Craan, Familie

(Verschil tussen bewerkingen)
Ga naar: navigatie, zoeken
(Jacobus Johannes Craan (1728))
(Jacobus Johannes Craan (1728))
Regel 82: Regel 82:
 
* Koopman en eerste klerk (1752)
 
* Koopman en eerste klerk (1752)
 
* Opperkoopman (1758)
 
* Opperkoopman (1758)
* Lid der commissie tot samenstelling der Bataviasche statuten (1761). Het was aan hem te danken dat '''deze traag werkende commissie met haar taak gereed kwam''' in 1764.  
+
* Lid der commissie tot samenstelling der Bataviasche statuten (1761). Het was aan hem te danken dat ''deze traag werkende commissie met haar taak gereed kwam'' in 1764.  
 
* Secunde en hoofdadministrateur op Makassar (1764), welke aanstelling op zijn verzoek werd ingetrokken. Daardoor bleef hij voorlopig ambteloos tot zijn volgend ambt.
 
* Secunde en hoofdadministrateur op Makassar (1764), welke aanstelling op zijn verzoek werd ingetrokken. Daardoor bleef hij voorlopig ambteloos tot zijn volgend ambt.
 
* Heemraad (1766)
 
* Heemraad (1766)
*  Oud-boekhouder-generaal titulairen (1767) '''met het daartoe staande honneur uit aanmerking van zijne langjarige diensten en het genoegen dat denzelven gegeeven heeft in het colligeeren der statuaire wetten'''.  
+
*  Oud-boekhouder-generaal titulairen (1767) ''met het daartoe staande honneur uit aanmerking van zijne langjarige diensten en het genoegen dat denzelven gegeeven heeft in het colligeeren der statuaire wetten''.  
 
* Raad-extraordinair van Indie(1771) .
 
* Raad-extraordinair van Indie(1771) .
 
* Commissaris politicus, Eerste buitenregent der hospitalen en directeur der Amfioen Societeit (1775). deze benoemingen volgden na den dood van van de Parra, de xxx  
 
* Commissaris politicus, Eerste buitenregent der hospitalen en directeur der Amfioen Societeit (1775). deze benoemingen volgden na den dood van van de Parra, de xxx  
* Commissaris Bataafse Bovenlanden (1777), welke  functie hij bekleedt hij tot zijn dood. Hij maakt zich in 1778 verdienstig door een '''instructie tot het aanplanten en bereiden der indigo, welker lezing duidelijk maakt hoeveel moeiten aan de bereiding van indigo verbonden waren'''.
+
* Commissaris Bataafse Bovenlanden (1777), welke  functie hij bekleedt hij tot zijn dood. Hij maakt zich in 1778 verdienstig door een ''instructie tot het aanplanten en bereiden der indigo, welker lezing duidelijk maakt hoeveel moeiten aan de bereiding van indigo verbonden waren''.
  
 
De bekroning van zijn carrière is zijn aanstelling in 1780 tot raad-ordinair. De missive der bewindhebbers van 25 Mei 1780, inhoudende zijn benoeming tot raad-ordinair, heeft hem niet meer bereikt.
 
De bekroning van zijn carrière is zijn aanstelling in 1780 tot raad-ordinair. De missive der bewindhebbers van 25 Mei 1780, inhoudende zijn benoeming tot raad-ordinair, heeft hem niet meer bereikt.
 +
  
 
Hij kocht in 1763 het landgoed Tandjoeng-Oost of Groeneveld. Zijn wapen, een kraanvogel, prijkt nog heden boven den hoofdingang van zijn landhuis Tandjong Oost of Groeneveld.
 
Hij kocht in 1763 het landgoed Tandjoeng-Oost of Groeneveld. Zijn wapen, een kraanvogel, prijkt nog heden boven den hoofdingang van zijn landhuis Tandjong Oost of Groeneveld.
 +
  
 
De drie halfbroers van zijn dochter Catharina, allen geboren van Indonesische vrouwen uit Craans huishouden, worden naar Nederland gestuurd voor scholing. Dit is bij testamentair vastgelegd. Bovendien mogen zijn zoons niet vóór hun meerderjarigheid naar hun geboorteland terugkeren. Dit voorrecht is niet voorbehouden aan zijn legitieme dochters; het wordt niet nodig geacht voor hun sociale ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer de drie jongens naar Nederland zijn gestuurd, die bij het overlijden van hun vader 12 jaar en jonger zijn. Wel is bekend dat ze nooit meer terug zullen keren naar Oost-Indie, terwijl hun zus Catharina Margaretha er een hecht bestaan zal opbouwen.
 
De drie halfbroers van zijn dochter Catharina, allen geboren van Indonesische vrouwen uit Craans huishouden, worden naar Nederland gestuurd voor scholing. Dit is bij testamentair vastgelegd. Bovendien mogen zijn zoons niet vóór hun meerderjarigheid naar hun geboorteland terugkeren. Dit voorrecht is niet voorbehouden aan zijn legitieme dochters; het wordt niet nodig geacht voor hun sociale ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer de drie jongens naar Nederland zijn gestuurd, die bij het overlijden van hun vader 12 jaar en jonger zijn. Wel is bekend dat ze nooit meer terug zullen keren naar Oost-Indie, terwijl hun zus Catharina Margaretha er een hecht bestaan zal opbouwen.

Versie van 22 nov 2014 om 22:35

Over de Zeeuwse familie Craan die diepe Indische wortels groeit. Hoe de VOC een schandalige predikant zijn bezittingen afneemt. Over zijn half-Indische zoon Johannes die opklimt tot topambtenaar en directeur van het opiummonopolie. Hoe Cornelis een glorieuze ruïne aankoopt, om er een nieuw kasteel te bouwen waar hij maar kort van geniet. Ondertussen maakt zijn broer Benjamin wereldwijd furore met een kaart van de slag van Waterloo waarvoor zelfs Tsaar Alexander I hem beloonde met een ring.


AFMAKEN

Inhoud

De oudste Craansporen

Deze pagina beschrijft de voorouders van Anna Craan, de xe generatie stammoeder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker. Wanneer Anna Craan trouwt met xxx, verdwijnt de achternaam Craan bij de verdere nakomelingen. Bij het achteruittellen is Elizabeth (Bob) Ekker 'eerste generatie', haar moeder 'tweede', enzovoorts. De familie komt oorspronkelijk uit Sint-Maartensdijk op het eiland Tholen in Zeeland.

Familiegegevens van regentenfamilies zijn goed geregistreerd door de Stadsregering van Tholen, waaruit hieronder is geput. A. Romeijn heeft het wel en wee van deze families beschreven, vanaf de satisfactieovereenkomst met prins Willem van Oranje in 1577 tot de val van de Republiek in 1795. Voor de oudste sporen zijn ook de uitgaven handig van De Nederlandsche Leeuw, een langlopend tijdschrift voor genealogie en heraldiek.

De familienaam wordt op verschillende wijzen gespeld; men komt Craan, Craen, Crane, en Kraan tegen. De twee vroegste Cranen:

  • Andries Craan, geboren ca. 1580, vermoedelijk in Sint-Maartensdijk, Zeeland zoals zovele van zijn nazaten. Hij wordt op 24 juni 1630 benoemd tot diaken in Sint-Maartensdijk ouderling in 1633.
  • Johannes Craan 'de Oudere' , zoon van voornoemde Andries, geboren in 1606 en gehuwd met Neelken Jans. Johannes is burgemeester, en komt ook voor als 'gezworene' en 'weesmeester'. Johan Craan 'de Jongere' uit 1636 is een van zijn kinderen.

Johan Craan 'de Jongere' (1636)

Johan Craan is geboren in 1636 in Sint-Maartensdijk. Hij is de zoon van Joannes Craan en Neelken Jans. Hij huwt Tanneke Adriaans Tistelet, geboren in Sint- Maartensdijk in 1639. Zij is de dochter van Adriaan Michielsen Tistelet en Mayken Marinus-dochter. Tanneke Tistelet deed geloofsbelijdenis in Sint-Maartensdijk op 27 Jan 1657.

Johan Craan is 'penningmeester dijkage' vanaf 1661 en notaris van 1665 tot 1687. Johan Craan overlijdt in 1687 op een leeftijd van bijna 51 jaar, Tanneke Adriaans Tistelet op een leeftijd van 56 jaar (1696), beiden in Sint- Maartensdijk. Jan Craan, geboren in 1670, is hun zoon, naast Petrus en Jacobus. Johan Craan overlijdt in 1687 op een leeftijd van bijna 51 jaar, zijn vrouw in 1696 op een leeftijd van 56 jaar.

Tanneke Tistelet is betrokken bij onverkwikkelijke familiezaken. Eind 1687 mag zij niet aan des Heeren tafel verschijnen vermits er enige merkelijke onrusten waren gereze met enkele van haar kinderen over de nalatenschap van haar echtgenoot, aldus Kerkeraadsnotulen in 1687. Als ze overlijdt verwerpen haar kinderen de nalatenschap.

Jan Craan (1670)

Jan Craan is geboren in 1670 in Sint-Maartensdijk. Hij is de zoon van Johan Craan. Hij trouwde met Catharina (Huijbrechts) Pieroom, geboren in 1669 in Biezelinge. Petrus Craan is een van hun kinderen. Jan Craan overlijdt tussen 1722 en 1723 op een leeftijd van van bijna 52 jaar, zijn vrouw in 1755 op een leeftijd van 86 jaar.

Jan Craan doet zijn geloofsbelijdenis in 1691. Hij volgt zijn vader in 1687 op als penningmeester der dijkage van Sint-Maartensdijk, maar wordt in dit ambt pas bevestigd in 1689. Hij wordt gekozen tot diaken in 1693. Hij is tevens rentmeester, procureur en notaris, en 'gezworene' door de Staten van Zeeland.

Petrus Craan (1700)

Alhoewel het fluitschip waar Pieter Craan op voer iets 'buikiger' was als vrachtschip, had het ook drie masten en zal Pieter na 5 maanden varen hetzelfde uitzicht gehad hebben op Kaapstad. Anoniem schilderij met de Tafelberg op de achtergrond. (1762).
Bestand:Route indie VOC.jpg
De route die Pieter Craan volgt op weg naar Indie, via Kaapstad

Petrus Craan, zoon van Jan Craan, is in 1700 geboren in Sint-Maartensdijk, Zeeland. Een archief uit Kaapstad waar hij 3 maanden vertoeft meldt; Ds. Petrus Kraan was die seun van Joan Kraan en Catharina Pieroom. Hy is in 1699 gebore in St. Maartensdyk op die Seeuse eiland Tholen. Petrus heeft er waarschijnlijk een jaartje afgelogen als hij in 1724 wil trouwen met Elisabeth Sigismund; voor zijn 25se heeft hij namelijk ouderlijke toestemming nodig. Maar daarover later meer.

Petrus studeerde van 1718 tot ca 1723 theologie in Harderwijk, destijds een van de vijf universiteiten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In Middelburg wordt hij bevestigd als predikant.

Flitshuwelijk in Kaapstad

Op 1 juni 1724 vertrekt hij naar Nederlandsch-Indië. Hij gaat aan boord van het VOC schip 't Hof niet altijd Winter 1723' op de rede van van Rammekens, fort en zeehaven ten oosten van Vlissingen. De eerste bestemming is Kaapstad, Zuid Afrika.

Dankzij de boekhouding van de VOC weten we dat het de 'maiden trip' was van dit fluitschip, een typisch cargoschip met 130 voet lengte, 650 ton laadvermogen, en een 150 koppige bemanning. Het schip zou driemaal op en neer varen tussen Zeeland en Batavia via 'De Kaap' (Kaap de Goede Hoop) en doet ook een keer Ceylon aan. In totaal maakt het schip 7 grote tochten waarna het in Batavia in 1747 wordt verkocht.

Als hij 5 maanden later (30 oktober 1724) aanmeert in Kaapstad zijn 18 van de 106 personen aan boord overleden, conform de attestatie van de scheepschirurgijn. Een maand later (3 december 1724) huwt hij Elisabeth Sigismund, ook Sigmund genoemd. Zij is ouder en de weduwe van Francois Poulle, waarmee ze in 1713 is getrouwd. Haar overleden man is in 1708 als soldaat naar de Kaap gekomen en opgeklommen tot onderkoopman en kassier onder commissaris Hendrik Becker. Zij is wellicht ook de Elisabeth Sigismund die in 1708 de slaaf Philander koopt van Petrus Tarenraad, een15-jarige Afrikaanse slaaf uit Madaga, Gabon.

Elisabeth Sigismund wordt ook genoemd in de jaarlijxe reekening der arme penningen, soo van de Caab, Stellenbos als Drakensteijn, het financieel jaarverslag van de armenzorg van de kerk, die 23 Januari 1725 'voormiddags' wordt vastgesteld. Daarin worden een stuk of 15 huisjes met bewoners vermeld waarvan de afdaken te laag zijn en beneden de maat, en dat geeft brandgevaar; in die tijd werd alles opgetrokken uit hout. Men kan de bewoners niet dwingen tot renovatie maar de brandmeester moer er aandacht aan besteden... (...) dat door haar ook met eenen sorge sal moeten werden gedragen dat die bij verval niet weeder werden gerepareert, om dus alle onheijlen van brand dies te beeter voor te kunnen komen.

Op naar Batavia

Het zal de weduwe en 'just married' Elisabeth Sigismund een worst zijn; zes dagen nadien (29 januari 1725) embarkeren zij en Petrus Craan het VOC schip "De Voorburg" richting Batavia, de hoofdstad van Nederlandsch-Indië, het huidige Jakarta, hoofdstad van de Republiek Indonesië. Ze komen aan op 27 maart 1725. De reis naar Batavia is korter dan het eerste traject naar Kaapstad en duurt twee maanden. Het schip "de Voorburg "vergaat overigens in 1726 op haar terugreis in de Indische oceaan; reizen was niet zonder risico.

Tegenstrijdig met de datum van afvaart uit Kaapstad is het feit dat Petrus Craan op 26 februari 1725 (dus ca. een maand later) twee slaven verkoopt, namelijk de Makassarese slaaf Perkut aan Johannes Pleunis voor 65 Rand, en de Balinese slaaf Barent aan Samuel Wakyers voor 90 Rand. Mr. Bosman, Ook is er een aanwijzing dat ene Bosman hem in 1725 voordraagt als predikant ter vervanging van de overleden van Aken. Bosman gaat zijn perkje te buiten, omdat Craan als VOC-dienaar en voorbestemd naar Indie te gaan dit niet mag aannemen; 'company rules;'

Petrus Craan werkt als predikant in Ambon van 1726 tot 1733 als zijn wordt huwelijk met Elisabeth Sigismund wordt ontbondenop klagte van desselfs huisvrouw over zijn schandelijk gedrag. De scheiding vindt plaats in Batavia, zijn bezittingen worden hem afgenomen door de VOC en hij wordt via Ceylon gerepatrieerd. Behalve dat de VOC 'laatste vermelding' noteert (?) als reden voor uitdiensttreding op 7 maart 1733 is verder niets gevonden over hoe het verder met hem is afgelopen. Het voor zover enige geregistreerde kind Jacobus Johannes Craan, geboren in 1728, is waarschijnlijk verwekt bij een Ambonese vrouw. Elisabeth Sigismund overlijdt ca. 2 jaar later (11 mei 1735) in Batavia; ze is 38 jaar oud.

Betrouwbare VOC-boekhouding

Veel van bovenstaande gedetailleerde gegevens konden achterhaald worden dankzij de minutieus bijgehouden scheepssoldijboeken van de VOC; de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Voor elk schip dat tussen 1700 en 1795 afvaart, wordt een lijst van opvarenden opgesteld en per werknemer noteert de VOC een uitgebreide salarisberekening. De boeken bevatten de gegevens van zo'n 655.000 matrozen, soldaten en ander personeel. Voor de VOC was het belangrijk om bij te houden wat men voor een opvarende had uitgegeven, voor een scheepskist , uitrusting of een schuldbrief; een voorschot op het salaris waar de VOC uiteraard rente voor vroeg.

Jacobus Johannes Craan (1728)

Jacobus Johannes Craan, zoon van Petrus Craan, is geboren in Ambon in 1728. In 1753 huwt hij met de 15-jarige Johanna Henriëtte Breekpot, een vrouw van Japara-afkomst, geboren in Japara, een district op het eiland Java. Zij is de dochter van Cornelis Breekpot en Margaretha Sophia Ongewassen. Jacobus en Johanna overlijden beiden in 1780 in Batavia. Craan verwekt bij vrouwen in zijn huishouden o.a. de volgende kinderen

  1. Catharina Margaretha (1754). Zij huwt in 1773 met Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk, zoon van Jeremias van Riemsdijk (1712), gouverneur-generaal van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), wiens bestuursperiode werd gekenmerkt door verspilling, praalzucht, nepotisme en corruptie.
  2. Cornelis Hendrik Craan (1768)
  3. Jacobus Johannes (geb. 1771), later burgemeester van Heumen en belastingontvanger.
  4. Willem Benjamin (geb. 1776).

Jacobus Johannes Craan is een Indische Nederlander, tegenwoordig Euraziaat genoemd. Als kind van een Nederlandse predikant en een Ambonese vrouw heeft hij gemengd bloed. Zijn jeugd is niet florissant. Nadat de VOC de bezittingen van zijn vader heeft afgenomen na beschuldiging van ‘schandalig gedrag' en vervolgens gerepatrieerd heeft, wordt Jacobus achtergelaten in Batavia als 5-jarig jongetje. De rol van zijn officiele moeder is onduidelijk, maar die overlijdt toch twee jaar later.

Jacobus Craan treedt met zijn dertiende in het leger, soldaat aan de pen, en trotseert discriminatie, maar lift uiteindelijk mee in een nieuwe trend in het Bataafse politieke leven van de achttiende eeuw; hij bekleedt posten die normaal voorbehouden zijn aan mannen die geboren of opgevoed zijn in Europa. Hij wordt hoofdbestuurder van Makassar en daarna raadextraordinair (een soort buitengewoon wethouder) in 1772, als hij naar Batavia verhuist. Johannes Craan krijgt ook de lucratieve post van directeur van het opiummonopolie. In het jaar dat hij vol raadslid wordt sterft hij (1780).

De carriere van Jacobus Craan wordt in wollige termen beschreven in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), onder welker uitstekendste ambtenaren uit de laatste helft der 18de eeuw hij eens zou gerangschikt worden. Zijn carrière wordt zichtbaar aan de hand van een indrukwekkende opsomming van ambten;

  • Gezworen klerk ter Algemeene Secretarie (1746)
  • Onderkoopman (1748)
  • Dagregisterhouder (1749)
  • Koopman en eerste klerk (1752)
  • Opperkoopman (1758)
  • Lid der commissie tot samenstelling der Bataviasche statuten (1761). Het was aan hem te danken dat deze traag werkende commissie met haar taak gereed kwam in 1764.
  • Secunde en hoofdadministrateur op Makassar (1764), welke aanstelling op zijn verzoek werd ingetrokken. Daardoor bleef hij voorlopig ambteloos tot zijn volgend ambt.
  • Heemraad (1766)
  • Oud-boekhouder-generaal titulairen (1767) met het daartoe staande honneur uit aanmerking van zijne langjarige diensten en het genoegen dat denzelven gegeeven heeft in het colligeeren der statuaire wetten.
  • Raad-extraordinair van Indie(1771) .
  • Commissaris politicus, Eerste buitenregent der hospitalen en directeur der Amfioen Societeit (1775). deze benoemingen volgden na den dood van van de Parra, de xxx
  • Commissaris Bataafse Bovenlanden (1777), welke functie hij bekleedt hij tot zijn dood. Hij maakt zich in 1778 verdienstig door een instructie tot het aanplanten en bereiden der indigo, welker lezing duidelijk maakt hoeveel moeiten aan de bereiding van indigo verbonden waren.

De bekroning van zijn carrière is zijn aanstelling in 1780 tot raad-ordinair. De missive der bewindhebbers van 25 Mei 1780, inhoudende zijn benoeming tot raad-ordinair, heeft hem niet meer bereikt.


Hij kocht in 1763 het landgoed Tandjoeng-Oost of Groeneveld. Zijn wapen, een kraanvogel, prijkt nog heden boven den hoofdingang van zijn landhuis Tandjong Oost of Groeneveld.


De drie halfbroers van zijn dochter Catharina, allen geboren van Indonesische vrouwen uit Craans huishouden, worden naar Nederland gestuurd voor scholing. Dit is bij testamentair vastgelegd. Bovendien mogen zijn zoons niet vóór hun meerderjarigheid naar hun geboorteland terugkeren. Dit voorrecht is niet voorbehouden aan zijn legitieme dochters; het wordt niet nodig geacht voor hun sociale ontwikkeling. Het is niet bekend wanneer de drie jongens naar Nederland zijn gestuurd, die bij het overlijden van hun vader 12 jaar en jonger zijn. Wel is bekend dat ze nooit meer terug zullen keren naar Oost-Indie, terwijl hun zus Catharina Margaretha er een hecht bestaan zal opbouwen.

Cornelis Hendrik Craan (1768)

Een kort en bewogen leven

Cornelis Hendrik Craan wordt geboren in 1768 in Batavia. Hij is de zoon van Jacobus Johannes Craan. Cornelis trouwt in 1784 op18-jarige leeftijd met de 14 jaar oudere Catharina Theresia Maus von Köhler. Zij is dan al weduwe van Andreas Bernardus de Bons en is meerdere malen moeder. Ze wonen eerst in Grave en later in Maastricht.

Catharina overlijdt 3 jaar na het huwelijk. In 1794 hertrouwt Cornelis Hendrik met de 20 jaar jongere zuster van Catharina; Johanna Georgia Maria Theresia Theresia Maus von Köhler. Na twee jaar wordt hun enig kind geboren, Anna Craan, maar twee jaar nadien (1798) sterft ook Cornelis Hendrik op 30-jarige leeftijd. Zijn broer Jacobus Johannes, burgemeester van Heumen, is verwikkeld met de executie van zijn testament en de administratie van zijn effecten.

De weduwe Johanna Maus von Köhler hertrouwt 6 jaar later (1804) met een Stork (Frederik), zoals ook haar dochter Anna Craan, die in 1818 trouwt met Derk Willem Stork, de vader van Anna Wilhelmina Stork. Frederik Stork was de 'stadsdoctor' van Zutphen. Johanna is een goede partij voor hem want zij is mede-erfgenaam van het kasteel te Heumen.

De jonge koper van een kasteel

Het kasteel te Heumen in 1742, getekend door Jan de Beijer, r.k.d., Den Haag

Even ten zuiden van Nijmegen, in de uiterwaarden dichtbij de Maas en de Maasbrug lag ooit het imposante kasteel te Heumen. Als Cornelis Hendrik Craan de ruine van kasteel Heumen koopt (1791) is hij pas 23 en al weduwnaar van zijn eerste vrouw. Hij is meester in de rechten en woont in Maastricht. Hij verkoopt zijn huis aan de St.Pieterstraat (1791), koopt het kasteel te Heumen, en wordt daarmee beleend. Hij verbouwt het kasteel, maar kan er maar kort van genieten; 7 jaar na de aanschaf sterft hij.

Het kasteel te Heumen

Volgens de Wikipediapagina Kasteel Heumen en de Open Monumentendagpagina daarover is de oudste vermelding van het kasteel uit 1138. het wordt beschreven als een hoge heerlijkheid, in het bezit van de graaf van Dale. In het jaar 1348 stond ene Johan van Groesbeek bekend als Heer van Heumen.

Beschoten en verstoten

Bestand:Kasteel heumen plattegrond.jpg
Wat er over is van het kasteel te Heumen; opgravingen in maart 1980

Het kasteel heeft veel strijd gekend met name tijdens de Tachtigjarige Oorlog toen het aan Staatse zijde stond. Er werden diverse pogingen ondernomen het kasteel in te nemen. In het jaar 1585 werd zij door Spaanse troepen grotendeels verwoest. Tussen 16 en 18 december van dat jaar werd het kasteel onophoudelijk beschoten met zeven zware kanonnen. In 1660 was de ruïne bezit van Baron van Steenhuis die er nog een tijd woonde.

In 1660 kocht Ludolf van Steenhuijs de Heerlijkheden Heumen en Malden. Zijn kleindochter Genoveva, gehuwd met Bernhard, Graaf van Welderen, verkocht in 1769 de beide heerlijkheden voor Fl. 235.000 aan de Stad Nijmegen. In 1770 wordt het kasteel door Nijmegen verkocht aan M.C. Pasques de Chavonnes. In 1791 wordt het kasteel eigendom van Cornelis Hendrik Craan.

In 1809 wordt het, verbouwd,weer doorverkocht, deels gesloopt en weer verbouwd. In 1880 zijn de restanten van het kasteel afgebroken.

Geen muur meer overeind

Van dit kasteel staat nu geen muur meer overeind, maar de fundamenten onder de grond zijn nog intact. Aan de hand van lichte verhogingen kan men de contouren van het kasteel nog onderscheiden. In 1939-1940 is er summier onderzoek verricht, en in het kader van de bouw van de Maasbrug wordt in 1980 een uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Hoewel alleen de fundamenten resteren wordt het uitgeroepen tot Rijksmonument vanwege zijn archeologische waarde.

In het boek van A.G. Schulte, Het Rijk van Nijmegen, Zeist 1982, staat daarover het volgende

(...)De heer Pasques de Chavonnes, die ook de functie van ambtman van de stad Grave bekleedde, verkocht de bezitting op zijn beurt aan Mr. Cornelis Hendrik Craan. Deze moet het oude huis grotendeels hebben laten slopen. Waarschijnlijk is het oostelijke gedeelte van de hoofdburcht blijven staan in de vorm van twee paviljoens met ronde hoektorens en een tweetal bijgebouwen, gekarteerd op het kadastraal minuutplan van 1820 (afb. 211).
In 1809 verkocht de weduwe van Craan het huis c.a. aan haar zwager Jacobus Johannes Craan, diens echtgenote Henriëtte de Bons, hun dochter Jacoba en schoonzoon Jhr. Johan Anthony Boreel de Mauregnault. Van Schevichaven die als plaatselijke predikant de situatie in Heumen goed moet hebben gekend, meldt dat het huis in 1809 is afgebroken en vervangen door een nieuw gebouw. Het is echter de vraag of het hier om een echte nieuwbouw ging, dan wel om een verbouwing. In 1842 woonde de weduwe Craan geb. de Bons op het huis. Waar zij precies woonde is niet duidelijk, op het verbouwde kasteel(restant) of in een van de twee bouwhuizen buiten de huisgracht.
Van Schevichaven heeft in 1842 in elk geval nog de resten gezien van torens, muren, brug, grachten en schansen. De kasteelruïne is volgens het Liber Memoriale van de r.k. St.-Georgiuskerk in Heumen tenslotte in 1880 volledig geamoveerd.
Ets van ???

AFMAKEN: In de Geldersche volks-almanaken, volumes 7-8 uit 1844 wordt gewag gedaan van het kasteel

Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen