Waterreus, Familie

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Van Delft naar Roermond)
(Van Delft naar Roermond)
Regel 104: Regel 104:
 
[[File:trekschuit 1850.JPG|thumb|400px|Tegelvoorstelling van een trekschuit uit dezelfde periode (1850) dat de familie Waterreus ermee verhuist van Delft naar Roermond]]
 
[[File:trekschuit 1850.JPG|thumb|400px|Tegelvoorstelling van een trekschuit uit dezelfde periode (1850) dat de familie Waterreus ermee verhuist van Delft naar Roermond]]
  
De Waterreuzen komen vanuit Delft in Roermond terecht, als Jacob Waterreus, die te Delft onderwijzer is aan de openbare school, begin 1853 benoemd wordt tot directeur van de net opgerichte normaalschool van de zusters Ursilinen. Deze van de stichting van J.C.M. Lamberts "de heilige pastoor van Thildonck“ aan de Voogdijstraat in Roermond. De positie staat vacant voor iemand van onbesproken gedrag op wiens gedrag niet het minste aan te merken is. Dat geldt voor Jacob die daarnaast bekend staat als vakman. Zijn kleindochter Angelina zou later aan hetzelfde instituut haar opleiding tot onderwijzeres krijgen.  
+
De Waterreuzen komen vanuit Delft in Roermond terecht, als Jacob Waterreus, die te Delft onderwijzer is aan de openbare school, begin 1853 benoemd wordt tot directeur van de normaalschool van de zusters Ursilinen. Deze school is net opgericht door de stichting van J.C.M. Lamberts "de heilige pastoor van Thildonck“ en ligt aan de Voogdijstraat in Roermond. De positie staat vacant voor iemand van onbesproken gedrag op wiens gedrag niet het minste aan te merken is. Dat geldt voor Jacob die daarnaast bekend staat als vakman. Zijn kleindochter Angelina zou later aan hetzelfde instituut haar opleiding tot onderwijzeres krijgen.  
  
 
De familie arriveert in Roermond met al haar hebben en houwen per trekschuit, en raakt ingeburgerd in Roermond. Jacob is 25 jaar secretaris van "Geloof en Wetenschappen" en een hartstochtelijk kegelaar, in welke sport hij een aantal eerste prijzen in de wacht sleept, maar ook 's avonds vaak van huis is. Hij heeft grote belangstelling voor zijn vak, en van zijn hand verschijnt een leerboek van de vaderlandse geschiedenis, en een boek over opvoedkunde.
 
De familie arriveert in Roermond met al haar hebben en houwen per trekschuit, en raakt ingeburgerd in Roermond. Jacob is 25 jaar secretaris van "Geloof en Wetenschappen" en een hartstochtelijk kegelaar, in welke sport hij een aantal eerste prijzen in de wacht sleept, maar ook 's avonds vaak van huis is. Hij heeft grote belangstelling voor zijn vak, en van zijn hand verschijnt een leerboek van de vaderlandse geschiedenis, en een boek over opvoedkunde.

Versie van 24 aug 2014 om 22:54

UNDER CONSTRUCTION Hier en daar nog flarden tekst en lege alinea's. Kom later nog eens terug!

Bestand:Marcus Waterreus 3 V3.jpg
Marcus Waterreus, grootvader van Max de Haan op ??-jarige leeftijd (1???)

Inhoud

Oorsprong en legende

Oud half faience bord met vis of zeemonster in blauw op wit fond

De familie Waterreus is afkomstig uit Scheveningen en, voor zover bekend, terug te voeren tot één persoon. Alle Waterreuzen stammen af van Dirk Waterreus, geboren in 1545. De familie draagt het patroniem Dirksen (zoon van Dirk, dat weer afgeleid is van Theodorus) maar men noemt zich Waterreus. In Scheveningen is het voeren van een bijnaam in die tijd gebruikelijk.

Het is onduidelijk waarom men de bijnaam Waterreus kiest. Men schrijft het vaak toe aan de legende van de waterreus, die handelt over een verstoten jongeling, net zo buitengesloten als de katholieke Waterreuzen in het overwegend protestants Scheveningen. Ook heeft de legende katholieke symboliek, zoals het "kruisje maken op het voorhoofd" door het meisje Mooi.

Het kan ook zijn dat een familielid te maken heeft gehad met het aanspoelen van een groot zeedier aan de kust, destijds onbekende "zeemonsters". Zo bewaart een kerk van Scheveningen nog een enorme kaak van een potvis van heel lang terug. Daarnaast wordt gespeculeerd dat de naam staat voor "handelaar in schoon water", "een sterke of grote voorouder nabij een waterloop" of een "voorouder afkomstig uit een overzees land".

Hoe het ook zij; Waterreus wordt van bijnaam een achternaam. De naam wordt voor het eerst officieel geregistreerd bij het huwelijk van Theodorus (Dirck) Waterreus rond 1667.

De waterreus en het meisje Mooi

Geen beelden van een waterreus, wel het schilderij "Jongeman bij de zee" van Hippolyte Flandrin (1836)

Aan de familienaam Waterreus is de legende van de waterreus verbonden.

De waterreus is een jongeling die voor Scheveningen in zee leeft. Hij is vervloekt en gedoemd voor altijd in de golven te leven. Alleen een meisje dat 's nachts met haar wijsvinger drie kruizen op zijn voorhoofd maakt, kan hem redden. Een straatarme weduwe heeft een beeldschone dochter, Mooi genaamd, die elke dag uit vissen wordt gestuurd zodat ze niet verhongeren. De waterreus heeft een oogje op haar en drijft vissen in overvloed in haar netten. Het meisje deelt de vis ruim uit, maar wordt beschimpt door jaloerse dorpsgenoten. Als het meisje de waterreus doorkrijgt moet ze niets meer van hem hebben.

Het meisje staakt haar tochten tot ze op een nacht toch terugkeert naar haar heimelijke bondgenoot. Ze verklaren elkaar de liefde en de waterreus vraagt of ze mee de diepte ingaat naar zijn kristallen paleis. Haar plicht jegens haar behoeftige moeder weerhoudt haar en zij vraagt op haar beurt of de jongeling met haar meegaat. Daarvoor moet ze wel de ban verbreken. Ze doorstaat stormen en monsters maar het lukt haar om drie kruizen op het voorhoofd van de jongeling te slaan. Hij kom aan land, ze trouwen en hebben een talrijk nageslacht.

In jaargang 29 (1865) van De Gids, een cultureel en literair tijdschrift dat sinds 1837 gepubliceerd wordt, staat een artikel dat refereert naar de legende van de Waterreus. De integrale versie is op de pagina Waterreus legende te vinden.

Protestantse omslag in Scheveningen

Achterbuurtje in Scheveningen. De Waterreuzen dragen bewust geen lokale klederdracht zoals op de prent uitgebeeld

Rond 1572 doet de Reformatie zijn intrede in Scheveningen. Als de Spanjaarden Den Haag en Scheveningen voorgoed verlaten wordt de enige pastoor Cornelis Willemsz. protestant. Het is het begin van de Hervormde predikanten. De meeste inwoners scharen zich achter hem met uitzondering van vier gezinnen, die Rooms-katholiek blijven. Daartoe behoort ook de familie van Dirk Waterreus. De omslag gaat bruusk en gepaard met vijandigheid jegens de katholieken. Uit de kerkhistorie van Scheveningen (1965):

(...) De overlevering wil, dat op zekere dag de gehele Scheveningse kerk, de pastoor incluis, en bloc tot de hervormde leer overging. Afgaande op het oordeel van een toenmalige roomse geschiedschrijver over deze pastoor, die hem "een toomelooze monnik en landverwoester" noemt, zou die overlevering wel eens een grond van waarheid kunnen bevatten.
Het jaar 1578 betekende dus, voorlopig althans, het einde van de Rooms - Katholieke Kerk te Scheveningen en men kan vrijwel aannemen dat er op het einde van de 16e eeuw zo goed als geen Roomsen meer waren. Een plakkaat gaf, op boete van ƒ 200,- geen huizen, schepen of velden voor roomse godsdienstoefeningen af te staan. Zij die het waagden deze diensten te leiden werden met levenslange verbanning bedreigd.
Toch gebeurde het wel dat een geestelijke de wet trotseerde. Zo is bekend, dat omstreeks 1630 een zekere Engelbertus Kenniphoven met een draagbaar altaartje de dorpen rondom Den Haag en ook Scheveningen bezocht en bij zijn huisbezoeken tevens kinderen doopte.

Katholieke buitenbeentjes

De Waterreuzen worden vanaf de Reformatie eind 16e eeuw lange tijd min of meer uitgesloten van de visvangst en moeten zich als kleine zelfstandige handhaven in een gesloten vijandige omgeving. Handelen in vis doen ze wel. Ze blijven Rooms-katholieke buitenbeentjes. Als onafhankelijke voerlui dragen ze ook niet de lokale klederdracht van Scheveningen.

Rond 1650 zullen de Waterreuzen in Scheveningen waarschijnlijk contact gehad hebben met de uit België afkomstige priester Zacharias de Metz van de Spaanse Legatie. Vermoedelijk heeft deze priester hen gewezen op de mogelijkheid om in Den Haag in de Statie aan de Oude Molstraat (daterend van 1605) hun Rooms-Katholieke geloof voort te zetten. In het Calvinistische noorden waren de Staties plaatsen waar men heimelijk de eigen godsdienst kon uitoefenen.

De segregatie is ook de reden dat er tot circa 1800 vooral binnen de familie wordt getrouwd. Het leidt tot kenmerkende eigenschappen, waardoor vele waterreuzen nu nog op elkaar lijken. De oorspronkelijke Waterreuzen hebben donkere ogen en krullend haar, typische Frankische kenmerken, in tegenstelling tot de blonde sluikharige Scheveningers die ook veel Fries bloed hebben.

Vanaf circa 1800 verspreiden meer gezinnen Waterreus zich over Nederland, nu ze in aantal zijn toegenomen. Hoewel de meeste Waterreuzen nog in Den Haag en Rotterdam wonen, zijn ze ook in Roermond en Eindhoven neergestreken, waar ze in grotere Rooms-katholieke gemeenschappen beter kunnen assimileren.

Brieven van het strand

Visser in Scheveningse streekdracht. (ca. 1880)

De Gids, een cultureel en literair tijdschrift dat sinds 1837 uitgegeven wordt, publiceert in haar jaargang 29 (1865) een artikel waar de familie Waterreus in voorkomt. Die familie blijkt dan nog heel talrijk te zijn in Scheveningen. De vertaalde "Brieven van het strand" van de Duitse onbekende auteur zijn gericht aan een zekere Emilie. Twee fragmenten daaruit.

Scheveningen, 31 Julij 1864.
Mijne Lieve Emilie!
(...) Even als bij ons de halve bevolking van Pfauheim Müller heet, zoo is er hier een naam, die alle andere beheerscht: Waterreus. Men vindt hier Waterreus den bakker, Waterreus den winkelier in koloniale waren, Waterreus den melkverkooper, Waterreus den verhuurder van rijtuigen, Waterreus den herbergier en nog twintig andere Waterreuzen meer. Ik geloof dat bovendien de helft der visschers Waterreus heet. En in waarheid, geen naam kon meer geëigend wezen voor deze plek en voor dit volk. Waterreuzen (Wasserriesen) zijn het, die lieden, wier gansche leven aan de worsteling met winden en golven gewijd is.
(...) Met regt mogen zij waterreuzen genoemd worden, die stevige, zwaar gebouwde kerels, met dat bruin gezigt onder het stoppelig blonde haar, met die breede borst in het ruime wollen hemd gehuld, zoo als zij bij de terugkomst van hun vaartuig, dat op de golven voor het uitgeworpen anker blijft schommelen, te water gaan en vierkant op hunne stevige beenen door de branding heen naar het land waden, beladen met de vruchten van hunne vangst. Te halverlijve en hooger reiken hun de baren, wier schuimende kruinen hun dikwijls over het hoofd spatten. Maar met rustigen tred schrijden zij voort en duiken met hunne vracht druipend op aan het strand.

Vroege voorvaders

Dirck Waterreus (1545)

Theodorus Waterreus (1568)

Theodorus Waterreus werd geboren in 1568 te Scheveningen. Hij huwde Neeltje Pieters 1601 te Den Haag. Hij overleed 1643 te Scheveningen op een leeftijd van 75 jaren.

Jacobus Waterreus (1601)

Theodorus Waterreus (1628)

Dirck Jacobse Waterreus Katholiek gedoopt in Den Haag op 17-03-1628 en begraven in Scheveningen 24-02-1714 Beroep voerman. Waarschijnlijk exploiteerde hij de trekschuit tussen Scheveningen en Den Haag. Daarom is het wapenschild van de waterreuzen een zilveren anker in een blauw veld. Dat was niet zozeer een adelijk wapen maar meer een aanduiding van op het huis.

Keizerstraat.,Scheveningen [FROM 1680]

Jacob Waterreus (1668)

Marcus Waterreus (1710)

schoenmaker

Theodorus Waterreus (1744)

Franswater naast Branderij,Rotterdam [TO 4 JUN 1801]

Jacobus Waterreus (1785)

Jacobus Waterreus is geboren in 1785 te Scheveningen. Hij huwt Johanna van der Lubbe (1790), dochter van Gerardus van der Lubbe en Joanna van der Doorn. Jacobus Waterreus overlijdt in 1858 te Rotterdam op de leeftijd van 73 jaren, zijn vrouw in 1860.

Jacobus Waterreus is van beroep schoenmaker.

Jacobus Waterreus (1824)

Jacobus (Jacob) Waterreus is geboren in 1824 te Rotterdam. In 1849 huwt hij in Delft met Cornelia Adriana Groenewegen, geboren in 1829 te Delft, en dochter van Cornelis Groenewegen en Maria Drabbe. Hij overlijdt in 1892 te Roermond op een leeftijd van 67 jaar, zijn vrouw Cornelia Adriana Groenewegen 16 jaar later in 1908, Roermond.

Van Delft naar Roermond

Tegelvoorstelling van een trekschuit uit dezelfde periode (1850) dat de familie Waterreus ermee verhuist van Delft naar Roermond

De Waterreuzen komen vanuit Delft in Roermond terecht, als Jacob Waterreus, die te Delft onderwijzer is aan de openbare school, begin 1853 benoemd wordt tot directeur van de normaalschool van de zusters Ursilinen. Deze school is net opgericht door de stichting van J.C.M. Lamberts "de heilige pastoor van Thildonck“ en ligt aan de Voogdijstraat in Roermond. De positie staat vacant voor iemand van onbesproken gedrag op wiens gedrag niet het minste aan te merken is. Dat geldt voor Jacob die daarnaast bekend staat als vakman. Zijn kleindochter Angelina zou later aan hetzelfde instituut haar opleiding tot onderwijzeres krijgen.

De familie arriveert in Roermond met al haar hebben en houwen per trekschuit, en raakt ingeburgerd in Roermond. Jacob is 25 jaar secretaris van "Geloof en Wetenschappen" en een hartstochtelijk kegelaar, in welke sport hij een aantal eerste prijzen in de wacht sleept, maar ook 's avonds vaak van huis is. Hij heeft grote belangstelling voor zijn vak, en van zijn hand verschijnt een leerboek van de vaderlandse geschiedenis, en een boek over opvoedkunde.

Het Bisschoppelijk College

Het Bisschoppelijk College in Roermond

Jacobus Waterreus wordt in 1868 de eerste leerkracht en hoofdonderwijzer van de Rooms-katholieke parochiale lagere school van het Bisschoppelijk College van Roermond. Het Bisschoppelijk College met haar internaat stond hoog aangeschreven. O.a. de latere minister-presidenten Louis Beel en Jo Cals waren leerlingen. In 1879 sticht Jacobus Waterreus een nieuwe particuliere Rooms-katholieke school en nam 33 leerlingen mee van zijn voormalige school.

Op zijn webpagina over het Bisschoppelijk College vermeldt Pieter Simons daarover het volgende.

De voorbereidende klas met vakken van gewoon en uitgebreid lager onderwijs heette officieel RK parochiale lagere school, maar werd in de volksmond al gauw Klein-College of Paredis-school genoemd. In 1890 kreeg ze eigen gebouwen in de Munsterstraat, waar ze tot de zeventiger jaren van de twintigste eeuw in gehuisvest bleven.
De bekende hoofdonderwijzer J. Waterreus was in 1868 de eerste leerkracht, het algemene toezicht en godsdienstonderwijs werd verzorgd door de priesterleraar Th. Smeyers. Waterreus stichtte in 1879 een nieuwe particuliere RK school en nam 33 leerlingen mee. Aan het kleincollege volgde S. Frencken hem op. De particuliere school kreeg in de loop der jaren steeds minder leerlingen en hield ergens tussen 1887 en 1891 op te bestaan. Door het hoge schoolgeld op het Klein-College waren de leerlingen allen zonen van gegoede ouders.

Marcus Cornelius Josephus Waterreus (1861)

Bestand:Marcus Waterreus 2.jpg
Marcus Waterreus op ??-jarige leeftijd (19???)

Marcus Cornelius Josephus Waterreus is de zoon van Jacobus Waterreus en Cornelia Adriana Groenewegen. Marcus Waterreus werd geboren in 1861 te Delft. Hij huwt zijn eerste vrouw Maria Elisabeth Hubertina (Marieke) Tijssen in 1888 te Roermond. Marieke Tijssen is de dochter van Petrus Josephus Hubertus (Josef) Tijssen en Petronella Angelina Hubertina Franssen. Zij werd geboren in 1867 te Roermond.

Marieke Tijssen heeft een zwakke gezondheid en overlijdt op 25 jarige leeftijd (1893) in Roermond. Ze sterft één jaar na de geboorte van het enige kind dat de volwassenheid behaalt; Angelina Adriana Josephina Maria (Lina) Waterreus, geboren in 1892 te Roermond. Twee andere kinderen overlijden op vroege leeftijd.

Een jaar na de dood van Marieke Tijssen huwt Marcus Waterreus opnieuw. Hij treedt in 1894 op 33-jarige leeftijd in Roermond in het huwelijksbootje met Petronella Bernardina Clasina Frerkers. Dit huwelijk brengt 5 kinderen voort, waarvan ook enkelen op vroege leeftijd overlijden. Marcus Waterreus overlijdt in 1939 op een leeftijd van 77 jaar in Eindhoven.

Drukker met pauselijk eerbetoon

Marcus Waterreus treedt niet in de onderwijssporen van zijn vader en wordt drukker. Daarvoor gaat hij in opleiding in Delft en Leiden. ln een bijgebouw in de tuin, waar zijn vader nog een tijdlang een eigen schooltje heeft, begint hij zijn drukkerij. Hij geeft diverse periodieken uit zoals "het Kerkelijk nieuws- en advertentieblad" en het "Weekblad van den Limburgschen Landbouwbond en den Zuid-Nederlandschen zuivelbond", op dat moment het meest verspreide blad in de provincies Limburg en Noord-Brabant.

Zijn concurrent en grootste rivaal is de Roermondse drukkerij "Romen en Zonen" waarvan bekend is dat die op minder collegiale wijze klanten van Marcus afsnoept. Voor zijn verdiensten als drukker wordt hij beloond met twee pauselijke onderscheidingen: de "Bene Merenti" en de "Pro Ecclesia et Pontifice".

Neef Marinus en de Reichstagbrand

Neef Rinus van der Lubbe die ter dood wordt gebracht vanwege de brand van de Reichtstag

Marinus (Rinus) van der Lubbe (1909, Leiden - 1934, Leipzig, Saksen), achterneef van Marcus Waterreus is een Nederlandse communist die veroordeeld wordt voor brandstichting van de Reichstag op 27 februari 1933. Het Rijksdaggebouw is het Duitse parlementsgebouw in Berlijn.

Rinus van der Lubbe krijgt in 1934 de doodstraf. Hij wordt wel beschouwd als het eerste Nederlandse slachtoffer van de Nazi's.

De families Waterreus en van der Lubbe hebben innige familiebanden. Naast het huwelijk van Jacobus Waterreus, Marcus's grootvader, met Joanna van der Lubbe, trouwt ook Marcus' nicht Margaretha Waterreus (1765) met ene Joannes van der Lubbe (1752).

Fotogalerij Marcus Waterreus

Angelina Adriana Josephina Maria (Lina) Waterreus (1892)

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen