Baerle van, Familie

Uit FamilieWiki
Versie door Thomas (Overleg | bijdragen) op 14 sep 2015 om 11:48
Ga naar: navigatie, zoeken
UNDER CONSTRUCTION

Inderdaad: flarden tekst en ontbrekende passages. Er wordt aan gewerkt. Keer terug naar de Hoofdpagina en kom later graag eens terug!

Portret van Caspar van Baerle (geboren 1584), exponent van zijn familie. Uitsnede van een grotere prent van Willem Jacobsz. Delff. (vervaardigd 1625, Delft)

Inhoud

Lambertus van Baerle

Lambertus van Baerle is vermoedelijk voor 1524 geboren. Hij verkrijgt in 1542 het burgerschap van Antwerpen en wordt, net zoals zijn zoon later, griffier van de stad.

In de archieven wordt zijn vrouw Anna genoemd, en komen één dochter Christina en vijf zonen voor. Hij stuurt al zijn zonen naar de Universiteit. Door het ontbreken van jaartallen staan ze in de volgorde waarin ze genoemd zijn, wellicht van geboorte maar dat is niet zeker.

  1. Christina van Baerle.
  2. Caspar van Baerle (de Oudere) (overleden 1595).
  3. Melchior van Baerle
  4. Jacobus van Baerle (overleden 1603, den Briel).
  5. Balthasar van Baerle
  6. Johannes van Baerle

In de archieven wordt Lambertus geportretteerd als een geleerd man, die zich gelukkig achtte Erasmus te hebben gekend, en zijn zoons een voortreffelijke opvoeding gaf, waartoe zijn vermogen hem blijkbaar in staat stelde.

Caspar van Baerle de Oudere

Caspar van Baerle de Oudere is de zoon van Lambertus van Baerle, vermoedelijk geboren tussen 1556 en 1566. Na gehuwd te zijn met Caecilia Brants trouwt hij met Cornelia Eerdewijns. Van hun kinderen is onbekend wanneer de twee zusjes zijn geboren, in ieder geval vóór Cornelius en vermoedelijk na Caspar.

  1. Caspar van Baerle (1584, Antwerpen - 1648).
  2. Susanna van Baerle
  3. Lambertus van Baerle (1592, Zaltbommel - 1655, Leiden), gehuwd met Barbara Jelis.
  4. Elisabetha van Baerle
  5. Cornelius van Baerle (geboren 1596/1597)

Caspar van Baerle de Oudere is griffier van Antwerpen en volgt daarmee zijn vader Lambertus op. Het duurt tot de val van Antwerpen in 1585; als deze stad door de hertog van Parma wordt ingenomen trekt Caspar, zoals zovele zuiderlingen, naar het noorden toe en zal daar de Gouden Eeuw gestalte geven. Het gezin vlucht met drie jonge zoons; zoon Caspar is dan één jaar oud.

Door de omstandigheden gaat echter wel het vermogen van de van Baerles voor een groot deel verloren. In 1586 schrijft Caspar zich in Leiden in als jurist en probeert notaris te worden. Als dat niet lukt verlaat hij Leiden en wordt rector van de Latijnse school in Zaltbommel. Hij schikt zich in dit kleine plaatsje maar klaagt erover dat er geen enkele boekverkoper is en dat er amper boeken te krijgen zijn.

Caspar van Baerle laat zijn gezin in vrij droevige omstandigheden achter. Na zijn overlijden in 1595 vertrekt de weduwe Cornelia Eerdewijns met haar twee jonge dochters naar Bremen terwijl de zoons in Nederland blijven. Zij overlijdt in Bremen, evenals haar twee dochters later.

Geknutselde dichter

Caspar de Oudere is blijkbaar ook een dichter, en zal wellicht het zaadje gepland hebben bij zijn zoon Caspar. In het Jaarboek De Oranjeboom nr 10 uit 1957 publiceert Anton van Duinkerken het artikel Het Turfschip van Breda als poëtisch motief. Hij beschrijft hoe de list met het Turfschip waarmee Breda ingenomen werd in 1590, een pakkend motief werd voor de vaderlandse dichtkunst. Een citaat daaruit:

Een van de weinigen, die in 1590 voldoende smaak en ontwikkeling, tijd en belangstelling bezaten om iets behoorlijks af te leveren, was de vader van Caspar van Baerle, zelf ook Caspar geheten en sedert 1588 rector van de Latijnse school te ZaItbommel, waar hij de jeugd bij feestelijke gelegenheden zijn eigen gedichten in latijn en Nederduits op straat liet zingen om haar tegelijk met vaderlandse gevoelens ook talenkennis eigen te maken.
Hij was de oudste van de vijf zoons van Lambert van Baerle, die veertig jaar lang griffier van de stad Antwerpen was geweest. In dit ambt was Caspar zijn vader opgevolgd, doch bij de furie van Parma in 1585 verloor hij zijn betrekking. In augustus van het volgende jaar trok hij naar Leiden, waar hij een plaats als notaris ambieerde, die hij niet kreeg, zodat hij zich twee jaar later met het Bommelse rectoraat tevreden moest stellen. Een geboren onderwijsman was hij niet, al toonde hij een trek tot geleerdheid.
Wat hij de kinderen liet zingen op Sint Maartensdag, is nogal moeilijk in elkaar geknutseld. Helaas ontbreekt in het handschrift van de Utrechtse universiteitsbibliotheek het katern, waarin hij dichterlijk gereageerd zal hebben op de verrassing van Breda. Bij een bezoek van Maurits aan Zaltbommel werd de rector voorgesteld aan Zijne Excellentie, die hem voor zijn propagandalyriek liet belonen.

Caspar van Baerle (1584)

Caspar van Baerle, ook gespeld Kaspar, is geboren in 1584 in Antwerpen, vlak voor de beruchte val van die stad. Hij is de zoon van Caspar van Baerle de Oudere en Cornelia Eerdewijns. Hij is bekend als Zuid-Nederlands predikant, schrijver en dichter, die vooral in het Latijn schreef. Hij verandert zijn naam in de gelatiniseerde vorm Casparus Barlaeus, onder welke naam hij net zo bekend is.

Caspar huwt Barbara Sayon in 1610, dochter van Anthony Sayon en Josina Evagers. De zeven kinderen die hun ouders overleven:

  1. Adriana van Baerle (1613), gehuwd met Karel de Wolff in 1642.
  2. Anna van Baerle (1615 - 1676), gehuwd in 1653 met Johan de Bisschop
  3. Josina van Baerle (1617), gehuwd met J. Lenaerts. Na 5 maanden huwt ze Cornelis van Leeuwen (vermoedelijk is Lenaerts overleden).
  4. Caspar van Baerle (1619, Leiden - 1673, Amsterdam), gehuwd met Susanna Pelgrom in 1644.
  5. Susanne van Baerle (1622 - 1674). Zij huwt Gerard Brandt (1626).
  6. Elizabeth van Baerle (1624 - 1651), overlijdt jong (26) en verder ongehuwd.
  7. Anthony van Baerle (1626 - 1666), in 1659 gehuwd met Walburg van Boekhoven. Hij overlijdt op 40-jarige leeftijd.

Caspar van Baerle overlijdt in 1648 op een leeftijd van 64 jaar, zijn vrouw 13 jaar eerder in 1635.

De veelzijdige Caspar

Caspar van Baerle was een Zuid-Nederlandse humanist, theoloog, dichter en historicus. Hij was begaafd op diverse terreinen, zoals wel vaker het geval bij grote geesten uit de Renaissance; de menselijke rede en individueel kunstenaarschap worden ontdekt en komen tot wasdom.

Zijn leven en werken worden uitgebreid elders beschreven, zoals op wikipedia, in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, bij de Universiteit Leiden en in het Biografisch Portaal van Nederland. Daarom wordt summier ingegaan op zijn professionele leven, en meer ingezoomd op de menselijk kant van Caspar van Baerle en zijn familie.

Na begonnen te zijn als predikant op het eiland Goeree-Overflakkee, gaat hij naar Leiden om hoogleraar logica te worden. Na zijn ontslag vanwege sympathie voor de remonstranten, geeft hij privélessen en schrijft gedichten. Hij zit niet stil; hij promoveert tot doctor en blijft wijsbegeerte onderwijzen. In 1631 wordt hij hoogleraar in de wijsbegeerte en welsprekendheid en beoefent de redenaarskunst in het Latijn. Zijn poëzie-werken, in het bijzonder de Latijnse, stonden hoog aangeschreven. Daarnaast schrijft hij verhandelingen, doet vertalingen, en legt een belangrijke verzameling aan van kaarten van Brazilië. Hij onthaald Maria de Medici bij haar bezoek aan Amsterdam met een toespraak, en opent Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam, met een rede getiteld "Mercator sapiens" (de wijze koopman), die ging over de relatie tussen wetenschap en koopmanschap.

Als lid van de Muiderkring, de legendarische literaire vriendenclub trekt hij ’s zomers naar het Muiderslot om te discussiëren met de groten van zijn tijd.

Van Baerle was lid van de Muiderkring. Hij was zeer bevriend met P.C. Hooft. Men denkt dat deze vriendschap bekoelde en Barlaeus leed aan ernstige depressies en waanbeelden.

Het vermoeden bestaat dat hij zelfmoord pleegde door in een put te springen, omdat hij dacht dat hij van stro was, en in brand stond. Barlaeus werd begraven in de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam. Het grafschrift werd geschreven door Joost van den Vondel.

Als weduwnaar van Barbara Sayon, die in 1635 overleed, maakt hij jarenlang het hof aan Tesselschade, die toen weduwe was. Hooft noemde hem in dit verband de „vrijer om den deun, oft om welstaens wil"

Hij geldt als begenadigd redenaar. De door hebzucht gedreven kooplieden van de gracht toont hij dat er meer is in het leven dan het slijk der aarde. Poezie, cultuur en wetenschap!

En Amsterdam eert hem omgekeerd met de vernoeming van een gymnasium en de straat waar het concertgebouw aan staat. Caspar van Baerle, beter bekend als Barlaeus: een intellectueel toptalent uit een glorievolle periode.

Het overzicht I V vertoont de kwartieren van Cornelia Brandt (nr. 263 = 615) en het overzicht V haar verwantschap met de in de 18de eeuw niet onbekende dichteres Lucretia Wilhelmina van Merken (1721—1789), op wie de litteraire gaven van haar voorvaders Brandt en Barlaeus kennelijk waren vererfd.

Bestand:Gymnasium baerle.jpg
Barlaeus Gymnasium
Bestand:Caspar van Baerle v3.jpg
Portret van Caspar van Baerle, zittend afgebeeld met in zijn linkerhand een boek. Met zijn rechterhand wijst hij naar een ganzepen naast het boek op tafel. Gravure van Theodoor Matham (ca. 1605-1676) naar een tekening van Joachim von Sandrart (1606-1688).
Persoonlijke instellingen
Naamruimten
Varianten
Handelingen
Navigatie
Hulpmiddelen