Ekker, Familie

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Hendrik Jan Ekker (1830))
(Hendrik Jan Ekker (1830))
Regel 75: Regel 75:
 
: ''Hendrik Jan Ekker leed aan typhus. Hij overleeft dankzij Pieter. In 1867 krijgt Hengelo te maken met de ziekte die uitgroeit tot een epidemie. Complete gezinnen sterven. Ook collega Marius, de andere arts in het dorp, overleeft de epidemie niet. Dat juist in Hengelo de gevreesde ziekte uitbreekt, verbaast Pieter niet. Met de regelmaat van de klok stromen de beken over en lopen de dorpelingen door het water. De mest ligt op straat en door die combinatie waarbij het smerige water terugvloeit in de drinkwaterputten ontstaat maar al te vaak een typhus-explosie. Het mooie verhaal over Pieter van Delden gaat [http://www.vgo-hengelo.nl/?portfolio=pieter-van-delden-185 hier] verder ...
 
: ''Hendrik Jan Ekker leed aan typhus. Hij overleeft dankzij Pieter. In 1867 krijgt Hengelo te maken met de ziekte die uitgroeit tot een epidemie. Complete gezinnen sterven. Ook collega Marius, de andere arts in het dorp, overleeft de epidemie niet. Dat juist in Hengelo de gevreesde ziekte uitbreekt, verbaast Pieter niet. Met de regelmaat van de klok stromen de beken over en lopen de dorpelingen door het water. De mest ligt op straat en door die combinatie waarbij het smerige water terugvloeit in de drinkwaterputten ontstaat maar al te vaak een typhus-explosie. Het mooie verhaal over Pieter van Delden gaat [http://www.vgo-hengelo.nl/?portfolio=pieter-van-delden-185 hier] verder ...
  
Hendrik Jan en Anna Wilhelmina liggen begraven op de Oude Algemene Begraafplaats in Hengelo (Bornsestraat 29). Het grafmonument heeft pilaren en kranstrommels. Het is een van de markantste graven op de fraaie verstilde begraafplaats, en vormt een eenheid met het graf van hun zwager Jurriaan Engelbert Stork. Volgens de brochure; 'Oude graven en kolossale bomen vormen het decor. De fabrikanten J.E. Stork en H.J. Ekker liggen er begraven'.
+
Hendrik Jan en Anna Wilhelmina liggen begraven op de Oude Algemene Begraafplaats in Hengelo (Bornsestraat 29). Het kerkhof is een van de oudste begraafplaatsen in ons land en één van de weinig overgebleven historische monumenten van Hengelo. In 1970 werd de begraafplaats een Rijksmonument. Het grafmonument van Hendrik Jan en Anna Wilhelmina heeft pilaren en kranstrommels en is een van de markantste graven op de fraaie verstilde begraafplaats. het ligt direct naast het graf van zwager Jurriaan Engelbert Stork. In een uitgave van De Vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud (VGO), opgericht om de oude historische begraafplaats te behouden voor het nageslacht staat daarover het volgende;  
 +
 
 +
: ''Even verderop is Adriaan de Monchy begraven die samen met Jurriaan Engelbert Stork en diens broer het industriële Hengelo vorm gaf. Op de steen van zijn collega-fabrikant Hendrik Jan Ekker staat: ‘H.J. Ekker van zijn dankbare werklieden’. Kom er nog eens om: arbeiders die hun baas tot in de dood dankbaar zijn voor ’t werk dat ze mochten doen. Nou gaat het in dit geval wel om dé Hendrik Jan Ekker, ex-directeur van de machinefabriek Stork en directeur van de Koninklijke Weefgoederen Fabriek die daar in de tweede helft van de negentiende eeuw de scepter zwaaide en samen met zijn kompanen het dorpsleven beheerste.
  
 
=='''Stambomen Ekker en Stork en Fotogalerij'''==
 
=='''Stambomen Ekker en Stork en Fotogalerij'''==

Versie van 19 mei 2014 om 21:19

Inhoud

De families Ekker en Stork

Derk Willem Ekker toen hij ongeveer 38 jaar oud was

Derk Willem Ekker (1863) was de vader van Bob Swertz. Zijn eigen levensverhaal is hier te vinden. Deze pagina's handelen over zijn voorouders die tot nu toe traceerbaar zijn tot eind 17de eeuw. Hieronder worden ze beschreven langs de mannelijke opvolgingslijn. Ook de familie Stork -vanwege zijn moeder Anna Wilhelmina Stork- komt aan bod. Informatie is onder meer ontleend aan de website van Henk van Heerde, onderzoeker van het cultureel erfgoed en kenner van de geschiedenis van Vollenhove. Aan het einde van deze pagina zijn de stambomen van Ekker en Stork opgenomen.

Albertus Ecker (1697)

Oorsprong van de Eckers (Moers, Duitsland) en hun latere habitat ( Vollenhove)

Albertus Ecker werd in 1697 gedoopt in de St. Kilian Katholieke kerk in Brenken, Kreis Paderborn, Pruissen. Zijn vrouw Elisabeth Blankenstein werd in Budberg, Kreis Moers, geboren, net zoals hun zoon Albert Hendrik Ekker . Verder is weinig bekend, anders dan de getuigen bij de geboorte van Albertus; Herr Albertus Reinen, Derrick Hüsh, Elisabeth Ecker, Jfr.Helena Peipers, Jenneken Blankenstein. Een niet goed verifieerbare bron meldt dat zijn ouders mogelijk Hermanni Ecker en Elisabethae Kusenbrok heetten.

Albert Hendrik Ekker (1728)

kaart van Vollenhove en omstreken (1870)
Kasteel Toutenberg bij Vollenhove, nu een ruine, maar destijds een van de vier mooiste en grootste kastelen van Nederland

Albert Hendrik (Albertus Henricus) Ekker werd geboren in 1728 in Moers (Duitsland). Hij overleed in 1801 in Vollenhove op een leeftijd van 73 jaren. Hij trouwde Hendrika (officieel Henderica) Arends in 1754 in Beulake. Zijn vrouw Hendrika werd geboren in 1739 en overleed in 1793 in Vollenhove op een leeftijd van 54 jaren. Zij kregen 8 kinderen, waaronder naamgenoot Albert Hendrik Ekker.

Albert is 'stadschirurgijn en vroedmeester'. Hij wordt in 1756 burger van Vollenhove. Volgens Henk van Heerde is Hendrika Arends vermoedelijk een buitenwettelijke dochter van Arend Roodhart:

De puissant rijke Arnoldus Roodhart overleed zonder kinderen uit zijn beide huwelijken na te laten. Zijn enige naaste verwante (nicht), Janna van Bruggen, was de aangewezen persoon om te erven. Wie schetst de verbazing toen bij de opening van het testament niet zij, maar een zekere Arnoldus Roodhart Ekker tot enige en universele erfgenaam bleek te zijn benoemd. De naamsovereenkomst tussen erflater en erfgenaam suggereert een familierelatie tussen beiden. Ik ben geneigd de oplossing voor de afwijkende erfstelling bij de moeder van de jonge Arnoldus, Henrica Arends, te zoeken door aan te nemen dat zij een onwettige dochter van de oude Arnoldus was. De naam van de vrouw wijst in deze richting. Het testament van Arnoldus regelde onder andere de aanstelling van voogden over de nog minderjarige erfgenaam en bepaalde dat hij op zestien jarige leeftijd zou worden 'besorgd en gesonden bij een voornaam koopman in wijnen te Amsterdam om die affaire wijn of negotie aldaar te leren’.

Na hun aankomst in Vollenhove gaan de Ekkers onderdeel vormen van de geschiedenis van het kleine stadje. Er zijn mooie verhalen van markante Ekkers, die verder beschreven worden.

Vollenhove ligt in het noordwesten van de Nederlandse provincie Overijssel en lag aan de Zuiderzee, totdat het IJsselmeer ingepolderd werd. Nu is het onderdeel van het vasteland en ligt tussen de Noordoostpolder en de Kop van Overijssel. In de eerste helft van de 16e eeuw bloeit de stad op. Joris Schenck van Toutenburg is drost en later stadhouder van Overijssel voor keizer Karel V. Schenck laat net buiten de stad het kasteel Toutenburg bouwen. Vollenhove wordt met deze residentie het bestuurscentrum voor de drie noordelijke provincies: Groningen, Friesland, en Overijssel. Drenthe telt niet mee om het te arm wordt geacht. Bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog verliest Vollenhove de rol van bestuurscentrum, en in de eeuwen daarna boet het stadje aan invloed in.

Albert Hendrik Ekker (1759)

Albert Hendrik Ekker is de overgrootvader van Derk Willem Ekker. Hij werd geboren in 1759 in Vollenhove. Hij overleed in 1807 op een leeftijd van 47 jaren. Hij trouwde met Jannigje Pingel in 1786 in Giethoorn. Jannigje werd geboren in 1754, ook in Vollenhove. Zij overleed in 1838 in Vollenhove op een leeftijd van 83 jaren. Hun kinderen waren

  1. Arentje Ekker (1786 - 1863)
  2. Hendrik Albert Ekker (1788 -1827 Vollenhove)
  3. Hendrika Maria Ekker (1790 - 1864)
  4. Evert Ekker (1793 - 1865 Vollenhove)
  5. Hendrik Jan Ekker (1795 - 1829)
  6. Arnoldus Ekker (1799 Vollenhove -1879 Utrecht)

Albert is van beroep medisch doctor en vroedmeester. Jannigje komt uit een vermogende familie, en is 'rentenierster' bij haar huwelijk. Haar vader was wijnkoper geweest, diaken en curator van het Stads-Weeshuis en bezat een hofstede bij Vollenhove, die later overging op zijn kleinzoon Hendrik Albert Ekker. Albert Ekker maakt als 'chirurgijn majoor' de slag bij de Doggersbank mee aan boord van de boot 'Ajax'. Hij blijkt ook in Steenwijk te hebben gewoond (voor zijn huwelijk) en in Franeker (1785), waar in de boeken staat: A.H. Ekker Vollenhovia, Transisalanus Medic(inae) candidatus. Het Kandidaatschap is overigens elders verworven. Samen krijgen ze 7 kinderen, waaronder Evert Ekker.

Uit een volkstelling, gehouden tussen tussen 21 en 31 okt. 1795 is het volgende bekend: Albert Hendrik Ekker, representant, met Jennigjen Pingel: 8 zielens Beroep: medicinae doctor en lid van de municipaliteit van Vollenhove 1795-1802 "

Evert Ekker (1793)

Evert (Albertszoon) Ekker is de grootvader van Derk Willem Ekker. Hij werd geboren in 1793 in Vollenhove. Hij overleed in 1865 in Vollenhove op een leeftijd van 72 jaren. Zijn vrouw Frederika Altena werd geboren in 1796. Zij overleed in 1853 op een leeftijd van 57 jaren. Hij trouwde Frederika Altena in 1820. Ze kregen vier kinderen

  1. Jannetje Ekker (1821-1878)
  2. Albert Hendrik Arnoldus Ekker (1823 Vollenhove - 1899 's-Gravenhage) sp. Schröder, Elizabeth
  3. Catharina Elisabeth Ekker (1827-1866)
  4. Hendrik Jan Ekker (1830 Vollenhove - 1896 Hengelo)

Evert is geneesheer, chirurgijn en vroedmeester in Vollenhove maar wordt later 'maatschappelijk verantwoordelijk ondernemer' en eigenaar van weverijen in Vollenhove, op Schokland en in Sint Jansklooster. Na twee dochters en een zoon wordt in 1830 Hendrik Jan geboren. Zijn vijf oudere broer Hendrik Albert Ekker is timmerman en landbouwer. Als deze broer vroeg overlijdt (39 jaar) wordt Evert toeziend voogd over diens kinderen.

Dokter Evert Ekker is een veelzijdig en bekend persoon in Vollenhove en omstreken. Henk van Heerde heeft veel saillante anekdotes op schrift gesteld op zijn website, en wijdt een aparte pagina aan Evert Ekker. Hier volgt een feitelijke samenvatting;

Hendrik Jan Ekker (1830)

Anna Wilhelmina Stork, moeder van Derk Willem Ekker, ca. 74 jaar oud (ca. 1900)
Bestand:Charles stork4.jpg
Charles Theodorus Stork, broer van Anna Wilhelmina en oprichter van Stork machinefabrieken
Grafmonument van Hendrik Jan Ekker en Anna Wilhelmina Stork met kranstrommels, gefotografeerd voor Monumenten In Nederland Overijssel (Oude Algemene Begraafplaats Hengelo)

Hendrik Jan Ekker, de vader van Derk Willem Ekker, werd ook geboren 1830 in Vollenhove. Zijn vrouw Anna Wilhelmina Stork werd geboren in 1826 in Oldenzaal. Zij was de dochter van Derk Willem Stork en Anna Craan. Hendrik Jan overleed in 1896 in Hengelo op een leeftijd van 66 jaren. Anna Wilhelmina overleed in 1902 in Hengelo op een leeftijd van 76 jaren. Naast Derk Willem hadden Hendrik Jan en Anna Wilhelmina nog een vijf jaar oudere zoon, Evert Ekker, geboren in 1857.

Hendrik Jan en zijn twee zussen verhuizen voor hun trouwen naar Oldenzaal. Hendrik Jan wordt fabrikant; zijn 7 jaar oudere broer Albert Hendrik Arnoldus wordt schrijver en is o.a. rector van het gymnasium in Utrecht. Hij schreef, verhandelingen in het Nederlands en Latijn over zaken als 'den invloed van Alexander den Groote's tochten op den maatschappelijken, staatkundigen en handelstoestand der volken' en 'Over den invloed der dichtkunst op de beschaving der oude Grieken; Over de beste leerwijze der geschiedenis op de Gymnasiën'.

De band met de Storken is nauw, zowel familiair als zakelijk. Net zoals Hendrik Jan trouwen zijn twee zussen met een Stork. Catharina Elisabeth Ekker (1827) trouwt in 1855 met Cornelis Hendrik Stork, een broer van Anna Wilhelmina en Charles Theodoor. Jannetje Ekker (1821) trouwt met een neef van hen, Joannes Bartel Stork, notaris. Hun echtgenoten en de vrouw van Hendrik Jan hebben alle drie dezelfde grootvader; Juriaan Engelbert Stork.

Hendrik Jan gaat in 1853 op zijn 23ste samenwerken met fabrikant Charles Theodorus Stork, de 4 jaar oudere broer van Anna Wilhelmina. In 1865 ontstaat de Machinefabriek Gebr. Stork & Co., met Charles' broer Jurriaan Engelbert (1828-1893) en zwager Hendrik Jan Ekker als medefirmanten. De fabriek ontwikkelt zich tot eerste echte machinefabriek van betekenis in Oost-Nederland. De onderneming richt zich niet alleen op de textielindustrie, maar ook op de scheepsbouw en de rietsuikerindustrie. Zwager Charles was een sociaal voelende Twentse industrieel. Zijn zorg voor zijn arbeiders bleek uit de oprichting van onder meer een pensioenfonds, een personeelsvereniging, onderwijsinstellingen en het in het leven roepen van een winstdelingsregeling. Naast zijn ondernemerschap zat hij als liberaal in de Eerste Kamer en was groot voorstander van vrijhandel.

Hendrik Jan Ekker trekt zich in 1880 terug uit de leiding van de machinefabriek, Juriaan Engelbert Stork overlijdt in 1893. In datzelfde jaar trekt Charles Theodorus Stork zich terug uit de weverij. Hiermee komt er een scheiding tussen de leiding van de machinefabriek en de weverij. Door de crisis in de katoenindustrie, in 1873, en het feit dat de directeuren gewend waren hun machines in Engeland te kopen legde Stork zich met name toe op de productie van stoommachines voor gemalen en het kleinbedrijf, van waaruit de echte expansie begint. In de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw worden er hijs- en transportwerktuigen en kranen over de hele wereld verkocht en was Stork een imperium geworden.

Over het prille begin van het bedrijf is veel geschreven onder andere hier;

In de zomer van 1851 reisde Charles met een klein gezelschap, waaronder zijn twee jongere broers en Hendrik Jan Ekker, naar Engeland, waar zij onder andere de Wereldtentoonstelling, het Vredescongres dat daarbij werd georganiseerd en het Lagerhuis bezochten. In 1853 werd het kantoor van de bontweverij naar Hengelo verplaatst. Jurriaan Stork en Hendrik Jan Ekker, intussen getrouwd met een zuster van beide broers, werden bij deze gelegenheid in de firma, die C.T. Stork & Co. ging heten, opgenomen.

De verbintenis van de Ekkers en de Storken staat symbool voor de ideologie die veel Twentse textielondernemers aanhingen en wat het ' familisme' wordt genoemd. Het is kapitalisme avant la lettre maar het winststreven is wel ondergeschikt aan de bloei, het aanzien en de continuïteit van de sociale positie van de familie der kapitaalbezitters. Kort door de bocht; erg (Neder)Rijnlands met een Angelsaksisch sausje.

Volgens de overlevering leed Hendrik Jan Ekker aan typhus en werd hij genezen door dokter Pieter van Delden, waarna Hendrik Jan deze man een 'tilbury' (koets) cadeau gaf:

Dokter Piet wordt hij liefkozend door zijn patienten genoemd. Achter die naam gaat Pieter van Delden schuil. De nieuwbakken arts heeft in het begin moeite aansluiting te vinden in Hengelo waar hij in de jaren zestig van de 19e eeuw praktijk houdt. Pas als hij het leven redt van textielfabrikant Hendrik Jan Ekker is zijn kostje gekocht. De Hengeloërs vertrouwen hem plotseling hun gezondheid toe en zijn praktijk groeit en groeit. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de fabrikant die Pieter op handen draagt en hem een open tilbury schenkt. De dokter in zijn onafscheidelijke koets is vanaf dat moment een zeer bekende verschijning in de straten van Hengelo. “Hij rijdt door weer en wind en bij nacht en ontij naar zijn patiënten”, zeggen de Hengeloërs over de arts.
Hendrik Jan Ekker leed aan typhus. Hij overleeft dankzij Pieter. In 1867 krijgt Hengelo te maken met de ziekte die uitgroeit tot een epidemie. Complete gezinnen sterven. Ook collega Marius, de andere arts in het dorp, overleeft de epidemie niet. Dat juist in Hengelo de gevreesde ziekte uitbreekt, verbaast Pieter niet. Met de regelmaat van de klok stromen de beken over en lopen de dorpelingen door het water. De mest ligt op straat en door die combinatie waarbij het smerige water terugvloeit in de drinkwaterputten ontstaat maar al te vaak een typhus-explosie. Het mooie verhaal over Pieter van Delden gaat hier verder ...

Hendrik Jan en Anna Wilhelmina liggen begraven op de Oude Algemene Begraafplaats in Hengelo (Bornsestraat 29). Het kerkhof is een van de oudste begraafplaatsen in ons land en één van de weinig overgebleven historische monumenten van Hengelo. In 1970 werd de begraafplaats een Rijksmonument. Het grafmonument van Hendrik Jan en Anna Wilhelmina heeft pilaren en kranstrommels en is een van de markantste graven op de fraaie verstilde begraafplaats. het ligt direct naast het graf van zwager Jurriaan Engelbert Stork. In een uitgave van De Vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud (VGO), opgericht om de oude historische begraafplaats te behouden voor het nageslacht staat daarover het volgende;

Even verderop is Adriaan de Monchy begraven die samen met Jurriaan Engelbert Stork en diens broer het industriële Hengelo vorm gaf. Op de steen van zijn collega-fabrikant Hendrik Jan Ekker staat: ‘H.J. Ekker van zijn dankbare werklieden’. Kom er nog eens om: arbeiders die hun baas tot in de dood dankbaar zijn voor ’t werk dat ze mochten doen. Nou gaat het in dit geval wel om dé Hendrik Jan Ekker, ex-directeur van de machinefabriek Stork en directeur van de Koninklijke Weefgoederen Fabriek die daar in de tweede helft van de negentiende eeuw de scepter zwaaide en samen met zijn kompanen het dorpsleven beheerste.

Stambomen Ekker en Stork en Fotogalerij

Bestand:Ekker en stork7.jpg
De stambomen van de families Ekker en Stork. De details zijn het beste te zien door het plaatje aan te klikken en vervolgens op 'volledige resolutie' te klikken. ZOEKPLAATJE; zoek de vijf Ekker-Stork verbintenissen!
Dit LIJKT de geboorteacte van Hendrik Jan Ekker met zijn vader Evert Ekker, maar het gaat om en andere Hendrik Jan (1830)
Passage over Albert Hendrik Arnoldus Ekker, broer van Hendrik Jan Ekker en rector, in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW)
De bijzondere kranstrommels bij het graf van Hendrik Jan Ekker, opgedragen 'door zijner werklieden'.Foto: jaarlijkse Twentsche Hoogbouwmeeting
Bestand:Directiekamer stork .jpg
Portretten aan de muur van het directiekantoor van de Weefgoederenfabriek Stork. Van links naar rechts; de eerste directeuren J.E. Stork, C.T. Stork en H.J. Ekker (eind 19de eeuw)
Hendrik Casper Stork, zoon van Charles Theodoor Stork, was getrouwd met Anna Ekker, een zus van Derk Willem Ekker, zijn volle nicht dus. Een van de vele Stork-Ekker-huwelijken
Bestand:Familie Ekker.jpg
Een andere tak van de Ekkers ging het minder voor de wind. Een aantal werd Mormoons en emigreerde naar de VS
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen