Brandt, Familie
(→Gerard Brandt de jonge (1657)) |
(→Gerard Brandt de jonge (1657)) |
||
Regel 308: | Regel 308: | ||
[[File:Brandt Gerard (jongere) 1657.jpg|left|200px|]] | [[File:Brandt Gerard (jongere) 1657.jpg|left|200px|]] | ||
− | Gerard Brandt de jonge (1657) is remonstrants predikant in Dokkum, Kampen, Schoonhoven (1678) en Rotterdam (1680-1683). Hij huwt Elisabeth Verduin in 1680. Hij heeft een bijzondere aanleg voor vreemde talen en is zeer geïnteresseerd in geschiedenis. Hij maakt reizen naar Engeland en België. Zijn moeder Cornelia Brandt vermaakt in haar testament twee tekeningen van haar zoon aan haar zoon uit haar eerdere huwelijk; Mr. Gerard de Haes. Ze zijn vervaardigd door Willem Paets na het onfortuinlijk jong overlijden van haar zoon op zijn 26-jarige leeftijd. | + | Gerard Brandt de jonge (1657) is remonstrants predikant in Dokkum, Kampen, Schoonhoven (1678) en Rotterdam (1680-1683). |
+ | |||
+ | Hij huwt Elisabeth Verduin in 1680. Hij heeft een bijzondere aanleg voor vreemde talen en is zeer geïnteresseerd in geschiedenis. Hij maakt reizen naar Engeland en België. | ||
+ | |||
+ | Zijn moeder Cornelia Brandt vermaakt in haar testament twee tekeningen van haar zoon aan haar zoon uit haar eerdere huwelijk; Mr. Gerard de Haes. Ze zijn vervaardigd door Willem Paets na het onfortuinlijk jong overlijden van haar zoon op zijn 26-jarige leeftijd. | ||
==== Joannes Brandt (1660) ==== | ==== Joannes Brandt (1660) ==== |
Versie van 27 okt 2015 om 20:38
Drie generaties Gerard Brandt; een geloofsvluchteling uit Antwerpen, een vernuftig uurwerk- en instrumentmaker te Amsterdam die filosoof en wiskundige René Descartes kende, en als laatste de bekendste Gerard of Geeraardt. Hij wordt predikant om zijn toekomstige vrouw Suzanna, dochter van de bekende professor Barlaeus, te veroveren, en eindigt als succesvol dichter en geschiedschrijver. | Na een jeugdig gruwelstuk schrijft hij bio's van Michiel de Ruyter (kritiekloos maar compleet), Vondel (na het bijgelegd te hebben met hem) en Hugo de groot (ja, van die boekenkist), en en passant de hele geschiedenis van de Reformatie. Het wordt allemaal nog steeds gelezen en geraadpleegd. Zijn tijd vooruit (dichten zonder rijm) maar ook het plagiaat niet schuwend, zoals bij zijn grafrede voor Hooft. | En dan zijn vrouw Suzanna van Baerle; intelligent, ontwikkeld, muzikaal, zanglustig en poëtisch creatief, die niet zomaar trouwt zonder slag of stoot. Over het mooie portret van Govert Flinck is nog niet het laatste woord gezegd; is het wel of niet Suzanna? Over haar naamgenoot Suzanna van Baerle, vrouw van uitvinder Christiaan Huygens, wat voor nogal wat verwarring zorgt. |
Deze pagina beschrijft de voorouders van Cornelia Brandt (1666), dochter van predikant, dichter en (geschieds)schrijver Gerard Brandt. Zij is voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker.
Door haar huwelijk met Reinier Leers (1654) verdwijnt de achternaam Brandt bij haar verdere nakomelingen.
Inhoud |
Gerard Brandtzn. (1570)
Gerard Brandtzn. is geboren in 1570 in Antwerpen. Na zijn vlucht uit Antwerpen rond of na 1585 vestigt hij zich in Amsterdam.
Hij huwt aldaar Bayke Jaspers (ook Baile genoemd) in 1592. Het huwelijk wordt ingezegend in de Kalverstraat in het huis de Halve Goude Reaal door predikant Joost Populier, in het bijzijn van de wederzijdse vaders en moeders, en getuigen François de Schot en Dirk Alewyn.
Van de vijf kinderen bereikt alleen het laatste kind Andries niet de volwassenheid. Degenen die wel overleven:
|
Bayke Jaspers overlijdt in 1638. Het is niet bekend wanneer Gerard Brandtzn. overlijdt.
Gerard Brandt (1594)
Gerard Brandt is geboren in 1594, binnen Middelburg op de borgt in de witte handt. Hij is de zoon van Gerard Brandtzn. (1570) en Bayke Jaspers. In 1623 huwt hij Cornelia (Neeltje) Jeroens, ook Jeruens, geboren 1589.
Het huwelijk wordt ingezegend door door den ouden Geldorpius. Bedoeld wordt Heinricus Geldorpius, een predikant die zijn naam ontleent aan zijn geboortedorp Geldrop.
Het is triest dat de vijf van hun acht kinderen, namelijk Anna, Jeronimus, Antony, Anna en Maria, op jonge leeftijd sterven; tussen enkele maanden en 2,5 jaar, Alleen drie kinderen halen de volwassenheid:
|
Nadat zijn eerste vrouw overlijdt in 1644 op een leeftijd van 55 jaar, hertrouwt hij in 1645 met Margrietje Ster, waarmee hij geen kinderen heeft. Gerard Brandt overlijdt in 1659 op een leeftijd van 65 jaar.
Vernuftig uurwerkmaker
Gerard Brandt is een vernuftig uurwerk- en instrumentmaker te Amsterdam. Hij maakt ook zonnewijzers.
Het Groot algemeen historisch, geografisch, genealogisch, en oordeelkundig woorden-boek, Volume 2 uit 1725 meldt daarover:
|
Met Renatus des Cartes wordt de Franse filosoof en wiskundige René Descartes bedoeld, ook bekend onder zijn gelatiniseerde naam Cartesius.
Gerard Brandt is ook liefhebber en kenner van Nederduitse poëzie en hoofd van de Amsterdamse schouwburg.
Gerard Brandt (1626)
Gerard Brandt (wikipedia) is geboren in 1626, zoon van Gerard Brandt (1594) en Neeltje (Neteltje) Jeroens. Hij huwt de vier jaar oudere Suzanna van Baerle (1622), dochter van Caspar van Baerle (1584) en Barbara Sayon. Er is sprake van zes kinderen, waarvan er één, het derde kind Geeraert, jong sterft; op zijn 26e. Het heet dan dat hij in de vaag des levens stierf (jeugd/bloei). Er zijn vooralsnog maar van 4 kinderen gegevens bekend. Mogelijk dat de missende dochter Anna heet.
|
Alle drie de zonen worden remonstrants predikant. Suzanna van Baerle overlijdt in 1674 op een leeftijd van 52 jaar, 11 jaar eerder dan haar man. Door de biografie die kleinzoon Joan schrijft over gerard Brandt weten we dat ze een ziekbed van enkele maanden moet doormaken waarin zij veel pijn heeft geleden, veroorzaakt door een ongemak aan haar borst.
Gerard Brandt hertrouwt in 1675, een jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw, met Katharina van Sorgen. Gerard Brandt overlijdt in 1685 op een leeftijd van 59 jaar, tijdens een reis naar Rotterdam. Hij is daar in de Franse Kerk begraven.
Zijn voornaam vind je in de meest wilde spellingsvarianten; Geraart, Geeraert, Geeraardt, Geeraerdt en zelfs Geerraardt. Dat komt mede omdat Brandt zelf ... hierin, volgens de gewoonte dier tijden, zeer onstandvastig was.. Met andere woorden; hij maakt er een potje van. Ook zijn achternaam spelt hij soms als Brant.
Schrijver van zijn tijd
Gerard Brandt volgt eerst in de voetsporen van zijn vader en vervaardigt zonnewijzers en mechanische uurwerken. Aangespoord door zijn toekomstige vrouw wordt hij predikant, dichter en (geschied)schrijver. Hij is een typische schrijver van zijn tijd en heeft publicaties van hedendaagse onderwerpen op zijn naam. Zijn levens van Hooft en Vondel markeren het begin van de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving:
- Het Leven en bedryf van den Heere Michiel de Ruiter. Lees meer over deze kritiekloze doch onthullende biografie in paragraaf Over zeeheld Michiel de Ruyter.
- Zijn grafrede op Pieter Corneliszoon Hooft in 1647 brengt hem grote roem, maar al snel schande als blijkt dat het deels plagiaat is. Zie paragraaf Aanval op Vondel met plagiaat.
- Hoewel Brandt en Joost van den Vondel lang gebrouilleerd zijn geweest hebben ze het uiteindelijk bijgelegd. Leven van Vondel (1682) verschijnt drie jaar na Vondels overlijden, en de eerste is in een lange reeks Vondel-biografieën.
- Het roemruchte verhaal van de ontsnapping van Hugo de Groot in een boekenkist wordt door de publicatie van Brandt, als proza opgetekend uit de mond van dienstmeisje Elselina, één van de klassiekers van de Nederlandse geschiedschrijving. Het verhaal is zo aansprekend dat de echte kist van Hugo de Groot geclaimd wordt door velen; de kist bevindt zich in Slot Loevestein zelf, het Rijksmuseum in Amsterdam, de Prinsenhof in Delft, en ergens in New York.
- Als kerkhistoricus is Brandt vooral bekend door zijn vierdelige Historie der Reformatie een werk waarvan vooral de eerste twee delen nog steeds worden geraadpleegd door kerkhistorici van diverse pluimage. De auteur laat zich erin kennen als een ironisch en tolerant mens met een afkeer van elke vorm van godsdienstig fanatisme.
- Historie der vermaerde zee- en koopstadt Enkhuisen, nog steeds een belangrijke bron voor de vroege geschiedenis van Enkhuizen.
Daarnaast zijn er van de hand van Brandt puntdichten, grafschriften en bijschriften die na zijn dood zijn gebundeld.
Zijn vooruitstrevendheid blijkt uit een rijmloos gedicht Op het sluiten der Eeuwige Vrede dat hij voor de viering van de Vrede van Munster (1648) maakt.
In literaire kringen barst de discussie los over noodzaak en nut van rijm in poëzie; Brandt brengt in dat rijm vroeger nuttig was als geheugensteun voor voordragers, maar dat - net zoals bij de klassieken-; gedichten zonder rijm ook schoonheid van maat, klank, diepgang en ritme kennen.
Het heeft weinig zin; het dwangmodel met rijm en zinloze en ongemakkelijke enjambementen die de voordracht bemoeilijken wint het en blijft de norm vele eeuwen. De recalcitrante Brandt brengt desondanks nog twee rijmloze gedichten uit: een lykdicht op Frederik Hendrik en De tranen van den Apostel Petrus.
Obsceen gruwelstuk
Gerard Brandts gaven blijken al vroeg. Hij kan goed tekenen en schrijft als 17-jarige het treurspel De veinzende Torquatus. Het stuk wordt in 1645 opgevoerd in de Amsterdamse schouwburg. Blijkbaar is het een groot succes, maar daar kan ook zijn vader de hand in hebben gehad; hij is regent van de Amsterdamse schouwburg. Gerard volgt zijn passie niet maar wordt horlogemaker totdat zijn toekomstige vrouw Suzanna van Baerle in het vizier komt.
Als Gerard een gevierd schrijver en dichter is wil hij niet meer herinnerd worden aan De veinzende Torquatus. Hij vindt het maar onfatsoenlijk, en het is inderdaad een nogal obsceen gruwelstuk. Hedendaagse uitvoeringen, zoals door theatergroep Kwast (september 2015), zullen hem een doorn in het oog zijn. De website van Kwast meldt over deze uitvoering:
|
Michiel de Ruyters kritiekloze lofrede
In 1681 krijgt Gerard Brandt van Engel de Ruyter, zoon van de Nederlandse zeeheld Michiel de Ruyter, de opdracht een biografie over zijn in 1676 overleden vader te schrijven.
Het werk; Het Leven en bedryf van den Heere Michiel de Ruiter, dat na hun beider dood in 1687 zou verschijnen, is een belangrijke bron van informatie over de admiraal; het is voltooid door Brandts zoons Caspar en Johannes. Engel de Ruyter betaalt vierhonderd gulden aan Brandt, vermoedelijk als betaling voor de opdracht. Het boek is vele malen herdrukt.
De monumentale levensbeschrijving van Michiel de Ruiter telt 1063 pagina’s en een register van 23 pagina’s. Het is een belangrijke bron geweest voor de biografie van de Ruyter uit 1996 van Ronald Prud'homme van Reine, Hoewel het boek van Brandt vooral een lofrede is op De Ruyter, zonder kritische kanttekeningen, levert hij wel een indrukwekkende prestatie.
Op basis van een wirwar van aantekeningen en paperassen heeft hij een leesbaar boek geschreven, en zonder deze biografie zouden we nu veel minder over De Ruyter weten.
In zijn voorwoord richt Brandt zich tot de weduwe van Michiel de Ruyter, Anna van Gelder. Hij schrijft ondermeer:
|
Aanval op Vondel met plagiaat
Grote bekendheid krijgt Brandt door zijn grafrede op Pieter Corneliszoon Hooft in 1647. De rede wordt in de Amsterdamse Schouwburg uitgesproken door Adam van Zjernes (ook Germez), een toneelspeler. In de rede is Hooft d'eenige Poëet, die d'Amstel had voortgebracht, een duidelijke aanval op van den Joost van den Vondel.
Brandts rede is echter grotendeels een vertaling van de lijkrede van Jacques Du Perron op Ronsard, die hij voor eigen werk laat doorgaan, waarna hij van plagiaat wordt beschuldigd in het geschrift Aen den onbeschaemden letter-dief. Van Brandt zijn meer puntdichten, grafschriften en bijschriften bekend die na zijn dood zijn gebundeld.
Inspirerende en twijfelende Suzanna
De literaire capaciteiten van de jonge Gerard Brandt trekken de aandacht van Caspar van Baerle, zijn toekomstige schoonvader. Brandt wordt opgenomen in 1646 in van Baerles artistieke kringen.
Op zijn beurt wordt Brandt aangetrokken door Caspars dochter Suzanna die beschreven wordt als een begaafde vrouw: intelligent, ontwikkeld, muzikaal, zanglustig en poëtisch creatief. Beide ouders waren geschoold.
Nadat Suzanna als dertienjarige haar moeder verliest wordt ze met haar jongere zuster Elizabeth grotendeels opgevoed door hun oudere zusters.
Joost van den Vondel brengt haar zijn hulde in een gedichtje Op d' Afbeeldinge van Susanna van Baerle (1653) en de dichter Jan Vos roemt haar zingen in een vers aan haar zuster Anna Alle de Gedichten (1662).
Volgens de biografie van Brandt, geschreven door zijn kleinzoon Joan de Haes, staat zijn horlogemaekerij hem in de weg bij zijn toenadering tot Suzanna:
|
Dit is voldoende aanmoediging. Om haar hand te verwerven gaat Brandt op zijn 22ste jaar theologie studeren.
Over haar innerlijke tweestrijd over het huwelijk lezen we meer in Het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (DVN):
|
Suzanna en Gerard huwen als hij in 1652 remonstrants predikant is. Naast meerdere gedichten van Brandt op en aan zijn vrouw, die allen van een gelukkig huwelijksleven getuigen, zijn er ook gedichten van Suzanna aan Gerard Brandt gericht vóór en rond hun huwelijk: Antwoord (1651) en Aan mijn Vrient (1652). Soms schrijft ze de preken die ze hoort beknopt op, waar haar man er zijn voordeel mee doet tijdens zijn theologische studie en daarna in zijn predikambt. Ze blijft bescheiden en schrijft humoristisch op;
|
Dus maalde Flink myn blonde morgenzon
|
Zo luidt de titel van een gedicht van Gerard Brandt, gepubliceerd in 1658. Lange tijd werd gedacht dat het onderwerp van het gedicht, een schilderij van Govert Flinck, verloren was gegaan. Brandt refereert naar wat lijkt zijn vrouw met strofen als myn zielzon die my brant, die my verteert en licht. Maar het is ook een grote lofuiting aan het adres van schilder Govert Flinck:
|
Tom van der Molen, projectcurator bij CODART, een internationaal netwerk van curators van Nederlandse en Vlaamse kunst, beargumenteert dat het moet gaan om het vrouwenportret van Govert Flinck waarvan men in de afgebeelde vrouw Margaretha Tulp zag. Het schilderij dook op in 1986 en hangt in het Gemäldegalerie Alte Meister in Kassel, Duitsland.
Die identificatie is volgens van der Molen in zijn artikel niet langer houdbaar. De afgebeelde kan alleen Suzanna van Baerle zijn, Brandt's vrouw.
De tulp, die zo'n belangrijke rol speelde in de eerdere identificatie is niet een toespeling op de achternaam van de afgebeelde, maar maakt deel uit van de iconografie van het beeld. Zowel het gedicht van Brandt als het schilderij van Flinck bevatten elementen van de maand mei en de lente, waar de tulp een centraal element is.
Flinck lijkt direct te zijn beïnvloed door een schilderij van Joachim von Sandrart, een Duits graveur die actief was in Amsterdam, en wiens ‘Maand Mei er een is uit een serie maandschilderijen voor de keurvorst van Beieren.
Net zoals in het schilderij van Flinck, wordt er een jonge vrouw getoond in een bloementuin met een prominente tulp.
De verzen op het schilderij van Sandrart van Joost van den Vondel en Caspar van Baerle, de vader van Brandts bruid, zinspelen op de maand mei als goede tijd om te trouwen en dat het mei zal blijven zolang de tulp bloeit. Suzanna van Baerle lijkt dus als bruid afgebeeld te zijn in een iconografie naar het gedicht van haar beroemde vader.
Brandt schreef ook een tweede gedicht over een andere schilderij van zijn vrouw. Dit kan het portret geweest zijn van Gerard Pietersz. van Zijl, dat wordt geprezen door Vondel , en genoemd door kunsthistoricus Ernst Wilhelm Moes in zijn Iconographia Batava.
Het Portret van Suzanna van Baerle is eerder een uitwisseling van gunsten tussen kunstenaars en dichters, dan een traditionele portretopdracht. Het is typisch voor de Gouden Eeuw, waar veel kruisbestuiving ontstaat tussen schilders en dichters, die ook 'marketing' voor elkaar plegen.
Suzanna's persoonsverwisseling
De echtgenote van dichter Constantijn Huygens, vader van de eveneens bekende wetenschapper en uitvinder Christiaan Huygens heet ook Suzanna van Baerle.
Al sinds de vroege 19e eeuw bestaat het misverstand dat deze Suzanna de dochter van dichter Caspar van Baerle moet zijn geweest. Wat was namelijk mooier dan twee grote Nederlanders, de schrijver van Baerle en de dichter Huygens, die verbonden waren door een huwelijk!
Vanwege het grote leeftijdsverschil tussen Huygens en 'onze' Suzanna van Baerle speculeerde men dat zij dan wellicht toch een zus van Caspar van Baerle zou kunnen zijn.
Huygens' echtgenote is echter een heel andere vrouw, en wel de 23 jaar oudere Suzanna van Baerle (1599 - 1637), door Hooft en Huygens bezongen vanwege haar schoonheid. Zij is de dochter van Jan van Baerle (gestorven 1605), koopman, en Jacomina Hoon (gestorven 1617). De twee Suzanna's worden nog steeds verwisseld, en het werkt door in geschriften en zelfs wikipediapagina's in andere talen, die ondergetekenden dan maar snel corrigeren.
Er zijn aanwijzingen dat de twee Suzanna's wel familie zijn, en mogelijk achternicht zijn of verder terug.
De zonen van Gerard Brandt
NOG UITWERKEN, komt van
Veel informatie over de familie Leers komt van H.J. Beckmann, die voor zijn studie aan de Universiteit in 2008 een dissertatie schreef over de reconstructie van de omvangrijke collectie van Arnout Leers (1698, broer van Johanna Leers) die in 1767 geveild werd.
Caspar Brandt (1653)
Caspar Brandt (1653-1696)
Portret van Caspar Brandt, door M. Musscher/P. v. Gunst. Het onderschrift is als volgt: Deez’ print verbeeld alleen het minste deel van Brandt Barleus naamgenoot en neef (1) . Zijn vlug verstandt En geest en Schranderheit en Godgewijde driften Zijn onbeschrijfbaar, maar te kennen uit zijn Schriften P. Bos Zoon van Geeraert Brandt2 en Suzanne van Baerle. Remonstrants predikant in Schoonhoven 1675, Hoorn 1678, Warmond 1679, Alkmaar 1682, Rotterdam1683, Amsterdam1686-1696. 1e huwelijk: 11 augustus 1681 met Sara Zwaardekroon. 2e huwelijk: in 1686 met Leonara Tongerloo. 3e huwelijk: 5 maart 1691 met Agatha Taats. Hij was een matig letterkundige, maar zijn preken waren van een veel hoger gehalte. Vele van zijn preken zijn postuum gepubliceerd. Nadat zijn vader gestorven was, heeft hij samen met zijn broer Joannes het manuscript van zijn vader, Het Leven en Bedryf van den Heere Michiel de Ruiter uitgegeven in 1687, alsmede de Daghwyser der geschiedenissen in 1689.
(1) Caspar Brandt was geen neef van Barlaeus, maar een kleinzoon.
Gerard Brandt de jonge (1657)
Het onderschrift is als volgt:
- Soo sietmen GERARD BRAND den tweede van dien naam
- Een Naam, met liefde in ’t hert, met eer in alle monden:
- Hoewel den eerenprijs die haren roem betaam,
- Onmoog ’lijk na verdienste op Aarde werd gevonden:
- En schoon men trof hem min in omtrek dat ’s geen nood
- Men heeft zijn schaduw zelf gedoodverft na de dood.
- J. Oudam
Gerard Brandt de jonge (1657) is remonstrants predikant in Dokkum, Kampen, Schoonhoven (1678) en Rotterdam (1680-1683).
Hij huwt Elisabeth Verduin in 1680. Hij heeft een bijzondere aanleg voor vreemde talen en is zeer geïnteresseerd in geschiedenis. Hij maakt reizen naar Engeland en België.
Zijn moeder Cornelia Brandt vermaakt in haar testament twee tekeningen van haar zoon aan haar zoon uit haar eerdere huwelijk; Mr. Gerard de Haes. Ze zijn vervaardigd door Willem Paets na het onfortuinlijk jong overlijden van haar zoon op zijn 26-jarige leeftijd.
Joannes Brandt (1660)
Joannes Brandt (1660-1708)
Joannes Brandt, door Petrus Schenk (tekenaar). Het onderschrift is als volgt: Indien Welsprekentheit naar ’t leven zich liet malen, Zij zou in schijn van Brandt dus voor onze oogen pralen, De harten roeren met haer Goddelijke Stem, De geest van vader Brandt en Baerle hoort naer hem, En moedigt hem om kloek hun voorbeelt naer te streven Om nevens hen altijd onsterffelijk te leven. D. van Hoogstraten Zoon van Geeraert Brandt en Suzanne van Baerle. Remonstrants predikant in Hoorn 1682, ’s-Gravenhage 1684, Amsterdam 1696-1708. Trouwde op 7 juli 1682 met Wilhelmina Klopper. Zijn beide broers Caspar en Gerard waren betere predikers. Op de volgende pagina staan twee afbeeldingen gemaakt door Lubieniecki (Lubienitzki) van Joannes Brandt, (Zie ook File Leers 95.) Zijn zoon Joannes studeerde ook theologie, maar overleed in 1708. Zijn dochter Suzanne Wilhelmina (1687-1759) trouwde met Jacob van Merken (1691-1754).Hun dochter Lucretia Wilhelmina van Merken was een bekende dichteres. (Zie ook File Leers 45) Ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig huwelijksfeest van Arnout Leers en Christine Uylenbergh schreef zij het gedicht dat op de volgende pagina’s is afgedrukt.