Beijen Doens, Familie
(→De memorielanden) |
(→De memorielanden) |
||
Regel 119: | Regel 119: | ||
==== De memorielanden ==== | ==== De memorielanden ==== | ||
+ | |||
+ | [[File:pauperitas memorie.jpg|thumb|300px|tekst]] | ||
Beije Beijensz. sticht met zijn moeder een memorie in de Vernellenhouck, ook Vernelle Hoek genoemd. Zijn zoon Doen Beijensz. vestigt ook zijn memorie op 2 gemet land in Vernellenhouck, te versterven op zijn beurt op zijn zoon Beije Doensz. Dat memories mede-eigendom waren in de familie blijkt ook uit het feit dat zoon Doen Beijensz. genoemd wordt als ''belender'' (mede-eigenaar) in de ''blaffaard'' (register) van de memorielanden. | Beije Beijensz. sticht met zijn moeder een memorie in de Vernellenhouck, ook Vernelle Hoek genoemd. Zijn zoon Doen Beijensz. vestigt ook zijn memorie op 2 gemet land in Vernellenhouck, te versterven op zijn beurt op zijn zoon Beije Doensz. Dat memories mede-eigendom waren in de familie blijkt ook uit het feit dat zoon Doen Beijensz. genoemd wordt als ''belender'' (mede-eigenaar) in de ''blaffaard'' (register) van de memorielanden. |
Versie van 6 dec 2016 om 19:29
Afstamming: hoe de families in elkaar oplossen naar boven toe |
---|
de Haan |
Swertz |
Ekker |
Rijshouwer |
van der Sijden |
Koornneef > Hoogendijk |
Beijen Doens |
Deze pagina beschrijft de voorouders van Neeltje Cornelisdr., dochter van Cornelis Doensz. (rond 1485). Zij is voorouder van Elizabeth Frederika (Bob) Ekker.
Door haar huwelijk met Dirck Cornelisz. Koornneef verdwijnt het patroniem Beijens van haar voorouders bij haar verdere nakomelingen.
Beije van de eilanden
De achternamen Beijen, Beijens, Beyen en Beyens zijn ontstaan uit het patroniem Beije(n)szoon of Beije(n)sz.
De voornaam Beije of Beye is nu vrijwel vergeten, maar was lang geleden gemeengoed op de Zuid-Hollandse eilanden vooral op Voorne-Putten, IJsselmonde en in de Hoekse Waard. Niet toevallig liggen daar ook de plaatsen Oud-, Nieuw- en Zuid-Beijerland.
Bedijken en pachten
De Beijens, vroeger vaak als Beyens gespeld, behoren tot het midden van de 15e eeuw tot een vooraanstaande familie in de heerlijkheid Putten. De Beijens bezitten zelf grond en pachten grond dat in leen is gegeven door de Heren van Putten, de adellijken die Putten in eigendom hebben. Ook zijn ze betrokken bij het bedijken van stukken land en dragen zo bij aan de inpoldering van het Zuid-Hollandse deel van de Rijn-Maas-Scheldedelta.
Ze zijn terug te vinden op twee vroege Zuid-Hollandse eilanden, behorend tot Putten en gescheiden door de Maas:
|
De vroegste generaties
De vroegste generaties van vader op zoon:
|
De naam Rughezand suggereert dat het niet om een gors of kwelder ging, maar een plaat met „rughe zant", dus ruig zand, later de polder Roozand in Pernis.
Beije Rutgersz. (ca. 1324)
Beije Rutgersz., zoon van Rutgher Diddericsz., is geboren omstreeks 1324. Hij huwt ca. 1349 met een vrouw, wiens naam niet achterhaald is. Alle gebeurtenissen, geboorten, huwelijken en overlijden binnen de familie vinden plaats in Poortugaal. De kinderen die de volwassenheid behalen:
|
Uit de vele transacties waar Beije Rutgersz. bij betrokken is zien we hem als pachter van land en bieraccijns en als eigenaar van land. Het is allemaal nauwkeurig vastgelegd:
|
In 1379 verpacht het bestuur van Poortugaal dus bieraccijnzen aan Beije Rutgersz.
Voor een vast bedrag verwerft hij daarmee het recht om accijns (belastingpenningen) te heffen op bier. De gangbare praktijk in de laatmiddeleeuwen was dat geïnteresseerden enkele malen per jaar konden bieden op de pacht van bieraccijns.
Het ging om flinke bedragen, oplopend tot duizenden ponden, en daarom alleen weggelegd voor burgers in goede doen. Er moest ook vooraf contact afgerekend worden, reden misschien waarom Beije een keer borg staat voor collega Willem Wissensz tegen 20 pond.
Aan het innen van bieraccijns kon je je geen buil vallen. In de middeleeuwen dronk iedereen elke dag (slap) bier: kinderen, volwassenen, zwervers en notabelen. Water uit de grachten of rivieren was niet veilig, bier daarentegen wel, en koffie en thee bestonden nog niet. Voor vele stadsbesturen was bieraccijns een van de belangrijke bronnen van inkomsten.
Beije Beijensz. (ca. 1350)
Beije Beijensz., zoon van Beije Rutgersz. (ca. 1324), is geboren rond 1350. Hij huwt rond 1381 Elizabeth (Lijsbeth), geboren in 1354. Alle gebeurtenissen, geboorten, huwelijken en overlijden vinden plaats in Poortugaal. Hun kinderen zijn:
|
Beije Beijensz. overlijdt vóór 8 juni 1408. Hij wordt vermeld als leenman van Putten. In 1395 en 1396 pacht hij land van Zweder van Abcoude, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen. Het land ligt bij Poortugaal; de strook grond langs de dijk tussen Poortugaal en Deijffel.
De memorielanden
Beije Beijensz. sticht met zijn moeder een memorie in de Vernellenhouck, ook Vernelle Hoek genoemd. Zijn zoon Doen Beijensz. vestigt ook zijn memorie op 2 gemet land in Vernellenhouck, te versterven op zijn beurt op zijn zoon Beije Doensz. Dat memories mede-eigendom waren in de familie blijkt ook uit het feit dat zoon Doen Beijensz. genoemd wordt als belender (mede-eigenaar) in de blaffaard (register) van de memorielanden.
Beije en zijn latere familieleden stichten vele memorielanden in Poortugaal en omstreken. In de late middeleeuwen komt het vaak voor dat gegoede burgers een eigen memorieland of vicarieland stichten. Van dit stuk land dient een deel van de opbrengst aangewend te worden om de onkosten te dekken van een jaarlijkse zielenmis op de sterfdag van de stichter. Deze moet namelijk in memorie gehouden worden. Het wordt wel gezien als de oorsprong van het latere stelsel met prebendes waarmee de gelden opgebracht moesten worden voor het levensonderhoud van geestelijken. Hoewel in een aantal gevallen de stichter bepaalde dat memorielanden na een of twee generaties aan de kerk zou komen, gingen er veel in eigendom over aan de nakomelingen van de stichter. Op de secretarie van Poortugaal werd daartoe zorgvuldig een lijst bijgehouden van erfgenamen, mogelijk de oudste parenteel van Nederland. Deze eeuwenlange vergaring van waardevolle genealogische gegevens zijn nu natuurlijk een lust voor genealogen. Beije Beijens zoon, Doen Beijensz, wordt ook wel aangeduid als de vader van de Hoekse Waard en IJsselmonde, hoewel de mannelijke lijn na een aantal generaties is uitgestorven. Na de reformatie worden de inkomsten uit de memorielanden gebruikt voor hulp aan de armen die door de kerk of de diaconie worden onderhouden. Vanaf 1827 worden de memorielanden in Poortugaal beschouwd als normaal te verhandelen eigendom. |
Doen Beijensz. de Oude (ca. 1378)
Doen Beijensz. de Oude, ook Doedijn genoemd, zoon van Beije Beijensz. (ca. 1350), is geboren rond 1378. Hij huwt rond 1407 Margriet Heijndricks, geboren rond 1386. Alle gebeurtenissen, geboorten, huwelijken en overlijden vinden plaats in Poortugaal. Hun kinderen zijn:
|
Doen Beijensz. overlijdt vóór 11 september 1452, zijn vrouw Margriet in 1446.
Beleend met Poortugaals land
Tussen 1429 en 1452 is Doen Beijensz. leenman van Putten. Een oorkonde (een van de vele) van Jacob van Gaesbeek legt op 1 april 1429 vast dat hij Doedijn Beyenzoon heeft beleend met een stuk land in Poortugaal;
|
Tussen 1432 - 1434 en in 1445 komen we Doen Beijensz. tegen als leenmangetuige voor dezelfde Heer van Putten. De belening van het land gaat over van vader op zoon: Op 11 September 1452 wordt zijn zoon Beije Doensz beleend met het leenland van zijn vader.
De heer van Putten noemt hem in 1434 een van onsen mannen vant lant van Putte die deel uitmaken van het consortium, dat in 1436, kort na de Sint-Elisabethsvloed (1421), de bedijking van het Oudeland van Strijen op zich neemt. Op 12 Maart 1436 wordt hij vermeld als medebedijker van deze landen.
Doen Beijensz. heeft voorts land gemeen met Gheen Jansz en diens zwager Simon Bartoutsz op 10 Mei 1442.
Beijen Doensz. (ca. 1410)
Beijen Doensz., zoon van Doen Beijensz. de Oude (ca. 1378), is geboren rond. 1410. Hij huwt ca. 1433 met Lysbeth of Lijsbeth, geboren ca. 1412. Alle gebeurtenissen, geboorten, huwelijken en overlijden binnen de familie vinden plaats in Poortugaal. Hun kinderen zijn:
|
Beijen Doensz. overlijdt vóór 8 jan 1485.
titel
opmerkingen
Beijen Doensz is, leenman van de hofstad Putten in Poortugaal, schepen Poortugaal 1458 en 1462, vestigde zijn memorie op land te Nieuw-Rhoon samen met zijn oudste zoon Aert; tr. Lijsbeth, † 17 dec 1485, die zelfs een wekelijkse memorie stichtte op land in Pernis.
Beijen was Leenman van Putten in de periode 1455 tot en met 1485. Verder was hij Schepen van Poortugaal tussen 1458 en 1462. Hij was stichter van een memorie te Nieuw Rhoon. Beijen was een neef van Olaert Henricksz.
In 1457 wordt Beijen vermeld als leenmangetuige. Op 10 Oktober 1458 wordt hij genoemd als schepen van Poortugaal. In de periode 1454 tot en met 1455 is hij leenmangetuige voor de heer van Putten.
Op 11 Sep 1452 wordt Beijen beleend met het leenland van zijn vader.
Beijen neemt op 8 December 1455 twee droge dijken te Poortugaal in leen. Het betreft hier de latere Kruisdijk en de dijk gelegen langs de korenmolen, die achter de dijk van Albrantswaard zijn komen te liggen.
Juist ten noorden van de plaats, waar de beide lenen elkaar ontmoeten, ligt een boerderij tegen de binnenkant van de dijk op de dijkzate, waarvoor jaarlijks één kapoen moet worden betaald. Deze betaling geschiedt van 1459 tot 1469 door Beijen. De boerderij wordt dan nog naar een vorige eigenaar de Thomashofstede genoemd. In deze periode is hij 32sc. 6d. aan jaarlijkse accijns verschuldigd voor 4 gemet 1 lijn land bij de kerk en 3 pond hollands voor 7 1/2 gemet land, genaamd de Grote Weyde.
Op 1 Juli 1461 wordt Beijen genoemd als voogd over de kinderen van zijn zuster Ariaentge.
Beijen pacht in 1462 een tiende gelegen tot Poortugaal.
Beijen zegelt op 1 Mei 1465 voor zijn neef Olaert Hendricksz. Hij vestigt samen met zijn oudste zoon Aert Beijensz een memorie op 2 gemet land in Vernellenhouck, te versterven op zijn zoon Doen. Deze laatste wordt na de dood van zijn vader op 8 Januari 1485 beleend met diens lenen.
Van 1459 tot 1465 betaalt Beijen 18sc. hollands voor de quade 6 gemet.
Van 1461 tot 1465 pacht Beijen de droge dijk tussen het Oostdorp en de Driendijk, de plaats waar zijn leendijken bij de boerderij beginnen, tegen 2 pond 16 1/2, in 1466 tegen 20sc.
In 1461 pacht Beijen tienden van Waddenswaert tegen 7 pond 10 1/2 sc. en in 1465 die voor het dorp tegen 10sc. en de lammertiende tegen 4 pond 1sc.
Van 1459 tot 1462 pacht Beijen samen met Jan Mattensz de staalvisserij van Battenoert tegen 37 pond hollands en van 1466 tot 1468 de potinge in die Roden als rietbroek en visserij tegen 5 1/2 pond.
De zwaandrift in Poortugaal pacht Beijen van 1466 tot 1468 tegen 2 pond 5sc. In 1469 betaalt hij hiervoor 2 pond.
Beijen houdt van 1466 tot 1469 2 gemet land aan de Puddikepoelseweg tegen 28sc. samen met Claisz Gout en Wouter Petersz het grootste deel van het land te Poortugaal van het klooster Nieuwlicht in pacht tegen 283 rijnsguldens 9 st.
Doen Beijensz. de Jonge (1460)
Doen Beijensz. (de Jonge), zoon van Beijen Doensz. (ca. 1410), is geboren in 1460 in Poortugaal, Hij huwt Aeskin (Haesken) in 1480. Aeskin is geboren in 1453. Alle gebeurtenissen, geboorten, huwelijken en overlijden binnen de familie vinden plaats in Poortugaal. Hun kinderen zijn:
|
Doen Beijensz. overlijdt vóór 1515 op een leeftijd van hoogstens 55 jaren oud.
opmerkingen 1
Doen wordt in 1484 vermeld als Leenman van Putten. In 1491 en 1507 wordt hij genoemd als Schepen van Poortugaal.
Doen is de stichter van de grote memorielanden te Poortugaal.
Doen wordt op 28 Januari 1485 beleend met de leengoederen van zijn vader.
Op 13 Juni 1544 beloofde Roelof Pleunen aan Francois Doeijensz te vrijen met een halve boomgaard te Arkel, zoals Francois in Poortugaal Willem Doeijensz en zijn broer Beije Doeijensz heeft moeten vrijen in de Baljuwschap van Putten en aan Adriaan Willemsz.
In 1504 wordt Doen genoemd als belender. Hij vestigde zijn memorie op de helft van 3,5 lijn land.
Het is onbekend bij welke vrouw Doen elk van zijn kinderen heeft verwekt. Omwille van het overzicht is ervoor gekozen alle kinderen vooralsnog aan Haaske te relateren.
opmerkingen
Doen Beijensz. wordt in 1495 beleend met de leengoederen van zijn vader, die schepen in Poortugaal is (1491). Zijn vrouw Aeskin vestigt haar memorie op haar huis en erf waarin Cornelis woont.
Hij heeft bij het nageslacht bekendheid verworven door de voormelde „memorie-landen", waarover de omtrent zijn nakomelingschap opgestelde „Geslachtboom ofte de afkomstelingen van Doen Beijense van Driel " — welke in de 17de en de 18de eeuw op de secretarie van Poortugaal werd bijgehouden en waarvan het originele exemplaar zich thans bevindt bij de heer G . J. Vermaat te Poortugaal — het volgende mededeelt:
„Disponeerende van syne goederen heeft gewild, dat op „den oudsten en naasten van syne Descendenten tot een „eeuwige memorie soude succedeeren seeckere omtrent een „en twinti g gemeeten lants, geleegen in Poortugael; mitsga„ders nog seeckere omtrent veertien gemeten lants, geleegen „alsvooren, omme by denselven als patroon of patronesse „geconfereert te werden, aan yemand van de descendenten, „van den voorgeschreeven fondateur omme den zeiven uit „het innekomen van de voorschreeve viccarye te laten stuy„deeren, bequaem maken en onderhouden tot een priester".
Als laatste possesseur wordt omstreeks 1825 vermeld Boudewijn Vermaat, schout van Poortugaal. De „fondateur — in de „Geslachtboom" ten onrechte aangeduid met de geslachtsnaam Van Driel — behoorde tot een geslacht, dat reeds in de veertiende eeuw in het land van Putten op de voorgrond trad
Cornelis Doensz. (rond 1485)
Cornelis Doensz, zoon van Doen Beijensz. de Jonge (1460), is geboren rond 1485 in Poortugaal. Hij huwt Aeltje Jansdr., ook Baartje genoemd rond 1530. Aeltje Jansdr. is geboren rond 1474 in Heenvliet. Hun kinderen zijn
|
Cornelis Doensz. overlijdt in 1542, zijn vrouw Aeltje in 1551, beiden in Poortugaal.
opmerkingen
Cornelis Doensz. is schout van Albrandswaard. dijkgraaf en schout. In 1532, ongeveer 62 jaar oud, werd hij Schout in Albrandswaard Nederland. Hij werd Dijkgraaf in Albrandswaard Nederland. Hij werd Leenman in Putten Nederland.
Cornelis wordt vermeld als Leenman van Putten. In 1506 is hij gemachtigde van Neeltje Arnouts, dochter van Arnout Jansz te Hekelingen.
Bronnen en verantwoording
- https://genealogie.voorouder.nl/getperson.php?personID=I5416&tree=voorouders
- http://home.online.nl/audeman/DoenBeijensz.htm
- Nederlandse Leeuw, NL_1965_JRG_82.pdf
- J.J. Vervloet, De parenteel van Doen Beijensz, incl. aanvullingen en correcties, Ons Voorgeslacht 1989/2001.
- C. Hoek, Het voorgeslacht van Doen Beyensz, bezitter van de grote memorielanden te Poortugaal, OV 1992.
- C. Sigmond, K.J. Slijkerman, Drie verwante geslachten Van Driel, Rotterdam 1998).
- De aansluiting met PALS in Scheveningen:
- M. Spaans, Parenteel Pals - Van Driel in Praaiberichten, 13e jg nr 1 (feb 1999).
- kwartierstaat De Hek – Van Oosterhoud
- Kwst. Kranenburg op site Herweijer en site Ooms Van Driel: parenteel site Zwart, zie ook site Sigmond.