Rijshouwer, Familie

Uit FamilieWiki
Versie door Thomas (Overleg | bijdragen) op 2 apr 2015 om 16:20
Ga naar: navigatie, zoeken

Pieter Rijshouwer (1728)

Bestand:Molens 3 aangekruist-resized.jpg
Oude kaart van Papendrecht met een aantal molens omcirkeld. De meest middelste is korenmolen 'De Hoop' van Pieter Rijshouwer in de Kerkbuurt. Linksonder Dordrecht (1767)

Pieter Rijshouwer, zoon van Arie Rijshouwer is geboren in 1728 in Heinenoord. Hij overlijdt in Papendrecht. Hij is getrouwd met Teuntje de Jong, dochter van Arie de Jong en Aagje van der Lek. Ze krijgen 12 kinderen waarvan bekend is dat 5 de volwassenheid bereiken:

  1. Antonetta Rijshouwer (1759, Papendrecht - 1819, Zuid-Beijerland), gehuwd met Johan Arieszn. Rijsoort
  2. Arij Rijshouwer (1762, Papendrecht - 1842, Rotterdam), gehuwd met Catharijna de Hoog (1766)
  3. Hendrik Rijshouwer (1767 - 1849), gehuwd met Jenneke Schorteldoek.
  4. Johannis Rijshouwer (1770, Papendrecht - 1851, Rotterdam)
  5. Aagje Rijshouwer (1765 - 1838, beiden Papendrecht), gehuwd met Teunis Janszn. van Os.

Pieter Rijshouwer wordt op 31-jarige leeftijd (1759) molenaar op de molen ‘De Hoop’, een van de oudste molens van Papendrecht. Volgens historica-schrijfster H.W.G. van Blokland-Visser op haar website stond deze molen in de 2e dorpskern van Papendrecht met de Kerk, het Huis te Papendrecht, de School, de Pastorie, een Herberg, een Bakker, een Smid en de Korenmolen. In 1664 was de korenmolen nog van hout en zijn oorsprong gaat terug naar begin 17e eeuw. Of Pieter Rijshouwer eigenaar was van de korenmolen is niet bekend. Vaak worden molens verpacht en dan maar voor enkele jaren. De Rijshouwers krijgen wel steeds meer molens in bezit.

Zijn zonen Hendrik Rijshouwer(1767) en Johannis Rijshouwer (1770) worden ook molenaars. Hendrik neemt de molen 'De Hoop' over van zijn vader (zie het verhaal hieronder) en Johannis wordt molenaar en brander en distillateur op de korenwindmolen 'De Lelie'.

Hendrik Rijshouwer (1767)

De molenbuurt in Papendrecht met op de achtergrond korenmolen "De Hoop", inmiddels van steen en overgegaan van vader Pieter Rijshouwer op zoon Hendrik (begin 19e eeuw)

Pieter wordt in 1805 opgevolgd op de korenmolen door zijn jongste zoon Hendrik Rijshouwer. Deze Hendrik laat de oude korenmolen "De Hoop" afbreken om een nieuwe grotere en hogere molen van steen te bouwen met meer maalcapaciteit. Hij kondigt aan in de Dordrechtse Courant op 16 januari 1810:

Op zaturdag den 27 january 1810, des namiddags ten 2 uren, zal Hendrik Ryshouwer, koornmolenaar. te Papendrecht in de herberg het Bruine Paard aldaar, aanbesteden, het timmerwerk voor een nieuwe steene molen, met deszelfs leverantie; alsmede het maken, vermaken en leveren van het, yzer-en staalwerk, alles, by bestekken breder omschreven, dewelke van nu te lezen liggen in genoemde herberg. Nader onderrigting te bekomen by den, bovengenoemden.

Als de molen opgeleverd is legt zijn zoontje Adriaan een gedenksteen met het opschrift:

Weleer was ik van hout
maar nu van steen herbouwd
en hoger vlucht gegeven.
Ik zoek het bestaan
in het malen van graan
zo nodig voor het leven.

Uit een inventarisatie van 1815 blijkt dat de molen 1200 zakken graan per jaar oplevert, wat veel is in die tijd.

Maria Veth en haar echtgenoot Pieter Anthonij Rijshouwer, zoon van Hendrik Rijshouwer (a8??), korenmolenaar op de korenmolen 'De Hoop" en koopman in Papendrecht (ca. 1880)

Hendrik overlijdt op 72-jarige leeftijd aan cholera, zes dagen nadat zijn vrouw Jenneke Schorteldoek dodelijk geveld wordt door dezelfde ziekte. Pieter Anthonij Rijshouwer, zoon van Hendrik, neemt de molen over van zijn vader en is succesvol, ook als koopman.

Pieter Anthonij Rijshouwer behoort tot de welgestelde inwoners van Papendrecht en zijn naam wordt genoemd in akten bij aanbestedingen als borg voor de aannemers in Papendrecht. Misschien dat dat hielp om aan de Nationale Militie te voldoen door 'plaatsvervanging'; iemand anders gaat in zijn plaats in dienst.

Als hij geld leent aan zijn broer Hendrik Johannes Rijshouwer, die een beschuitfabriek wil beginnen maar daarbij mislukt, raakt hij bijna failliet.

De molen 'De Hoop', eens de trots van het dorp, wordt in 1918 gesloopt. Er was te weinig werk, voornamelijk wegens de concurrentie van nieuwere stoom-aangedreven maalderijen.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen