. Men was al blij dat men Kaapstad bereikte, want de kans dat een schip gekaapt werd of schipbreuk leed was 3 op honderd (of 35 schepen in de periode 1650-1700).

Predikant Pieter Craan zal er vermoedelijk dus niet bekaaid afgekomen zijn aan boord; hij heeft zijn eigen hut in de kajuit, verkeert in goed gezelschap en nuttigt gevarieerd voedsel. Het is onduidelijk of hij ook de geestelijke verzorging op zich heeft genomen. Normaal is dat in handen van de ziekentrooster of krankbezoeker, een predikant zonder universitaire opleiding. Deze moet 's-morgens het ochtendgebed en 's-avonds het avondgebed uit een boekje lezen en één of twee psalmen zingen. 's-Zondags moet hij een preek houden en enkele psalmen meer zingen. Als iemand ziek is of op sterven ligt moet de ziekentrooster hem troosten en enkele gebeden voorlezen. Maar ook een 'ongestudeerde' geestelijke verzorger heeft het kajuits-tractement; een eigen kamertje in de kajuit.

Flitshuwelijk in Kaapstad

Dit zal het zicht dat Pieter Craan op Kaapstad heeft na 5 maanden varen. Het fluitschip waar hij op vaart is 'buikiger' dan hier voorgesteld (Anoniem schilderij met de Tafelberg op de achtergrond uit 1762).

Na zijn aankomst op 30 oktober 1724 is het de bedoeling dat hij weer doorreist naar Batavia op hetzelfde schip. Kaapstad is alleen een verversingsstation; het schip wordt gereinigd, zeilen vervangen, proviand ingenomen en personele zaken geregeld. De Voorburg zal een maand later op 26 november 1724 weer doorreizen.

Petrus Craan wil echter langer blijven om de weduwe Elisabeth Sigismund te huwen. Mogelijk is het huwelijk gearrangeerd, maar dat is niet heel waarschijnlijk omdat ze pas twee jaar weduwe is; een korte tijd om e.e.a. afdoende te regelen tussen Zuid-Afrika en Nederland. Hij mag zijn reis niet zomaar onderbreken; daar is toestemming voor nodig van het bevoegde gezag.

Dingsdag den 14 November 1724, voormiddags.
Op het gedaane versoek van den Eerw. predicant, Petrus Kraan, bescheijden op het altans hier aanweesende schip 't Hof niet altijt Winter, is aan denselven geaccordeert alhier eenigen tijt te mogen blijven vertoeven, ten eijne desselfs voorgenomen huwelijk met de wed, van den cassier, Francois Poulle, naar vereijsch te kunnen voltrecken

Elisabeth Sigismund, Petrus Craan's verloofde, is de dochter van Sebastiaan Sigismund, ook Sigmund of Siegmund genoemd, en Gertrud Mabelis van Rheinberg. Zij is geboren in 1697 in Amersfoort en in 1700 meegekomen naar Zuid-Afrika. Haar vader wilde als smid naar Batavia, maar onderbrak zijn reis wegens zijn slechte gezondheid. Hij blijft in de Kaap achter. Elisabeth is dus al bijna haar hele leven in Zuid-Afrika. Van ene Elisabeth Sigismund is bekend dat zij in 1708 een slaaf koopt van Petrus Tarenraad, te weten; Philander, een15-jarige Afrikaanse jongen uit Madaga, Gabon. Vraag is of dit 'onze' 11-jarige Elisabeth Sigismund is.

Als zij Petrus Craan ontmoet is Elisabeth weduwe. Ze trouwde als 15-jarige in 1713 met Francois Poulle, die in 1708 als soldaat naar de Kaap is gekomen. Francois Poulle is opgeklommen tot onderkoopman en kassier onder commissaris Hendrik Becker, en overlijdt rond 1722. Elisabeth wordt ook genoemd in de jaarlijxe reekening der arme penningen, soo van de Caab, Stellenbos als Drakensteijn, het financieel jaarverslag van de armenzorg van de kerk, die 23 Januari 1725 'voormiddags' wordt vastgesteld. Daarin worden een stuk of 15 huisjes met bewoners vermeld waarvan de afdaken te laag zijn en beneden de maat, en dat geeft brandgevaar; in die tijd werd alles opgetrokken uit hout. Men kan de bewoners niet dwingen tot renovatie maar de brandmeester moer er aandacht aan besteden... (...) dat door haar ook met eenen sorge sal moeten werden gedragen dat die bij verval niet weeder werden gerepareert, om dus alle onheijlen van brand dies te beeter voor te kunnen komen.

Op 3 december 1724 trouwt Petrus Craan uiteindelijk met zijn verloofde Elisabeth Sigismund. In de acte wordt hij wordt genoemd als bedienaar des godelijken woords.

Haar krakkemikkige afdak (zie Flitshuwelijk in Kaapstad) zal Elisabeth Sigismund een worst wezen; de weduwe respectievelijk 'just married' wil mee naar Indië met haar man. Op 29 januari 1725 komt het verlossende woord. De Raad van de Kaap de Goede Hoop besluit als volgt;

Maandag den 29 Januarij 1725, voormiddags.
(...) Sijnde laastelijk op de gedane supplicatie van den predicant, Petrus Craan, van het schip 't Hof niet altijt Winter hier verbleeven, aan hem nog geaccordeert geworden om benevens desselfs familie met het aanweesend provisie schip Voorburg naar Batavia te mogen vertrecken.

Voordat hij afreist wordt Petrus Craan door ene Bosman voorgedragen om de overleden predikant van Aken op te volgen. Bosman gaat zijn perkje te buiten, omdat Craan dit aanbod niet wil en ook niet mag aannemen. Hij is VOC-dienaar en voorbestemd om naar Indie te gaan; 'company rules'.

Voordat Petrus Craan kan afreizen moet hij ook een andere zaak regelen. Op 26 februari 1725 verkoopt hij twee slaven;

  • Perkut, een Makassar-slaaf, aan Johannes Pleunis voor 65 Rand
  • Barent, een Balinese slaaf, aan Samuel Wakyers voor 90 Rand.

Dat deze slaven Indisch zijn is niet curieus. De meeste waren afkomstig uit Zuidoost-Azië en India. Zij waren populairder dan de slaven uit naburig Madagaskar en Mozambique vanwege hun grotere vaardigheden als handwerkslieden. De meesten kwamen naar de Kaap in het gevolg van repatriërende compagniesdienaren, die hen aldaar van de hand deden, met name nadat de Heren XVII in Nederland, de bazen van de VOC, in 1713 bepaald hadden dat iedere slaaf die voet aan wal zou zetten in de Republiek vrij zou zijn. De boeren, die zorgden voor de nodige landbouw en veeteelt om de passerende schepen te bevoorraden, hadden al gauw twintig of meer slaven.

Ergens in maart of april 1725 gaan Petrus Craan en Elisabeth aan boord van het VOC schip "De Voorburg" richting Batavia. Deze reis is korter dan het eerste traject naar Kaapstad en kan in twee maanden afgelegd worden, maar gezien de aantredende winter zal het eerder 4 maanden zijn geweest. De weersomstandigheden in de winter van het zuidelijk halfrond zijn namelijk niet optimaal. De reis duurt langer en kent meer risico's omdat men de oostelijke koers langer moet aanhouden om voldoende wind te vangen, Daarna vaart men dicht onder de Australische westkust langs in noordelijke richting. Kapiteins merken de verhulde gevaarlijke koraalriffen en rotsen van het Zuidland (Australië) pas op, als ze er tegenop slaan. Het gebied is nu een ideaal duikgebied vanwege de vele wrakken van VOC schepen.

Eindelijk naar Batavia

Petrus Craan en zijn vrouw Elisabeth komen op 30 juli 1725 aan in Batavia. Het aanmeren van het schip Voorburg wordt beschreven in het Daghregister gehouden in ‘t Casteel Batavia, dat begint met de geestelijke aan boord en het feit dat hij getrouwd is in Kaapstad. Dat het zoveel aandacht krijgt (nog voordat de kostbare lading wordt beschreven!) komt wellicht omdat het niet vaak gebeurt dat er een gestudeerde predikant meekomt.

Vastlegging van de aankomst van het schip Voorburg in Batavia. En marge staat er ... arrivement van Voorburg met den predikant Petrus Craan. (Daghregister gehouden in ‘t Casteel Batavia, 30 juli 1725)

Het Daghregister is moeilijk leesbaar en slecht te ontcijferen; (NB:mocht iemand zich geroepen voelen? zie de foto hiernaast met link).

In't Casteel Batavia 1725 July 30
Tegens den avond verscheen te deezen
reede 't voor.. schip Voorburg komende
van Cabo de Goede Hoop met den Eerw.
predikant Petrus Craan die om des
zelfs huwelijk te voltrecken enige tijd
aan dien ..hoek had moeten ..toeven en
ter deezen en bestaat .et aangebrachte per
voor.. bodem in't volgende te weten
210 latten tarw
1 latt rogge
408 kannen ..
1395 lb: oliphants tanden ..
299 1/2 lb: grove en fijne twijn ..
170 lb: medicinale droger .. (...)

Het schip 'De Voorburg' vergaat overigens in 1726 op haar terugreis in de Indische oceaan (31e breedtegraad zuid) met een cargo ter waarde van fl. 192,640; reizen was niet zonder risico.

Het loopt spaak in Ambon

Bestand:Amboina kaart v3.jpg
Kaart uit het originele boek Beschryving van Amboina van François Valentijn, dat in het jaar dat Petrus Craan naar Indie vertrekt(1724) verschijnt. Mogelijk is Petrus Craan hierdoor geinspireerd.
Petrus Craan in een naamregister van predikanten in Oost-Indie. Hij predikt in de Maleitsche Taal
De oude en nieuwe kerk op het eiland Ambon uit Beschryving van Amboina van François Valentijn. Deze geïdealiseerde weergave zal verre staan van wat Petrus Craan zal hebben aangetroffen.

Petrus Craan en zijn vrouw reizen na aankomst in Batavia nog hetzelfde jaar (1725) door naar Ambon in de Indonesische eilandengroep de Molukken. In de 17e eeuw heette het Amboina, een gebied waar de VOC met harde hand haar lucratieve monopolie op de kruidnagelhandel verdedigde. Het is wederom een lange reis van meer dan 2500 kilometer.

Mogelijk dat Petrus Craan geinspireerd is door François Valentijn. In het jaar dat Petrus Craan naar Indië vertrekt (1724) verschijnt van zijn hand het 764 pagina's tellende boek Beschryving van Amboina;

vervattende een wydlustige verhandeling ... een treffelyke landbeschryving van alle die eylanden ... nette kaarten ... verhaal van de gewoonten, zeden, en plegtigheden van de inwoonders der zelven ... oudste wereldlyke geschiedenissen, en zaaken, in Amboinia ...

François Valentijn vatte zijn taak als dominee ruimer op dan de zorg voor het zielenheil van de bemanning en de bekering van de inheemse bevolking. Hij verbleef 13 van zijn 18 'tropenjaren' in Ambon, en publiceerde veel over Oost-Indiën. Hij was een goed verteller en geeft opmerkelijk brede en precieze beschrijvingen, gelardeerd met kaarten en etsen. Hij verheerlijkte de Nederlandse macht en het imperium in Azië. Zijn magnum opus is het vijfdelige boekwerk Oud en Nieuw Oost-Indiën, dat men beschouwt als de encyclopedie van de VOC-gebieden.

Petrus is acht jaar predikant in Ambon en beheerst de Maleisische taal, getuige het feit dat hij in die taal predikt. Zijn huwelijk met Elisabeth Sigismund strandt echter in 1733. Het wordt ontbonden op klagte van desselfs huisvrouw over zijn schandelijk gedrag. De scheiding vindt plaats in Batavia rond 1733.

Het schadelijk gedrag van Petrus Craan moet ernstig zijn geweest want zijn bezittingen worden hem afgenomen door de VOC en hij wordt via Ceylon gerepatrieerd. De VOC noteert alleen 'laatste vermelding' als reden voor uitdiensttreding op 7 maart 1733. Van de terugreizen ontbreken lijsten met opvarenden; het is nauwelijks bijgehouden of verloren gegaan in de Kolonien.

Petrus Craan zal als impotent aan boord zijn gegaan; een persoon waarvan het dienstverband met de VOC was beëindigd; op de schepen die terugvoeren was dat ruwweg 10% van de opvarenden. Het is niet te traceren, maar het is onwaarschijnlijk dat Petrus Craan nog dezelfde privileges geniet achter de mast als bij zijn heenreis naar de Oost.

Petrus' enige geregistreerde kind Jacobus Johannes Craan is geboren in Ambon 1728, en vermoedelijk verwekt bij een Ambonese vrouw. Zijn ex-vrouw Elisabeth Sigismund overlijdt 2 jaar na de scheiding (11 mei 1735) in Batavia op 38-jarige leeftijd. Het is niet bekend wie zich daarna in Batavia ontfermt over de jonge ca. 7-jarige Jacobus, nadat zijn vader is vertrokken en zijn officiele moeder overleden.

Weer terug bij af

De huidige kerk 'De Brabantse Olijfberg' in Antwerpen-Noord, waar Petrus Craan vermoedelijk predikant was rond 1740.

Eenmaal terug in de Nederlanden pakt Petrus Craan de draad weer op als predikant, getuige de vermelding in een kerkelijk archief van september 1738 van benoemingen landsbreed. Bij het eiland Walcheren staat genoteerd;

OOST-KAPPELLE. Den 10. dezer heeft het Wel. Ed. Colleg. Qualif. gemaakt dit 4tal, namelyk
D. Godewardus Vrolikhert, Matth. Fil. Proponent te Dordrecht.
D. Leonardus Ens, Proponent te Hoorn.
D. Johannes van der Meijer , Predikant te Schoondyke. en
D. Petrus Craan, geweest zynde Predikant te Amboina (= Ambon).

Ook is er sprake van ene predikant Petrus Craan die van november 1739 tot 1741 verbonden is aan de (destijds protestantse) Cruys-Kerke, genaamd 'de Brabantsche Olijfberg' in het overwegend katholieke Antwerpen. De kans is groot dat dit 'onze' Peter is. De kerk in Antwerpen-Noord bestaat nog. Het werd zwaar geteisterd gedurende de Napoleontische tijd en in 1821 herbouwd.

Peter Craan sterft op 51-jarige leeftijd in Middelburg (1751).

Betrouwbare VOC-boekhouding

Veel van bovenstaande gedetailleerde gegevens konden achterhaald worden dankzij de minutieus bijgehouden scheepssoldijboeken van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Voor elk schip dat tussen 1700 en 1795 afvaart, wordt een lijst van opvarenden opgesteld en per werknemer noteert de VOC een uitgebreide salarisberekening.

De boeken bevatten gegevens van zo'n 655.000 matrozen, soldaten en ander personeel. Voor de VOC was het belangrijk om bij te houden wat men voor een opvarende had uitgegeven, voor een scheepskist , uitrusting, maandbrief of de veelgebruikte schuldbrief; een voorschot op het salaris waar de VOC uiteraard rente voor vroeg. Petrus Craan maakte van de twee laatste opties geen gebruik.

Fotogalerij vroege familie Craan

Jacobus Johannes Craan (1728)

Dina Cornelia van Riemsdijk (1807 1877), kleindochter van Catharina Margaretha Craan, de dochter van Jacobus Johannes. De Nederlands-Indische familie integreert geheel in Indonesië.

Jacobus Johannes Craan, zoon van Petrus Craan, is geboren in Ambon in 1728. In 1753 huwt hij met de 15-jarige Johanna Henriëtte Breekpot (ca. 1738), geboren in Japara, een district op het eiland Java. Zij is de dochter van Cornelis Breekpot, een Nederlander, en Margaretha Sophia Ongewassen, een vrouw van Japara-afkomst. Ongewassen betekent in die tijd 'onvolgroeid'; zonder bad was je ‘ongewasschen’. Cornelis Breekpot is VOC- opperkoopman en commandeur van Malabar, ofwel de Peperkust in het zuidwesten van India.

Indische Nederlander

Bestand:Graflkelder Breekpot.jpg
Steen van de voormalige grafkelder waar Johanna Breekpot, vrouw van Jacobus Johannes Craan was bijgezet. De begraafplaats Tanah Abang te Weltevreden is niet meer en wat overblijft staat in het Taman Prasasti Museum. Het opschrift, vrij vertaald; Hier onder rust de oud-Commandeur van Malabar Cornelis Breekpot en zijn familie (foto ca. 1930).

Jacobus Johannes Craan is vermoedelijk een Indische Nederlander, tegenwoordig Euraziaat genoemd. Als kind van een Nederlandse predikant en waarschijnlijk een Ambonese vrouw heeft hij gemengd bloed. Hij zal zelf ook trouwen met een Indisch-Nederlandse. Zijn jeugd is niet florissant. Nadat de VOC de bezittingen van zijn vader heeft afgenomen na beschuldiging van ‘schandalig gedrag' en vervolgens gerepatrieerd heeft, wordt Jacobus achtergelaten in Batavia als 5-jarig jongetje. De rol van zijn officiele moeder is onduidelijk, maar die overlijdt toch twee jaar later.

Van vier kinderen van Jacobus Johannes Craan is e.e.a. bekend;

  1. Catharina Margaretha (1754). Zij huwt in 1773 met Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk, zoon van Jeremias van Riemsdijk (1712), gouverneur-generaal van de VOC, wiens bestuursperiode werd gekenmerkt door verspilling, praalzucht, nepotisme en corruptie.
  2. Cornelis Hendrik Craan (1768)
  3. Jacobus Johannes (geb. 1771). Hij wordt burgemeester van Heumen en belastingontvanger.
  4. Willem Benjamin (geb. 1776).

Het is bekend dat Jacobus Johannes kinderen verwekt bij andere (Indische) vrouwen in zijn huishouden, alleen weten we niet welke. Bij een zoon kan de gegeven achternaam een indicatie zijn; een jongen krijgt vaak een andere (verzonnen) naam mee als het 'niet zuiver' is verwekt, bijvoorbeeld de omgekeerde achternaam 'Kjidsmeir' bij de vele onechtelijke kinderen van de Van Riemsdijken. Maar dat geldt niet altijd. Bij een meisje maakt het niet uit omdat die toch haar naam verliest bij het trouwen. De kans dat Catharina Margaretha meer Indisch bloed heeft dan haar broers is dus groter. Zoals de foto laat zien heeft haar kleindochter duidelijk Indische trekken, ook omdat in de huishoudens 'Van Riemsdijk' na Jacobus Johannes deze praktijk voortduurt.

Jacobus en Johanna overlijden beiden in 1780 in Batavia. Johanna Breekpot wordt begraven op het Hollandse Kerkhof in Batavia, in de grafkelder van de familie Breekpot, die vader Cornelis heeft laten bouwen. Johanna's laatste resten leggen de weg af van haar tuinhuis aan de weg Molenvliet naar de grafkelder op het Hollandse Kerkhof.

Van kindsoldaat tot hoge Indische bestuurder

Jacobus Johannes Craan begint als jongetje onderaan de ladder en treedt met zijn 13e in het leger als soldaat aan de pen. Hij trotseert discriminatie maar lift uiteindelijk mee met een nieuwe trend in het Bataafse politieke leven van de achttiende eeuw; hij bekleedt posten die normaal voorbehouden zijn aan mannen die geboren of opgevoed zijn in Europa.

Jacobus Johannes Craan maakt carrière binnen het apparaat van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en klimt op tot hoofdbestuurder van Makassar. In 1772 wordt hij buitengewoon lid van de Raad van Indië(raad-extraordinair), het hoogste bestuursorgaan direct onder de gouverneur-generaal van Indië, en verhuist naar Batavia. Ook verwerft hij 1775 de lucratieve positie van directeur van de Amfioensociëteit, het bedrijf dat het monopolie heeft op de handel in opium. Van de aandelen die hij verkrijgt zullen ook zijn zonen nog profijt hebben.

De bekroning van zijn carrière is zijn aanstelling in 1780 tot gewoon lid van de Raad van Indië (raad-ordinair). Hij zal dit zelf echter niet meer meemaken. De 'missive 'van de bewindhebbers inhoudende zijn benoeming, valt op zijn deur(kokos)mat als hij al overleden is. Opmerkelijk dat er bijna 5 maanden zit tussen zijn benoeming (25 mei) en zijn overlijden (10 oktober); koloniale snailmail?

De carrière van Johannes Johannes Craan, onder welker uitstekendste ambtenaren uit de laatste helft der 18de eeuw hij eens zou gerangschikt worden, wordt beschreven in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW). Zijn vele ambten illustreren het complexe bureaucratische apparaat van het koloniale bestuur, dat in handen was gegeven van de particuliere handelsonderneming VOC.

Een schematische weergave van hoe de VOC georganiseerd was. 'Patria' (vaderland) is oranje, rest is overzee. Om het zoeken te besparen; Johannes Johannes Craan klimt op van linksonder tot het middelste groene blokje; de Hoge Indische Regering. Het plaatje staat interactief op een uitgebreide VOC-site.
  • 1746 Gezworen klerk ter Algemeene Secretarie
  • 1748 Onderkoopman
  • 1749 Dagregisterhouder
  • 1752 Koopman en eerste klerk
  • 1758 Opperkoopman
  • 1761 Lid der commissie tot samenstelling der Bataviasche statuten. Aan hem was het te danken, dat deze traag werkende commissie met haar taak gereed kwam in 1764.
  • 1764 Secunde en hoofdadministrateur op Makassar welke aanstelling op zijn verzoek werd ingetrokken. Daardoor bleef hij voorloopig ambteloos.
  • 1766 Heemraad
  • 1767 Oud-boekhouder-generaal titulairen met het daartoe staande honneur uit aanmerking van zijne langjarige diensten en het genoegen dat denzelven gegeeven heeft in het colligeeren der statuaire wetten
  • 1771 Raad-extraordinair van Indie
  • 1775 Commissaris politicus, Eerste buitenregent der hospitalen en directeur der Amfioen Societeit (1775).
  • 1777 Commissaris Bataafse Bovenlanden, bekleed tot zijn dood. Hij maakt zich in 1778 verdienstig door een instructie tot het aanplanten en bereiden der indigo, welker lezing duidelijk maakt hoeveel moeiten aan de bereiding van indigo verbonden waren.
  • 1780 Raad-ordinair van Indie. Hij sterft voordat de benoeming hem bereikt.

Landgoed Groeneveld

AFMAKEN Hij kocht in 1763 het landgoed Tandjoeng-Oost of Groeneveld. In het fraaie houtsnijwerk rond de hoofdingang van het landhuis Tandjong Oost (Groeneveld) in Batavia prijkte een kraanvogel, het wapen van de familie Craan. Het landhuis wordt bewoond door Jacobus Johannes Craan en later zijn dochter Catharina Margaretha en de families van Riemsdijk. Huize Groeneveld is in 1985 uitgebrand.

Zoons verplicht naar Nederland

De drie zonen van Jacobus Johannes Craan worden naar Nederland gestuurd voor scholing. Dit is testamentair vastgelegd. Ook mogen zijn zoons niet vóór hun meerderjarigheid naar hun geboorteland terugkeren. Dit 'voorrecht' is niet voorbehouden aan zijn legitieme dochters; het wordt niet nodig geacht voor hun sociale ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer de drie jongens naar Nederland zijn gestuurd; ze zijn bij het overlijden van hun vader hooguit 12 jaar. Wel is bekend dat ze nooit meer terug zullen keren naar Oost-Indie, terwijl hun zus Catharina Margaretha er een hecht bestaan zal opbouwen.

Cornelis Hendrik Craan (1768)

Een kort en bewogen leven

Cornelis Hendrik Craan wordt geboren in 1768 in Batavia. Hij is de zoon van Jacobus Johannes Craan. Cornelis trouwt in 1784 op18-jarige leeftijd met de 14 jaar oudere Catharina Theresia Maus von Köhler. Zij is dan al weduwe van Andreas Bernardus de Bons en is meerdere malen moeder. Cornelis Hendrik en Catharina wonen na hun huwelijk eerst in Grave en later in Maastricht, waar drie jaar later in 1789 hun enige dochter wordt geboren Catharina Wilhelmina Theresia Craan. In hetzelfde jaar overlijdt Catharina. (CONFLICT: geboorte 2 juli, overlijden 22 mei)

Vijf jaar later (1794) hertrouwt Cornelis Hendrik met de 20 jaar jongere zuster van Catharina; Johanna Georgia Maria Theresia Maus von Köhler. Na twee jaar wordt hun enig kind geboren, Anna Craan, maar twee jaar nadien (1798) sterft ook Cornelis Hendrik; hij wordt maar 30 jaar oud. Zijn broer Jacobus Johannes, burgemeester van Heumen, is verwikkeld met de executie van zijn testament en de administratie van zijn effecten.

De weduwe Johanna Maus von Köhler hertrouwt 6 jaar later (1804) met Frederik Stork, de 'stadsdoctor' van Zutphen. Johanna is een goede partij voor hem want zij is mede-erfgenaam van het Kasteel te Heumen. Haar dochter Anna Craan zal later (1818) trouwen met de 10 jaar jongere broer van haar stiefvader Derk Willem Stork.

De jonge koper van een kasteel

Kasteel Heumen in 1742 door Cornelis Pronk

Even ten zuiden van Nijmegen, in de uiterwaarden dichtbij de Maas en de Maasbrug lag ooit het imposante Kasteel te Heumen. Als Cornelis Hendrik Craan de ruine van dit kasteel koopt (1791) is hij pas 23 en al weduwnaar van zijn eerste vrouw.

Hij is meester in de rechten en woont in Maastricht. Hij verkoopt zijn huis aan de St.Pieterstraat (1791), koopt het Kasteel te Heumen, en wordt daarmee beleend. Hij verbouwt het kasteel, maar kan er maar kort van genieten; 7 jaar na de aanschaf sterft hij.

Zijn dochter Anna Craan wordt geboren in het kasteel en zal de eerst 13 jaar van haar leven met haar moeder wonen totdat het kasteel in 1809 verkocht wordt.

Kaartenmaker Benjamin

AFMAKEN

Anna Craan (1796)

Anna Craan is het enige kind van Cornelis Hendrik Craan en Johanna Georgia Maria Theresia Maus von Kohler. Ze is geboren in 1796 in Heumen.

In 1818 trouwt ze in Zutphen met Derk Willem Stork, een 10 jaar jongere broer van haar stiefvader Frederik Stork, de 'stadsdoctor' van Zutphen. Derk Willem is geboren in 1788 in Oldenzaal, en is de zoon van Jurriaan Engelbert Stork en Henrietta Rosina Dorothea van Döhren.

Van Anna en Derk Willem zijn 8 kinderen bekend die de volwassenheid bereiken:

  1. Cornelis Hendrik Stork (1820, Oldenzaal - 1905, Almelo)
  2. Charles Theodorus Stork (1822, Oldenzaal - 1895, Oldenzaal)
  3. Johanna Henrietta Stork (1824 - 1870)
  4. Anna Wilhelmina Stork (1826, Oldenzaal - 1902, Hengelo)
  5. Juriaan Engelbert Stork (1828, Oldenzaal - 1893, Hengelo)
  6. Coenraad Craan Stork (1829 - 1863)
  7. Frederika Stork (1832 - 1899)
  8. Anna Stork (1839, Oldenzaal - 1908, Hengelo)

Derk Willem Stork overlijdt in 1847 in Oldenzaal op een leeftijd van 59 jaren. Anna Craan overlijdt 34 jaar later in 1881 in Oldenzaal op een leeftijd van 84 jaar.

Fotogalerij latere familie Craan

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen