Grafzerken, -stenen en -monumenten
(→Het kerkelijk denken) |
(→Doodscultuur) |
||
Regel 17: | Regel 17: | ||
{| style="color: black; background-color: #f2f2f0;" | {| style="color: black; background-color: #f2f2f0;" | ||
| | | | ||
− | : '' | + | : ''(...) Altaren worden niet meer bezien als tafels, maar als grafmonumenten. In elk altaar een reliek van een overleden heilige. Elk altaar is als het ware een graf. Wat vóór 1000 onmogelijk was werd nu regel. Begraven in de kerk. Vooreerst in de Middenkerk later ook in de beide andere kerken. |
: ''Sterker nog na verloop van enkele eeuwen wilde men juist in doop- of sacramentskerk begraven worden vanwege staat of stand of als men anders heel rijk was. Men kende vroeger een systeem in het bepalen van wie waar mocht liggen. | : ''Sterker nog na verloop van enkele eeuwen wilde men juist in doop- of sacramentskerk begraven worden vanwege staat of stand of als men anders heel rijk was. Men kende vroeger een systeem in het bepalen van wie waar mocht liggen. |
Versie van 9 sep 2016 om 09:02
Inhoud |
De doden leven voort
In vele kerken en begraafplaatsen liggen onze voorouders, stille en bevroren getuigen van een andere tijd. Via de inscripties op stenen en plaquettes komen we ook meer te weten over (vaak trieste) gebeurtenissen in hun levens. Deze pagina probeert wat duiding te geven aan verloren gegane begrafenisrituelen,de zware symboliek op grafstenen, en de gewoonte om in kerken te begraven.
Het kerkelijk denken
Rond het jaar 1000 verandert het kerkelijk denken; niet meer de verrijzenis van Christus staat centraal, maar zijn lijden en dood. En dat heeft gevolgen voor de doodscultuur. Overledenen die in Friesland en andere lage delen van het land werden begraven in terpen, hoog en droog, worden nu in de kerk begraven. Frits Zandveld schrijft daar over in zijn blog. Enkele citaten:
Doodscultuur
|
Wie het breed heeft laat breed graven in de kerk
Grafzerken en grafstenen dateren uit de Middeleeuwen; degenen die het zich konden veroorloven lieten zich begraven in individuele- of familiegraven onder de kerkvloer. Het was een toonbeeld van hun rijkdom en status. Kleine grafstenen wisselden af met dekplaten waar hele families onder werden begraven.
De reden is duidelijk. Kerken hadden een uitgebreide sociale functie in die tijd. Naast het gebruik voor diensten en sacramentale handelingen, werden ze ook gebruikt als vergaderplaats van de magistratuur, overdekte plaats voor markten, wijkplaats in tijden van oorlog en bij hoog water, aula, ontmoetings- en wandelruimte en ... begraafplaats.
Omdat Nederland bijna geen steengroeven kende met geschikt materiaal, werden kalkstenen platen geimporteerd uit Öland in Zweden, zandsteen uit Duitsland (bijv Bentheim), en diverse soorten blauwe hardsteen uit België. Dat laatste duurt nog voort tot vandaag.
De praktijk had zijn hoogtepunt in de 17e Gouden Eeuw en de de 18e eeuw. In 1829 wordt dit bij wet verboden, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor leden van het Koninklijk Huis.
Rijke Stinkerts
|