Haan de, Max - loopbaan

Uit FamilieWiki
Versie door Thomas (Overleg | bijdragen) op 23 aug 2014 om 13:12
Ga naar: navigatie, zoeken

Inhoud

Overzicht van zijn loopbaan

Max de Haan is voornamelijk werkzaam in de textielindustrie als bedrijfseconoom en directeur. Hij is daarvoor ook international actief. Een overzicht van zijn carrière:

  • Na afronding van zijn studie (1950) treedt Max als bedrijfseconoom in dienst bij het textielbedrijf Hatéma in Helmond.
  • Hij wordt voor Hatéma in 1963 uitgezonden naar Madrid om een fabriek op te zetten voor de productie van Suwide, een destijds nieuw en innovatief behang op plasticbasis. Het gaat langer mee dan papieren behang en het onderhoud is stukken minder. De fabriek in Alcala de Henares, 30 km oostelijk van Madrid, gaat goed lopen als grote hotels het product gaan aankopen. Tot januari 1970 is Max algemeen directeur van Suwide Española.
  • Bij terugkomst in Nederland wordt hij in 1971 groepsdirecteur van de dochters van Gamma Holding, waarin Hatéma in is opgegaan. De bedrijven zitten in Europa, voornamelijk Frankrijk. In 1975 is Max 25 jaar werkzaam bij Gamma Holding, hetgeen gevierd wordt op 17 oktober 1975. Hij ontvangt de obligate gouden horloge.
  • Vanaf 1977 is hij vijf jaar algemeen directeur van de kousenfabriek Jansen de Wit. Hij saneert het bedrijf en breidt de internationale activiteiten uit. Bij zijn afscheid laat hij een bedrijf achter met een positieve balans. Onder zijn opvolger gaat het bedrijf echter failliet.
  • Als Max 62 jaar is (1982) gaat hij met vervroegd pensioen. In datzelfde jaar wordt hij benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau en krijgt het lintje op de verjaardag van zijn moeder; 1 april 1982. Zijn tweelingbroer Cas de Haan is eerder benoemd tot Ridder van deze orde. In hetzelfde jaar verwezenlijkt hij zijn grote wens om een pelgrimstocht te lopen van Frankrijk naar Santiago de Compostela.
  • In 1983 legt Max de Haan zijn functies neer als bestuurslid van Nederlandse en Europese koepels van textielfabrikanten Fenetextiel, Mailleurop en Comitextil. Hij bekleedt commissariaten bij Innofa (1982 - 1992) waarvoor hij in Sri Lanka actief is, bij Fam Peep Couperus dir(?) (1984) en bij Fantasia (tot 1986). In 1983 wordt 'liquiditeitscommissaris' bij Hofnar om de afhandeling van het faillissement te begeleiden. Hij werkt aan een akkoord met de crediteuren dat in 1985 bereikt wordt.
  • Zijn laatste functie op zijn 78e is bestuurslid van Eeckenrhode, een vereniging van bewoners van een serviceflat met ca. 90 appartementen voor senioren in Waalre.

Kousenfabriek Jansen de Wit

advertentie voor kousenfabriek Jansen de Wit in Schijndel in betere tijden (voor 1970)
Onrust over Jansen de Wit in het Brabands Dagblad (1976 en 1977)
Bestand:Janssen de wit jubilaris.jpg
Max de Haan onerscheidt een jubilaris bij Jansen de Wit

De kousen- en sokkenfabriek Jansen de Wit in Schijndel is een familiebedrijf met het predikaat Koninklijk dat een grote bloei doormaakt na de oorlog met de opkomst van de nylon kous. De merken BX, Veronica, Jovanda, Setter Set en MAHAMA, zijn gemeengoed voor een hele generatie tot de jaren '70 van de vorige eeuw. In de hoogtijdagen werken er meer dan 3000 mensen in verschillende vestigingen en toeleverende ateliers.

In de jaren '70 krijgt het bedrijf het moeilijker door de opkomende concurrentie uit Italië, Oost-Europa en Israël, en er speelt een lastige opvolgingskwestie binnen de familie van de grondleggers.

Na eerdere subsidies besluit het kabinet Den Uyl in 1976 geen steun meer te geven aan de noodlijdende kousenfabriek. Dat betekent dat de fabriek moet sluiten. Vurige regionale pleidooien en protestdemonstraties leiden ertoe dat het kabinet inbindt. De overheid stelt als eis voor een tweede injectie van subsidie dat de fabriek grondig saneert en fuseert met andere bedrijven. Het is de laatste poging om het bedrijf van nog zo'n 1700 werknemers er bovenop te helpen.

Max de bedrijvendokter

In 1976 wordt Max de Haan gepolst door directeur-generaal Molkenboer van het ministerie van Economische Zaken om directeur te worden op verzoek van zijn minister Ruud Lubbers. Dit komt vermoedelijk door zijn faam als ‘bedrijvendokter’. Bij Hatéma heeft hij buitenlandse dochterbedrijven onder zijn hoede gesaneerd. Bij zijn aantreden haalt hij de bezem door het oude familiebedrijf. Hij schaft zaken af als 'de directiechauffeur', hoewel die wel in dienst blijft en ander werk mag doen. Hij begint op 1 juli 1977.

Na een turbulent eerst jaar weet Max de Haan stabiliteit terug te krijgen in het bedrijf. Hij breidt het productiebedrijf in Tunesië uit, dat zodanig rendeert dat het de (te) hoge kosten in Nederland compenseert. Het is het begin van de trend om productie uit te besteden naar lagelonenlanden. De voornamelijk vrouwen in het Tunesische bedrijf krijgen beter betaald dan vergelijkbare produktiemedewerkers in Tunesië.

Max is vijf jaar algemeen directeur van Jansen de Wit tot hij in 1982 afscheid neemt en met pensioen gaat. Bij zijn afscheid laat hij een bedrijf achter met een positieve balans. Zijn opvolger Willemse heeft geen industriële ervaring en huurt dure managementbureau's in. De goede mensen lopen weg en het bedrijf gaat alsnog failliet in 1985. Willemse wordt op non-actief gesteld en vecht dit juridisch aan. De indrukwekkende betonnen fabrieksgebouwen worden later gesloopt.

Rond 1990 verschijnt een artikel over de ondergang van Jansen de Wit in het tijdschrift Mens en Bedrijf. Het artikel is integraal overgenomen op de pagina Jansen de Wit deconfiture.

Internationaal actief

Onverkoopbare beertjes na de boycot van de Olympische Zomerspelen van 1980 in Moskou

Max is gedurende zijn loopbaan internationaal actief, als directeur van Jansen de Wit om afnemers en toeleveranciers te zoeken, maar ook binnen koepels van Europese textielfabrikanten. Hij bezoekt Perzië, het huidige Iran, in 1975, Amerika (1976), Bangkok, Hong Kong en Korea (1978). In Bombay komt hij vaker; ook in 1979 en 1980. In 1981 reist hij naar Singapore, Bangkok, Rome en wederom Bombay. Enkele anekdotes:

  • Tijdens de Perzië-trip raakt hij in op weg terug van Teheran in april 1975 verzeild in de start van de Libanese burgeroorlog. Na een overnachting in Beiroet moet hij hals over kop met een taxi terug naar het vliegveld. De taxi rijdt zo snel als mogelijk, en Max maakt zich zo klein mogelijk tussen zijn twee koffers op de achterbank tegen de beschietingen. Hij bereikt ongedeerd het vliegveld.
  • Op weg naar de VS in 1976 drinkt hij wat met wereldkampioen boxen Cassius Clay in het barretje in de upper deck van de Boeing Jumbo 747. Cassius Clay is beter bekend door zijn later aangenomen moslimnaam Muhammad Ali. De tijden van het barretje en entertainment aan boord zijn al lang voorbij, hoewel Virgin Airlines deze later weer introduceert (2014).
  • In Bombay maakt hij kennis met een fabrikant die een apart procedé heeft ontwikkeld om sokken met gebreide tenen te produceren De voor die tijd innovatieve sokken hebben de claim gezonder te zijn volgens de idealistische Indiase fabrikant. Max koopt wat partijen; een leuk nicheproduct voor Nederland. Max herinnert zich deze man bij een bezoek aan Bombay. De fragiele fabrikant eet alleen vis en druiven en zit in een mooi gewaad in lotushouding achterin zijn lange Rolls Royce. Als Max hem vergezelt hoopt hij alleen dat de Rolls niet te hard remt...
  • Max de Haan kent ook missers in zijn carriere. Als de Zomerspelen van1980 in Moskou worden geboycot door de VS en andere Westerse landen, blijft hij zitten met grote aantallen onverkoopbare knuffelbeertjes; de mascotte 'Misha' van Moskou 1980. Iedereen in de familie krijgt volop beertjes cadeau en ze zijn nog jaren later te vinden, rondslingerend in huis.
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen