Ekker, Familie

Uit FamilieWiki
Versie door Thomas (Overleg | bijdragen) op 4 jun 2014 om 19:20
Ga naar: navigatie, zoeken

Inhoud

De Ekkers: Dokters, Twentse fabrikanten en Mormonen

Derk Willem Ekker toen hij ongeveer 38 jaar oud was

Deze pagina's handelen over de voorouders van Derk Willem Ekker (1863), de vader van Bob Ekker-Swertz. Zijn eigen levensverhaal is hier te vinden. Zijn voorouders zijn traceerbaar tot eind 17de eeuw. Hieronder worden ze beschreven langs de mannelijke opvolgingslijn. Bob Ekker-Swertz is de 'eerste generatie', haar vader de tweede en zo achteruit tellend. Ook de familie Stork -vanwege zijn moeder Anna Wilhelmina Stork- komt aan bod. Aan het einde van deze pagina zijn de stambomen van Ekker en Stork opgenomen.

Albertus Ecker (1697)

Oorsprong van de Eckers (Moers, Duitsland) en hun latere habitat ( Vollenhove)

Albertus Ecker, zevende generatie, werd in 1697 gedoopt in de St. Kilian Katholieke kerk in Brenken, Kreis Paderborn, Pruissen. Zijn vrouw Elisabeth Blankenstein werd in Budberg, Kreis Moers, geboren, net zoals hun zoon Albert Hendrik Ekker . Verder is weinig bekend, anders dan de getuigen bij de geboorte van Albertus; Herr Albertus Reinen, Derrick Hüsh, Elisabeth Ecker, Jfr.Helena Peipers, Jenneken Blankenstein. Een niet goed verifieerbare bron meldt dat zijn ouders mogelijk Hermanni Ecker en Elisabethae Kusenbrok heetten.

Albert Hendrik Ekker (1728)

kaart van Vollenhove en omstreken (1870)
Kasteel Toutenberg bij Vollenhove, nu een ruine, maar destijds een van de vier mooiste en grootste kastelen van Nederland

Albert Hendrik (Albertus Henricus) Ekker, zesde generatie, werd geboren in 1728 in Moers (Duitsland). Hij overleed in 1801 in Vollenhove op een leeftijd van 73 jaren. Hij trouwde Hendrika (officieel Henderica) Arends in 1754 in Beulake. Zijn vrouw Hendrika werd geboren in 1739 en overleed in 1793 in Vollenhove op een leeftijd van 54 jaren. Zij kregen 8 kinderen, waaronder naamgenoot Albert Hendrik Ekker.

Albert is 'stadschirurgijn en vroedmeester'. Hij wordt in 1756 burger van Vollenhove. Zijn vrouw Hendrika Arends is vermogend. Volgens Henk van Heerde is Hendrika vermoedelijk een buitenwettelijke dochter van Arend Roodhart. De puissant rijke Arend laat zijn fortuin namelijk niet na aan zijn directe familie maar naar de zoon van Hendrika Ekker.

Vollenhove ligt in het noordwesten van de Nederlandse provincie Overijssel en lag aan de Zuiderzee, totdat het IJsselmeer ingepolderd werd. Nu is het onderdeel van het vasteland en ligt tussen de Noordoostpolder en de Kop van Overijssel. In de eerste helft van de 16e eeuw bloeit de stad op. Joris Schenck van Toutenburg is drost en later stadhouder van Overijssel voor keizer Karel V. Schenck laat net buiten de stad het kasteel Toutenburg bouwen. Vollenhove wordt met deze residentie het bestuurscentrum voor de drie noordelijke provincies: Groningen, Friesland, en Overijssel. Drenthe telt niet mee om het te arm wordt geacht. Bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog verliest Vollenhove de rol van bestuurscentrum, en in de eeuwen daarna boet het stadje aan invloed in.

Albert Hendrik Ekker (1759)

Albert Hendrik Ekker is vijfde generatie en overgrootvader van Derk Willem Ekker. Hij werd geboren in 1759 in Vollenhove. Hij overleed in 1807 op een leeftijd van 47 jaren. Hij trouwde met Jannigje Pingel in 1786 in Giethoorn. Jannigje werd geboren in 1754, ook in Vollenhove. Zij overleed in 1838 in Vollenhove op een leeftijd van 83 jaren. Hun kinderen waren

  1. Arentje Ekker (1786 - 1863)
  2. Hendrik Albert Ekker (1788 -1827 Vollenhove)
  3. Hendrika Maria Ekker (1790 - 1864)
  4. Evert Ekker (1793 - 1865 Vollenhove)
  5. Hendrik Jan Ekker (1795 - 1829)
  6. Arnoldus Ekker (1799 Vollenhove -1879 Utrecht)

Albert is van beroep medisch doctor en vroedmeester. Jannigje komt uit een vermogende familie, en is 'rentenierster' bij haar huwelijk. Haar vader was wijnkoper geweest, diaken en curator van het Stads-Weeshuis en bezat een hofstede bij Vollenhove, die later overging op zijn kleinzoon Hendrik Albert Ekker. Albert Ekker maakt als 'chirurgijn majoor' de slag bij de Doggersbank mee aan boord van de boot 'Ajax'. Hij blijkt ook in Steenwijk te hebben gewoond (voor zijn huwelijk) en in Franeker (1785), waar in de boeken staat: A.H. Ekker Vollenhovia, Transisalanus Medic(inae) candidatus. Het Kandidaatschap is overigens elders verworven. Samen krijgen ze 7 kinderen, waaronder Evert Ekker.

Uit een volkstelling, gehouden tussen tussen 21 en 31 okt. 1795 is het volgende bekend: Albert Hendrik Ekker, representant, met Jennigjen Pingel: 8 zielens Beroep: medicinae doctor en lid van de municipaliteit van Vollenhove 1795-1802 "

Evert Ekker (1793)

Bestand:Foto zilveren schaal.jpg
Zilveren schaal en servies met inscriptie, ontvangen van de ingezetenen van Vollenhove bij het 50-jarig artsenjubileum van Evert Ekker. Foto: Anton Ekker, Zwolle (1865)

Evert (Albertszoon) Ekker is de grootvader van Derk Willem Ekker en derhalve vierde generatie. Hij werd geboren in 1793 in Vollenhove. Hij overleed in 1865 in Vollenhove op een leeftijd van 72 jaren. Zijn vrouw Frederika Altena werd geboren in 1796. Zij overleed in 1853 op een leeftijd van 57 jaren. Hij trouwde Frederika Altena in 1820. Ze kregen vier kinderen

  1. Jannetje Ekker (1821-1878)
  2. Albert Hendrik Arnoldus Ekker (1823 Vollenhove - 1899 's-Gravenhage) sp. Schröder, Elizabeth
  3. Catharina Elisabeth Ekker (1827-1866)
  4. Hendrik Jan Ekker (1830 Vollenhove - 1896 Hengelo)

Evert is geneesheer, chirurgijn en vroedmeester in Vollenhove maar wordt later 'maatschappelijk verantwoordelijk ondernemer' en eigenaar van weverijen in Vollenhove, op Schokland en in Sint Jansklooster. Na twee dochters en een zoon wordt in 1830 Hendrik Jan geboren. Zijn vijf oudere broer Hendrik Albert Ekker is timmerman en landbouwer. Als deze broer vroeg overlijdt (39 jaar) wordt Evert toeziend voogd over diens kinderen.

Dokter Evert Ekker is een veelzijdig en bekend persoon in Vollenhove en omstreken. Henk van Heerde , onderzoeker van het cultureel erfgoed en kenner van de geschiedenis van Vollenhove heeft veel anekdotes op schrift gesteld op zijn website, en wijdt een aparte pagina aan Evert Ekker. Om deze niet te herhalen volgt hier een samenvatting;

  • Evert Ekker richt met een aantal ondernemende mannen weverijen op waar veel landarbeiders en vissers uit de arme streek werk vinden. Door de afscheiding van België (1830) kon niet meer gerekend worden met zuidelijke textielarbeiders voor de export van katoenen lappen (calicots) naar Nederlands-Indië. Zijn investering gaat pas goed renderen als de jonge ondernemende Charles Theodorus Stork, broer van Anna Wilhelmina in beeld komt. Met het geld van de Ekkers wordt uiteindelijk de basis gelegd voor een groot bedrijf.
  • In de strenge winter van 1849 worden vier Durgerdammer vissers totaal uitgeput op een losgeraakte ijsschots aangetroffen. Ze worden gered en binnengedragen in Vollenhove waar dokter Ekker zich over hen ontfermt. De drie mannen hebben echter te veel geleden en uiteindelijk overleeft alleen de jongste zoon.
  • Ekker is vanaf 1851 lid van de gemeenteraad van Stad Vollenhove, en vanaf 1852 assessor of wethouder. In 1860 stopt hij hiermee; hij is dan 67 jaar. Ook is Ekker betrokken bij de kerkvoogdij, vermoedelijk als president. In 1865 viert dokter Ekker zijn 50-jarig jubileum als arts en bij die gelegenheid ontvangt hij als bewijs van hoogachting en genegenheid van de ingezetenen van Stad en Ambt Vollenhove een zilveren schaal en servies.
  • Met de kinderen van Evert's broer en zus gaat het minder voor de wind. Zijn oudste zuster Arentje, die naaister is, verwekt zonder officiële vader een kind. Haar zoon wordt later metselaar en timmerman maar ondervindt veel ongeluk. Zijn zoon Eelco wordt op zijn 17e mormoons en vertrekt naar Utah (VS). Ook nazaten van Evert's vroeg overleden broer verarmen en volgen hun eerder vertrokken familie naar de VS. In de fotogalerij meer informatie over deze emigranten.
  • Evert heeft ook een gelijknamige neef; een zoon van zijn vader's broer Hendrik. Deze Evert Ekker is timmerman. In 1855 heeft de gemeente Vollenhove de kom van de binnenhaven aan Evert Ekker in gebruik gegeven met het doel er een scheepstimmerwerf met een woning te stichten, die binnen een jaar is gerealiseerd. Hij is ook, als een van de weinige niet-vissers, eigenaar van een schuit, waarvan Vollenhove er destijds 50 van had. Wellicht was het een op zijn eigen werf gebouwde schuit, waarvan de opdrachtgever (nog) niet betaald had. Het lijkt er op dat zijn gezin het niet breed heeft gehad.

Hendrik Jan Ekker (1830)

Anna Wilhelmina Stork, moeder van Derk Willem Ekker, ca. 74 jaar oud (ca. 1900)
Bestand:Charles stork4.jpg
Charles Theodorus Stork, broer van Anna Wilhelmina en oprichter van Stork machinefabrieken
Grafmonument van Hendrik Jan Ekker en Anna Wilhelmina Stork met kranstrommels, gefotografeerd voor Monumenten In Nederland Overijssel (Oude Algemene Begraafplaats Hengelo)

Hendrik Jan Ekker, derde generatie en vader van Derk Willem Ekker, werd geboren in 1830 in Vollenhove. Zijn vrouw Anna Wilhelmina Stork werd geboren in 1826 in Oldenzaal. Zij was de dochter van Derk Willem Stork en Anna Craan. Hendrik Jan overleed in 1896 in Hengelo op een leeftijd van 66 jaren. Anna Wilhelmina overleed in 1902 in Hengelo op een leeftijd van 76 jaren. Ze hadden 6 kinderen:

  1. Evert Ekker (1857 -1944, beiden Hengelo)
  2. Anna Ekker (1859 Hengelo - 1924 Geneve)
  3. Derk Willem Ekker (1862 Hengelo - 1939 Den Haag)
  4. Henriette Ekker (1866 -1938, beiden Hengelo)
  5. Wilhelmina Ekker (1868 - 1953)
  6. Cato Ekker (1871 Hengelo - 1967 Delden)

Hendrik Jan en zijn twee zussen verhuizen voor hun trouwen naar Oldenzaal. Hendrik Jan wordt fabrikant; zijn 7 jaar oudere broer Albert Hendrik Arnoldus wordt schrijver en is o.a. rector van het gymnasium in Utrecht. Hij schreef, verhandelingen in het Nederlands en Latijn over zaken als 'den invloed van Alexander den Groote's tochten op den maatschappelijken, staatkundigen en handelstoestand der volken' en 'Over den invloed der dichtkunst op de beschaving der oude Grieken; Over de beste leerwijze der geschiedenis op de Gymnasiën'.


De band tussen de Ekkers en de Storken

De band met de Storken is nauw, zowel familiair als zakelijk. Net zoals Hendrik Jan trouwen zijn twee zussen met een Stork. Catharina Elisabeth Ekker (1827) trouwt in 1855 met Cornelis Hendrik Stork, een broer van Anna Wilhelmina en Charles Theodoor. Jannetje Ekker (1821) trouwt met een neef van hen, Joannes Bartel Stork, notaris. Hun echtgenoten en de vrouw van Hendrik Jan hebben alle drie dezelfde grootvader; Juriaan Engelbert Stork.

Hendrik Jan gaat in 1853 op zijn 23ste samenwerken met fabrikant Charles Theodorus Stork, de 4 jaar oudere broer van Anna Wilhelmina. In 1865 ontstaat de Machinefabriek Gebr. Stork & Co., met Charles' broer Jurriaan Engelbert (1828-1893) en zwager Hendrik Jan Ekker als medefirmanten. De fabriek ontwikkelt zich tot eerste echte machinefabriek van betekenis in Oost-Nederland. De onderneming richt zich niet alleen op de textielindustrie, maar ook op de scheepsbouw en de rietsuikerindustrie. Zwager Charles was een sociaal voelende Twentse industrieel. Zijn zorg voor zijn arbeiders bleek uit de oprichting van onder meer een pensioenfonds, een personeelsvereniging, onderwijsinstellingen en het in het leven roepen van een winstdelingsregeling. Naast zijn ondernemerschap zat hij als liberaal in de Eerste Kamer en was groot voorstander van vrijhandel.

Hendrik Jan Ekker trekt zich in 1880 terug uit de leiding van de machinefabriek, Juriaan Engelbert Stork overlijdt in 1893. In datzelfde jaar trekt Charles Theodorus Stork zich terug uit de weverij. Hiermee komt er een scheiding tussen de leiding van de machinefabriek en de weverij. Door de crisis in de katoenindustrie, in 1873, en het feit dat de directeuren gewend waren hun machines in Engeland te kopen legde Stork zich met name toe op de productie van stoommachines voor gemalen en het kleinbedrijf, van waaruit de echte expansie begint. In de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw worden er hijs- en transportwerktuigen en kranen over de hele wereld verkocht en was Stork een imperium geworden.

Over het prille begin van het bedrijf is veel geschreven onder andere hier;

In de zomer van 1851 reisde Charles met een klein gezelschap, waaronder zijn twee jongere broers en Hendrik Jan Ekker, naar Engeland, waar zij onder andere de Wereldtentoonstelling, het Vredescongres dat daarbij werd georganiseerd en het Lagerhuis bezochten. In 1853 werd het kantoor van de bontweverij naar Hengelo verplaatst. Jurriaan Stork en Hendrik Jan Ekker, intussen getrouwd met een zuster van beide broers, werden bij deze gelegenheid in de firma, die C.T. Stork & Co. ging heten, opgenomen.

De verbintenis van de Ekkers en de Storken is een exponent van een ideologie die veel Twentse textielondernemers aanhingen en wat het ' familisme' wordt genoemd. Het is kapitalisme avant la lettre en het winststreven is ondergeschikt aan de bloei, het aanzien en de continuïteit van de sociale positie van de familie der kapitaalbezitters. Leden van de families trouwen veelal in een beperkte kring; er zijn minstens vijf Ekker-Stork verbintenissen bekend; zie de stamboom.


Hendrik Jan geneest van typhus

Volgens de overlevering leed Hendrik Jan Ekker aan typhus en werd hij genezen door dokter Pieter van Delden, waarna Hendrik Jan deze man een tilbury, een koets voor twee personen dat door één paard getrokken werd, cadeau gaf. Benjamin van Delden, de zoon van Pieter trouwt met Henriette Ekker, een dochter van Hendrik Jan. Onderstaand verhaal is hieraan ontleend:

Dokter Piet wordt hij liefkozend door zijn patienten genoemd. Achter die naam gaat Pieter van Delden schuil. De nieuwbakken arts heeft in het begin moeite aansluiting te vinden in Hengelo waar hij in de jaren zestig van de 19e eeuw praktijk houdt. Pas als hij het leven redt van textielfabrikant Hendrik Jan Ekker is zijn kostje gekocht. De Hengeloërs vertrouwen hem plotseling hun gezondheid toe en zijn praktijk groeit en groeit. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de fabrikant die Pieter op handen draagt en hem een open tilbury schenkt. De dokter in zijn onafscheidelijke koets is vanaf dat moment een zeer bekende verschijning in de straten van Hengelo. “Hij rijdt door weer en wind en bij nacht en ontij naar zijn patiënten”, zeggen de Hengeloërs over de arts.
Hendrik Jan Ekker leed aan typhus. Hij overleeft dankzij Pieter. In 1867 krijgt Hengelo te maken met de ziekte die uitgroeit tot een epidemie. Complete gezinnen sterven. Ook collega Marius, de andere arts in het dorp, overleeft de epidemie niet. Dat juist in Hengelo de gevreesde ziekte uitbreekt, verbaast Pieter niet. Met de regelmaat van de klok stromen de beken over en lopen de dorpelingen door het water. De mest ligt op straat en door die combinatie waarbij het smerige water terugvloeit in de drinkwaterputten ontstaat maar al te vaak een typhus-explosie. Het mooie verhaal over Pieter van Delden gaat hier verder ...

Het praalgraf van Hendrik Jan en Anna Wilhelmina

Hendrik Jan en Anna Wilhelmina liggen begraven op de Oude Algemene Begraafplaats in Hengelo (Bornsestraat 29). Het kerkhof is een van de oudste begraafplaatsen in ons land en één van de weinig overgebleven historische monumenten van Hengelo. In 1970 werd de begraafplaats een Rijksmonument. Het grafmonument van Hendrik Jan en Anna Wilhelmina heeft pilaren en kranstrommels en is een van de markantste graven op de fraaie verstilde begraafplaats. het ligt direct naast het graf van zwager Jurriaan Engelbert Stork. Op de website van De Vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud (VGO), opgericht om de oude historische begraafplaats in Hengelo te behouden voor het nageslacht staat daarover het volgende;

Even verderop is Adriaan de Monchy begraven die samen met Jurriaan Engelbert Stork en diens broer het industriële Hengelo vorm gaf. Op de steen van zijn collega-fabrikant Hendrik Jan Ekker staat: ‘H.J. Ekker van zijn dankbare werklieden’. Kom er nog eens om: arbeiders die hun baas tot in de dood dankbaar zijn voor ’t werk dat ze mochten doen. Nou gaat het in dit geval wel om dé Hendrik Jan Ekker, ex-directeur van de machinefabriek Stork en directeur van de Koninklijke Weefgoederen Fabriek die daar in de tweede helft van de negentiende eeuw de scepter zwaaide en samen met zijn kompanen het dorpsleven beheerste.

Stamboom Ekker en Stork

De stambomen van de families Ekker en Stork. Personen met de achternaam Ekker zijn grijs weergegeven. Voorvaderen van Regina Rijshouwer (Rijshouwer en Offerhaus) zijn ook opgekomen vanwege de verbintenis van Evert Ekker (broer van Derk Willem) met Margaretha Offerhaus (tante van Regina). De details zijn het beste te zien door het plaatje aan te klikken en vervolgens op 'volledige resolutie' te klikken. ZOEKPLAATJE; zoek de vijf Ekker-Stork verbintenissen!

650px

Fotogalerij Ekker en Stork

Dit LIJKT de geboorteacte van Hendrik Jan Ekker met zijn vader Evert Ekker, maar het is de geboorte van een gelijknamige zoon van Evert's zus Arentje waarbij Evert getuige is (1830)
Eelco Ekker op de voorkant van het boek 'Altijd aan het reizen: brieven van een mormoonse emigrant naar Noord-Amerika,' van J. Spitse. Eelco's brieven gaan over het moeizaam opbouwen van een nieuwe bestaan, de strijd tussen de kolonisten en indianen, de aanleg van spoorlijnen en de opbouw van het land (1877-1913).
Bestand:PieterVanDelden.jpg
Pieter van Delden, de dokter die Hendrik Jan Ekker genas van typhus (ca. 1880)
Ekkers en Storken behoren tot de 631 leden van de Vereeniging tegen de Kwakzalverij (1883)
De 'fabrikantenwoning' (jargon) van Hendrik Jan Ekker en Anna Wilhelmina Stork, Deldenerstraat 61 Hengelo, tegenwoordig kantoor. Het is een verademing als je de andere vaak protserige huizen ziet van medefabrikanten. Bron: Historisch Centrum Overijssel (ca 1900)
Bestand:Directiekamer stork .jpg
Portretten aan de muur van het directiekantoor van de Weefgoederenfabriek Stork. Van links naar rechts; de eerste directeuren J.E. Stork, C.T. Stork en H.J. Ekker (Koninklijk Huisarchief, ca, 1907)
Hendrik Casper Stork, zoon van Charles Theodoor Stork, was getrouwd met Anna Ekker, een zus van Derk Willem Ekker, zijn volle nicht dus. Een van de vele Stork-Ekker-huwelijken (ca. 1910)
Bestand:Familie Ekker.jpg
Een andere tak van de Ekkers ging het minder voor de wind. Een aantal werd Mormoons en emigreerde naar de VS (1913)
Passage over Albert Hendrik Arnoldus Ekker, broer van Hendrik Jan Ekker en rector, in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (1914)
De bijzondere kranstrommels bij het graf van Hendrik Jan Ekker, opgedragen 'door zijner werklieden'.Foto: jaarlijkse Twentsche Hoogbouwmeeting (2005)
Waar zitten de Ekkers wereldwijd? Dat het Mormoonse Utah de grootste populatie bevat klopt aardig met het verhaal van de uittocht van de minder fortuinlijke Ekkers (bron namespedia, 2014)
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen